vrijdag 30 november 2012

LGENMARNS Van Ede nieuwe Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht

LGENMARNS van Ede
Luitenant-generaal der mariniers Ton van Ede is sinds gisteren Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK). Hij nam op landgoed De Zwaluwenberg in Hilversum de functie over van ranggenoot Lex Oostendorp.

Van Ede vervulde vele operationele- en beleidsfuncties binnen de krijgsmacht. Hij was onder meer operationeel commandant tijdens missies in Cambodja en Eritrea, Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten en Plaatsvervangend Hoofddirecteur Personeel.

Bevlogen
De vertrekkende IGK werd gisteren benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden. Commandant der Strijdkrachten generaal Ton Middendorp, die de minister verving omdat zij een overleg had in de Kamer, speldde hem de versierselen op. Volgens Middendorp hoort, voelt en ziet de IGK als geen ander hoe Defensie ervoor staat. “U gaf aan die rol op zeer integere en bevlogen wijze invulling.”

Inspecteur veteranen
De Zwaluwenberg
Naast onafhankelijk adviseur van de minister en bemiddelaar bij individuele aangelegenheden van (voormalig) Defensiepersoneel, is de IGK ook Inspecteur der Veteranen. Oostendorp refereerde op dat gebied aan politieke hoogtepunten van de afgelopen jaren, zoals de nieuwe Veteranenwet en het geld dat beschikbaar kwam voor het inlossen van de zogenoemde ereschuld. Ook sprak hij over de diepgaande en emotionele gesprekken tijdens honderden ontmoetingen met veteranen.

Oostendorp, die met leeftijdsontslag gaat, blikte tevreden terug op zijn 3 hoofdtaken. “De grote gemene deler is dat het allemaal om mensen gaat.”

(ministerie van Defensie, 30 november 2012)

Drie ‘uitreizigers’ verdacht van terrorisme aangehouden

De Nationale Recherche heeft donderdag in Rotterdam drie mannen aangehouden, omdat zij van plan zouden zijn naar Syrië te reizen om daar deel te nemen aan de internationaal gewelddadige jihad.

Bij de doorzoeking van hun woningen is beslag gelegd op messen, een zwaard en een kruisboog. Verder trof de politie afscheidsbrieven, gepakte rugzakken met reisuitrusting en een grote hoeveelheid jihadistische documentatie aan. Ook twee woningen van familieleden van de verdachten in Doesburg en Utrecht zijn doorzocht.

Het onderzoek is vorige maand gestart naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD. De mannen van 22, 23 en 33 jaar zijn vermoedelijk geradicaliseerde moslims.

Zij hebben vermoedelijk ook geld ingezameld om de reis mogelijk te maken. Het drietal had eerder al tickets geboekt voor een vlucht naar Turkije met een aansluitende vlucht tot de grens met Syrië. Deze reis werd geannuleerd en uitgesteld. Twee van de drie stonden donderdagmiddag geboekt voor een vlucht van Brussel naar Turkije.

Een van de mannen is vorige week in het huwelijk getreden met een moslima, die hij niet eerder had ontmoet. Hij kende haar sinds kort van het internet. De man wilde samen met zijn vrouw in Syrië strijden voor de jihad. Op een foto voor zijn bruid poseerde de man met een AK-47 aanvalsgeweer. Op internet sprak de man tot zijn aanstaande vrouw: "Ik hoop dat wij samen gaan sterven en samen naar het paradijs gaan."

De verdachten worden vandaag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam.

(Landelijk Parket, 30 november 2012)


AIVD informatie leidt tot aanhouding terrorismeverdachten

Vrijdag 30 november 2012 zijn drie personen aangehouden door de Nationale Recherche (NR). Het onderzoek van de NR is gestart najaar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD. De drie mannen waren van plan uit te reizen naar Syrië om zich daar aan te sluiten bij de jihadistische strijd.

In Syrië is een gewapende strijd gaande waar veel oppositiegroeperingen bij betrokken zijn, waardoor er sprake is van een diffuus strijdtoneel. Dit heeft wereldwijd aantrekkingskracht op verschillende mensen, onder wie ook jihadisten. Ook onder Nederlandse jihadisten ziet de AIVD een verhoogde belangstelling voor Syrië. Deze personen kunnen in Syrië schade aanrichten of er kan dreiging van hen uitgaan wanneer zij terugkeren naar Nederland. Ook kunnen zij andere jihadisten ondersteunen bij het plegen van aanslagen in het Westen.

Deze zaak is een voorbeeld van het onderzoek dat de AIVD doet naar de dreiging die uitgaat van jihadisten. De AIVD streeft ernaar uitreizende jihadisten te verstoren om zo te voorkomen dat zij daadwerkelijk uitreizen.

(AIVD, 30 november 2012)

donderdag 29 november 2012

Video: het werk van de POLAD en de ROLAD in Kunduz




Een korte video over het werk van de politiek adviseur (POLAD) en de Rechtsstaatadviseur (ROLAD) van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Kunduz. Zij werken nauw samen met de militairen van de Police Training Group.

(ministerie van Defensie, 29 november 2012)


Boek: 'Afghanistan tussen oorlog en wederopbouw'

Deze week verschijnt het tweede boek van sergeant 1 Randy Noorman. In zijn boek  'Afghanistan tussen oorlog en wederopbouw' beschrijft Randy de harde realiteit van de militair buiten de poort. Een militair die in een split second moet beslissen over leven en dood.  Het boek gaat over het soldatenleven, kameraadschap, emotie, shock, moed, loyaliteit, gevechtsbereidheid en vakmanschap.

Toen Randy terug kwam in Nederland merkte hij dat het beeld van zijn omgeving over de missie niet overeenkwam met zijn ervaringen. “In Nederland werd gedacht dat we daar vooral aan het opbouwen waren. Maar we hebben daar ook echt moeten knokken tijdens de uitvoering van onze taken. De gevechtsbereidheid en de drang om te presteren was groot en toen het erop aankwam stonden we voor onze taken”.

Het eerste exemplaar van het boek werd vandaag door Randy overhandigd aan commandant 11 Luchtmobiele Brigade generaal Nico Geerts. Generaal Geerts was commandant Taskforce Uruzgan toen Randy als groepscommandant van het verkennerspeloton van Battlegroup 4 zijn taken uitvoerde. “Het boek geeft heel goed weer hoe een besluit van mij als commandant van de TFU uiteindelijk wordt ervaren en uitgevoerd door de militair die daadwerkelijk de poort uitgaat en als het moet het gevecht aangaat om de plaatselijke bevolking een betere toekomst te bieden”; aldus generaal Nico Geerts.

Voor generaal Geerts is het een speciaal moment. Randy was korporaal Geweerschutter Lange Afstand bij het 13e infanteriebataljon in Assen toen de toen nog Luitenant-kolonel Geerts daar commandant was. Later kruisten hun wegen zich in het Afghaanse land tijdens een periode van heftige gevechten met de Taliban. Nu is de sergeant groepscommandant van een groep Geweerschutter Lange Afstand bij de door de generaal geleide brigade.

Eerder heeft Randy al het boek 'Dagboek van augustus' geschreven (historische roman over de eerste wereldoorlog).

[AHH]

(11 Luchtmobiele Brigade (aaslt) '7 december', 29 november 2012)

Krijgsmacht kampt met twee taboes

door Gerard ten Voorde

DOORN – Zelfdoding en relatie­problemen. Twee taboes bij Defensie. Militairen kunnen er tijdens –en ver ná– een missie mee worden geconfronteerd. „Defensie moet hier serieus onderzoek naar doen.”

Erwin Kamp
Erwin Kamp kent de krijgsmacht van binnenuit. De coördinator Geestelijke Verzorging (GV) op het Veteraneninstituut in Doorn is twee keer op missie geweest. Een halfjaar Ethiopië/Eritrea (2000) en vijf maanden Irak (2003). „Met de mariniers.”

Kamp kijkt „heel positief” terug op zijn uitzendingen. „Als gv’er kom je daar meer tot je recht dan in Nederland. Je deelt lief en leed. Je bent aangewezen op elkaar, dat geeft ongekende kameraadschap. En je helpt concreet mee aan de opbouw van een maatschappij, met de bouw van scholen en politiebureaus.”

Kamp is –samen met Michaela Schok– auteur van ”Na de missie”, een boek met tips en tools voor militairen, veteranen en thuisfront. Woensdag sprak de –humanistisch– gv’er in Doorn over z’n pas verschenen boek.

Hoe kijken militairen terug op hun missie?
„Pakweg 90 procent is positief. Zelfs al hebben militairen negatieve ervaringen opgedaan of een stresssyndroom opgelopen, dan nog hadden ze de missie niet willen missen.”

Hoeveel militairen kampen met blijvende problemen?
„Zo’n 4 tot 5 procent houdt klachten, ook op langere termijn. Het verschilt per missie. Uruzgan of Srebrenica is een wereld van verschil. Heeft een militair meer grip op zijn eigen leven, dan heeft hij minder problemen.”

Heeft Defensie voldoende aandacht voor ‘missieproblemen’?
„Ja. Defensie heeft de afgelopen vijftien tot twintig jaar veel geleerd. Uruzgan is heel anders begeleid dan Libanon. We hebben nu een Veteranenwet met een zorgplicht voor Defensie.”

Krijgt een militair voldoende erkenning, waardering?
„Het kan altijd beter. Het maatschappelijk geheugen wat betreft de inzet en slachtoffers in Afghanistan is erg kort. Positief is de Veteranendag.”

U signaleert twee taboes bij de krijgsmacht. Vanwaar?
„Bij Defensie rust er een taboe op zelfdoding en op relatieproblemen. Ik heb geen harde cijfers, maar ik hoor te vaak van militairen die kampen met relatieproblemen. Meer dan in de burgermaatschappij. Van zelfdoding weet ik het niet.”

Wat moet er gebeuren?
„Ik zou willen dat Defensie, vanuit goed werkgeverschap, onderzoek doet. Wat is er van waar? De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen voor een onderzoek naar zelfdoding. Laat Defensie zelf onderzoeken naar relatieproblemen oppakken.”

Waarom gebeurt er niets?
„Als er een verband blijkt te bestaan tussen missies en relatie­problemen, is dat geen promotie voor Defensie.”

Welke suggesties doet u?
„Tijdens elke uitzending wordt een thuisfrontcomité in het leven geroepen. Op de helft van de missie wordt een speciale dag voor het thuisfront georganiseerd. Laten we zo’n comité, en dat is een nieuw pleidooi, na een missie niet direct opheffen, maar in stand houden. Met steun van Defensie. Om de vinger aan de pols te houden.”

Heeft een militair die met zijn vragen bij God terechtkan geen voorsprong op collega’s?
„Ik snap wat u bedoelt. Voor zo’n militair is inderdaad een aantal vragen over de zin en oorsprong van het leven al ingevuld. Maar de confrontatie met veel ellende kan juist daar vragen over oproepen.”

Uruzgan, de moeder aller missies, is achter de rug. Komt uw boek niet een beetje laat?
Geprangd: „Véél te laat.”

Mosterd na de maaltijd?
„Beter laat dan nooit. Er zullen altijd uitzendingen blijven volgen. Daarom krijgt het boek ook elke twee jaar een update.”

(Reformatorisch Dagblad, 29 november 2012)

Turkije: verkenningsteam Patriots bekijkt mogelijkheden

Een 9-koppige verkenningsmissie met verschillende militaire specialisten verblijft sinds maandag in Turkije. Het team kijkt samen met internationale partners naar de mogelijkheden voor een eventuele ontplooiing van Patriot-raketverdedigingssystemen. Het team wordt begeleid door Turkse bondgenoten. Over de voortgang van de verkenningsmissie worden verder geen mededelingen gedaan.

De verkenning is onderdeel van het NAVO- en nationaal planningsproces. Met de verkenning dient een groot aantal technische en operationele factoren in kaart te worden gebracht. Daarvoor is bijvoorbeeld informatie nodig over mogelijke locaties, benodigde logistieke ondersteuning, transport en commandovoering. Op basis daarvan wordt een militair advies geschreven voor de minister en wordt een regeringsbesluit voorbereid.

De Turkse regering heeft vorige week een verzoek ingediend bij de secretaris-generaal van de NAVO. Het gaat om de inzet van Patriotsystemen voor de bescherming van de bevolking en het grondgebied van Turkije. Een eventuele inzet is van puur defensieve aard en biedt geen ondersteuning aan een no-fly zone of offensieve operatie.

Samen met Duitsland en de Verenigde Staten is Nederland het enige land van de NAVO dat beschikt over Patriots. De regering heeft het verzoek in beraad. Bondgenootschappelijke solidariteit speelt een belangrijke rol bij de afweging.

(ministerie van Defensie, 29 november 2012)

woensdag 28 november 2012

Nieuwe minister van Defensie bezoekt Landmacht

“Ik ben verbaasd over de huis-, tuin-, en keukenmiddelen waarmee geïmproviseerde explosieven worden gemaakt.” Dat zei minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert nadat zij zelf een dergelijk projectiel ontdekt met een metaaldetector. Dat gebeurde vandaag in Schaarsbergen tijdens haar eerste werkbezoek aan de Koninklijke Landmacht. Commandant der Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif trad op als haar gastheer.



Even eerder bekeek de bewindsvrouw een gesloten en mogelijk geboobytrapte kist van binnen met een endoscoop. Een middel dat genisten als kijkinstrument  in hun assortiment hebben zitten. Om niet te verzanden in presentaties en static shows werd Hennis-Plasschaert betrokken bij verschillende aspecten van het militaire bestaan. Dit om de bewindsvrouw het werk van landmachtmilitairen te ervaren en tevens direct met hen te praten.

Nationale operaties
Met nationale operaties als één van haar speerpunten om die onder de aandacht te brengen bij haar collega’s en de bevolking, kregen die eveneens volop de aandacht. Aan de landmachters die de minister lieten zien wat de Explosieven Opruimingsdienst Defensie, Raventeams (onbemand verkenningsvliegtuigje) en verkenners kunnen betekenen, lag het in elk geval niet. Zij demonstreerden duidelijk en overtuigend wat hun specifieke capaciteiten zijn.

De minister concludeerde dan ook dat de landmacht bestaat uit professionals met expertise op hun vakgebied. Daarmee is de opzet van de dag volledig geslaagd, want generaal De Kruif wilde vooral de kracht van zijn mensen laten zien. De minister stak eveneens niet onder stoelen of banken dat zij het een informatieve en leuke dag vond. “Fantastisch! Ik heb genoten."

(ministerie van Defensie, 28 november 2012)

dinsdag 27 november 2012

Dutch Chief of Defense Visits the United States

Chief of Defence General Tom Middendorp held an introductory visit with America’s highest serviceman, the Chairman of the Joint Chiefs of Staff, General Martin Dempsey and met with members of the Atlantic Council, in Washington DC.

In addition, he opened the “American Falcon” training exercise in Texas, a realistic air and army units exercise  supported by American defense personnel stationed at Fort Hood in Texas.

Generals Dempsey and Middendorp

Cooperation
The cooperation between the Netherlands and the United States was strongly emphasized during  General Middendorp’s first meeting with General Dempsey. They discussed education and training issues in the United States, the current deployment of the armed forces and security field developments.

At a meeting at the Atlantic Council, General Middendorp spoke about the Dutch experiences and developments in the field of international and cited the extensive collaboration between the Netherlands, Belgium and Germany. The Atlantic Council Board praised the Netherlands for its  pragmatic way of cooperation, aimed at making progress.

The Dutch-American cooperation is constantly evolving. About 150 members of 11 Airmobile Brigade and the Commando Corps participate with U.S. units participating in this American Falcon. This 5-week air assault exercise takes place 5 times a year at the army base in Fort Hood, Texas. General Middendorp spoke with U.S. Lieutenant General Donald Campbell (Commander III Corps) on the exercise and thanked him for the support.

Blind Trust
"In joint missions we need to be able to trust each other blindly,” explains Middendorp. Exercises like American Falcon play an important role in  the readiness of the Dutch deployment. “This huge training area offers virtually unlimited training options compared with the Netherlands, with weather conditions we do not know. Here we can practice all day long all year round. It gives me the opportunity to prepare my people for deployment in Iraq and Afghanistan to the maximum extent.”

Permanently Stationed
Air assault is the most intensive and complex form of cooperation between ground and air units. This requires good coordination between ground and air units and regular training. That is why the Joint Netherlands Training Detachment (JNTD), consisting of 23 army and air force troops, is permanently stationed at Fort Hood since the beginning of this year. There are also eight Apache attack helicopters and more recently two new Chinook F-transport helicopters of the Royal Air Force, and a third is on the way.

(Netherlands Embassy, Washington, 27 November 2012)

'Missies Nederland niet meer met einddatum'

KABUL/BRUSSEL - Nederland moet bij missies in het buitenland, zoals in Afghanistan, geen einddatum meer vastleggen. Nederland moet bereid zijn om zo lang als nodig deel te nemen aan een operatie.

Maurits Jochems (foto NAVO)
Dat stelt de hoogste burgergezant van de NAVO in Afghanistan, de Nederlander Maurits Jochems, in een gesprek met het ANP. Namens het bondgenootschap onderhoudt Jochems contacten met de Afghaanse regering en internationale organisaties.

Beginsel
,,Persoonlijk ben ik van mening dat we in beginsel niet meer aan missies moeten beginnen met een vaste datum als einddoel'', aldus Jochems. ,,We moeten bereid zijn, en de capaciteit hebben, om voor een onbepaalde tijd deel te nemen aan een operatie.''

Uruzgan
Jochems verwijst onder meer naar de Nederlandse militaire missie vanaf 2006 in de provincie Uruzgan. De operatie zou 2 jaar duren, werd verlengd tot 2010 en leidde tot de val van het kabinet-Balkende IV door onenigheid over verdere verlenging. Terwijl de Nederlandse aanpak leek te werken. ,,Zo lang als nodig blijven. Dan maar wat kleiner dan de grote Uruzgan-missie. Samen uit, samen thuis'', aldus de hoogste civiele vertegenwoordiger.

Verdere stabilisatie
De huidige Nederlandse politietrainingsmissie loopt medio 2014 af. ,,Die is van groot belang om de Afghaanse politie op eigen benen te laten staan'', aldus Jochems. Volgens hem zou Nederland ook na 2014 een rol moeten spelen bij de verdere stabilisatie en opbouw van Afghanistan. Het is de bedoeling dat de Afghanen begin 2015 zelf verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid en de buitenlandse gevechtstroepen zijn vertrokken.

Vanuit Afghanistan zelf klinken regelmatig geluiden over een burgeroorlog en terugkeer van de Taliban aan de macht, als de NAVO weggaan.

Betrokken blijven
,,Het is aan de Nederlandse politiek om te bepalen hoe de bijdrage na 2014 eruit zal zien'', stelt de NAVO-topdiplomaat. De internationale gemeenschap moet in ieder geval tot op zekere hoogte betrokken blijven bij een regio die een bedreiging kan vormen voor de vrede in de wereld, aldus Jochems.

Nederlandse bijdrage
De gezant pleit voor een Nederlandse bijdrage aan nieuwe NAVO-operaties, omdat Nederland zijn eigen veiligheid ook grotendeels via het bondgenootschap verzekert. Een deelname onderstreept de solidariteit met de andere bondgenoten, met name de Verenigde Staten. ,,Dit element van solidariteit als investering in onze eigen veiligheid is eigenlijk gewoon gezond eigenbelang. Niet meer, maar zeker ook niet minder.''

(ANP/De Stentor, 26 november 2012)

maandag 26 november 2012

'Marine als krijger, koopman en diplomaat'

“Zoals mijn roemruchte voorganger admiraal Michiel de Ruyter al aantoonde, zijn we bij de Koninklijke Marine nog steeds diplomaat, koopman en krijger”. Dat zei Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Matthieu Borsboom vandaag in de Indiase stad Mumbai, aan boord van het amfibisch transportschip Hr. Ms. Rotterdam.

De Rotterdam ligt in de haven van Mumbai voor het laden van brandstof en voeding, maar ook om economische redenen. Het schip diende er als platform om Nederlandse scheepsbouwtechniek en vernuftige bewapening te tonen. India gaat haar Defensie komende jaren namelijk verdubbelen. Aan boord waren ook partners van de marine zoals Thales, Rhode en Schwartz, en Hascon.

Maritieme handelsnatie
De krijgersrol kreeg aan boord aandacht met een bijeenkomst over piraterijbestrijding, een taak waar de Rotterdam nu middenin zit. Ze heeft net een aantal intensieve weken voor NAVO’s antipiraterijmissie Ocean Shield achter de rug. Voor een maritieme handelsnatie als Nederland blijft het belangrijk de handelsroutes over zee te beschermen.

Samenwerking
Vice-admiraal Borsboom ontmoette in Mumbai onder anderen een Indiase vlagofficier, die verantwoordelijk is voor het westelijk zeegebied van het land. Zij spraken af de samenwerking tussen beide vloten te versterken.

(Koninklijke Marine, 26 november 2012)

Nieuwe landmachteenheid tegen CBRN-dreiging


Tijdens een ceremonie op 28 november stelt de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, luitenant-generaal Hans Wehren, de CBRN responseenheid paraat. De eenheid staat per 1 december 24/7 klaar om Nederland in voorkomend geval te helpen bij een Chemische, Biologische, Radiologische, of Nucleaire (CBRN) dreiging of- calamiteit.

De capaciteit staat ter beschikking van de civiele hulpdiensten. Het leveren van deze gegarandeerde capaciteit is een afspraak die gemaakt is in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS) tussen het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, tijdens de ceremonie vertegenwoordigd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de heer Theo Bot.

De gegarandeerde CBRN-capaciteit bestaat uit een respons- en ontsmettingseenheid. Naast de 24-uurs capaciteit beschikt Defensie binnenkort ook over een Nationale Trainingsfaciliteit. Hier kunnen civiele instantie zoals de brandweer, GHOR en de politie trainen op het gebied van CBRN. Defensie heeft uitgebreide ervaring, kennis en expertise op CBRN- gebied en stimuleert kennisdeling en multidisciplinaire samenwerking.

(ministerie van Defensie, 26 november 2012)

Navo-chef Rasmussen: "Europa investeert te weinig in defensie"

Nederland moet, net als sommige andere Europese NAVO-partners, meer bijdragen aan de NAVO. Door de voortdurende bezuinigingen groeit de kloof tussen de bijdrage van de Verenigde Staten en de Europese bondgenoten en dat is zorgwekkend. Dat zegt de secretaris generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen, vanavond in KRO Brandpunt (22.15 uur, Nederland 2): 'Als we niet voldoende investeren in defensie dan heeft dat natuurlijk consequenties. Het leidt ertoe dat Europa niet meer in staat is aan internationale crisisbeheersing te doen en het zijn invloed in de wereld verliest. Dat is een gegeven,' aldus de Navo-chef. Rasmussen noemt de situatie in de uitzending 'zorgwekkend'.


Get Adobe Flash Player
Als het niet mogelijk is Flash te installeren kunt u de video bekijken via deze link.


Veel Amerikanen zien Europese NAVO-partners inmiddels als freeriders, als profiteurs: 'In de VS vragen veel belastingbetalers: waarom betalen wij er zoveel aan' Kan Europa niet ook een eerlijk deel van de last dragen'' aldus Rasmussen. Tot tien jaar geleden betaalden de Europese Navo partners en de Verenigde Staten ieder de helft van de Navo. De Amerikanen draaien inmiddels op voor tachtig procent van de kosten, de Europese bijdrage is geslonken tot 20 procent.

Binnen de NAVO geldt bovendien de afspraak dat de alle bondgenoten minstens 2% van het bruto nationaal product (bnp) aan defensie moeten uitgeven. Nederland komt door de al ingezette structurele bezuinigingen over twee jaar uit op slechts 1%. De extra structurele bezuiniging van het nieuwe kabinet, 250 miljoen per jaar, is dan nog niet eens meegerekend. Nederland bungelt daarmee onderaan. Van de Europese NAVO-partners geeft dan alleen Polen minder uit. 'Natuurlijk is er een grens,' aldus de NAVO-chef, 'er is een ondergrens aan hoe weinig je kan uitgeven aan defensie zonder je verplichtingen te verzaken.'

De NAVO-chef is het eens met de vorige Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates, zo verklaart hij in KRO Brandpunt. Gates zei tijdens zijn afscheidsspeech vorig jaar bij de NAVO dat Europa irrelevant dreigt te worden en moet leren zijn eigen broek op te houden. 'Het is een voor twaalf,' aldus Gates destijds. Rasmussen: 'Het is dus van groot belang dat Europa voldoende investeert in ons bondgenootschap: politiek, economisch en militair. Dat kost geld. En de Europese landen houden de hand op de knip en bezuinigen.'

De Amerikanen hebben inmiddels een nieuwe defensie-doctrine. Het zwaartepunt is daarin verlegd van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan en Azie. Ze lieten daarom vorig jaar de Europese Navo-partners het voortouw nemen in de luchtacties tegen het regime van Khadaffi in Libie. Rasmussen bevestigt in KRO Brandpunt dat dit geen succes was: binnen drie dagen waren de bommen op, de F-16's konden hun doelen op de grond niet vinden en de straaljagers konden niet in de lucht bijgetankt worden. Dat het toch lukte was uitsluitend te danken aan de bijspringende Amerikanen. Rasmussen: 'We hebben van Libie de les geleerd dat Europa meer moet investeren in cruciale middelen die we nu niet hebben.'

(KRO Brandpunt, 25 november 2012)

Hr. Ms. Rotterdam op handelsmissie in India

door correspondent Lucas Waagmeester

Aan het 'Indira Dock' in hartje Mumbai ligt sinds dit weekend een klein stukje Nederlands grondgebied aangemeerd. Het marineschip de Harer Majesteits Rotterdam doet de Indiase miljoenenstad aan om bij te komen van de deelname aan de anti-piraterijmissie voor de oostkust van Afrika. Maar in de kantlijn heeft het bezoek nog een doel: handel drijven.



Zodra de Rotterdam was aangemeerd in Mumbai, kwamen zaterdag delegaties van de Nederlandse en Indiase defensie-industrie aan boord. Daar was het Nederland een beetje om te doen. Want India is op dit moment de grootste importeur van wapens en defensiematerieel ter wereld.

Ook Nederland is op die markt een grote speler: de zevende exporteur ter wereld. 250 Nederlandse bedrijven, goed voor 12.000 banen, zijn actief in de sector. "Nederland is een klein land, maar de traditie en opgebouwde kennis is heel interessant voor ons", zegt Raghavan Muralidharan van de defensietak van Tata, India's grootste bedrijf.

Paar honderd banen 
India maakte de laatste jaren miljarden vrij om tientallen nieuwe marineschepen te bouwen. Door nieuwe internationale afspraken krijgt het land meer verantwoordelijkheid voor het veilig houden van handelsroutes over de Indische Oceaan. De Indiase industrie kan dus veel orders verwachten van de marine, maar het heeft niet alle kennis zelf in huis.

In dat gat hoopt Nederland te springen. Bedrijven als Fokker, Imtech en Thales waren dit weekend aan boord van de Hr. Ms. Rotterdam, om te proberen hun contacten met Indiase bedrijven te verstevigen. "Als we hier succesvol zijn, kan dat over een langere termijn een paar honderd banen opleveren in Nederland", zegt Gerard Mulders van Thales uit Hengelo. Dat bedrijf, vooral groot in het ontwikkelen van radarsystemen, werkt al langer met Indiërs samen.

Michiel de Ruyter
"Wij zijn een maritiem handelsland. Dat zit in onze genen, daar verdienen we ons geld mee." Ook Vice-Admiraal Matthieu Borsboom, commandant van de Koninklijke Marine, vloog naar Mumbai om de Rotterdam te verwelkomen. "90 procent van de handel, en dus onze welvaart, gaat over zee. Daarom is het voor Nederlanders zo natuurlijk dat we tegen piraten optreden."

De Hr. Ms. Rotterdam was dit weekend in Mumbai even zelf een varende handelsmissie. Maar dat vindt Borsboom volkomen logisch. "Daar waar wij kunnen assisteren bij het bevorderen van handelscontacten, doen we dat. Michiel de Ruyter werd 'diplomaat, koopman en krijger' genoemd, die drie-eenheid zie je nog steeds terug.

(NOS, 25 november 2012)

zondag 25 november 2012

Thuisfront: hartenkreten tijdens intieme Missie Max

Een kleine 1200 ‘thuisfronters’ zijn zaterdag samengekomen op voormalig Marinevliegkamp Valkenburg bij Katwijk voor het groetenprogramma Missie Max. Hoogtepunt van het muzikale evenement vormde de live beeldverbinding met onder meer Kabul, Kosovo en marineschip Hr. Ms Rotterdam dat voor de Somalische kust opereert.

Missie Max: contact via het grote scherm

“Zonder uw onvoorwaardelijke steun, geen militaire kracht voor Nederland.” Met die woorden opende minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert de vijfde editie van Missie Max. Met de thuisfrontdag wil Defensie samen met Omroep Max het thuisfront een hart onder de riem steken in de donkere dagen voor kerst. Vanwege de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz waren net als vorig jaar ook de relaties van de politie uitgenodigd.

Verschil maken
Niet alleen de minister, ook de gehele Defensietop had een speciaal woordje voor de mannen en vrouwen duizenden kilometers verderop. “Defensie is meer dan een werkgever. U kunt echt het verschil maken, wereldwijd”, sprak Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp. “Ik weet dat het niet makkelijk is om van uw relatie verwijderd te zijn. Maar als u goed in uw vel zit, zit het thuisfront dat ook.”

Intiem
Anders dan voorgaande edities was dit keer uitgeweken naar voormalig Marinevliegkamp Valkenburg. De kille hangaar was voor de gelegenheid omgetoverd tot een sfeervolle en intieme ruimte. Met de TheaterHangaar vlakbij mocht natuurlijk ook de cast van de razend populaire musical Soldaat van Oranje niet ontbreken. Onder leiding van hoofdrolspeler ‘Erik Hazelhoff Roelfzema’ zongen zij het toepasselijke nummer ‘Als wij niets doen’ naar het verhaal van de verzetsheld die tijdens de Tweede Wereldoorlog streed voor een vrij Nederland. Jan Smit, 538-DJ Lindo Duvall en Los Angeles The Voices maakten er vervolgens een feest van.

In speciale ruimtes konden mensen voor de camera een (kerst) groet van 1 minuut brengen aan hun uitgezonden militair. Wie geluk had, kreeg zijn geliefde, vader, zoon of dochter zelfs even op het grote scherm te zien. Zo was er live verbinding met de militairen op de Dutch compounds op Mazar-e Sharif en Kunduz. Hartenkreten van de allerjongsten gingen bij de hele zaal door merg en been.

Persoonlijk
De ingesproken boodschappen worden, samen met gelukswensen van bekende Nederlanders, op dvd gebrand en voor de feestdagen aan de relaties in het missiegebied gestuurd. MAX-directeur Jan Slagter reist persoonlijk met een aantal kerst- en nieuwsjaarswensen af naar Soedan en Kosovo. “Als Nederlandse bevolking staan we er te weinig bij stil wat een uitzending voor de militairen en hun thuisfront betekent. Missie Max is daarom ons cadeau aan onze militairen en hun dierbaren. Militairen doen vaak stoer, maar zodra ik met de boodschappen voor hun neus sta dan pinken sommigen toch echt een traantje weg”, weet Slagter uit ervaring.

(ministerie van Defensie, 24 november 2012)

zaterdag 24 november 2012

'Vals Plat': het verhaal van Raadsman Frans Kurstjens

Frans Kurstjens is geestelijk verzorger in het leger en werkte sinds 2006 op Kandahar Airfield (KAF)  in Afghanistan. Hij was daar met het Nederlandse leger in het kader van Operation Enduring Freedom (OEF) en had vooral tot taak om te luisteren naar de verhalen van de soldaten. Op een dag kreeg hij de vraag of hij samen met twee verpleegsters gesneuvelde soldaten met de auto naar het mortuarium kon brengen. Omdat de groep gesneuvelden zo groot was hielp Frans mee om de lijken te dragen. Toen hij een van de lichamen optilde om het in een schone body bag te leggen, merkte hij  dat zijn handen in de open schedel van een Amerikaanse soldaat zaten. Sindsdien heeft Frans nachtmerries en volgt hij therapie. Omdat hij zich realiseerde dat hij daar waarschijnlijk de rest van zijn leven last van zou houden, besloot hij om uit te zoeken wie deze Amerikaan was.

http://gemi.st/15000904  (Vanaf 14:06)

Uitzending: programma Vals Plat (NTR), 24 november 2012)

Netherlands flagship HNLMS ‘ROTTERDAM’ visits Mumbai

From 24-29 November 2012, Her Netherlands Majesty’s Ship ‘ROTTERDAM’ will visit Mumbai. The Dutch naval vessel is the flagship of one of the Task Forces countering piracy in the Indian Ocean. The visit creates an excellent opportunity to discuss lessons learned in counter-piracy operations and to discuss opportunities for business.

HNLMS Rotterdam
Indian and Dutch officials and experts will share experiences and define future opportunities between the two nations that have been involved in counter-piracy operations around Somalia ever since the United Nations called upon the international community to take action.

To facilitate this exchange of views Gateway House (Indian Council on Global Relations) in collaboration with The Netherlands Embassy and Consulate General will organise a seminar with the title “Rethinking Anti-Piracy Operations”.

At the same time leading defence industries of India and The Netherlands will meet to discuss opportunities for business.

(Netherlands Embassy in New Delhi, 22 November 2012)

Blog CDS: De ‘gouden driehoek’

Het is een bijzondere novembermaand voor Defensie. Een nieuwe minister, Jeanine Hennis-Plasschaert. En een nieuwe secretaris-generaal, Erik Akerboom, voorheen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Ik zie uit naar onze samenwerking de komende jaren.

Generaal Middendorp
Het is geen gemakkelijke periode om bij Defensie te beginnen. Want ook al komt er met het nieuwe regeerakkoord geen grote schep bezuinigingen bovenop, we staan nog wel voor dezelfde uitdagingen. Zo moeten we één op de vijf functies schrappen en hoogwaardige capaciteiten inleveren. Niet omdat we ze niet nodig hebben, maar omdat we ze simpelweg niet kunnen betalen.

Tegelijkertijd wordt van ons 24 uur per dag, 7 dagen per week een belangrijke bijdrage gevraagd om Nederland vrij, veilig en welvarend te houden. We moeten, ongeacht de bezuinigingen, dus steeds de beste zijn en blijven. Dat is, laten we eerlijk zijn, een stevige opdracht.

Hoe gaan we die twee, soms tegenstrijdige gegevens, met elkaar verbinden? Een ding staat bij mij voorop. Wat we doen, moeten we ook goed doen. Ik wil geen concessies doen aan professionaliteit. Daarvoor is ons werk te belangrijk. Maar hoe zorgen we dan dat we met duizenden mensen minder, en met minder pantservoertuigen, schepen en jachtvliegtuigen, toch top en veilig blijven presteren?

Dat kan alleen door helder te kiezen en door innovatief te zijn.

De heldere keuzes komen in de visie op Defensie die de minister heeft aangekondigd en die zij binnen enkele maanden naar de Tweede Kamer zal zenden. Deze visie biedt duidelijkheid over de balans tussen taken en middelen. Een kans dus. We kijken nu niet meer door een bezuinigingsbril naar de toekomst, maar juist door een vernieuwingsbril.

Dat   brengt mij bij innovatie, de ontwikkeling van nieuwe ideeën en de ontwikkeling van nieuwe systemen en uitrustingen. Vernieuwing dus. Daar werken we binnen de krijgsmacht hard aan, samen met bedrijfsleven en kennisinstituten, ook wel de Gouden Driehoek genoemd.

Er zijn al mooie voorbeelden van onze samenwerking. Bijvoorbeeld het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). De nieuwe uitrusting is lichter, slimmer en heeft minder losse onderdelen. Dit zorgt ervoor dat onze militairen straks met een minder zware en slimmere uitrusting kunnen werken én dat ze meer ‘situational awareness’ hebben. Zo vergroten we onze slagkracht én onze veiligheid.

Een ander voorbeeld: het trendsettende patrouilleschip Hr. Ms. Holland, met één geïntegreerde mast voor alle sensor-, communicatie- en radarsystemen. Het schip is twee weken geleden bekroond tot ‘Schip van het Jaar’ en niet voor niets. Het schip wordt ook verkocht aan andere landen en draagt daarmee rechtstreeks bij aan de Nederlandse economie. Daar kunnen we met recht trots op zijn.

Tijdens mijn toespraak op het symposium van de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid vorige week heb ik nog enkele voorbeelden genoemd waar we in de toekomst met de Gouden Driehoek aan kunnen werken. Want veiligheid komt niet zomaar uit de lucht vallen. We moeten blijven vernieuwen om goed te blijven en innovatie is daarbij de sleutel tot succes.

Met de krijgsmacht heeft Nederland goud in handen, en met de Gouden Driehoek ook!

Generaal Tom Middendorp,
Commandant der Strijdkrachten

(ministerie van Defensie, 23 november 2012)

vrijdag 23 november 2012

Bezoek Hr. Ms. Rotterdam aan Mumbai (India)

Van 24 tot 29 november 2012 bezoekt de Hr. Ms. Rotterdam de haven van Mumbai. Het Nederlandse marineschip is het vlaggenschip in een van de anti-piraterij Task Forces in de Indische Oceaan. Het bezoek is een uitstekende mogelijkheid om kennis en ervaring over anti-piraterij operaties te bespreken en om de zakelijke mogelijkheden voor de defensie-industrie inzichtelijk te maken.

Hr. Ms. Rotterdam
Indiase en Nederlandse vertegenwoordigers en experts zullen ervaringen delen en toekomstige mogelijkheden voor samenwerking tussen Nederland en India in kaart brengen. Beide landen zijn betrokken bij anti-piraterij-operaties rondom Somalië sinds de Verenigde Naties een oproep deden aan de internationale gemeenschap om in actie te komen.

Gateway House (Indian Council on Global Relations) en de Nederlandse Ambassade en het Nederlandse Consulaat Generaal organiseren gezamenlijk een seminar getiteld “Rethinking Anti-Piracy Operations”.

Tegelijkertijd zullen belangrijke spelers uit de Indiase en Nederlandse defensie-industrie zakelijke mogelijkheden bespreken.

(Nederlandse Ambassade in New Delhi, 23 november 2012)

donderdag 22 november 2012

Generaal Middendorp: Defensie is structurele veiligheidspartner


“Defensie en civiele autoriteiten moeten nog meer gebruik maken van elkaars diensten. Onze deur staat daarom wijd open voor de nog te vormen nationale politie. Defensie heeft unieke kennis, kunde en ervaring waar onze partners 24/7 gebruik van kunnen maken. Dát is onze meerwaarde.”

Met die woorden besloot Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp vandaag zijn toespraak bij het symposium ‘Defensie en de focus op Nationale Veiligheid’. Op Het Kasteel van de Koninklijke Militaire Academie in Breda verzamelden zich tal van vertegenwoordigers uit bedrijfsleven en militaire kringen om tal van sprekers over dit onderwerp te beluisteren. Behalve de CDS waren dat onder anderen Ko Colijn (directeur Instituut Clingendael) en Theo Bot (waarnemend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding).

Structureel
Generaal Middendorp betoogde dat de steun die Defensie in eigen land levert het imago van zandzakkenvullers al lang is ontstegen. "Dag en nacht zijn er zo’n 15.000 militairen, eenderde van het totaal, bezig met nationale taken. Van een min of meer passief vangnet zijn we gegroeid tot een structurele veiligheidspartner."

Veilig
Vorig jaar is Defensie om deze taken uit te voeren meer dan 2000 keer ingezet. “De vraag neemt echter niet alleen toe, maar we zijn ook op een andere manier gaan bijdragen aan operaties voor de nationale veiligheid”, aldus de CDS. “Het gehele jaar door is er altijd al inzet op het gebied van inlichtingen, bewaking, beveiliging en veiligheid. Zo beveiligen wij woon- en werkruimten en het Koninklijk Huis, bewaken we onze grenzen, ons luchtruim en onze zeehavens, ruimen we explosieven op en voeren we kustwachttaken uit en beschikken tot slot over een calamiteitenhospitaal, mocht er een grote ramp uitbreken.”

Versterkt
Er gelden de drie uitgangspunten voor samenwerking, onderstreepte generaal Middendorp. “Onze inzet moet aanvullend zijn en altijd onder civiel gezag plaatsvinden. Belangrijker misschien is nog wel dat onnodige duplicatie moet worden vermeden. Want veel Nederlanders moeten tenslotte elk dubbeltje omdraaien en het is niet meer dan terecht dat zij van de Nederlandse overheid eenzelfde zuinigheid en zorgvuldigheid verwachten. Ik kan het niet aan de belastingbetaler verkopen dat we dure capaciteiten hebben maar niet optimaal inzetten.”

(ministerie van Defensie, 22 november 2012)

Kpt. Marco Kroon in Met het oog op Morgen

listen to ‘Kpt. Marco Kroon in Met het Oog op Morgen’ on Audioboo



Boeiend gesprek in Met 't Oog op Morgen van Clairy Polak met kapitein Marco Kroon, Ridder MWO. Over leiderschap, uitstelgedrag, initiatief houden (en kort over 'koeienprikkers'). Naar aanleiding van zijn boek 'Leiderschap onder Vuur'.


Radio 1 Journaal bezoekt Patriot-eenheid


woensdag 21 november 2012

Kabinet: 'Nederlandse luchtverdediging mogelijk naar Turkije'

De Turkse regering heeft vandaag een verzoek ingediend bij de secretaris-generaal van de NAVO. Het gaat om de inzet van Patriotsystemen voor de bescherming van de bevolking en het grondgebied van Turkije.

Nederland is een van de lidstaten die over Patriotsystemen beschikt. Ook Duitsland en de Verenigde Staten hebben dit type luchtverdedigingssysteem.

Turkije stelt in het verzoek dat ontplooiing van puur defensieve aard is en geen ondersteuning biedt aan een no-fly zone of offensieve operatie.

De regering neemt het verzoek in beraad en onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van een bijdrage. Bondgenootschappelijke solidariteit speelt een belangrijke rol bij de afweging.'

(ministerie van Defensie, 21 november 2012)

Statement by the NATO Secretary General on Patriot Missile Deployment to Turkey

I have received a letter from the Turkish government requesting the deployment of Patriot missiles. Such a deployment would augment Turkey’s air defence capabilities to defend the population and territory of Turkey. It would contribute to the de-escalation of the crisis along NATO’s south-eastern border. And it would be a concrete demonstration of Alliance solidarity and resolve.

In its letter, the Turkish government stressed that the deployment will be defensive only, and that it will in no way support a no-fly zone or any offensive operation.

NATO will discuss Turkey’s request without delay. If approved, the deployment would be undertaken in accordance with NATO’s standing air defence plan.  It is up to the individual NATO countries that have available Patriots - Germany, the Netherlands and the United States - to decide if they can provide them for deployment in Turkey and for how long.  Next week a joint team will visit Turkey to conduct a site-survey for the possible deployment of Patriots.

The security of the Alliance is indivisible. NATO is fully committed to deterring against any threats and defending Turkey’s territorial integrity.

(NATO, 21 november 2012)

dinsdag 20 november 2012

Volledige Hercules-vloot gemoderniseerd


Met de voltooiing van de vierde gemoderniseerde C-130 is de volledige Hercules vloot vernieuwd. In het Britse Cambridge droeg Marshall Aerospace het middelzware transportvliegtuig vandaag over aan Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger.

Overdracht C-130 in Cambridge (foto Defensie)

De uitgebreide modificatie behelsde onder meer de uitvoering van de cockpit. Die is gedigitaliseerd, waarmee de karakteristieke metertjes verdwenen. Schnitger: “Door de aanpassingen kunnen de toestellen in een hoger geweldsspectrum worden ingezet. De modernisering van de cockpit vergroot ook de veiligheid van passagiers en bemanning.”

Zelfbescherming
De Hercules is in staat op primitieve vliegvelden met onverharde startbanen te landen en op te stijgen. Ook heeft het toestel zelfbeschermingsmiddelen aan boord. Het nut en de noodzaak van de vliegtuigen blijkt al 15 jaar en wordt nog dagelijks bewezen.

Luchttransportcapaciteit
Door de deelname aan vredesmissies en bijdragen aan noodhulp ontstond eind jaren ’90 een toenemende behoefte aan tactische luchttransportcapaciteit.   Defensie besloot daarom   in 2004 tot de aanschaf van 2 extra Hercules-vliegtuigen, wat de vloot op 4 bracht. De toestellen behoren tot 336 Squadron, gestationeerd op Vliegbasis Eindhoven.

(ministerie van Defensie, 20 november 2012)

Omroep Brabant mee op piratenmissie

Omroep Brabant doet deze week verslag van de antipiraterijmissie Ocean Shield. De omroep maakte drie reportages vanaf het vlaggenschip, Hr. Ms. Rotterdam. In het programma 'Onder Ons' van maandag een voorbeschouwing (vanaf 15:17).

maandag 19 november 2012

Hans Laroes over een MIVD'er en een NOS-correspondent

door Hans Laroes
Oud-hoofdredacteur NOS

In mijn boek ‘De Littekens van de Dag’ schrijf ik over pogingen van de Militaire Inlichtingen en Veiligheids Dienst om een NOS-correspondent te rekruteren. Hieronder een aantal passages uit hoofdstuk 7 (‘De Middelvinger van de Spindoctor’) over de poging van de ‘stille’. Opdat iedereen iets kan vinden van mijn afwegingen.

De correspondent klonk bezorgd, aan de telefoon.

-Als ik in Nederland ben, over een paar weken, moet ik echt met je praten, zei hij.

Ik hoorde aan de manier waarop hij sprak dat het geen zin had om meteen door te vragen, hoe nieuwsgierig ik ook was.

De meeste buitenlandse correspondenten hebben hun momenten van grote zenuwachtigheid. Vaak gaat het om hun positie en standplek, soms over geld, over een toevallig die keer bijzonder hoge telefoonrekening, een enkele keer over een Hilversumse chef of een eindredacteur.

Ze zijn individualisten, met alle voordelen van dien, en soms een enkel nadeeltje. Ze zitten meestal op eenmansposten, niet altijd wetend wat hun thuisredactie denkt en in welke richting die zich beweegt.

Het is geen permanente staat waarin de buitenlandse correspondent verkeert; het zijn momenten van twijfel, die de een meer heeft dan de ander, maar die ze allemaal kennen.

Het helpt altijd elkaar te zien en te spreken. Maar vooral, te laten weten dat we elkaar waarderen en dat ‘Hilversum’, of de hoofdredacteur, nog steeds van de correspondent houdt. Misschien ging het hier om, dat telefoontje. Misschien om een verhuizing op termijn.Misschien, toch ook, over geld. Of een andere baan, een aanbod van de concurrent. Maar dit ik moet met je praten klonk anders.

(-)

Soms moet je niet teveel doorvragen

Ik had geen idee wat te verwachten, toen de correspondent binnenkwam.

Hij begon een verhaal dat lang zou duren. Over een man die hij had leren kennen. Een ondernemer, eigenaar van bedrijfjes met puur Hollandse namen. Hij importeerde Nederlandse spullen. Hij bleek ook wel eens wat te weten van buiten zijn directe werk. Iets over dissidenten, over mensen die zich met mensenrechten bezighielden, over politieke activisten.

Hij fluisterde de correspondent wel eens wat in, liet wel eens wat lezen.

En enkele keer had de correspondent wat van die informatie kunnen gebruiken, in de vele maanden waarin ze elkaar leerden kennen en soms opzochten.

Maar nu had hij plots zijn andere gezicht getoond en de contacten gecompliceerd.

Hij zei dat hij voor de MIVD werkte. De Militaire Inlichtingen en Veiligheids Dienst. Zijn bedrijfjes waren dekmantels; hij verzamelde informatie voor ‘Den Haag’.

Daar had de correspondent toch maar mooi gebruik van gemaakt, dankzij hem, zei hij. Zou het niet mogelijk zijn, vroeg de man van de MIVD, om af en toe eens iets terug te doen?

De correspondent zuchtte. Had hij moeten weten dat er iets met de ondernemer was, toen die met heel andere informatie kwam. Maar ja, soms moet je niet al te veel doorvragen maar de ontvangen informatie gebruiken, als die een journalistiek doel dient.

Ik was het er volstrekt mee eens.

Heb je nee gezegd? vroeg ik.
-Ik heb nog niets gezegd, zei de correspondent. -Ik moet nog antwoord geven. Het is iets ingewikkelder.

De man van de MIVD had namelijk duidelijk gemaakt dat een ‘nee’ niet zomaar gegeven kon worden. Dat stelde hij niet op prijs. Hij wilde het natuurlijk liever niet, maar hij kon natuurlijk altijd laten uitlekken dat de correspondent wel voor de dienst werkte. Het was niet moeilijk, zo’n verhaal hier en daar te droppen.

Dan zou de correspondent alsnog zijn positie onmogelijk worden gemaakt, als de leugen rondging. Geen activist, geen dissident, zou nog willen praten. Geen overheidsfunctionaris zou nog de telefoon aannemen.

Wie weet wat er nog meer zou kunnen gebeuren.

De correspondent zou een journalistieke paria zijn geworden, niet alleen op de plek waar hij nu werkte, maar op iedere volgende plek, zelfs op de eigen redactie. –Weten jullie wel dat er een stille voor je werkt?

Het leek een onoplosbare situatie. Ja zeggen zou van de correspondent een onbetrouwbare journalist maken, want een spion. Nee zeggen zou er toe kunnen leiden dat de correspondent in de ogen van ongeveer iedereen de spion zou worden die hij juist niet wilde zijn.

Het hengelen, inhalen, vieren en weer inhalen door de man van de MIVD, het bouwen van een doolhof zonder uitgang, leek succesvol.

Even dacht ik er aan de correspondent weg te halen daar, maar ook zo’n besluit zou de kwaadaardige geruchtenmachine kunnen voeden –was de hoofdredacteur soms getipt dat zijn correspondent niet langer betrouwbaar was? Ik was en ben volkomen overtuigd van de zuiverheid van de correspondent. Ik vond en vind de manier waarop hij met de gelekte informatie was omgegaan juist. Maar ik wist simpelweg geen oplossing op dat exacte moment, om de dreiging met chantage weg te nemen. Hij leek leeg, op dat moment. Onzeker over een onduidelijke toekomst.

(-)

Ik beloofde de correspondent hem te zullen beschermen. Ik kon me goed voorstellen hoe hij zich moest voelen. Alsof je in een moeras bent terechtgekomen, langzaam wegzinkt in de zompige modder,  en er niemand in de buurt is om je te redden, geen tak om je aan vast te houden. Een kwestie van tijd voor de journalist langzaam zou zijn verzwolgen.

Maar voor mij stond het vast: het zou goed komen, dat kon niet anders. Ik had alleen wat tijd nodig om na te denken en een oplossing te vinden.

(-)

Een vuile oorlog met de MIVD?

Er is geen Handboek Hoofdredacteuren dat beschrijft wat je moet doen in dit soort omstandigheden. Ik had besloten er met niemand over te praten. Niet binnen de NOS, zeker niet er buiten.

Mijn enige zekerheid, in mijn persoonlijke en professionele leven: als er iets gebeurt, probeer dan zo snel mogelijk de regie in eigen handen te nemen.

In dit geval leken we lijdzaam te zijn. De man van de MIVD voerde de regie en dat moest stoppen.

Ik dacht na over de wapens die wij hebben, het enige wapen. Publiciteit.

We zouden kunnen overwegen de vlucht naar voren te maken, als het ware: de vlucht naar voren te maken en onthullen wat er speelde. Dat zou ons ongetwijfeld helpen. Er zou opwinding zijn, steun voor de correspondent, Kamervragen, gedoe. De NOS zou dit wel winnen, naar buiten toe, was mijn inschatting.

Maar ik rekende ook op een langer durende, vuile oorlog, die we niet konden regisseren. Een vuile oorlog tussen NOS en MIVD, met lekken, suggesties, verdachtmakingen, publicitaire valkuilen en dubieuze verhalen.Ik wist niet zeker dat het zo zou gaan, maar wist wel dat het zo zou kunnen gaan, en dus moest ik er rekening mee houden. Er leek mij een andere oplossing. Effectiever dan publiciteit kan het dreigen met publiciteit zijn.

(-)

Bellen met Henk Kamp

Ik besloot de minister van defensie te bellen, de politieke baas van de MIVD. Henk Kamp was het, destijds.

Ik legde hem voor wat er gebeurd was en in welke klem de correspondent terecht was gekomen. Het was een open gesprek, met wederzijds respect. Ik zei hem dat ik overwoog om het verhaal naar buiten te brengen, en dat we alle twee precies wisten wat er dan in de Tweede Kamer ging gebeuren. Kamp zag het vermoedelijk al voor zich, op dat moment.

Hij bedankte me voor het gesprek, en vroeg een paar dagen de tijd om uit te zoeken wat er precies aan de hand was. Hij zei van niets te weten, wat mij op mijn beurt vanzelfsprekend leek. Er zal heel veel gebeuren in allerlei uithoeken van de wereld zonder dat al die stappen langs het bureau van de minister gaan, ondanks de ministeriële verantwoordelijkheid.

(-)

Na een paar dagen belde Kamp terug.

Hij had het verhaal uitgezocht, zei hij.

Het klopte, van A tot Z.

De man had, zei Kamp, gehandeld in strijd met de instructies.

De instructies waren aangescherpt. De man was weg.

En belangrijker: Kamp garandeerde dat de correspondent op geen enkele manier met dit verhaal geconfronteerd zou worden, ooit. Hij wilde, op een van zijn reizen, even langs gaan om het persoonlijk uit te leggen.

Kamp bedankte nadrukkelijk voor de ruimte die ik hem gegeven had deze kwestie intern op te lossen.

Ik bedankte hem voor de snelle manier waarop hij had gehandeld.

Ik liet de correspondent weten dat alles was opgelost, en de wijze waarop.

Hij kon verder, de enig juiste oplossing voor een voortreffelijk journalist, op dit punt juist daarom ook in mijn boek anoniem.

(-)

Was dit eerder gebeurd?

Deze kwestie was goed afgelopen, maar deed wel vragen opkomen waarop ik geen antwoord heb. Hoe
vaak is het wel gelukt, zo’n benadering als deze? Hij was zo simpel dat hij ongetwijfeld niet voor de eerste keer is toegepast. Welke journalisten hebben ooit wel eens voor de ‘stillen’ geschnabbeld –omdat het wat geld opleverde? Omdat het voor het vaderland was en wel spannend? Omdat je ook wel eens wat terug kreeg?

Ik heb geen enkele aanwijzing overigens voor meer van dit soort gevallen, maar de voor de ‘stillen’ succesvolle contacten, hoewel ongetwijfeld uitzonderingen, spelen zich nu eenmaal in stilte af. Af en toe komt er wel eens een verhaal naar buiten over infiltratie in kringen van actievoerders, actiejournalisten, gewone journalisten. De Telegraaf onthulde in het voorjaar van 2011 de dubbele identiteit van journalist-AIVD-infiltrant Kraaijer. Fotojournalisten en anderen bleken te zijn geworven om te spioneren tijdens de Olympische Spelen in Bejing. Het gebeurt te vaak om alleen maar van incidenten te spreken.

Het grootste gevaar is journalistieke naïviteit. Denken dat het hier niet gebeurt, en ons niet gebeurt.

(De Jaap, 19 november 2012)

zondag 18 november 2012

Nederlandse Patriots naar Turkije?

Het ministerie van Defensie is naar verluidt begonnen met het gereed maken van Patriot-luchtdoelraketten voor een mogelijke uitzending naar Turkije. Ook zou een deel van het betrokken personeel al een 'voorwaarschuwing' hebben ontvangen, zodat zij rekening kunnen houden met hun eventuele uitzending naar Turkije.

De inzet van de Patriots zal in NAVO-verband samen met Duitsland plaatsvinden, melden bronnen in Duitsland. De Bundestag zou zijn geïnformeerd. Een formeel verzoek van Turkije wordt maandag verwacht. 


Patriot lanceerinrichting
De inzet van Patriots zou door de NAVO uitsluitend en alleen ter bescherming van Turks grondgebied en het Turkse luchtruim worden goedgekeurd, niet voor het creëren van een no-fly zone in Syrië. 

Het Nederlandse ministerie van Defensie zei desgevraagd de berichten niet te kunnen bevestigen. Een woordvoerder benadrukte dat er van de kant van Turkije ook geen formeel verzoek voor de inzet van Patriots is gedaan. 

Mocht er zo'n een verzoek komen en mocht dat worden goedgekeurd door de NAVO, dan zal de Tweede Kamer als eerste worden geïnformeerd, aldus de woordvoerder. Voor de Duitse politieke achtergronden, zie het weblog AugenGeradeaus

Samengevat: De NAVO zal geen groen licht geven voor de eventuele inzet van Patriots tegen doelwitten boven Syrisch grondgebied maar uitsluitend tegen doelen die Turkije binnenvliegen. Patriots (PAC-3) kunnen overigens alleen raketten en vliegtuigen onderscheppen; geen mortier- of artilleriegranaten.

Nederlandse Patriots waren in 1991 en 2003 ook in , toen i.v.m. de dreigende oorlog met I. Dit zou eerste gecombineerde Duits-Nederlandse inzet zijn.

(Defensie weblog, 18 november 2012)

"In der NATO verfügen nur drei Nationen über Patriot-Staffeln auf modernstem Stand: Die USA, Deutschland und die Niederlande. Nach Informationen aus Berlin wollen die beiden europäischen Länder gemeinsam in einen solchen Einsatz gehen. Der Sinn einer solchen Stationierung der Abwehrsysteme an der türkisch-syrischen Grenze soll allerdings ausschließlich den Schutz des türkischen Territoriums vor möglichen Angriffen mit Flugzeugen und Raketen aus Syrien sicherstellen und nicht, was zwischendurch auch mal von türkischen Medien kolportiert wurde, der Durchsetzung einer Flugverbotszone über Syrien dienen."
(Weblog Augen geradeaus!, 17 november 2012)

"Nach Informationen der Leipziger Volkszeitung hat de Maizière bereits vor zwei Wochen intern den Bundestag über eine möglichst mit den Niederländern zusammen zu führende "Patriot"-Mission unterrichtet."
(Süddeutsche Zeitung, 18 november 2012)

zaterdag 17 november 2012

Omroep Brabant bij antipiratenmissie: 'Een uniek kijkje in de keuken'

Omroep Brabant op piratenjacht. Verslaggever Rob van Kaathoven mocht, bij wijze van hoge uitzondering, mee met de antipiratenmissie van het 300 Squadron van vliegbasis Gilze-Rijen in Somalië. "Ik ben geen piraten met een houten poot tegengekomen."

Omroep Brabant ging een week lang mee aan boord van Hr. Ms. Rotterdam en volgde de bemanning zowel aan boord van het schip als op de helikopters. In eerste instantie waren deze helikopters van het 300 Squadron van vliegbasis Gilze-Rijen door Defensie al wegbezuinigd, inmiddels is dat uitgesteld tot 2017.

Problemen met apparatuur
Het was een heel gedoe om daar te kunnen filmen, blikt Van Kaathoven terug op zijn reis. "We mochten onze camera niet invoeren. Een groot probleem en eigenlijk dachten we dat dit niet goed zou komen."

Gelukkig was er ook iemand de interne cameradienst van defensie aanwezig. Die was zijn accessoires vergeten. Wij hadden de rest van onze spullen wel mee kunnen nemen en dus hebben we samengewerkt zodat we het verhaal toch in beeld konden brengen.

Unieke situatie op de boot
Voor Van Kaathoven begon het avontuur toen hij in Somalïë voor het eerst op zee was en de kust niet meer zag. "In het begin is iedereen nog rustig, maar als je op volle zee bent begint de actie. Dan is iedereen druk aan het werk. Ondanks de spanning over de eventuele voortzetting van de missie. Deze is al meerdere malen op losse schroeven komen te staan."

De Marine en de Luchtmacht werken samen op de boot. "Het is heel vreemd om mee te maken. Zo wordt er continu getraind. Dan zie je in de hitte mannen in gevechtstenue en met bivakmutsen op trainen. Of de helikopters die af en aan vliegen. Heel bijzonder."

Of Omroep Brabant ook daadwerkelijk piraten heeft gevangen, zie je van maandag tot en met donderdag bij het televisieprogramma Onder Ons. De uitzending begint om 17.55 uur en wordt vervolgens elk uur herhaald.

(Omroep Brabant, 16 november 2012)

Reactie namens Demons MC

Op vrijdag 2 november 2012 werd in de landelijke media bericht over het lidmaatschap van een aantal commando’s van een motorclub, de Demons MC. Naar aanleiding van deze berichtgeving wordt namens de president van de Demons MC als volgt gereageerd.

De betrokken commando’s, tevens leden van de Demons MC hebben zich begin oktober 2012 tot mr. Ruperti van Dijkstra Krikke Ruperti Advocaten gewend om hun belangen te behartigen. Dit omdat vanuit het Ministerie van Defensie werd aangegeven dat het lidmaatschap van de motorclub mogelijk onverenigbaar zou zijn met het ambt en status als militair.

Bevestigd wordt dat vertegenwoordigers van Defensie met de president van de Demons MC over het onderwerp hebben gesproken. Namens de president wordt benadrukt dat deze gesprekken in goede orde zijn verlopen.

De Demons MC zijn dan ook zeer verrast door de negatieve berichtgeving in de media. De wijze waarop defensiebronnen de media te woord hebben gestaan voelt voor de betrokken commando’s als een aanval in de rug.

In de media wordt door defensiebronnen gesuggereerd dat betrokken commando’s door hun lidmaatschap van de Demons MC een potentieel gevaar zouden zijn voor de nationale veiligheid. Uit de media moest worden vernomen dat de MIVD bezig is met een onderzoek van de Demons MC en dat mogelijk de zogeheten Verklaringen van Geen Bezwaar kunnen worden ingetrokken.

Vooropgesteld dient te worden dat de betrokken commando’s op geen enkele wijze een potentieel gevaar zijn voor de nationale veiligheid. Aan hun integriteit en loyaliteit kan en mag niet worden getwijfeld.

Zij betreuren ten zeerste dat het Ministerie van Defensie zonder enige kennis van zaken deze zeer ervaren en meermalen onderscheiden militairen wegzet als “outlawbikers”. Hiermee wekt het Ministerie van Defensie de indruk dat betrokken commando’s zich buiten de wet zouden stellen.

Benadrukt dient echter te worden dat betrokken commando’s zich jarenlang ten dienste van de overheid hebben ingezet in het kader van het herstellen en het handhaven van de nationale en internationale rechtsorde.
De commando’s die lid zijn van de Demons MC zijn immers stuk voor stuk zeer ervaren militairen die onder de zwaarst mogelijke omstandigheden hebben deelgenomen aan meerdere missies in onder andere Afghanistan, Irak, Cambodja en Bosnië.

De betrokken commando’s zijn ontgoocheld over de wijze waarop het Ministerie van Defensie hun loyaliteit en integriteit zonder enig fundament tot zelfs in de landelijke media ter discussie stelt. De wijze waarop vanuit het Ministerie van Defensie acties worden ondernomen met het kennelijke doel om de betrokken commando’s te diskwalificeren voelt als een dolksteek in de rug.

Zij hebben vernomen dat de aanpak van de Demons MC een speerpunt is in het beleid van de overheid. Het ministerie van Defensie onderneemt kennelijk actie op aangeven van Justitie. Wat dat betreft wordt echter verwezen naar de recente berichtgeving dat in 2011 maar liefst 665 politieambtenaren zijn bestraft wegens allerlei vormen van integriteitschendingen zoals geweld, fraude en gezagsmisbruik. Ruim 1500 onderzoeken zijn in dat kader tegen politieambtenaren ingesteld.

Daartegenover staat dat geen van de commando’s die lid zijn van de Demons MC een strafblad hebben. Het is ronduit opvallend te noemen dat de overheid twijfelt over de integriteit van deze commando’s omdat ze lid zouden zijn van een “1% MC”. Justitie zou beter alle inspanningen kunnen richten op de bestrijding van de integriteit binnen de eigen gelederen, aangezien meer dan 1% van het politiebestand niet integer blijkt te zijn, dan de pijlen te richten op zeer loyale en integere defensiemedewerkers.

Evenwel doen de betrokken commando’s een beroep op hun eigen Minister van Defensie om een einde te maken aan de verregaande stigmatisering van hen als lid van de Demons MC. Zij eisen dat hun bewezen integriteit, loyaliteit en betrouwbaarheid als uitgangspunt in de gehele discussie dient te gelden. Daarbij geldt tevens als uitgangspunt dat het lidmaatschap van een motorclub volledig legaal is en niet kan worden verboden.

De betrokken commando’s zullen dan ook geen afstand doen van hun lidmaatschap van de Demons MC.

Daarnaast eisen zij dat het Ministerie van Defensie alle verregaande inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer beëindigt. Daartoe worden op dit moment de juridische acties in gang gezet.

Tevens zal de Minister van Defensie worden verzocht op om basis van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten inzage te geven in de wijze waarop de betrokken commando’s zijn onderzocht en welke informatie dit heeft opgeleverd.

Ook wordt overwogen om het Ministerie van Defensie aansprakelijk te stellen wegens de inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en de imagoschade die aan de betrokken commando’s is toegebracht.

Daarbij wordt evenwel benadrukt dat de betrokken commando’s open blijven staan voor een dialoog met het Ministerie van Defensie. Waarbij zeker ook wederzijdse inspanningen worden toegejuicht om waar mogelijk het wederzijdse vertrouwen te herstellen.

Michael Ruperti
Advocaat

(Demons MC, 9 november 2012)

donderdag 15 november 2012

Weblog Commandeur Bekkering: Onbegrensde maritieme veiligheid


Commandeur Bekkering
Hr. Ms. Rotterdam, het vlaggenschip van de NAVO’s Task Force 508, heeft net een succesvol havenbezoek aan het Tanzaniaanse Dar-es-Salaam afgerond. Aangehaalde contacten met relevante lokale autoriteiten, waardevolle training met maritieme professionals, uitstekende ondersteuning bij de overdracht van verdachte piraten naar Nederland en repatriëring van Iraanse en Pakistaanse bemanningsleden naar hun families droegen allemaal in hoge mate bij aan het succes. Daarmee zijn ook de banden met deze belangrijke kuststaat aangehaald.

Logistieke ‘hub’
Tanzania is echter meer dan alleen een kuststaat. Het is een belangrijke logistieke ‘hub’. Haar havens verzorgen niet alleen Tanzania zelf, maar ook een groot achterland, tot diep in het Afrikaanse continent. Import en export van buurlanden zijn afhankelijk van de maritieme ‘link’ van Tanzania met de rest van de wereld. Daarnaast bieden de nieuwe olie- en gasvelden langs de kust niet alleen Tanzania kansen, maar ook de hele regio. Maar al dit potentieel kan slechts worden benut als de maritieme veiligheid is gegarandeerd. Veiligheid die zorg draagt voor een vrije stroom van goederen over scheepvaartroutes en gegarandeerde toegang tot havens en andere maritieme infrastructuur. Deze veiligheid is onbegrensd. Het reikt van kust tot kust en soms zelfs tot in de kuststrook.

Onbegrensd
Die maritieme veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. Er is wel gedegen wet- en regelgeving, maar op open zee geen toezicht en handhaving. Bij een geschil tussen 2 landen is dat doorgaans afdoende (al vormt de huidige toestand in de Zuid-Chinese Zee een interessante casus). Maar in het geval van zogenoemde ‘no-state actors’ zoals bij criminele organisaties, wordt dat lastig. Zeker als het regionale en lokale bestuur kwetsbaar is en zij de veiligheid niet zo maar met eigen middelen kunnen waarborgen. De kustwateren van Somalië zijn helaas een overtuigend bewijs. En omdat de maritieme veiligheid geen grenzen kent, is maritieme veiligheid een internationaal belang.

Cutlass Express
Hr. MS. Rotterdam
De oefening Cutlass Express was gebaseerd op dat gedeelde belang van een ondeelbare maritieme veiligheid. Deze door de VS georganiseerde oefening richtte zich op het bij elkaar brengen van maritieme professionals van lokale en regionale organisaties zoals marine en kustwacht en internationale marines. De eerste brengen lokale kennis en de wil om hun eigen wateren veilig te houden mee. De tweede brengen capaciteiten en ervaring mee om wereldwijd op te treden en flexibel te reageren wanneer er een beroep op hen wordt gedaan.

Tanzaniaanse en Mozambikaanse soldaten en mariniers ontmoetten hun collega's uit Nederland en de Verenigde Staten in een reeks van geavanceerde scenario’s, allen gericht op het beoefenen en vergroten van de individuele en collectieve vaardigheden om veiligheid op zee te vergroten. Het resultaat was een groep professionals met een gemeenschappelijke operationele taal, die beter in staat is om de maritieme veiligheidsrisico's aan te pakken.

Tussen haar patrouilles voor de kust van Somalië heeft Hr. Ms. Rotterdam een centrale rol in de oefening gespeeld. Ze bood accommodatie aan de troepen, voorzag onder meer in snelle motorboten en landingsvaartuigen en verzorgde instructie en training, zoals het verlenen van medische hulp, wapenhandelingen en boarding operaties.

Piraterij
De deelname van het NAVO-vlaggenschip Rotterdam was geen toeval. Op dit moment vormt piraterij een forse bedreiging voor de maritieme veiligheid in het westelijke deel van de Indische Oceaan. De internationale inspanningen in de strijd tegen piraterij worden steeds succesvoller. Maar om deze successen te bestendigen moet de blik worden gericht op de lange termijn en worden bepaald hoe een duurzame oplossing vorm moet krijgen. Een belangrijk element is dan zonder twijfel het versterken van regionale capaciteiten welke de maritieme veiligheid kan ondersteunen en waar mogelijk handhaven.

Maritieme capaciteitsopbouw
Naast de antipiraterijpatrouilles investeert Task Force 508 dan ook in regionale maritieme capaciteitsopbouw. Dit heeft inmiddels geresulteerd in trainingen met strijdkrachten uit Oman en de Seychellen. Daarnaast zijn er activiteiten ontplooid om de bewustwording van maritieme veiligheid bij Somalische kustbewoners te vergroten. Regionale maritieme capaciteitsopbouw bestaat uit het trainen van maritieme professionals, het verbeteren van de maritieme infrastructuur en het bevorderen van bewustwording met betrekking tot de bijdrage die maritieme veiligheid levert aan de lokale bevolking. De oefening Cutlass Express was zodoende een logische stap.

Effectief
Een intensieve periode van een week, met training van en met Mozambikaanse en Tanzaniaanse boardingsteams alsmede waardevolle discussies met de marineleiding van Tanzania bleek een effectief pakket. Dat effect won verder aan kracht door de samenwerking met USAFRICOM (United States Africa Command: red.). Door te zoeken naar synergie werd het beste gehaald uit de beschikbare mogelijkheden. In dit opzicht, was Cutlass Express een klassiek voorbeeld van hoe marines elkaar ontmoeten, samenwerken, leren en verbeteren. Met als ultieme doel het vrijhouden van de zeeën en het toegankelijk maken van havens. Kortom, het waarborgen van een ondeelbare maritieme veiligheid.

(Koninklijke Marine, 13 november 2012)

Film over opleiding mariniers: 'droplullen en lapzwansen'

De Uitverkorenen laat een weinig getoond beeld zien van mariniers in opleiding. Documentairemaker Geertjan Lassche wilde weten waaróm 'Pietje het haalt en Jantje niet'.  Uitzending: 4 april 2013, 21.00 uur, Nederland 3 (85 min.)

door Loes Reijmer

'Vieze, vuile uitknijper!' De koplampen van een jeep verlichten een zandpad. In het schijnsel lopen jongens in camouflagekleding door het zand. Voor hun buik dragen ze een geweer, achterop zeulen ze een rugzak van 35 kilo mee. De kleinste kan de groep niet bijhouden.

'Naar voren met die vent!' Hij sjokt voort. Sputtert iets over zijn voet. De anderen trekken hem mee aan zijn kraag. Duwen hem vooruit. Hij valt, wordt omhoog getrokken. Hij valt weer. 'Naar voren! Fucking droplul! Loop door! Stomme lapzwans! Je houdt de hele club op, idioot!'




The Chosen Ones / De Uitverkorenen from Lassche, Geertjan on Vimeo.


Hij zwalkt door. Tolt in de berm. Zijn rugzak zakt af. Gemompel. Hij wil stoppen.

'Waarmee?! Je stapt niet uit een mars! Je stopt met de mariniersopleiding of je maakt die héle kutzooi door! Je lichaam is hier niet voor gemaakt! Je bent mentaal niet sterk genoeg!' De jongen zucht, het hoofd gebogen. Hij capituleert. In het schijnsel van de koplampen loopt de groep door. Van de 25 kilometer die ze moeten, hebben ze er pas 2 afgelegd.

Dit is het breekmoment dat Geertjan Lassche wilde vastleggen toen hij een film besloot te maken over de opleiding van korpsmariniers, de grootste elite-eenheid in het Nederlandse leger.

De documentairemaker volgde een lichting rekruten tijdens de negen maanden durende opleiding. Hij wilde weten waarom sommige jongens de opleiding wel afmaken, terwijl anderen, het hoofd gebogen, alleen achterblijven op donker zandpad.

Mariniers-in-opleiding tijdens de eindoefening. Foto: Defensie

Tijdens het filmen ontdekte hij nog een verhaallijn: de hoge standaarden die het korps ooit stelde aan de rekruten, worden niet meer gehaald. Zoals de sergeant- majoor zegt: 'Tien keer een 9 zou mooi zijn, maar we moeten tegenwoordig tevreden zijn met twintig keer een 6,5.'

Lassche, die afgelopen jaar de journalistieke prijs De Tegel won voor de film Vreemdelingen en bijwoners en veel lof kreeg voor zijn documentaire over de wegens doping geschorste wielrenner Thomas Dekker (Niemand kent mij), is altijd geïntrigeerd geweest door het leger. Zo deed hij veel onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog en de val van Srebrenica.

In Haïti zag hij kort na de aardbeving hoe Nederlandse mariniers hulpgoederen uitdeelden. Er waren maar spullen voor honderd mensen, terwijl er zeker duizend Haïtianen stonden. Hij zag lef, mannen die goed bleven handelen onder grote stress. Hij filmde en dacht: ik zou me wel eens willen verliezen in dit onderwerp. Dat gebeurde in de maanden tussen september 2011 en mei 2012. Lassche liep de nachtelijke marsen mee - met zware camera - en bivakkeerde evenals de rekruten dagenlang in de bossen. Soms werd hij 's nachts uit bed gebeld, als een rekruut dreigde te stoppen. Het eindresultaat, De Uitverkorenen, gaat zaterdag, 17 november, op het IDFA in première.

Mariniers zijn mannen uit één stuk, vindt Lassche. Kordaat, correct in de omgang, maar niet subtiel. 'Gaan is gaan', zegt de documentairemaker. 'Als ze vanuit boten het strand op moeten, kan er al op ze worden geschoten. Toch lopen ze door.'

Geen wonder dat het korps bij veel mannen tot de verbeelding spreekt. 'Iedere man wil graag zijn mannelijkheid bewijzen. Dat kan bij deze opleiding. Het is de ultieme test.'

En toch wilde de filmmaker juist dat idee onderuithalen. 'Op het moment dat ik een eendimensionaal beeld hoor, wil ik kijken wat er van waar is. Op verjaardagen hoor je alleen de mooie, sterke verhalen over mannen die de opleiding hebben afgemaakt. Terwijl er in Nederland tienduizenden zijn die het níét hebben gehaald.'

Lassche weet niet welke motieven defensie had om hem carte blanche te geven; hij mocht overal filmen. Hij gokt dat ook de krijgsmacht wil laten zien wat er nodig is om marinier te worden. 'Dat is geen heroïek', zegt hij. 'Je moet als rekruut vooral lang kunnen wachten op de volgende oefening. Dan moet je je verstand uitzetten, alleen denken aan het moment dat je in actie moet komen. Als je problemen thuis hebt, of je afvraagt of de scooter die je op Marktplaats hebt gezet al is verkocht, dan lukt het niet.'

Hij kreeg groen licht voor de documentaire aan een tafel met officieren. In voorbereiding op het gesprek hadden zij de film over Thomas Dekker gezien. 'Ze zagen dat ik niet voor de makkelijke weg ga, mijn films bevatten altijd kwetsbaarheden. Toch worden mensen het liefst op hun eerlijkst geportretteerd. Daarom heb ik nog steeds een goede band met Thomas.'

'Ik wil een eerlijke film maken', zei Lassche dan ook tegen de officieren. 'Ik wil het dicht op de huid vastleggen, zonder compromissen. Ik ben niet geïnteresseerd in schieten, de gebruikelijke helikopters en granaten. Ik ben alleen op zoek naar de breekpunten. Ik wil weten waarom Pietje het haalt en Jantje niet.'

Vier weken later staat de lichting nieuwe rekruten onwennig in de groene overall, het haar vers gemillimeterd. Ze giechelen als een sergeant zegt dat piercings 'een beetje homofiel' zijn.

Desalniettemin dragen sommigen een glanzende oorbel wanneer ze ter kennismaking elkaar klassikaal interviewen over hun achtergrond. Ze waren hiervoor timmerman, werkten bij een sloopbedrijf of deden een weinig succesvolle poging tot een mbo-diploma administratie. Ze gamen in hun vrije tijd, hebben met vrienden om 200 euro gewed dat ze twee jaar geen relatie zullen krijgen. Ze doen de opleiding 'voor de eer', of om zich tegenover hun vader te bewijzen. Al die zaken moeten overboord als ze marinier willen worden.

'Mariniers zijn mannen die gemaakt zijn', zegt Lassche. 'Het zijn hulzen die leeggemaakt worden en vervolgens weer worden gevuld.' Terwijl de filmmaker de nieuwe lichting daar zag staan, dacht hij weer terug aan de mannen die hij zag werken op Haïti. 'Kunnen deze jongens zo worden?', vroeg hij zich af.

Niet allemaal, merkte de filmmaker al snel. Hij deelde voor zichzelf de lichting in drie groepen in: modelmariniers, twijfelgevallen en kanslozen.

Uit elke groep volgde hij een aantal jongens. Om te bepalen welke jongens hij wilde volgen, vroeg hij met welk dier ze zichzelf vergelijken. Op de vraag waarom ze marinier wilden worden, zouden ze immers een pasklaar antwoord hebben. Ze vonden zichzelf een vogel, 'vanwege de brede visie', of een zwijn, 'omdat ik het fijn vind in een schoon bed te liggen, maar het ook niet erg vind om door de modder te kruipen.'

Hij kon er niet dag en nacht bij zijn, gedurende de negen maanden. Daarom had Lassche 'antennes' ingebouwd: instructeurs die hem belden als er iets stond te gebeuren, of rekruten die hem soms iets influisterden. Als hij bij een mars met een rekruut liep die achterop was geraakt, werd hij ook gebeld: 'Kom naar voren, want er gaat er hier een down'.

Eindstreep gehaald: nieuwe mariniers worden welkom geheten
door oudgedienden (foto Defensie)

Op een nacht vielen drie jongens flauw. Lassche: 'Als ik niet had geweten dat het door een gebrek aan water, eten of ventilatie kwam, was ik me lam geschrokken.' De instructeurs hebben de film inmiddels gezien. Zij zijn niet geschrokken van de op beeld vastgelegde hardheid. De korporaal die de jongen aan het begin van dit stuk de huid volscheldt, schaamde zich alleen dat hij het woord 'opgekankerd' ergens heeft gebruikt.

De rekruten zien de film pas bij de première, een aantal is wel voorbereid. Voor sommigen is de film hard: het contrast met de bravoure aan het begin van de opleiding en de uiteindelijke aftocht is groot, in het bijzonder bij de rekruut aan het begin van dit artikel. Ze hebben allemaal de keuze gehad om er niet aan mee te werken, benadrukt Lassche. 'Hij is in dit avontuur gedoken en de uitkomst is helaas niet zoals hij wenste. Ik wilde de jongens zo authentiek mogelijk neerzetten. Daar horen nou eenmaal winnaars en verliezers bij, zoals in het echte leven.'

(Volkskrant, 15 november 2012)

UPDATE: in het tv-programma 'Pauw en Witteman' vanavond te gast Geertjan Lassche en drie mariniers die meer vertellen over de opleiding. Ned. 1, 23:05-00:00.
UPDATE 2: Pauw en Witteman gemist? Item over de mariniers (met o.a. regisseur Geertjan Lassche, Brigadegeneraal der mariniers Richard Oppelaar en korporaal der mariniers Mike Hellendoorn) is hier terug te zien: http://ow.ly/fkTjw