woensdag 14 november 2012

Boek Marco Kroon: 'Leiderschap onder vuur'


Op 22 november 2012 verschijnt Leiderschap onder vuur van Kapitein Marco Kroon, drager van de Militaire Willems-Orde. Voor het eerst deelt hij zijn inzichten en gedachten over leiderschap, en spreekt hij zich uit over zijn ervaringen in het veld.

Het boek bevat in de praktijk beproefde lessen die voor iedereen, als leider en als mens, toepasbaar kunnen zijn. In Leiderschap onder vuur deelt Neêrlands enige Ridder in actieve dienst zijn persoonlijke ervaringen, verhalen en ideeën.

De eerste nacht van Operatie Chitag, waarin zijn peloton zich in de Chora-vallei omsingeld zag door een vijandelijke overmacht, loopt als een rode draad door het boek. Leiderschap onder vuur is geschreven vanuit de militaire praktijk. Het staat dan ook vol beeldende beschrijvingen uit het veld.

Het boek beschrijft de morele dilemma’s waarvoor Marco Kroon zich als leider zag gesteld, toont hem van een kwetsbare kant die slechts weinigen van hem kennen, en geeft onder meer een verklaring voor zijn standvastigheid tijdens het proces dat het Openbaar Ministerie kort na zijn ridderslag tegen hem aanspande.

Lt. Kroon tijdens patrouille in Uruzgan

Het boek is geïllustreerd met 16 pagina’s uniek en persoonlijk fotomateriaal. Leiderschap onder vuur bevat een voorwoord van luitenant-generaal Mart de Kruif, Commandant Landstrijdkrachten, en een bijdrage van generaal buiten dienst Peter van Uhm.

Titel: Leiderschap onder vuur
Auteur: Marco Kroon
Uitgever: UHB uitgevers
Prijs: Euro 18,95
ISBN 9789082003604
176 Pagina’s inclusief full colour foto’s
Uitvoering: Hardcover met omslag
Website

(bron: 13 Mechbrig, Oirschot) Leiderschap onder vuur

Marco Kroon, Leiderschap Onder vuur, UHB, ISBN 978 90 820036 0 4 (€ 18,95)


Kapitein Marco Kroon is drager van de Militaire Willems-Orde. Hij kreeg deze onderscheiding voor moed, beleid en trouw als commandant van een peloton van het Korps Commandotroepen in Afghanistan. In Leiderschap onder vuur deelt Marco Kroon voor het eerst zijn persoonlijke ideeën en overtuigingen. Beschrijvingen van zijn gevechtservaring geven het kader voor zijn leiderslessen.


De langste nacht

‘These mist covered mountains
Are a home now for me
But my home is the lowlands
And always will be’

Uit: Brothers In Arms, Dire Straits (1985)

Het was 12 juli 2006, de laatste opdracht voor ons Viper-peloton in de Chora-vallei, Afghanistan. Ons doel: het creëren van freedom of movement. Maandenlang hadden we samen met het AUSSAS-peloton, onze Australische collega’s, verkenningen uitgevoerd en High Value Targets gelokaliseerd. Waar zat de vijand, met hoeveel en hoe sterk was ze? Het terrein was bergachtig, met begroeiing langs de beken. Muurtjes, trappetjes, huisjes en hutjes waren opgetrokken uit dezelfde klei waarop we stonden; het was een Efteling-gebied zonder sprookjes. We kenden dit terrein minder goed dan onze tegenstanders. Bij al onze operaties gingen we steeds voorzichtig voorwaarts, van dorp naar dorp, tot we op de vijand stuitten. Of beter gezegd, zij op ons, want we waren niet uit op contact. Zodra we werden aangevallen was het zaak om zo snel en zo goed mogelijk het gevecht af te breken, veilig terug te keren naar kamp en onze bevindingen aan het hoger echelon te rapporteren.

Deze operatie, Operatie Chitag, zou anders zijn. Als een speerpunt zouden we door de vijandelijke linies trekken, kinetisch erin gaan. De volgende ochtend haalde een grotere groep ons dan in een soort rupsbeweging in. We gingen op de vijand af. Gevechtcontact was zeker.

De operatie was zorgvuldig voorbereid, de juiste nacht was uitgekozen. Hoe goed alles ook leek te zijn doorgenomen, een ding wisten we niet: of we met z’n allen zouden terugkomen. De mannen beseften dat. Kort voor vertrek keken we naar een compilatie van beelden uit eerder missies en luisterden we naar Brothers in Arms, van Dire Straits. Het was een afscheid. Freedom of movement creëren was weliswaar ons doel, maar zonder woorden stelden we ons er nog een: thuiskomen. We keken elkaar in de ogen, drukten elkaars hand. Toen, zwijgend, liepen we naar de auto’s.

Kapitein Marco Kroon met zijn Uruzgan-ploeg, Roosendaal 2009
(foto Hans de Vreij)

Het dorp Chora, the white compound, was ons verzamelpunt. We kenden deze plek goed, want het was al vaker bevochten. Vanuit hier zouden we vertrekken. Ons einddoel lag vervolgens nog twintig kilometer dieper in vijandelijk gebied. We zaten tegen de avondschemer en wachtten tot het nacht werd. Iedereen rustte uit voor de actie en ging slapen op de klei. Mij lukte het niet. De adrenaline pompte te hard en steeds weer ging ik in mijn hoofd na of ik aan alles had gedacht en alle risico’s had afgedekt. Een groot deel van mijn denken bestond uit piekeren. Was de beslissing juist om te voet te gaan? Waren de voorraden goed verdeeld, was het terrein afdoende ingeprent? Het was per slot van rekening onbekend guerrillaterrein. Om mijn gedachten stop te zetten, stond ik op en maakte nog één keer een foto van de slapende mannen.

(Boekenkrant 10, november 2012, p. 14)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten