Posts tonen met het label Korps Commandotroepen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Korps Commandotroepen. Alle posts tonen

vrijdag 5 december 2014

Weblogbericht CDS: leiderschap en kameraadschap

Generaal Tom Middendorp

04-12-2014

Met een ferme klap op de schouder heeft de koning donderdag majoor Gijs Tuinman onderscheiden met de hoogste dapperheidsonderscheiding die ons land kent; de Militaire Willems-Orde. Met de benoeming van majoor Marco Kroon in 2009 hebben we er een nieuwe Ridder bij! Een geweldige erkenning voor uitzonderlijke daden.

Kapitein Gijs Tuinman in Uruzgan

In 2006 werd majoor Tuinman al onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Nu wordt hij geroemd voor 5 uitzonderlijke acties bij een latere inzet waarbij hij voorop ging in de strijd. Zo nodig met gevaar voor eigen leven. Zijn optreden op 6 september in 2009 is exemplarisch. Op die dag leidde majoor Tuinman commando's en mariniers in de Afghaanse provincie Uruzgan en coördineerde hij de actie om een zwaar gewonde militair - korporaal Kevin van de Rijdt - te redden.

Onder vuur
Majoor Tuinman wilde Kevin niet achterlaten, maar wilde ook zijn team geen onnodig risico laten lopen. Hij en zijn mannen werden van 3 kanten onder vuur genomen door een overmacht van de Taliban. Tuinman behoudt het overzicht en organiseert in korte tijd een reddingsactie, waarbij zijn mannen met gevaar voor eigen leven hun gewonde kameraad halen.

Korporaal Kevin van de Rijdt

Alles aan gedaan
Het was een zwarte dag, want ondanks de dappere reddingspogingen overleefde Kevin de gevechtsactie niet. Zijn maten hebben hem echter niet in de steek gelaten. Onder levensbedreigende omstandigheden hebben zij er alles aan gedaan om Kevin te redden. Dat toont niet alleen leiderschap van majoor Tuinman, maar ook kameraadschap. Het toont een onvoorwaardelijk vertrouwen in elkaar!

Majoor Tuinman zei daar later zelf over: "Niemand stelt achteraf de vraag: was dit de moeite waard? Iedereen doet het, omdat je het rotsvaste vertrouwen hebt dat de ander het ook voor jou zou doen”.

Never leave a man behind
Zijn uitspraak is kenmerkend voor militairen. Opkomen voor anderen die hulp nodig hebben; dat geldt voor de missies waar militairen voor worden ingezet, maar zeker ook voor onze collega’s met wie we die missies uitvoeren. ‘Never leave a man behind’, is daarbij een leidend motto. Je laat je maten niet in de steek. Je blijft doorgaan.

Daarom zie ik de toekenning van de Militaire Willems-Orde ook als een erkenning voor al die andere Nederlandse militairen die onder extreme en gevaarlijke omstandigheden opereren. Ook zij zetten zich met gevaar voor eigen leven, en met hart en ziel in voor vrede en vrijheid.

Veiligheid en welvaart
En dat doen militairen in Nederland, maar vooral ook wereldwijd. Want in veel landen worden burgers nog niet beschermd door hun regering. Piraterij, gijzelingen, terrorisme, geweldsuitbarstingen - zelfs onthoofdingen - zijn aan de orde van de dag. Daar moet je iets aan doen. Onze veiligheid en welvaart zijn nou eenmaal afhankelijk van stabiliteit in andere landen.

Dáárom stuurt de regering militairen op missie. Dáárom wagen wij ons leven. Dáárom gaan wij door het vuur voor elkaar. Een dag als vandaag doet ons dat weer ten volle beseffen.

Generaal Tom Middendorp
Commandant der Strijdkrachten
December 2014

Zie ook: Majoor Gijs Tuinman benoemd tot Ridder Militaire Willems-Orde

donderdag 4 december 2014

Majoor Gijs Tuinman benoemd tot Ridder Militaire Willems-Orde



Majoor Gijs Tuinman is vandaag onderscheiden voor zijn daden in 2009 als commandant Meervoudig Ploegoptreden van Task Force 55 in Uruzgan. Hij werd voor dat optreden door koning Willem-Alexander tot Ridder Militaire Willems-Orde geslagen, de hoogste dapperheidsonderscheiding. Bij de ceremonie op het Binnenhof in Den Haag waren ook koningin Máxima, Prinses Beatrix, premier Mark Rutte en minister Jeanine Hennis-Plasschaert aanwezig.

Rol Tuinman
Tuinman in Uruzgan
Wie Tuinman's rol in Afghanistan in ogenschouw neemt, kan niet anders concluderen dan dat het niet één aspect is wat hem een bijzonder leider en mens maakt. Het is de specifieke combinatie van 3 bijzondere kwaliteiten die hem de Willems-Orde oplevert: moed, beleid en trouw.

Twee voorbeelden van Tuinman's optreden: begin september 2009 weet hij vechtend vanuit een hinderlaag met beleid een reddingsactie aan te sturen. In december bewijst hij tactisch vernieuwend te zijn door 3 Nederlandse Cougar-transporthelikopters in te zetten bij de zoektocht naar Taliban-strijders.

Het is niet de eerste keer dat Tuinman opvalt. Vanwege zijn excellente leiderschap, grondige voorbereiding, doortastende en dappere optreden tijdens Task Force Viper in 2006 ontving hij de Bronzen Leeuw, de op één na hoogste dapperheidsonderscheiding. Tuinman diende in totaal 4 keer in Afghanistan.

Task Force 55
Task Force 55 kenmerkte zich door de vele gevechtscontacten tijdens de vaak risicovolle operaties die meerdere dagen duurden, met intensieve inzet van helikopters. De militairen moesten zich tussen augustus en december 2009 in onherbergzaam gebied vaak letterlijk een weg voorwaarts vechten. De ene keer kwam de tegenstand uit grotten en loopgraven. De andere keer van snipers op bergtoppen. TF55 verplaatste zich bovendien onder voortdurende dreiging van geïmproviseerde explosieven.

Tuinman met sniper rifle in Uruzgan

Uitzonderlijke daden
Hennis roemde voorafgaand aan de ceremonie het 'excellente leiderschap' van toen nog kapitein Tuinman. Ze noemde hem de drijvende kracht achter het meervoudig ploegoptreden van Task Force 55, rotatie 2. "Niet zelden werden de militairen geconfronteerd met een overmacht aan strijders, waardoor ze voortdurend grote risico’s liepen. En dan draait het om blindelings vertrouwen. In elkaar en in de commandant. Dat vertrouwen was er! Het esprit-de-corps vormde een ijzersterk fundament voor de uitzonderlijke prestaties van majoor Tuinman en de special forces van Task Force 55 rotatie 2. Zij gingen voor elkaar door het vuur. Letterlijk en figuurlijk. Vertrouwen is dan ook dé basis. Alleen dan kan een militair excelleren en boven zichzelf uitstijgen."

Een unieke foto: Nederlandse special forces bijeen... Niet eerder gepubliceerd

Ceremonie
Bij de ceremonie vanochtend trad Tuinman uit de rijen van het Korps Commandotroepen, marcheerde naar koning Willem-Alexander en meldde zich. "Ik zweer mij als een getrouw en wakker ridder te zullen gedragen, mijn leven altoos te zullen veil hebben voor Koning en Vaderland en door al mijn vermogen mij steeds trachten waardig te maken de onderscheiding, mij door de koning toegestaan." Met het onderschrijven van deze woorden legde hij de eed af ten overstaan van de Koning, waarna die hem de ridderslag (accolade) toebracht.

Na het Wilhelmus maakte majoor Tuinman zijn opwachting bij de overige twee Ridders Militaire Willems-Orde en ontving ook van hen de traditionele accolade. Daarna namen alle Ridders Militaire Willems-Orde voor het aansluitende defilé hun positie in naast koning Willem-Alexander.

Ook een unieke foto: drie Ridders MWO: de majoors Kenneth Mayhew (97),
Marco Kroon, en Gijs Tuinman. Foto:ANP

Speciaal voor de bijzondere ceremonie was op het Binnenhof een grote tribune geplaatst. Deze bood plaats aan de twee Ridders Militaire Willems-Orde, hoogwaardigheidsbekleders en Tuinman's collega’s van Task Force 55. Zowel afvaardigingen van de Nederlandse als de buitenlandse eenheden die de Militaire Willems-Orde ontvingen, stonden opgesteld.


Persoonlijke informatie over majoor Gijs Tuinman

Majoor Gijs Tuinman wordt op 15 november 1979 geboren in Heerlen. De geboren en getogen Limburger haalt in 1998 zijn vwo-diploma. In datzelfde jaar start zijn militaire loopbaan aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Tuinman volgt de lange officiersopleiding en wordt in augustus 2001 toegelaten tot de Elementaire Commando-opleiding. Na het behalen van de felbegeerde groene baret volgt de Voortgezette Commando-opleiding.


Vanaf augustus 2002 vervult hij diverse leidinggevende startfuncties bij het Korps Commandotroepen. Eerst als ploegcommandant en later als pelotonscommandant bij 104 Commandotroepencompagnie. Van 2003 tot 2004 is hij even terug op de KMA voor een bachelor Militaire Bedrijfskunde. In die periode wordt hij in het kader van de International Security Assistance Force (ISAF) uitgezonden naar Kabul.

Bronzen Leeuw 
In 2005 volgt zijn tweede uitzending naar Afghanistan. Deze keer als Joint Terminal Attack Controller (JTAC) onder de vlag van Operation Enduring Freedom. Als JTAC stuurt hij vanaf een vooruitgeschoven positie gevechtsvliegtuigen, helikopters en bewapende UAV’s aan. Ook leidt hij een Special Operations-team. Nog geen jaar later dient hij voor de derde keer in Afghanistan, ditmaal als pelotonscommandant en JTAC. Voor bijzonder moedig en beleidvolle daden tijdens deze uitzending wordt hij onderscheiden met de Bronzen Leeuw, de op één na hoogste dapperheidsonderscheiding.

Na terugkomst blijft hij enkele jaren bij 104 Commandotroepencompagnie en wordt achtereenvolgens commandant Meervoudig Ploegoptreden en plaatsvervangend compagniescommandant. In die laatste functie is hij verantwoordelijk voor de opleiding en training van 80 tot 100 operators en heeft hij een centrale rol in de advisering en uitvoering van full spectrum Speciale Operaties.

Missies naar Mauritanië en Afghanistan
Tussendoor volgt een missie naar Mauritanië. In het West-Afrikaanse land leidt hij een Military Assistance-missie. Deze tweede hoofdtaak van het Korps Commandotroepen omvat onder meer het opleiden en trainen van buitenlandse veiligheidstroepen. De missie is gericht op de capaciteitsopbouw van het veiligheidsapparaat van Mauritanië. In 2009 vertrekt Tuinman met zijn organieke eenheid wederom naar Afghanistan. Nu als commandant Meervoudig Ploegoptreden met Task Force 55. In deze rol geeft hij leiding aan een gecombineerde taakgroep van 40 tot 300 militairen. Daarnaast houdt hij zich bezig met het opleiden en trainen van Afghaanse veiligheidsdiensten.

Master bestuurskunde
Tijdens de vele internationale missies werkt Tuinman vaak samen met andere departementen waardoor de interesse in bestuurlijke problematiek groeit. Bij terugkomst uit Afghanistan leidt dit dan ook tot een inschrijving voor een master Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden. Daarnaast start Tuinman in 2010 met een adviesfunctie bij het Interservice Kenniscentrum Speciale Operaties. Hier draagt hij zijn kennis en ervaring over op collega-commando’s en ontwikkelt beleid op het gebied van Speciale Operaties.

In februari 2012 gaat hij met eervol ontslag vanwege een baan als senior consultant Beleid & Bestuur bij Deloitte Consulting B.V. Eind 2013 keert Tuinman als majoor terug bij Defensie. In zijn huidige functie is hij werkzaam als stafofficier bij de afdeling Bestuursondersteuning van het Commando Landstrijdkrachten in Utrecht.

Tuinman is getrouwd en heeft 3 kinderen.

(ministerie van Defensie, 4 december 2014)

De lijst van acties waarvoor Tuinman is onderscheiden

Toespraak Koning Willem-Alexander

Toespraak minister Hennis-Plasschaert

Video: de volledige uitzending van de ceremonie op 4 december 2014

Special forces in Mali vinden raketten

De Nederlandse Special Operations Land Task Group (SOLTG) vond afgelopen dinsdag tijdens een patrouille in het noorden van Mali illegale wapens: vijf raketten van 122 mm. Het is voor het eerst dat zij wapens traceren.

De afgelopen weken hield de VN het gebied ten noorden van Gao in de gaten. Verschillende groeperingen verdedigen hun belangen in deze economisch belangrijke regio en concentreren hier hun militaire middelen. Een daarvan is de Coordination Group, een samenwerkingsverband van drie bewegingen die een onafhankelijk Azawad in het noordoosten van Mali willen.

Samenwerking
Er was een aantal verdachte locaties geïdentificeerd door de Nederlandse troepen. De commandant van de SOLTG op de grond vroeg om gedetailleerde luchtfoto’s van een van de verdachte locaties.

Een Apache-gevechtshelikopter die toevallig over het gebied vloog, omdat het een medische Chinook transporthelikopter begeleidde van Kidal naar Gao, speurde de omgeving af naar verdachte groepen en illegale wapens. Analisten bekeken de gemaakte beelden en een van hen zag de raketten. Dit was voldoende voor de commandant op de grond om zijn patrouille aan te passen en poolshoogte te nemen.

Op de locatie werd de SOLTG , met een Apache in de lucht, opgevangen door de aanwezigen. Aanvankelijk probeerden ze de militairen tegen te houden. Dit weerhield de Nederlanders er niet van om toch een kijkje te nemen op de door de Apache aangewezen locatie en men stuitte op de 5 raketten.



VN
Het VN-hoofdkwartier besloot tot inbeslagname van de raketten. De Coordination Group droeg uiteindelijk de raketten over aan de special forces. Die vervoerden de projectielen naar Camp Castor in Gao.

Generaal Kazura
De Nederlandse special forces en het helikopterdetachement rapporteren direct aan Force Commander generaal Kazura. Die bedankte donderdagmorgen 'zijn' Nederlandse troepen in Gao toen hij voor zijn afscheid het kamp bezocht.

(ministerie van Defensie, 4 december 2014)

zondag 5 oktober 2014

Artikel 100-brief over deelname aan de internationale strijd tegen ISIS

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag

Datum   24 september 2014
Betreft  Artikel 100-brief deelneming aan internationale strijd tegen ISIS

Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl

Onze Referentie
DVB/CV-178/2014


Met deze brief informeren wij u, in overeenstemming met artikel 100 van de Grondwet, over het besluit van het kabinet een Nederlandse bijdrage te leveren aan de strijd tegen ISIS. Tevens wordt hiermee voldaan aan het verzoek van de Kamer om een brief met het kabinetsstandpunt ten aanzien van het luchtoffensief op ISIS in Syrië (kenmerk 2014Z16349/2014D33223).

De terroristische organisatie ISIS heeft de afgelopen maanden delen van Syrië en Irak veroverd en daarbij een ongekende gewelddadigheid aan de dag gelegd, met ontwrichtende gevolgen, ook in omringende landen. De snelle opmars van ISIS en daaraan gelieerde organisaties vormt een directe dreiging voor de regio en veroorzaakt instabiliteit aan de grenzen van Europa, met potentieel vergaande gevolgen voor onze eigen veiligheid. Er is brede internationale steun, nadrukkelijk ook lokaal en regionaal, om de strijd met ISIS aan te gaan. De Verenigde Staten hebben hierbij het voortouw genomen. Op de korte termijn is de strategie van de Verenigde Staten gericht op het stoppen van de opmars van ISIS evenals het ondersteunen van de Iraakse en Koerdische strijdkrachten en de gematigde Syrische oppositie teneinde de militaire kracht van ISIS te breken. Een effectieve bestrijding van ISIS op de langere termijn vereist vergaande bestuurlijke en sociaaleconomische hervormingen, waarvoor vooral de nieuwe Iraakse regering verantwoordelijk is. Ook de invloedrijke buurlanden van Irak hebben een rol te spelen. Zij moeten het sektarische conflict dempen en de financiële, materiële en personele toevoerlijnen naar ISIS afsnijden. De internationale gemeenschap, waaronder Nederland, moet deze landen hierop blijven aanspreken.

Het kabinet heeft besloten om, naast politieke en humanitaire steun, ook een militaire bijdrage te leveren aan de strijd tegen ISIS in Irak, in samenwerking met de Verenigde Staten en andere (regionale) partners. De internationale inspanningen zijn gericht op het breken van de militaire kracht van ISIS op de korte termijn. Deze eerste fase van de strijd zal, naar Amerikaanse schatting, zes tot twaalf maanden duren. Nederland stelt in deze fase zes operationele F-16’s beschikbaar voor de duur van maximaal een jaar. Ook worden Iraakse en Koerdische strijdkrachten gedurende deze periode ondersteund met training en advies.

Met het oog op het planningsproces dat bij het Amerikaanse Central Command (CENTCOM) gaande is, wil het kabinet nu duidelijkheid verschaffen over de Nederlandse bijdrage. Het campagneplan voor de strijd tegen ISIS is nog in ontwikkeling. Dit betekent dat nog niet alle details van de uiteindelijke Nederlandse inzet beschikbaar zijn.

Gronden voor deelneming
Nederland steunt de legitieme Iraakse regering in de verdediging tegen de terreurorganisatie ISIS, die verschrikkelijke misdaden begaat tegen bevolkingsgroepen in Irak en Syrië. De crisis zorgt voor toenemende druk op de buurlanden, met name Turkije, Jordanië en Libanon, onder andere als gevolg van oplopende etnisch-religieuze spanningen en een toenemend aantal vluchtelingen. De Nederlandse inzet is er op gericht om, in het kader van de bevordering van de internationale rechtsorde, een bijdrage te leveren aan het de-escaleren van de situatie in de regio.


maandag 2 juni 2014

Mali: Nederlandse eenheden overgedragen aan MINUSMA

De Nederlandse eenheden in Mali vallen sinds vandaag officieel onder de VN-missie MINUSMA. Met de zogenoemde Transfer of Authority is de missie voor de ongeveer 400 Nederlandse militairen echt begonnen.

MINUSMA
De Verenigde Naties (VN) proberen de veiligheid en stabiliteit in Mali te herstellen. Dit gebeurt met de Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA). Nederland levert sinds april 2014 een belangrijke bijdrage aan deze VN-missie. Het gaat om zo’n 370 man en 4 Apache-gevechtshelikopters. Vanaf oktober komen daar nog 3 Chinook-transporthelikopters bij en circa 70 man. Halverwege 2015 besluit de regering of ze de missie verlengt.

Nederlandse bijdrage in Mali
Speciale eenheden vormen de operationele kern op de grond. Zij gaan vooral verkenningen uitvoeren en inlichtingen verzamelen. Die informatie gebruikt de commandant van de VN-missie om operaties voor te bereiden. De Nederlanders vormen daarmee de ‘oren en ogen’ binnen de VN-missie. Daarnaast helpt een dertigtal politiefunctionarissen en een aantal civiele deskundigen de Malinese politie en rechtsstaat te verbeteren. De eenheden werken vanuit het sectorhoofdkwartier in Gao. Enkele stafofficieren hebben hun werkplek op het Minusma-hoofdkwartier in de hoofdstad Bamako.

Helikopters
Defensie levert 4 Apache-gevechtshelikopters, waarover commandant Minusma generaal-majoor Jean Bosco Kazura zeggenschap heeft. De toestellen voeren verkenningen uit en escorteren eenheden. Ook kunnen ze dreigend optreden (show of force) of vuursteun leveren. Verder verzamelen de Apaches inlichtingen met hun sensoren. Later dit jaar arriveren ook 3 Chinook-transporthelikopters, vooral bestemd voor medische evacuaties. Tot die tijd opereren de eenheden alleen op grotere afstand van Gao als de Franse operatie Serval de medische evacuatie garandeert.

(ministerie van Defensie, 2 juni 2014)

woensdag 14 mei 2014

Dapperheidsonderscheidingen voor vier Afghanistanveteranen

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert heeft vanmiddag in Breda vier zogenoemde dapperheidsonderscheidingen uitgereikt (3 x Bronzen Kruis, 1x Kruis van Verdienste). De decorandi zijn vier Afghanistanveteranen die zich onder zware gevechtsomstandigheden hebben onderscheiden.

De Bronzen Kruizen zijn vanmiddag voor majoor der mariniers Christian, infanterie-kapitein Erik en sergeant 1 van de genie Minze. Het Kruis van Verdienste krijgt sergeant-majoor van de mariniers Pascal. De twee mariniers en twee landmachters maakten in 2009 en 2010 deel uit van Taskforce 55, een eenheid van special forces die vaak bij nacht en ontij in kleine groepen gedurfde acties ondernamen om tegenstanders aan te grijpen of te ontregelen.

De onderscheiden militairen. Operators van het KCT en
MARSOF-mariniers worden nooit herkenbaar in beeld gebracht
(foto Defensie)


De militairen hebben veel fysiek zware en levensgevaarlijke missies uitgevoerd. Bij veel krachtmetingen bleken de decorandi en hun collega’s veruit in de minderheid. Ook kregen zij zeer vaak te maken met een hoge dreiging van Improvised Explosive Devices, klein-kaliber-wapens en antitankgranaten. In plaats van terug te deinzen, schroomden de militairen niet om het gevecht aan te gaan. De decorandi gingen daarbij als leidinggevenden voorop in de strijd.

De vier militairen deden wat zij zelf als ‘vanzelfsprekend’ bestempelen. Dat is het echter niet; met gevaar voor eigen leven deden zij wat nodig was voor hun kameraden, hun Afghaanse collega’s, de Afghaanse bevolking en de Nederlandse missie in Afghanistan.

Een militair komt niet zomaar in aanmerking voor een dapperheidsonderscheiding. Hier gaat een uitgebreid onderzoek aan vooraf. Hierbij wordt gelet op kwaliteiten als moed, beleid, trouw, initiatief, inzicht, vakmanschap en een hoge mate van zelfopoffering.

(ministerie van Defensie, 14 mei 2014)

zaterdag 14 december 2013

Nederlandse bijdrage aan VN-missie in Mali

Op verzoek van de Verenigde Naties zet Nederland bijna 400 man in voor de Multidimensional Integrated Stabilisation Mission (MINUSMA) in het Afrikaanse Mali. Het merendeel van de bijdrage bestaat uit militairen. De operatie moet de veiligheid en stabiliteit in het land herstellen en de burgerbevolking beschermen. De uitzending is in principe tot medio 2015.

Inlichtingen verzamelen
De operationele kern op de grond wordt gevormd door 3 ploegen militairen afkomstig van het Korps Commandotroepen en het Korps Mariniers. In het oostelijk gelegen Gao voeren deze zogenoemde special operations forces primair lange-afstandsverkenningen uit. Dit zijn meerdaagse activiteiten waarbij zij informatie verzamelen in veraf gelegen gebieden.

Gao (foto MINUSMA)

Ze hebben een stevig mandaat en mogen optreden wanneer ze terechtkomen in een gevechtssituatie. Daarnaast krijgen ze specifieke opdrachten, zoals het ontmantelen van verborgen wapenopslagplaatsen en het oppakken van strijders die geïmproviseerde explosieven fabriceren. De eenheden beschikken over verschillende voertuigen, waaronder de licht gepantserde Bushmaster, het tactisch wielvoertuig Mercedes Benz en het tactische wielverkenningsvoertuig Fennek.

Militaire specialisten
De commandant van MINUSMA stuurt de Nederlandse special operations forces aan vanuit het hoofdkwartier in Bamako. Om dat soepel te laten verlopen, gaan er ook stafmilitairen mee voor de planning. Verder stuurt Defensie militaire specialisten naar Mali voor onder meer elektronische oorlogsvoering, het ruimen van explosieven, verbindingen, logistiek en medische handelen.

Apache-gevechtshelikopters
Defensie levert ook 4 Apache-gevechtshelikopters, waarover de commandant van MINUSMA zeggenschap heeft. De toestellen worden ingezet voor het uitvoeren van verkenningen, escorteren van eenheden, show of force en het leveren van vuursteun. Daarnaast hebben de Apaches een groot aandeel bij het verzamelen van inlichtingen.

Coördinatie en analyse
Het hoofdkwartier in Bamako huisvest de All Sources Information Fusion Unit (ASIFU). Dit commando stuurt de inlichtingenoperatie van MINUSMA aan. De eenheid coördineert en analyseert het totaal van informatiestromen. Dit resultaat wordt verwerkt tot praktisch bruikbare inlichtingenproducten. MINUSMA is hiervan sterk afhankelijk, want deze dienen als basis bij de besluitvorming van militaire operaties. Nederland plaatst een aantal functionarissen op het hoofdkwartier om deze processen te begeleiden.

Nederlandse ASIFU-compagnie
De ASIFU krijgt operationele onderdelen in Timboektoe en Gao, op de sectorhoofdkwartieren. Deze onderdelen verzamelen, analyseren de gegevens uit hun sector. De inlichtingenproducten die dit oplevert gaan naar het hoofdkwartier in Bamako en de MINUSMA-brigades in de betreffende sector. In Gao verzamelt een 50-koppige Nederlandse ASIFU-compagnie informatie door middel van een onbemand verkenningsvliegtuig en de inzet van een human terrain team in de omgeving van Gao. Deze informatie wordt tezamen met de informatie van de Nederlandse commando’s en mariniers en Apache’s geanalyseerd en doorgestuurd naar het hoofdkwartier in Bamako.

Malinese politie
Naast de militairen gaan er 30 politiefunctionarissen en een aantal civiele deskundigen mee naar Mali. Zij richten zich onder meer op het trainen van de Malinese politie, het ontwikkelen van de rechtsstaat en het hervormen van de veiligheidssector.

Achtergrond Mali
Het noorden van Mali was een broedplaats geworden van extremisten en een vrijplaats voor het opleiden van terroristen. De VN-inzet moet een terugkeer naar deze situatie voorkomen. Mali ligt op een kruispunt van smokkelroutes voor drugs, wapens en illegale migratie die naar de Middellandse Zee leiden. De opbrengsten hiervan zijn een belangrijke financieringsbron van terrorisme.

Nederland heeft als handelsnatie belang bij internationale veiligheid, stabiliteit en een goed functionerende rechtsorde. Maar ook solidariteit met de Malinese burgerbevolking was een belangrijke overweging om aan de missie deel te nemen. Zij is hard getroffen door armoede, onveiligheid en schendingen van mensenrechten.

(ministerie van Defensie)

Voor een overzicht van artikelen in de media over de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali, zie http://www.scoop.it/t/mali-by-hans-de-vreij

donderdag 28 november 2013

Antwoorden op Kamervragen over militaire missie in Mali

(Onderstaand een selectie uit de antwoorden op bijna 400 vragen van de Tweede Kamer over de missie in Mali. Indeling en accentuering middels 'vette' woorden zijn van mijn hand, HdV)

MINUSMA
- De verantwoordelijkheid voor het bepalen van de strategie, het vaststellen van operationele doelstellingen en het meten van de voortgang ligt bij de missie en de VN in New York. De VN rapporteert elke drie maanden over de voortgang die de missie boekt in een rapport van de Secretaris-Generaal van de VN aan de VN Veiligheidsraad.

MINUSMA heeft het mandaat in zijn begroting (2013-2014) verder uitgewerkt in vier prioritaire doelstellingen: 1) politieke verzoening, 2) stabilisatie in het noorden, 3) bescherming van burgers, mensenrechten en justitie (inclusief internationale berechting) en 4) herstel van Noord-Mali (early recovery). De verwachting is dat de begroting voor het einde van het jaar wordt bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Daarnaast werkt MINUSMA op dit moment aan een intern planningsdocument, het Integrated Strategic Framework (ISF). Het opstellen en uitvoeren van een dergelijk document is een vereiste in de procedure voor resultaat-georiënteerd management van de VN (het Integrated Mission Planning Process). In dit proces werkt de VN-missie de hierboven genoemde prioriteiten uit in actieplannen. Hiervoor is per doelstelling een multidisciplinaire taakgroep ingesteld, waaraan ook andere in Mali actieve VN-organisaties deelnemen.

Het meten van resultaten van de Nederlandse bijdrage is zeer complex. De missie wordt uitgevoerd in een complexe omgeving met vele actoren en externe factoren. Resultaten of ontwikkelingen vallen in dergelijke omstandigheden vaak niet toe te schrijven aan de Nederlandse inzet. Daarnaast hanteert MINUSMA, net als andere internationale missies, veelal kwalitatieve doelstellingen die per definitie moeilijk meetbaar zijn. Ondanks deze beperkingen hechten ook de VN en MINUSMA sterk aan resultaatmeting en worden indicatoren, benchmarks en (tussen)doelen ontwikkeld en toegepast.

De resultaten van de Nederlandse inzet worden in het systeem voor resultaatmeting van de VN en de rapportage van de SGVN aan de Veiligheidsraad meegenomen. De Nederlandse bijdrage is immers een onderdeel van MINUSMA. Nederland ondersteunt MINUSMA, waardoor deze in staat wordt gesteld zijn activiteiten uit te voeren. Ook draagt Nederland, anders dan in Afghanistan, geen gebiedsverantwoordelijkheid. Niettemin wordt uiteraard de (impact van) de Nederlandse inzet zo goed mogelijk inzichtelijk gemaakt. Specifieke doelen voor de militaire bijdrage zullen in een later stadium, als duidelijk is hoe en wanneer de inlichtingeneenheid zal worden ontplooid, worden geformuleerd. Mogelijke succesfactoren zijn de mate waarin de inlichtingeneenheid in staat is om relevante, tijdige, ‘actionable’ en geïntegreerde inlichtingenanalyse te verstrekken en de mate waarin inlichtingenanalyses bijdragen aan het vermogen om de VN-troepenmacht te beschermen. Een andere mogelijke succesfactor is de mate waarin inlichtingenanalyses bijdragen aan de mogelijkheid om inlichtingen-gedreven operaties uit te voeren, maar ook aan niet-militaire analyse (zoals illegale handel, etnische dynamieken en tribale spanningen, sleutelspelers in het noorden). Overkoepelend doel van de Nederlandse bijdrage aan de inlichtingenketen is MINUSMA beter in te staat stellen zijn doelstellingen te behalen.

- - De officiële taal binnen MINUSMA is Engels. De Engelse taalvaardigheid van de Nederlandse militairen is voldoende. De Franse taalvaardigheid van de Nederlandse militairen is over het algemeen beperkt.
Hiaten in communicatie worden ondervangen door inzet van eigen personeel met vreemde talen kennis. Ook wordt onderzocht of en hoe er lokaal tolken, al dan niet door tussenkomst van de VN, kunnen worden ingehuurd

Er worden initieel vier tolken ingeschakeld. Lokaal worden mogelijk aanvullend tolken ingehuurd. Het aantal is afhankelijk van operationele omstandigheden. De bij defensie aangestelde tolken doorlopen bijbehorende opleidingstrajecten, waaronder een missie-gerichte opleiding. Waar nodig wordt maatwerk geleverd om de tolken goed voor te bereiden.

- Met robuuste inzet wordt bedoeld dat MINUSMA conform VNVR-Resolutie 2100 alle noodzakelijke middelen mag gebruiken, binnen zijn capaciteiten en gebied van ontplooiing, om zijn mandaat te implementeren, waaronder de bescherming van de burgerbevolking, en het stabiliseren van de belangrijkste bevolkingscentra en het nemen van actieve stappen om de terugkeer van gewapende elementen naar deze centra te voorkomen.

- Het kabinet doet om veiligheidsredenen geen uitspraken over de Rules of Engagement. Het mandaat van MINUSMA zoals opgenomen in Resolutie 2100 omvat onder andere als taak de bescherming van burgers, waarbij de primaire verantwoordelijkheid ligt bij de autoriteiten van Mali. Het mandaat, inclusief deze taak, is vertaald in Rules of Engagement.

- De door de VN vastgestelde ROE gelden voor alle eenheden van MINUSMA, inclusief de special forces. Deze staan detentie toe. Detentie en overdracht van personen geschiedt in overeenstemming met de richtlijnen van de VN. Deze bevatten uitgebreide voorschriften over de behandeling van gedetineerde personen. Deze moeten onder alle omstandigheden op een humane manier worden behandeld. De richtlijnen schrijven ook voor dat gedetineerden zo snel mogelijk worden overgedragen aan de Malinese autoriteiten. Een uitzondering hierop vormt de situatie waarin er zwaarwegende redenen zijn om aan te nemen dat mensenrechten van personen die worden overgedragen zullen worden geschonden. In een dergelijke situatie moeten gedetineerden worden vrijgelaten.

- China, Nigeria en Togo leveren de Role2 faciliteiten (Level 2 in de VN organisatie). De faciliteiten worden gestationeerd op de vliegvelden van Timboektoe (Nigeria), Gao (China) en Kidal (Togo). Daarnaast kan worden gebruikgemaakt van de Franse Role2 (operatie Serval) op vliegveld Gao. In Bamako heeft de VN een Malinese medische kliniek ingehuurd, die voorziet in de Role2 faciliteiten.

- MINUSMA beschikt niet over Combat Search & Rescue (CSAR) capaciteit, maar de medische evacuatie (medevac) gebeurt in principe door de lucht. Daarbij zijn drie trajecten te onderscheiden:
- Voor Forward evacuation (van plaats verwonding naar een medische faciliteit) wordt gebruik gemaakt van de capaciteit van Serval.
- Voor Tactical evacuation (tussen medische faciliteiten in het gebied) zal ook gebruik worden gemaakt van Franse capaciteit of van VN vliegtuigen.
- Voor Strategic evacuation (van medische faciliteiten in het gebied naar Nederland) zal het CLSK (het Patient Evacuation & Coordination Center, PECC) worden ingeschakeld.

- De Nederlandse troepen werken vanuit Gao en richten zich primair op de provincies Gao en Kidal. Inzet in andere regio’s is niet voorzien maar wordt niet uitgesloten.

- In Mali worden regelmatig zelfmoordaanslagen gepleegd. Zelfmoordaanslagen worden meegenomen in de vaststelling van het terroristische dreigingsniveau. Tegen zelfmoordaanslagen worden voorzorgsmaatregelen genomen. Over de inhoud hiervan doet het kabinet om veiligheidsredenen geen uitspraken.

- Gewapende jihadistische groeperingen beschikken over de capaciteit om Improvised Explosive Devices (IED’s) te plaatsen. De MIVD oordeelt dat de dreiging van het gebruik van IED’s door jihadistische groeperingen vooralsnog matig is. Bij bezoeken aan het missiegebied is gebleken dat de bevolking helpt bij het zoeken naar IEDs. Er wordt afdoende personele en materiële capaciteit meegenomen om de IED-dreiging het hoofd te kunnen bieden. Indien de dreiging toeneemt, zal die capaciteit vanuit Nederland worden versterkt.

- De extreme geografische en klimatologische omstandigheden, de slechte infrastructuur en lange aanvoerlijnen stellen MINUSMA voor grote logistieke uitdagingen. Defensie heeft veel ervaring opgedaan tijdens missies in Irak, Eritrea en Afghanistan die onder vergelijkbare, moelijke omstandigheden moesten worden uitgevoerd. Deze ervaring wordt gebruikt bij de inrichting van het logistieke concept zoals het voorzien in extra voorraden aan bijvoorbeeld water, voeding, reservedelen en voldoende logistieke ondersteuning.

- De CDS behoudt Full Command over de Nederlandse eenheden. In de staf van de Force Commander wordt een aantal Nederlandse officieren op sleutelposities geplaatst. De hoogste officier is een kolonel, die aan het hoofd staat van de planning en uitvoering van alle militaire operaties. Hij treedt namens de CDS op als Red Card Holder. Deze officier spreekt vloeiend Frans en is het aanspreekpunt van de CDS.`

Bevelsstructuur MINUSMA (blauw) en Nederlandse componenten (oranje)

-  De VN commandostructuur van de militaire component is vergelijkbaar met die van andere militaire missies. De militaire component wordt geleid door een generaal uit Rwanda, Kazura, die veel ervaring heeft met operaties binnen de VN.  De sectorcommandant van de oostelijke sector is de Senegalese brigade-generaal Mamadou Sembe. De commandant van Gao en directe omgeving is de commandant van het Nigeriaanse bataljon verantwoordelijk voor de deelsector Gao, de luitenant-kolonel Barmou Moussa Salaou.

Special Forces
- De Nederlandse speciale eenheid gaat onder een blauwe baret opereren. Nadere afspraken voor optreden op tactisch niveau worden gemaakt met de VN.

Counter terrorism is belegd bij operatie Serval en nadrukkelijk uitgesloten voor MINUSMA. De primaire taak van de verkenningseenheid is het verzamelen van inlichtingen door middel van langeafstandspatrouilles.

- Nederlandse commando’s gaan langeafstandsverkenningen uitvoeren die een hoge tactische mobiliteit vereisen. Transporthelikopters vergroten de reikwijdte, de snelheid en de duur van de inzet van de verkenningsteams, maar zijn niet randvoorwaardelijk voor het uitvoeren van deze langeafstandsverkenningen. Mobiliteit wordt in eerste instantie bereikt door het gebruik van eigen organieke voertuigen. Daarnaast zal MINUSMA beschikken over een beperkte hoeveelheid transporthelikopters die eventueel ook ingezet kunnen worden voor Nederlandse speciale eenheden. Afspraken over de inzet van deze transporthelikopters maken deel uit van de standaard missieplanning.

- Bij de samenstelling van de Nederlandse speciale eenheid (SOF) is rekening gehouden met de kans dat zij worden blootgesteld aan geweld of bij gevechtshandelingen betrokken zullen zijn. De Nederlandse speciale eenheden zijn onder meer voorzien van persoonlijke wapens, voertuigbewapening en mortieren. Als Nederlandse eenheden door gewapende groepen worden aangevallen, zijn ze dus in eerste instantie in staat om zichzelf te kunnen beschermen. Indien deze zelfbescherming niet voldoende is om de dreiging af te wenden, kan de eenheid een beroep doen op de zogenaamde Quick Reaction Force (QRF) die MINUSMA heeft ingericht voor dit soort situaties. Daarnaast kunnen de aanwezige Nederlandse gevechtshelikopters worden ingezet ter ondersteuning van de Nederlandse eenheden. Mochten al deze middelen niet voldoende zijn, dan kan MINUSMA een beroep doen op de Franse operatie Serval die in Gao eveneens over een QRF en gevechtshelikopters beschikt. Het aanvragen van steun verloopt volgens procedures die voorafgaande aan elke operatie van speciale eenheden worden vastgelegd in het operatieplan. De Apaches zijn gestationeerd in Gao maar zijn niet gebonden aan dat gebied. De Apaches zijn uitstekend in staat de Nederlandse speciale eenheden te voorzien van vuursteun.

De Nederlandse speciale eenheden zullen zich er in de planfase van een operatie van vergewissen dat steun van gewapende helikopters (bijvoorbeeld de Nederlandse Apaches) en/of QRF waar nodig is verzekerd. Mochten deze niet beschikbaar zijn dan wordt het optreden aangepast of gaat de operatie niet door.

Afhankelijk van de locatie, dreigingsniveau en omstandigheden kunnen de ASIFU sub eenheden zelf in force protection voorzien, treden ze op met force protection van MINUSMA-eenheden uit de sector (met eventueel bij hen ingedeelde Franse vuurgeleiders ten behoeve van helikopter of vliegtuiginzet), of zijn ze geïntegreerd in de SOF.

-  Bij de planning van operaties wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid van geavanceerde traumahulp binnen een uur.


Apaches
De Apaches staan onder commando van de commandant van MINUSMA. Net zoals Nederlandse MINUSMA eenheden een beroep mogen doen op de andere eenheden van MINUSMA, mogen MINUSMA eenheden geleverd door andere landen bij de Force Commander een beroep doen op Nederlandse Apaches.

- Met hun kwalitatief hoogwaardige sensoren zijn de Apaches zeer geschikt om inlichtingen te verzamelen voor de ASIFU. De vier helikopters versterken de inlichtingenketen aanzienlijk. Ook kunnen ze worden ingezet om gewapende groeperingen af te schrikken en om vuursteun te leveren. De Apaches leveren een bijdrage aan de bescherming van Nederlands personeel en vertegenwoordigen de escalatiedominantie van de Nederlandse bijdrage.

- De VN verzoekt om drie helikopters. Om uitval van een helikopter te kunnen ondervangen worden in totaal vier helikopters meegenomen.

- Waar nodig kan uiteraard ook een beroep worden gedaan op andere MINUSMA-eenheden (waaronder de QRF) en de Franse operatie Serval. De Apaches zijn daarmee niet de enige middelen die de Nederlandse eenheden kunnen ondersteunen.

- rebellengroeperingen in Mali beschikken waarschijnlijk over MANPADs. Er zijn tot dusver geen incidenten geweest waarbij MANPADs zijn ingezet. MANPADs kunnen een gevaar vormen voor laagvliegende vliegtuigen en helikopters mits het systeem operationeel is en in handen is van een opgeleide persoon. Over de kwetsbaarheid van de Nederlandse Apaches ten opzichte van MANPADs worden om veiligheidsredenen geen mededelingen gedaan.


UAV's/drones
- MINUSMA maakt op dit moment nog geen gebruik van drones. Het is niet voorzien dat MINUSMA gebruik gaat maken van bewapende drones. De VN heeft wel gevraagd om onbemande verkenningsvliegtuigen. Nederland heeft onbemande verkenningsvliegtuigen aan MINUSMA aangeboden.
- De aan de VN aangeboden Nederlandse inlichtingencompagnie in Gao beschikt over eigen inlichtingensensoren: een human terrain analysis team en onbemande vliegtuigen


Gao
- MINUSMA heeft op dit moment ongeveer 2700 militairen gestationeerd in en om Gao afkomstig uit meer dan 25 landen. De landen die in en rond Gao de meeste militairen leveren zijn Niger, Senegal en Ivoorkust. Frankrijk concentreert zijn eenheden in Gao. Mali heeft militairen gelegerd in en rondom bevolkingscentra, inclusief Bamako en Gao.


Gao uit de lucht gezien. Foto: MINUSMA

Inlichtingen
- De VN wil dat MINUSMA de operaties informatiegestuurd plant en uitvoert. MINUSMA dient daarom volgens de VN te beschikken over een hoogwaardige inlichtingencapaciteit. Vanuit het perspectief van de VN is die hoogwaardige inlichtingencapaciteit, die Nederland samen met andere landen levert, een niche capaciteit waarin andere deelnemende landen op dit moment niet voorzien. Er zijn verschillende landen met een hoogwaardige inlichtingen capaciteit die in staat zijn de Nederlandse bijdrage over te nemen.

- Inlichtingenpersoneel wordt intensief voorbereid op een uitzending. Hierbij komen onder meer regionale dynamiek, cultuur, groeperingen, weer en terrein aan bod. De militairen hebben geen eerdere ervaring opgedaan in Mali.

- De voorgenomen Nederlandse bijdrage zal worden ingepast in de organisatiestructuur van de VN-missie. Nederland heeft bij de VN gesteld dat er een aantal deskundigen van Buitenlandse Zaken met goede kennis van de lokale omstandigheden zal worden toegevoegd aan de militaire bijdrage, onder andere ter ondersteuning van de inlichtingenanalyse.

Inlichtingen (2)

All Sources Information & Fusion Unit (ASIFU)

- De ASIFU zal bestaan uit een hoofdkwartier te Bamako en twee inlichtingencompagnieën, een in Gao en een, nog niet gevuld, in Timboektoe. De ASIFU bestaat voor het grootste deel uit inlichtingenpersoneel, aangevuld met enkele personeelsleden in algemene, ondersteunende of staffuncties.

Het ASIFU-hoofdkwartier in Bamako is multinationaal. Nederland levert de commandant van dit hoofdkwartier en diverse functionarissen. Noorwegen en Finland hebben gesteld ook functionarissen voor dit hoofdkwartier te willen leveren. Het hoofdkwartier richt zich op de aansturing van de inlichtingeneenheden in Mali en op de verwerking van de inlichtingen vanuit deze eenheden. De kern van dit hoofdkwartier bestaat onder andere uit een robuuste analysesectie. Nederlandse analisten maken hier deel van uit.

De aan de VN aangeboden Nederlandse inlichtingencompagnie in Gao beschikt over eigen inlichtingensensoren: een human terrain analysis team en onbemande vliegtuigen. Ook de inlichtingencompagnie beschikt over een eigen analysecapaciteit.

- Van de 70 militairen zullen vooralsnog 53 in Gao en zeventien in Bamako werkzaam zijn. Er is op dit moment niet voorzien dat Amerikaans personeel deel uit gaat maken van het ASIFU.

- De Nederlandse bijdrage aan de ASIFU verwerft, analyseert en produceert inlichtingen namens, voor en ten behoeve van MINUSMA. Hieraan zijn geen restricties verbonden, met uitzondering van bronbescherming. Nederland deelt deze inlichtingen binnen MINUSMA. Deze inlichtingen staan ter beschikking van de  Force Commander, de Head of Mission, de MINUSMA-brigades, de regionale VN-hoofdkwartieren en de civiele componenten van MINUSMA. De ASIFU gebruikt voor het produceren van geïntegreerde inlichtingen ook informatie afkomstig van de civiele componenten van MINUSMA.

De VN hebben een overeenkomst met de Franse operatie Serval. In de context van die overeenkomst wisselt MINUSMA inlichtingen uit met de Franse operatie Serval. Deze inlichtingen kunnen bijdragen aan het inlichtingenbeeld dat de operatie Serval voor hun contraterrorisme operaties hanteert.

- 1 Civiel en Militair Interactie Commando (CMI) levert een Stafofficier, CMI analisten en CMI operators ten behoeve van het ASIFU. Zij gaan contacten onderhouden met de civiele omgeving en internationale- en non-gouvernementele organisaties. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de situational awareness and understanding en aan de coördinatie- en informatiebehoefte van MINUSMA.


Milities
- In Mali bestaat een veelheid aan milities/rebellengroepen, zowel jihadistisch als seculier. De belangrijkste islamitische/jidadistische groepen zijn: Al-Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM) waarvan een aantal facties in het noorden van Mali actief zijn, de Mouvement pour l’ unité et le jihad en Afrique de l’Ouest (MUJAO), Ansar edDin,waarvan een groot deel naar HCUA – Haut Conseil pour l’ Unité de l’Azawad - is overgestapt en Al-Muwaqi’un Bil-Dima (‘zij die met bloed getekend hebben) van Mokhtar Belmokhtar. Laatstgenoemde is (mede)verantwoordelijk voor de acties eerder dit jaar in Algerije en Niger.

De Mouvement national de libération de l’Azawad (MNLA) is een Toearegbeweging die in april 2012 de onafhankelijke Azawad uitriep; in februari dit jaar werd deze eis teruggebracht tot een verregaande vorm van zelfbeschikking voor de Azawad. Arabische groeperingen hebben zich verenigd onder de noemer Mouvement Arabe de l’Azawad (MAA). Zowel MNLA als MAA afficheert zich als seculier.
HCUA, MNLA en MAA zoeken momenteel vergaande samenwerking, ook op militair gebied, om zo sterker te staan in de onderhandelingen met de regering.

Niet onvermeld kan blijven dat ook de Sonrhai en Peul-gemeenschappen in het noorden hun eigen milities hebben, respectievelijk de Ganda Koy en de Ganda Izo.

- Islamistische rebellen in Mali hebben contact met al-Qa’ida, Boko Haram, al-Shabaab en al-Qa’ida op het Arabisch Schiereiland.

-  AQIM, MUJAO en al-Muwaqi’un Bil-Dima (de laatste twee zijn gezamenlijk bekend als al-Murabitun) bestaan gedeeltelijk of zelfs voornamelijk uit buitenlandse strijders. Het betreft hier merendeels strijders uit landen in de regio.


China
China wil actief blijven deelnemen aan VN-vredesmissies en wil de VN-vredesinspanningen bevorderen om vrede en veiligheid wereldwijd te handhaven. China’s deelname aan MINUSMA past in dit beeld. China is al geruime tijd actief in Afrika. Het is de belangrijkste handelspartner voor Mali, importeert Malinees katoen en is er actief in infrastructuur, landbouw en mijnbouw.

China draagt substantieel bij aan MINUSMA met voor de eerste keer een gevechtseenheid, een veldhospitaal en de bescherming van het regionale VN-hoofdkwartier. Dit is de grootste Chinese bijdrage aan een VN-vredesmissie ooit. De ontplooiing van Chinese troepen staat gepland op 3 december 2013.

(Bron:  Beantwoording feitelijke vragen inzake Artikel 100 brief over een
Nederlandse bijdrage aan de UN Multidimensional Integrated Stabilisation
Mission in Mali (MINUSMA), Rijksoverheid, 27 november 2013)

woensdag 20 november 2013

Tweede boek Marco Kroon gepubliceerd

Dinsdag is het boek Danger Close van kapitein Marco Kroon gepubliceerd. Als luitenant leidde hij in 2006 een peloton van het Korps Commandotroepen in Uruzgan. Hun acties behoorden tot de succesvolste uit de Nederlandse krijgsgeschiedenis, maar bleven tot nu toe grotendeels geheim.

De Nederlandse Special Forces in Afghanistan hadden in 2006 één taak: beveiliging van de opbouw van Kamp Holland in Uruzgan. Maar de dreiging van de Taliban was groot. Steeds dieper drong de kleine groep commando’s door in vijandig gebied. Ze werkten hierbij samen met de Australiërs.

Kapitein Marco Kroon met zijn ploeg commando's,
Roosendaal 2007 (foto: Hans de Vreij)

De gebeurtenissen en dialogen in Danger Close zijn gebaseerd op feiten, maar beschreven vanuit de eigen herinnering en interpretatie. De publicatie van het boek komt op een gevoelig moment: kort voor een nieuwe missie van de commando’s, nu in Mali. Wat zegt Danger Close over de methodes en tactieken van de Special Forces?

Terug in Nederland is Marco Kroon wegens zijn acties in Afghanistan gedecoreerd met de Militaire Willems-Orde, de hoogste onderscheiding van ons land. Hierna wachtte hem nog een gevecht: dat tegen zware beschuldigingen van drugs- en wapenhandel. Hoe kwamen deze beschuldigingen tot stand, waarom heeft Marco Kroon zich niet eerder in het openbaar verweerd, en wat bleef er tot nog toe verzwegen?

Mei 2009: Koningin Beatrix slaat Marco Kroon tot Ridder
(foto: Defensie)

Fragment uit Danger Close
We houden halt. Een vreemd gevoel bekruipt me. Onrust, ongemak. Priemende ogen vanuit het donker. Ben ik nog wel alleen? Ik maak me klein en zak op mijn knie. Is hier iemand? Schud mijn hoofd om wakker te worden. Wil opstaan, maar mijn knie zit vast. Ik kijk omlaag. Fuck, het is een mens! Langzaam kijk ik rond. Overal doden, als lage heuveltjes in het veld. Ik trek mijn knie los, sta op en ga verder. ‘Voorwaarts!’

Generaal de Kruif ontvangt eerste exemplaar
De commandant van de Koninklijke Landmacht, luitenant-generaal Mart de Kruif, zal maandag 25 november het eerste exemplaar van Danger Close in ontvangst nemen. Hij zal daarbij ingaan op het belang van boeken van militairen over hun werk en het verhaal van Marco Kroon koppelen aan zijn eigen ervaringen in Afghanistan. De Kruif heeft als Regional Commander South ruim een jaar leiding gegeven aan de zuidelijke sector van de International Security Assistance Force (ISAF).

Titel: Danger Close
Auteur: Marco Kroon
Uitgever: UHB uitgevers
ISBN: 978-90-820036-1-1
Verkoopprijs: 19,95 euro
Verschenen: 19 november 2013
Omvang: 232 pagina’s + 16 pagina’s foto full colour
Formaat: 15,5 cm x 23,5 cm
Uitvoering: paperback

www: www.danger-close.nl
Twitter: www.twitter.com/mkdangerclose

(persbericht, 19 november 2013)

woensdag 17 april 2013

Militairen onderscheiden voor heldhaftig optreden Uruzgan

Acht militairen zijn vandaag onderscheiden voor ‘moedig, kordaat en beleidvol optreden’ in Afghanistan in 2007 en 2009. De gedecoreerden waren betrokken bij acties tijdens vijandelijk vuur of na bomaanslagen. De zes die onder vuur lagen, kregen het Bronzen Kruis, de op twee na hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding. Bij het betreffende vuurgevecht sneuvelde commando Kevin van de Rijdt.

De uitreiking van het eremetaal door minister Jeanine Hennis-Plasschaert vond plaats op de Koninklijke Militaire Academie in Breda.

Bronzen Kruizen, Kruis van Verdienste

De Bronzen Kruizen zijn voor de leden van een gecombineerde eenheid van commando’s en mariniers. Op 6 september 2009 zochten zij tijdens een verkenning te voet naar vijandelijke strijders in de provincie Uruzgan. Even later werden zij plotseling aangevallen met mitrailleurvuur, mortieren, raketwerpers en kleinkaliberwapens.

De Nederlanders trokken zich terug naar een quala, een ommuurde woning, maar voordat Kevin van de Rijdt die bereikte, werd hij getroffen. 6 man besloten hem met gevaar voor eigen leven te halen. Ze vonden Van de Rijdt, gaven hem eerste medische zorg en droegen hem met grote moeite naar het huis. Eenmaal in de helikopter voor gewondenvervoer bleek hij overleden.

Kogelregen
 Kpl. Kevin van de Rijdt
Minister Jeanine Hennis-Plasschaert over de toekenning van de Bronzen Kruizen. “Het oorlogsgeweld is oorverdovend. Dan blijkt ook dat Kevin van de Rijdt er niet bij is. U twijfelt geen seconde en duikt met zijn zessen de kogelregen weer in. Als eenheid hebt u Kevin teruggebracht. U hebt hem niet in de steek gelaten. U hebt gehandeld in het belang van de missie, in het belang van Nederland en in het belang van Kevin en diens nabestaanden. Ik ben trots op u. Ik hoop dat ook u zich trots kunt voelen, ondanks het verdriet om het verlies.”

Heldhaftigheid en stommiteit
Sergeant Rinie van het Korps Mariniers is een van de zes die terugging. “Heldhaftigheid en stommiteit liggen dicht bij elkaar. Onder deze omstandigheden hadden er naast Kevin ook zes man extra kunnen liggen. Toch ben ik terugkijkend vooral trots. Dit bewijst: je bent brothers in arms, je laat elkaar niet achter.”

Kruizen van Verdienste
De twee Kruizen van Verdienste waren voor het optreden van voor korporaal der 1e klasse buiten dienst Jaap en sergeant der mariniers Ammie, na twee afzonderlijke bomaanslagen. Op 19 januari 2007 bracht een zelfmoordenaar zijn bomauto tot ontploffing bij de patrouille van korporaal Jaap. twee militairen raakten lichtgewond en vijf zwaar. Op eigen initiatief en bewust van de risico’s, bood de korporaal meerdere keren in open terrein hulp. Hij stuurde geneeskundig personeel aan en zorgde dat de gewonden klaar waren voor evacuatie.

Ter plekke is het chaos
Het 2e Kruis van Verdienste was voor sergeant Ammie van het Korps Mariniers. Op 21 december 2009 schoot hij met zijn eenheid Afghaanse politieagenten te hulp die getroffen zijn door een bermbom. Drie doden en een zwaargewonde tot gevolg. Ter plekke aangekomen is het een chaos, herinnert Ammie zich. “Her en der liggen lichaamsdelen. Ik begin orde op zaken te stellen. We hebben laten zien dat Nederlandse mariniers voor niets terugdeinzen, daar ben ik trots op. Het is een erkenning voor het hele peloton.”

Toespraak minister van Defensie bij de uitreiking Dapperheidsonderscheidingen

(ministerie van Defensie, 17 april 2013)

maandag 4 maart 2013

89-jarige oud-commando krijgt alsnog onderscheidingen

De 89-jarige oud-commando Herman Gobetz heeft gisteren met terugwerkende kracht zeven onderscheidingen ontvangen. Hij kreeg ze voor krijgsverrichtingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Commandant van het Korps Commandotroepen kolonel Jan Swillens speldde hem de versierselen op in Zuid-Afrika.

Herman Gobetz bij de uitreiking van de medailles. Links kolonel Swillens.
Foto: Defensie
De onderscheidingen waren kort na de oorlog al toegekend aan het enige nog levende lid van de eerste lichting commando’s, maar vanwege zijn vertrek naar Zuid-Afrika nooit uitgereikt. Dat gold voor het in 1950 toegekende Oorlogsherinneringskruis en de “Gesp voor Bijzondere Krijgsverrichtingen  Arnhem – Nijmegen – Walcheren 1944”. Ook nooit overhandigd waren de volgende Engelse campagnemedailles:

- de 1939-1945 Star
- de Birma Star
- de French-Germany Star
- de Defense Medal
- de Victory Medal  

Herman Gobetz, 1945. Foto:
Commandostichting
De uitreiking vond plaats op Fort Klapperkop in Pretoria bij het nationaal monument van de South African National Defense Forces, een beeld van een krijger die met zijn persoonlijk wapen ten strijde trekt. Swillens: “Zo’n krijger was Herman Gobetz in 1942 ook. Ik heb hem gisteravond gesproken en hij vertelde zijn verhaal met rappe tong en scherpe geest. Een opmerking wil ik u niet onthouden: ‘Ik was getraind als een commando, dat heeft me op de been gehouden."

Rechtvaardigheidsgevoel
Op 13-jarige leeftijd emigreerde Herman Gobetz in 1937 met zijn ouders van Amsterdam naar Zuid Afrika. Hoewel hij vrijgesteld was van militaire dienst, gaf hij in 1942 gevolg aan de oproep te vechten tegen de Duitsers. Zijn Joodse achtergrond en rechtvaardigheidsgevoel waren hiervoor de reden. Hij  hoorde over een nieuw op te richten eenheid, de groene baretten en volgde in 1942 de commando-opleiding.

Hotel Hartenstein
Op 17 september 1944 landde Gobetz tijdens operatie Market Garden in de buurt van Ede. Hij raakte ingesloten in Oosterbeek in Hotel Hartenstein en leverde strijd met de Duitsers. Gobetz was een van de mannen die de gedropte herbevoorrading probeerde te bemachtigen onder zwaar vijandelijk vuur. Ook schakelde hij een Duitse sluipschutter uit met zijn Tommy Gun. Hij raakte lichtgewond door een schampschot.

De tuin van Hotel Hartenstein, 23 september 1944. Britse para's (waaraan
twaalf Nederlandse commando's incl. Gobetz waren toegevoegd) gebruiken
parachutes om het droppen van voorraden te vergemakkelijken. 

Foto: Imperial War Museum

Na 9 dagen werd Gobetz krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar een krijgsgevangenenkamp in Dresden. Na een mislukte ontsnappingspoging wist hij samen met 2 andere commando’s definitief te ontsnappen op 22 april 1945.

(ministerie van Defensie, 4 maart 2013)

woensdag 14 november 2012

Boek Marco Kroon: 'Leiderschap onder vuur'


Op 22 november 2012 verschijnt Leiderschap onder vuur van Kapitein Marco Kroon, drager van de Militaire Willems-Orde. Voor het eerst deelt hij zijn inzichten en gedachten over leiderschap, en spreekt hij zich uit over zijn ervaringen in het veld.

Het boek bevat in de praktijk beproefde lessen die voor iedereen, als leider en als mens, toepasbaar kunnen zijn. In Leiderschap onder vuur deelt Neêrlands enige Ridder in actieve dienst zijn persoonlijke ervaringen, verhalen en ideeën.

De eerste nacht van Operatie Chitag, waarin zijn peloton zich in de Chora-vallei omsingeld zag door een vijandelijke overmacht, loopt als een rode draad door het boek. Leiderschap onder vuur is geschreven vanuit de militaire praktijk. Het staat dan ook vol beeldende beschrijvingen uit het veld.

Het boek beschrijft de morele dilemma’s waarvoor Marco Kroon zich als leider zag gesteld, toont hem van een kwetsbare kant die slechts weinigen van hem kennen, en geeft onder meer een verklaring voor zijn standvastigheid tijdens het proces dat het Openbaar Ministerie kort na zijn ridderslag tegen hem aanspande.

Lt. Kroon tijdens patrouille in Uruzgan

Het boek is geïllustreerd met 16 pagina’s uniek en persoonlijk fotomateriaal. Leiderschap onder vuur bevat een voorwoord van luitenant-generaal Mart de Kruif, Commandant Landstrijdkrachten, en een bijdrage van generaal buiten dienst Peter van Uhm.

Titel: Leiderschap onder vuur
Auteur: Marco Kroon
Uitgever: UHB uitgevers
Prijs: Euro 18,95
ISBN 9789082003604
176 Pagina’s inclusief full colour foto’s
Uitvoering: Hardcover met omslag
Website

(bron: 13 Mechbrig, Oirschot) Leiderschap onder vuur

Marco Kroon, Leiderschap Onder vuur, UHB, ISBN 978 90 820036 0 4 (€ 18,95)


Kapitein Marco Kroon is drager van de Militaire Willems-Orde. Hij kreeg deze onderscheiding voor moed, beleid en trouw als commandant van een peloton van het Korps Commandotroepen in Afghanistan. In Leiderschap onder vuur deelt Marco Kroon voor het eerst zijn persoonlijke ideeën en overtuigingen. Beschrijvingen van zijn gevechtservaring geven het kader voor zijn leiderslessen.


De langste nacht

‘These mist covered mountains
Are a home now for me
But my home is the lowlands
And always will be’

Uit: Brothers In Arms, Dire Straits (1985)

Het was 12 juli 2006, de laatste opdracht voor ons Viper-peloton in de Chora-vallei, Afghanistan. Ons doel: het creëren van freedom of movement. Maandenlang hadden we samen met het AUSSAS-peloton, onze Australische collega’s, verkenningen uitgevoerd en High Value Targets gelokaliseerd. Waar zat de vijand, met hoeveel en hoe sterk was ze? Het terrein was bergachtig, met begroeiing langs de beken. Muurtjes, trappetjes, huisjes en hutjes waren opgetrokken uit dezelfde klei waarop we stonden; het was een Efteling-gebied zonder sprookjes. We kenden dit terrein minder goed dan onze tegenstanders. Bij al onze operaties gingen we steeds voorzichtig voorwaarts, van dorp naar dorp, tot we op de vijand stuitten. Of beter gezegd, zij op ons, want we waren niet uit op contact. Zodra we werden aangevallen was het zaak om zo snel en zo goed mogelijk het gevecht af te breken, veilig terug te keren naar kamp en onze bevindingen aan het hoger echelon te rapporteren.

Deze operatie, Operatie Chitag, zou anders zijn. Als een speerpunt zouden we door de vijandelijke linies trekken, kinetisch erin gaan. De volgende ochtend haalde een grotere groep ons dan in een soort rupsbeweging in. We gingen op de vijand af. Gevechtcontact was zeker.

De operatie was zorgvuldig voorbereid, de juiste nacht was uitgekozen. Hoe goed alles ook leek te zijn doorgenomen, een ding wisten we niet: of we met z’n allen zouden terugkomen. De mannen beseften dat. Kort voor vertrek keken we naar een compilatie van beelden uit eerder missies en luisterden we naar Brothers in Arms, van Dire Straits. Het was een afscheid. Freedom of movement creëren was weliswaar ons doel, maar zonder woorden stelden we ons er nog een: thuiskomen. We keken elkaar in de ogen, drukten elkaars hand. Toen, zwijgend, liepen we naar de auto’s.

Kapitein Marco Kroon met zijn Uruzgan-ploeg, Roosendaal 2009
(foto Hans de Vreij)

Het dorp Chora, the white compound, was ons verzamelpunt. We kenden deze plek goed, want het was al vaker bevochten. Vanuit hier zouden we vertrekken. Ons einddoel lag vervolgens nog twintig kilometer dieper in vijandelijk gebied. We zaten tegen de avondschemer en wachtten tot het nacht werd. Iedereen rustte uit voor de actie en ging slapen op de klei. Mij lukte het niet. De adrenaline pompte te hard en steeds weer ging ik in mijn hoofd na of ik aan alles had gedacht en alle risico’s had afgedekt. Een groot deel van mijn denken bestond uit piekeren. Was de beslissing juist om te voet te gaan? Waren de voorraden goed verdeeld, was het terrein afdoende ingeprent? Het was per slot van rekening onbekend guerrillaterrein. Om mijn gedachten stop te zetten, stond ik op en maakte nog één keer een foto van de slapende mannen.

(Boekenkrant 10, november 2012, p. 14)

vrijdag 13 juli 2012

Kippenvelmomenten tijdens commandowisseling KCT

door Leo van Westerhoven

Met het in ontvangst nemen van het Korpsvaandel en na de woorden: “Hierbij aanvaard ik het commando over het Korps Commandotroepen”, is kolonel drs. Jan Swillens degene die vanaf 6 juli 2012 de regie voert over het Korps Commandotroepen (KCT). Dezelfde eenheid die hem als militair heeft gevormd en waar hij zich thuis voelt. Op alle niveaus binnen de krijgsmacht heeft hij met Special Forces (SF) gewerkt. Dit maakt hem de eerste commandant van de SF die ook zelf binnen dit optreden is opgegroeid. Hij volgt kolonel Rob Querido op die sinds 22 januari 2009 de scepter zwaaide over de crème de la crème van de Koninklijke Landmacht (KL) en het nu met pijn in zijn hart verlaat.

Kolonels Querido (links) en Swillens. Foto: Defensie

De plechtigheid op de paradeplaats van de Engelbrecht van Nassaukazerne werd onder meer bijgewoond door Ridder Militaire Willemsorde kapitein Marco Kroon, oud-korpscommandanten en diverse generaals, waaronder Commandant der Landstrijdkrachten (C-LAS) luitenant-generaal Mart de Kruif en de Britse brigadegeneraal Simon Hutchison van het NAVO Special Forces Hoofdkwartier in Belgie. De aanwezigheid van vertegenwoordigers van onder andere de Amerikaanse 10th Special Forces Group in Colorado, de Israëlische krijgsmacht en de Belgische Special Forces Group onderstreepte de opgebouwde onderlinge band als ‘brothers in arms’. Uiteraard ontbrak ook Snedder V, de korpsmascotte, niet op deze dag.

Gedurende de periode dat kolonel Querido het bevel voerde in Roosendaal was er ‘never a dull moment’ in Roosendaal. Er is immers veel bij het Korps gebeurd sinds die commando-overdracht zoals hij met af en toe een hoorbare brok in de keel in zijn toespraak aanhaalde. Hierin benadrukte hij hoe apetrots hij is op de militairen en burgers die werken bij het KCT en sprak zijn dank uit voor hun steun en loyaliteit in de afgelopen drie en half jaar. Een periode met hoogtepunten maar ook dieptepunten. Hij lichte daarmee een tipje van de sluier op van wat er in het Korps gebeurt en omgaat. Iets wat normaal gesproken voor buitenstaanders omgeven wordt door een sluier van mystiek en geheimhouding. Als je geen onderdeel van deze eenheid bent, zie je immers slechts flarden van wat er in deze elite-eenheid gebeurt. Zie je niet meer dan een fractie van het harde werken, slechts details van wat er allemaal moet worden gedaan om speciale operaties uit te voeren en steeds weer tot een goed einde te brengen.

Iedere dag zijn leden van het korps buiten de landsgrenzen ingezet geweest, soms meerdere missies gelijktijdig. Soms waren acties eenmalig, soms langdurig. Voor sommige opdrachten zitten operators van het Korps inmiddels al aan de 18de rotatie. Daarvan zijn over het algemeen alleen de acties in Afghanistan incidenteel in het nieuws gekomen. Daar opereerden de groene baretten vaak samen met Special Forces van het Korps Mariniers in Task Force (TF) 55. Dat leidde tot veel waardering van de politieke en militaire leiding voor de prestaties die de mannen en vrouwen van het KCT op de mat legden. Nog steeds staan elementen van het Korps ieder etmaal paraat om ingezet te worden, overal in de wereld. Het is voorgekomen dat na een telefoontje om 09.00 uur een eenheid om 15.00 uur in het vliegtuig zat. Naast de vele uitgevoerde ernstinzetten waren er ook opdrachten die werden aangelopen, gepland en uiteindelijk op het laatste moment werden afgeblazen, maar allemaal tot in het grootste detail zijn voorbereid.

Kevin van de Rijdt
Dit is weliswaar uitdagend en precies dat waar de mannen en vrouwen van het Korps voor leven, het hebben van de mooiste baan binnen de KL heeft ook een prijs. Hoe goed voorbereid zij ook zijn, en hoe goed getraind zij op pad gaan, toch ligt het onheil altijd op de loer. In de afgelopen jaren heeft ook het Korps de nodige klappen te verwerken gekregen. Zo zijn tijdens trainingen en missies collega’s gewond geraakt, sommige zeer ernstig. Ook heeft het Korps verliezen moeten incasseren. Bij verkeersongevallen in Nederland zijn luitenant Martin van Hulst en korporaal Jeffrey Maks om het leven gekomen. Maar de meeste impact had het sneuvelen van commando korporaal Kevin van de Rijdt, die tijdens een zwaar vuurgevecht op 6 september 2009 in Uruzgan het hoogste offer moest brengen. 


Ook persoonlijk heeft kolonel Querido het nodige voor de kiezen gekregen. In 2010 kreeg hij het bericht dat hij de verwoestende ziekte van Kahler had, een agressieve vorm van bloed- en botkanker. Nierfalen dreigde, beenmerg en bloed waren erg aangetast en de vooruitzichten waren toentertijd verre van hoopgevend. Hij liet zich hierdoor echter niet uit het veld slaan. Opgeven was voor hem geen optie. Door verscheidene chemokuren, stamceltransplantatie en zijn vechtlust heeft hij deze ernstige ziekte weten te verslaan.

Ter nagedachtenis aan hen die in de afgelopen periode het Korps zijn ontvallen werd de ‘last post’ geblazen en een minuut stilte gehouden.

Muzikaal werd de commandowisseling omlijst door de Nederlandse zangeres Vera de Bree. Begeleidt door het orkest van de Koninklijke Luchtmacht bracht zij op bijzonder indrukwekkende wijze ‘The Ballad of the Green Berets’ ten gehore. Dit internationaal bij alle commando’s populaire lied werd oorspronkelijk geschreven en gezongen door wijlen Barry Sadler, een sergeant in het Amerikaanse leger. Het woord “America’s” in de chorus: “Silver wings upon their chest. These are men, America’s best” werd  (eindelijk) uiteraard wel vervangen door “Netherlands best”.

Kolonel Jan Swillens is een zeer bevlogen commandant die diverse operaties in Afghanistan heeft geleid. Het is overigens niet de eerste keer dat hij het vaandel van het KCT heeft vastgehouden. Vers van de Koninklijke Militaire Academie en opleiding tot infanterieofficier kreeg hij immers op 23 februari 1990, samen met lichtingsploeg 89-6, na de elementaire commando-opleiding (ECO) de groene baret uitgereikt. Aansluitend legde hij als jonge tweede luitenant de eed of op hetzelfde vaandel. Dat op 3 man na alle ECO-maten bij de commandowisseling aanwezig waren vanuit heel Nederland en zelfs vanuit Zwitserland bewijst hoe diep die kameraadschap is geworteld. Zelfs na 22 jaar.

Ondanks dat Swillens is opgegroeid binnen het KCT heeft hij ook regelmatig troepen- en staffuncties elders binnen de KL vervuld, om ook daar vakkennis op te doen. Na zijn periode als pelotonscommandant (PC) bij de 104 Waarnemings- en Verkenningscompagnie diende hij als PC bij 48 Pantserinfanteriebataljon en vanaf 1992 bij de dan net nieuw opgerichte 11 Luchtmobiele Brigade (LMB). Bij deze unieke brigade binnen de KL werd hij eerst commandant Heli instructiegroep (HIG) en later commandant van de Charlie “Red Devils” Compagnie van 12 Infanteriebataljon (luchtmobiel) Regiment Van Heutsz. In deze periode voltooide hij tevens in eigen tijd de universitaire studie Arbeids- en Organisatiepsychologie.

Na de plaatsing in 1998 in Den Haag, waar hij de functie van directiesecretaris van de Directie Personeel KL vervulde en de cursus stafdienst volgde keerde hij in 2000 in de rang van majoor terug bij het Korps om de functie van commandant 105 Commandotroepencompagnie te vervullen. Met een deel van de 105 heeft hij vlak na 9/11 in januari 2002 als commandant van het commandodetachement, dat toegevoegd was aan ISAF-1 in Kaboel en omgeving, als eerste Nederlanders voet gezet op Afghaanse bodem.

Na de Hogere Militaire Vorming in 2002/2003 volgde in 2004 een plaatsing bij de afdeling Plannen van de Defensiestaf. Aansluitend doorliep hij in Fort Leavenworth (Kansas, Verenigde Staten) het US Army Command and General Staff College (Strategist Program and Special Forces Track). Na terugkeer in Nederland en bevordering tot luitenant-kolonel werd hij in 2006 Hoofd Sectie G3 Operaties/Oefeningen bij 11 LMB, om vanaf juli 2007 tot en met september 2009 commandant te worden van 12 Infanteriebataljon (Air Assault) Regiment Van Heutsz.

In zijn periode als bataljonscommandant keerde hij in november 2008 met het gros van zijn bataljon terug naar Afghanistan. Tot april 2009 voerde hij daar het bevel over Battle Group VIII in Uruzgan. Bij de overdracht van het commando over de Battle Group ontving hij een tevredenheidbetuiging uit handen van commandant Task Force Uruzgan, brigadegeneraal Tom Middendorp, voor zijn uitstekende en charismatische leiderschap. Later dat jaar werd hij op voordracht van zijn eenheid en zijn commandant voor zijn optreden vereerd met een ‘NATO Meritorious Service Medal’.

Sinds 12 september 2009 was hij in de rang van kolonel als Hoofd Joint Speciale Operaties (HJSO) van Directie Operatiën (DOPS) van de Defensiestaf in Den Haag weer nauw betrokken geweest bij de operationele inzet van het KCT. In de ruim 60 operaties uitgevoerd door TF 55 heeft hij tot in detail kunnen zien wat leden van het Korps op de mat heeft weten te leggen.

In de afgelopen 22 jaar heeft hij van dichtbij kunnen zien en ervaren dat het KCT is getransformeerd van onzichtbaar waarnemen en verkennen uit een put, naar wereldwijde, high-tech full spectrum Special Forces inzet. Maar wat nooit is veranderd zijn de kernwaarden van het KCT en haar korpsgeest. Het is immer dezelfde eenheid gebleven waar mensen werken die voor elkaar door het vuur gaan ongeacht de kleur van de baret. Een eenheid waar vertrouwen de kern vormt van het handelen. Een eenheid ook waarin je pas kunt dienen als operator als je aan de zwaarste eisen voldoet. Waar ze de komende jaren ingezet zullen worden en met welke opdracht, is moeilijk te voorspellen maar dat zal vanzelf duidelijk worden.

In zijn toespraak sprak kolonel Swillens volmondig zijn vertrouwen in zijn mensen uit en benadrukte dat Defensie in de persoon van C-LAS kan rekenen op de ‘inzetbaarheid van het Korps binnen zeer korte tijd, waar ook ter wereld’. Immers een week eerder tijdens de baretuitreiking aan 10 nieuwe aspirant-operators sprak luitenant-generaal De Kruif nog de woorden: “Jullie zijn mijn elite. lk zal geen seconde twijfelen om jullie waar dan ook ter wereld in te zetten als het moet, omdat ik weet dat jullie het kunnen. En dat betekent ook dat jullie de norm zetten voor de rest van de krijgsmacht.” Met de woorden “Nunc aut Nunquam” (Nu of Nooit), het motto van het KCT, sloot Swillens het officiële gedeelte van de commando-overdracht af.

Tijdens de aansluitende receptie werden de families Querido en Swillens in het zonnetje gezet door C-LAS. Kolonel Querido werd o.a. verrast met een prachtige collage over over zijn prestaties tijdens de Alpe d’HuZes waar hij fietste voor lotgenoten met de ziekte van Kahler. Ook plaatsvervangend commandant KCT, luitenant-kolonel Rob Rademaker, bedankte de scheidende korpscommandant namens alle mannen en vrouwen binnen de Engelbrecht van Nassaukazerne voor zijn leiderschap van de afgelopen jaren. Na een toost met ‘Ben Nevis’, een single malt whiskey en tevens korpsdrankje, werd de scheidende korpscommandant om klokslag 16:00 uur met veel machinegeweergeratel en grote knallen op traditionele wijze ‘uitgeschoten’. Hij en zijn echtgenote werd hierbij onder begeleiding van korpsadjudant Ad Koevoet de kazerne uitgezet.

Kolonel Querido is na zijn vertrek bij het KCT aan de slag gegaan bij de Eenheid Bewaking en Beveiliging (EBB) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

(Dutch Defence Press (artikel met veel eigen foto's), 12 juli 2012)