dinsdag 18 december 2012

Kamerbrief: stationering Patriot-raketten in Turkije wordt versneld

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Datum 18 december 2012

Betreft Aanvullende brief ontplooiing Patriot-systemen in Turkije

Met deze brief informeren wij uw Kamer over actuele ontwikkelingen in verband met de voorgenomen ontplooiing van Patriot-eenheden in Turkije. Het kabinet overweegt in verband met die ontwikkelingen de versnelde ontplooiing van delen van de betrokken eenheden. Het kabinet komt met deze brief ook tegemoet aan het verzoek van 11 december jl. van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om aanvullende informatie over alle voor deze inzet relevante aandachtspunten uit het Toetsingskader. Naar aanleiding van het commissieverzoek heeft het kabinet in een eerdere brief (kenmerk DVB/CV-314/12) uiteengezet dat artikel 100 van de Grondwet niet van toepassing is op het besluit Patriots naar Turkije te zenden, maar dat de Kamer niettemin zo volledig mogelijk is geïnformeerd met gebruikmaking van aandachtspunten van het Toetsingskader. Verderop in deze brief staan wij daar nogmaals bij stil.

Actuele ontwikkelingen

Voorbereiding ontplooiing
Duitsland, de Verenigde Staten en Nederland overleggen op dit moment met Turkije over een Memorandum of Understanding. Een site survey team vertrekt deze week naar Turkije en begin januari zal een groep kwartiermakers volgen. De systemen zullen per schip worden getransporteerd en naar verwachting de tweede helft van januari in Turkije arriveren, evenals de betrokken militairen die per vliegtuig zullen reizen.

De inzet van ballistische Scud B-raketten door het Syrische regime op 10 en 11 december jl. is voor het kabinet aanleiding de versnelde ontplooiing van delen van de betrokken eenheden te overwegen. Indien strategisch luchttransport beschikbaar is, zou het mogelijk zijn al vlak na de jaarwisseling een eerste verdedigingscapaciteit in Turkije gereed te hebben. Tot die versnelling kan worden overgegaan, mocht de NAVO daarom vragen. De extra kosten die met de inhuur van strategisch transport zijn gemoeid, staan nog niet vast.

Militaire aspecten
Naar verwachting zullen de Nederlandse Patriot-eenheden nabij Adana, met ongeveer 1,5 miljoen inwoners de grootste stad van de regio, worden gestationeerd ter verdediging tegen ballistische raketten vanuit Syrië. Momenteel is het overleg met Turkije gaande over de steun die het gastland kan leveren op het gebied van onder meer legering, bewaking, beveiliging en bereikbaarheid. Het site survey team onderzoekt dit deze week, waarna nadere afspraken worden gemaakt. De Patriot-systemen worden geplaatst op locaties die zijn aan te merken als overheidsterrein.*


Adana ligt ca. 100 km van de grens met Syrië (HdV) - Google Earth

De twee Patriot–systemen worden in hun organieke samenstelling ingezet. Daarnaast wordt een operationele reserve aan “critical major end items” meegenomen om de ongestoorde inzet van de systemen zoveel mogelijk te waarborgen. Verder worden met Duitsland en de Verenigde Staten afspraken gemaakt over het gezamenlijke gebruik van reservecomponenten.

Politieke aspecten
Het conflict in Syrië tussen rebellen en het regime is intussen ruim twintig maanden aan de gang. Voor een uitgebreide analyse van de politieke ontwikkelingen in het Syrische conflict wordt verwezen naar de brief van 6 december jl. (Kenmerk BZ: 2012.34776). Recente ontwikkelingen, zoals de inname van een aantal legerbases door rebellengroepen en de sluiting van het vliegveld in Damascus, wijzen op de groeiende gevechtscapaciteit van de rebellengroepen. Het regime lijkt steeds minder in staat om aanvallen van rebellen af te slaan en grijpt daarom in toenemende mate naar het luchtwapen.

Opvallend in dit verband zijn de recente uitspraken van de Russische onderminister voor Buitenlandse Zaken over het terreinverlies van het Syrische regime. Deze getuigen van een dalend vertrouwen in het vermogen van het regime om de opstand neer te slaan. Het is niet duidelijk of deze uitspraken duiden op een werkelijke verandering in de Russische opstelling inzake Syrië. Speciaal Vertegenwoordiger van de VN en de Arabische Liga, Lakhdar Brahimi, blijft zich inspannen voor een politieke oplossing en heeft op 6 december jl. overleg gevoerd met Rusland en de VS, waarbij zij bevestigd hebben te zullen blijven streven naar een politieke oplossing op basis van het Genève communiqué. Nederland steunt de inspanningen van de Speciaal Vertegenwoordiger.

Op 12 december 2012 zijn de Friends of the Syrian People, intussen meer dan 130 landen, waaronder Nederland, in Marrakech voor de vierde maal op ministersniveau bijeengeweest. Dit forum van gelijkgezinde landen wil een bijdrage leveren aan een oplossing voor het conflict door de druk op het regime verder op te voeren, de Syrische oppositie (de coalitie) te ondersteunen en de humanitaire noden te helpen lenigen. In Marrakech erkenden de Friends de coalitie als de legitieme vertegenwoordiger van het Syrische volk. België, Luxemburg en Nederland hebben de coalitie uitgenodigd een vertegenwoordiger in Brussel te plaatsen voor contacten met de Benelux-landen. De coalitie heeft een cruciale taak in het voorbereiden van de transitie naar een democratisch Syrië. Ook heeft de Coalitie een coordinatie-eenheid opgezet die de distributie van humanitaire hulp in Syrië kan ondersteunen.

Dreigingsanalyse
De spill-over effecten van het conflict in Syrië worden sterker voelbaar in de regio. Op dit moment is er geen sprake van een acute dreiging tegen Turkije vanuit Syrië. Het regime lijkt niet de intentie te hebben Turkije aan te vallen en het heeft daartoe ook geen activiteiten ontplooid. In Syrië zelf wordt het geweld intussen steeds heviger. Het bewind beperkt zich niet langer tot (artillerie)beschietingen en luchtbombardementen. Op 10 en 11 december jl heeft het voor het eerst ook Scud B-raketten ingezet. Naar het zich laat aanzien zullen de machthebbers de raketten vooralsnog uitsluitend op Syrisch grondgebied inzetten, tegen de gewapende oppositie. In een scenario waarin het gewapende conflict in Syrië overslaat naar het buitenland, zal de Syrische dreiging tegen andere landen, waaronder Turkije, sterk toenemen.

Nederlands defensiepersoneel vormt onder de huidige omstandigheden geen doelwit voor een van de strijdende partijen. De jihadistische netwerken die actief zijn in Syrië (en in het Turkse grensgebied) richten zich op de strijd tegen het Syrische bewind. Bij een verdere verharding van het conflict kan de inzet van chemische wapens door het bewind niet worden uitgesloten. In de loop van de strijd is het bovendien denkbaar dat oppositiegroepen zich toegang verschaffen tot wapendepots, waaronder locaties met chemische strijdmiddelen. Operationeel gezien kunnen deze groepen met deze wapens weinig beginnen, want zij beschikken niet over de kennis en ervaring of de infrastructuur om ze effectief in te zetten. Wel kunnen de wapens dienen als terreurmiddel, waarbij het psychologische effect veel belangrijker is dan het fysieke. Overigens is het Nederlandse personeel goed beschermd tegen de Syrische strijdmiddelen. Het beschikt over een toereikende uitrusting onder chemische, biologische, radiologische en nucleaire omstandigheden.

Procedure
Het kabinet is zich er terdege van bewust dat het besluit om de krijgsmacht in te zetten voor een militaire operatie in het buitenland een grote verantwoordelijkheid met zich brengt. Zorgvuldige besluitvorming en een zo transparant mogelijke informatieverstrekking aan de Kamer hangen nauw met die verantwoordelijkheid samen. Het kabinet hecht zeer aan de conventies en afspraken over de informatievoorziening zoals die de afgelopen twintig jaar bij de uitzending van militairen tot stand zijn gekomen. In de brief over de werking van het Toetsingskader van 9 juli van dit jaar (Kamerstuk 29.521, nr. 191) heeft de regering de belangrijkste aspecten nog eens op een rij gezet. In deze brief lichten wij graag de informatievoorziening toe na het recente regeringsbesluit om Patriots in Turkije te stationeren.

In situaties waarin sprake is van overlappende doelstellingen is de praktijk ontstaan dat de regering de Kamer informeert met gebruikmaking van aandachtspunten van het Toetsingskader.i Het kabinet heeft besloten tot de ontplooiing van de Patriot-systemen in reactie op een verzoek van Turkije in verband met de dreiging van het Syrische conflict. Dit besluit berust niet op artikel 100 van de Grondwet, want het beoogt de bescherming van de bevolking en het grondgebied van NAVO-bondgenoot Turkije. Omdat het kabinet van mening is dat de Patriot-inzet tevens kan bijdragen tot de-escalatie van de crisis langs de zuidoostelijke grenzen van het NAVO-bondgenootschap, wat past in het kader van de handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde, heeft het de Kamer met gebruikmaking van aandachtspunten van het Toetsingskader geïnformeerd. Zowel deze als de eerste brief (van 7 december jl.) moet in dat licht worden bezien. De verstrekte informatie is niet oppervlakkiger of minder zorgvuldig dan die in een artikel 100-brief. De regering streeft naar een zo breed mogelijk politiek draagvlak. Als de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zal het kabinet uw Kamer aanvullend berichten.

De Minister van Buitenlandse Zaken    De Minister van Defensie
Frans Timmermans                              J.A. Hennis-Plasschaert

(Rijksoverheid, 18 december 2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten