woensdag 16 september 2015

Nieuwe tanksamenwerking Duitsland en Nederland

43 Gemechaniseerde Brigade (ca. 3.000 militairen) in Havelte wordt versterkt met een Duits tankbataljon en gaat op haar beurt deel uitmaken van de Eerste Duitse Pantserdivisie. Deze geïntegreerde eenheid is eind 2019 operationeel. Dat hebben minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert en haar Duitse collega Ursula von der Leyen bekendgemaakt. Later dit jaar ondertekenen beide landen de formele samenwerkingsovereenkomst.

Als onderdeel van de samenwerking met Duitsland brengt Nederland zijn 16 resterende tanks in.
Van het Duitse tankbataljon wordt 1 compagnie van zo’n 100 militairen bemand door Nederlands personeel. Die krijgen Bergen-Hohne als nieuwe thuisbasis. De overige onderdelen van 43 Gemechaniseerde Brigade blijven op de huidige locaties gelegerd.

Versterking capaciteiten
Nederland heeft nog 16 Leopard 2A6-tanks. Duitsland moderniseert ze en brengt ze onder in een Duitse pool. Nederland least vervolgens de benodigde 18 tanks.

Nederlandse Leopard 2A6 
Volgens beide ministers draagt deze nieuwe grensverleggende samenwerking bij aan de wens van de NAVO en de EU om de militaire capaciteiten te versterken. Von der Leyen: "Dit project versterkt het militaire vermogen van het bondgenootschap en versterkt ook de onderlinge banden binnen de NAVO."

Voor Nederland is internationale samenwerking een van de pijlers van het defensiebeleid. 4 Jaar geleden stelde Nederland om financiële redenen de tankeenheden buiten gebruik. Sindsdien onderzoekt Defensie de mogelijkheden om de kennis van het optreden met en tegen tanks te behouden. In overleg met Duitsland bleek meer mogelijk: een integratie van eenheden, waarbij Nederland gebruikmaakt van Duitse tanks.

Minister Hennis-Plasschaert: "Na de integratie van 11 Luchtmobiele Brigade in de Duitse Division Schnelle Kräfte is dit opnieuw een baanbrekende stap in de samenwerking met Duitsland. Deze integratie is een grote verbetering van de Europese mogelijkheden om op te treden."

Door de samenwerking beschikken Duitsland en Nederland vanaf 2019 over een volledig geïntegreerde gevechtseenheid met tanks, pantserinfanterie en andere capaciteiten

Beide landen kunnen individueel besluiten over de inzet van hun eigen capaciteiten.

Benelux
Nederland werkt veel met andere landen samen. Zo beginnen de luchtmachten van België en Nederland eind 2016 met de gezamenlijk luchtruimbewaking van de Benelux-landen, mits de parlementen van de 3 landen instemmen met het verdrag hierover dat in maart van dit jaar is gesloten.

(bron: ministerie van Defensie)

dinsdag 15 september 2015

'Kabinet zet versterking van de krijgsmacht voort'

De krijgsmacht krijgt er volgend jaar 220 miljoen euro bij, oplopend naar 345 miljoen in 2020. Het is de vierder keer op rij dat er geld bij komt. Hiermee continueert het kabinet de ingezette opwaartse lijn. De verhoging past in het meerjarig perspectief dat het kabinet voor ogen staat. De aanhoudende conflicten, evenals de structureel hogere eisen die onder meer de Navo in dat verband aan de krijgsmacht stelt, geven hiertoe alle aanleiding. Verder worden in de begroting voor 2016 de mogelijkheden voor de financiering van de inzet van de krijgsmacht in internationale missies verruimd. Het budget wordt daartoe met € 60 miljoen structureel verhoogd. Immers, “onze vrijheid begint bij die van een ander”, zo stelt minister Hennis-Plasschaert.

“Veel Nederlanders maken zich terecht zorgen over de ontwikkeling van de veiligheidssituatie, dichtbij en elders in de wereld. Het kabinet gaat de verantwoordelijkheid hiervoor niet uit de weg,” aldus Hennis. Prioriteit wordt gegeven aan de versterking van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Ook verlegt Defensie de grenzen van de internationale samenwerking, bijvoorbeeld door de samenwerking met Duitsland vergaand te verdiepen. Het investeringsbudget wordt voorts beperkt verhoogd, waarbij geldt dat de ambities moeten aansluiten bij de beschikbare middelen.  

Basisgereedheid versterken
“De afgelopen decennia is een zware wissel getrokken op Defensie. Defensie kan veel aan, maar de hedendaagse ambities en uitdagingen zijn omvangrijk. Daarom komen er meer mensen en materieel beschikbaar ten behoeve van training en opleiding, bijvoorbeeld voor de snelle inzet van operationele eenheden”, aldus de minister. “Met meer reservedelen en munitie kunnen voorraden worden verhoogd. Ook kan met extra onderhoudscapaciteit het materieel sneller worden gerepareerd. Hierdoor wordt de basisgereedheid van de krijgsmacht versterkt.  Dit vergt een meerjarige aanpak, en is een zaak van langere adem”, schrijft de minister in haar beleidsagenda. Met deze maatregelen beoogt het kabinet de komende jaren een bijdrage te leveren aan de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) van de Navo. Doel is om de VJTF medio 2016 operationeel te verklaren.

In februari van dit jaar heeft het kabinet al laten weten dat het maatregelen het treft in het kader van terrorismebestrijding. Zo krijgt de Koninklijke Marechaussee extra capaciteit voor de bewaking en beveiliging van kwetsbare objecten. Verder worden de Dienst Speciale Interventies en de MIVD versterkt.

Internationaal samenwerken
Om de dreigingen en risico’s het hoofd te kunnen blijven bieden, is bovendien verdere verdieping van de defensiesamenwerking noodzakelijk. Duitsland en Nederland zijn voornemens de 43e Gemechaniseerde Brigade in Havelte te integreren in een Duitse pantserdivisie. Daarbij integreert Duitsland een tankbataljon in de Nederlandse brigade en levert Nederland het personeel voor een compagnie van dit Duitse tankbataljon. Als onderdeel van deze samenwerking zal Nederland de laatste zestien resterende Leopard 2A6 tanks inbrengen. Hiermee blijft kennis en expertise over het optreden met en tegen tanks behouden en kunnen de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht worden versterkt. Ook kunnen ontbrekende capaciteiten worden gecompenseerd. Deze geïntegreerde eenheid is eind 2019 operationeel. Ook met andere landen wordt op tal van terreinen intensiever samengewerkt. Eind 2016, na parlementaire instemming van de drie landen, zal de gezamenlijke luchtruimbewaking in Benelux-verband in de drie landen van start gaan.

Vernieuwen in het operationele domein
Defensie investeert in de toekomstbestendigheid van de krijgsmacht. Het gaat om instandhoudingsprogramma’s, vervangingsinvesteringen, het benutten van nieuwe technieken en de aanschaf van nieuw materieel. Het komende jaar ontplooit Defensie initiatieven om kleinschalige innovatie dichtbij de werkvloer aan te jagen, bijvoorbeeld het Innovatiecentrum Air van de luchtmacht. De extra middelen in deze begroting worden voorts gebruikt om de kennisbasis van de krijgsmacht gericht te versterken en om belangrijke investeringen de komende jaren te kunnen uitvoeren.

Voor het komende jaar is budget beschikbaar voor de uitvoering van een aantal investeringen, waarbij Defensie in 2016 een eerste aanbetaling zal doen voor de acht F-35 toestellen die in 2019 worden geleverd.  Ook investeert Defensie in de modernisering van de SMART-L radars aan boord van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten). Verder vult Defensie de slagkracht van de krijgsmacht aan door een investering in diverse kapitale munitiesoorten, waaronder precision guided munition voor de pantserhouwitser, MK-48 torpedo’s voor de onderzeeboten en SM-2 geleide raketten voor de LC-fregatten.

Voor het investeringsbudget geldt dat de ambities moeten aansluiten bij de beschikbare middelen. Dit leidt tot het maken van keuzes. Diverse projecten zijn herschikt. De projecten Vervanging en modernisering Chinook en Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) sluiten beter aan op de verwachte of gewenste realisatie. Projecten waaronder MALE UAV, het licht indirect vurend wapensysteem (LIVS) en de beschermingspakketten van het infanterie gevechtsvoertuig en de Capability Upgrade Elektronische Oorlogsvoering (CUP EOV) worden vertraagd.

Investeren in personeel
Militairen en burgers zijn het belangrijkste kapitaal van Defensie. Defensie en de meerderheid van de centrales van Defensiepersoneel (met uitzondering van de ACOP) bereikten vorige week een voorlopig onderhandelingsresultaat. Er is overeengekomen dat de loonruimte uit het zogenoemde bovensectoraal akkoord van 10 juli jl. ongewijzigd wordt uitgevoerd in de eigen sector. Al het defensiepersoneel krijgt dus in totaal 5,05% loonsverhoging en een eenmalig bedrag van € 500 (bruto).

Defensiekrant over maatregelen
Meer details over de Defensiebegroting staan vandaag in een speciale Defensiekrant (nr. 17, 2015). In de Prinsjesdag-uitgave staat ook een interview met minister Jeanine Hennis-Plasschaert en Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp.

(bron: ministerie van Defensie)

woensdag 9 september 2015

Kamerbrief over 'gedeserteerde' sergeant

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag

Hierbij kom ik tegemoet aan uw verzoek zoals uiteengezet tijdens de regeling van
werkzaamheden op 3 september jl. (kenmerk 2015Z15695). In deze brief geef ik
tevens antwoord op de schriftelijke vragen die de leden Bontes en Van Klaveren
hebben gesteld (kenmerk 2015Z15785).

Casus
Defensie beschikt over aanwijzingen dat een actief dienende militair recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS. Het betreft een 26-jarige sergeant van de Koninklijke Luchtmacht. Het spreekt voor zich dat uitreis en aansluiting bij ISIS onaanvaardbaar is, en bovendien strafbaar. Defensie heeft de militair geschorst, zijn wedde gestopt en zijn toegang tot informatie, systemen en locaties geblokkeerd. De zaak wordt nu onder leiding van het Openbaar Ministerie strafrechtelijk onderzocht.

Betrokkene had uitsluitend de Nederlandse nationaliteit. In het belang van het lopende onderzoek en met het oog op de operationele veiligheid evenals de veiligheid van onze militairen en de familie van betrokkene, kan ik in het openbaar geen verdere mededelingen doen. Dit betekent derhalve dat ik niet nader kan ingaan op zijn uitreis en de ontdekking daarvan, zijn persoonlijke achtergrond en zijn exacte werkzaamheden. Ik vraag daarvoor uw begrip.

Uiteraard onderzoekt Defensie de eventuele schade en de risico’s die samenhangen met de functie van betrokkene. Waar nodig zijn, en worden, maatregelen getroffen. Ook hierover kan ik in het openbaar geen verdere mededelingen doen.

Algemeen
Vooralsnog is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de werving, selectie en screening bij Defensie niet op orde is. De werving en selectie is, zoals bekend, streng. Omdat militairen een vertrouwensfunctie bekleden, ondergaan zij voorafgaand aan hun aanstelling een veiligheidsonderzoek. Periodiek is sprake van hernieuwd veiligheidsonderzoek. (Incident)meldingen worden eveneens onderzocht. In het veiligheidsonderzoek wordt onder andere aandacht besteed aan risico’s op radicalisering. Signalen van collega's, commandanten en de omgeving worden altijd serieus genomen en gevalideerd. Dat geldt ook voor  signalen van (veiligheids)partners binnen en buiten Defensie, nationaal en internationaal.

De MIVD doet tevens onderzoek naar mogelijke radicalisering van individuen binnen de krijgsmacht. Ook geeft de MIVD awareness-briefings aan commandanten en andere defensieonderdelen. Het onderzoek naar radicalisering richt zich op herkenbaar, feitelijk gedrag en feitelijke omstandigheden. Het betreft bijvoorbeeld lidmaatschap van of steun aan radicale organisaties of mensen. Ook leugenachtig gedrag en het verzwijgen van informatie met de bedoeling te misleiden is een teken, net als het reizen naar verdachte locaties en het op onrechtmatige wijze aanschaffen van wapens en uitrusting. Soms ontstaat radicalisering echter in een betrekkelijk isolement. Bij eenlingen blijft het herkenbare gedrag vaak achterwege en is radicalisering lastig te signaleren. Om het onderzoek naar mogelijke radicalisering binnen Defensie niet te bemoeilijken, kan ik u in het openbaar niet nader informeren over aard en aantallen.

Als het gaat om mogelijke radicalisering van individuen binnen de krijgsmacht, is
de MIVD voldoende toegerust. Op 27 februari 2015 heeft het kabinet reeds laten
weten welke maatregelen het ter versterking van de veiligheidsketen treft
(kamerstuk 29 754, nr. 302). Een deel van deze maatregelen betreft de
versterking van de aan contraterrorisme gerelateerde capaciteit van de MIVD.

Tot slot
De waarschijnlijke aansluiting bij ISIS van een actief dienende militair is onaanvaardbaar en een klap in het gezicht van alle collega’s die zich iedere dag opnieuw, onder vaak moeilijke omstandigheden, inzetten voor de vrijheid van een ander.

DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert