Duikers van de Koninklijke Marine gaan vanaf morgenochtend zoeken naar de vermiste opvarenden van de Baltic Ace om de lichamen te bergen. Het schip botste vorige week woensdag op een containerschip en zonk. Het wrak ligt op 40 meter diepte in de Noordzee op 65 kilometer uit de Zeeuwse kust.
De marineduikers worden ingezet voor humanitaire bijstand op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om hun specifieke expertise. De duikers maken onderdeel uit van de zogenoemde salvage en reconstructie eenheid van de Defensie Duikgroep. Deze eenheid is gespecialiseerd in wrakduiken en het uitvoeren van onderwater reparaties aan schepen. Vanaf het Hydrografisch Opnemingsvaartuig Hr.Ms. Luymes zullen de duikers met hoogwaardige zoekapparatuur en de onderwaterrobot het scheepswrak en de omgeving in kaart brengen. Daarna zullen de duikers in het wrak zoeken. Twee medewerkers van het Landelijk Team Forensische Opsporing van de politie varen mee voor de identificatie van de slachtoffers.
De Baltic Ace zonk woensdagavond 5 december binnen enkele minuten na een aanvaring met het containerschip Corvus-J, die slechts lichtbeschadigd raakte. Van de 24 opvarenden werden er dertien gered. Onder meer dankzij de inzet van de twee marineschepen Friesland en Groningen en een reddingshelikopter van defensie. Ook werden vijf lichamen geborgen. De zes vermiste opvarenden werden vorige week maandag officieel dood verklaard.
De Defensie Duikgroep ondersteunt regelmatig civiele autoriteiten. Zowel bij het opsporen van bewijsvoering in strafrechtelijke zaken voor justitie, als bij calamiteiten. Maar ook voor havenbescherming wordt de eenheid ingezet. Zo voert de DDG standaard een preventief bommenonderzoek uit bij staatsbezoeken, nationale evenementen en havenbezoeken van buitenlandse oorlogsschepen.
(ministerie van Defensie, 17 december 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten