dinsdag 11 september 2012

Minister Rosenthal bijgepraat over antipiraterij-operaties Marine

Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal heeft maandag een bezoek gebracht aan de marine in Den Helder. Hij werd er bijgepraat over de lopende operaties, met name die tegen de piraterij rond Somalië. De bewindsman bezocht ook een van de nieuwe Ocean-going Patrol Vessels en het amfibisch transportschip Hr. Ms. Johan de Witt. Op dat laatste schip had hij via een videoverbinding contact met commandeur Ben Bekkering die momenteel in de buurt van Somalië vanaf Hr. Ms. Rotterdam de leiding heeft over de antipiraterij-operatie van de NAVO, 'Ocean Shield'. Verder bezocht de minister de onderzeeboot Hr. Ms. Dolfijn waar hij uitleg kreeg over de rol die de Nederlandse onderzeeboten bij de strijd tegen de piraterij spelen. Op de Dolfijn vond ook onderstaand vraaggesprek plaats.

U heeft een briefing gekregen van en een gesprek gevoerd met de Nederlandse commandant van de NAVO-operatie Ocean Shield over hoe het daar gaat met de anti-piraterij. Wat was daarin nieuw voor u?

Videoconferentie met
commandeur Ben Bekkering
Wat nieuw voor mij is geweest waren zijn mededelingen over hoe die piraten een bepaalde strategie hebben waar wij dan steeds heel snel op moeten reageren en ook op moeten anticiperen.  De commandant, de heer Bekkering, had het ook over  -in zekere zin-  een kat-en-muis-spel. Nou drukt hij dat nogal negatief uit in zekere zin, want als ik hoor hoe de NAVO-operatie Ocean Shield nu onder zijn commando opereert dan is dat is dat indrukwekkend. En je ziet dat de dreiging kleiner wordt. We moeten er heel alert op zijn, dat zei hij ook, maar de doeltreffendheid waarmee wordt opgetreden is bepaald indrukwekkend.

Heeft zo'n direct contact meerwaarde, want u kunt natuurlijk ook even met het ministerie van Defensie bellen en vragen "leg eens uit hoe het zit?" 

Gesprek op de Johan de Witt
Ik heb natuurlijk van mijn collega Hans Hillen en ook als ik praat met de hoogmogenden op het departement op het Plein (het ministerie van Defensie, hdv) hoor ik natuurlijk ook veel dingen. Maar toch maakt het verschil of je met een commandant ter plekke praat. Ik heb hier in Den Helder ook gesproken met een aantal mensen die daar de afgelopen maanden daadwerkelijk dienst hebben gedaan. Dan krijg je er een gevoel bij van waar het echt om gaat. Dan is het in zekere zin er dichterbij zitten om te kunnen zeggen: je proeft de sfeer. Dat is bepalend om een goed oordeel te kunnen hebben.

Over sfeer proeven gesproken, heeft u iets gemerkt van onrust onder militairen in verband met de verkiezingen en het feit dat nogal wat partijprogramma's een forse ingreep in de defensiebegroting voorstaan? 

Ik heb begrepen dat er een zekere onrust is. Die begrijp ik ook. Tegelijkertijd is het zo dat - en dan moet ik een andere pet opzetten, die van VVD-politicus - dan moet en mag ik zeggen dat als je kijkt naar het verkiezingsprogramma van de VVD dan staat daar expliciet in dat wij geen verdere bezuinigingen op Defensie mogelijk achten.  Dat geldt voor Defensie in zijn totaliteit. Als wij het over Defensie hebben we het - in de goede volgorde - over de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee. Hoe de onderlinge verhoudingen liggen, dat is dan een tweede.

Maar er is bijvoorbeeld een partij die er expliciet voor pleit de hele Onderzeedienst af te schaffen. 

Ik ga niet in dat soort zaken treden. Waar ik nu even naar kijk is wat er wat centen betreft aan de orde is. Dan zie ik dat er een partij is die 1,4 miljard wil bezuinigen, een andere 1 miljard, weer een andere een half miljard, weer eentje honderd miljoen. Mijn partij zegt: het is noodzakelijk om geen verdere bezuinigingen op Defensie te hebben.

Merkt u als minister van Buitenlandse Zaken dat bondgenoten met enige zorg naar Nederland kijken?

In algemene zin gesproken ben ik de afgelopen twee jaar in NAVO-verband bezig geweest, steeds in samenwerking met collega Hillen. Daar is volstrekt duidelijk dat er zorgen zijn, meer in het algemeen, over het aandeel van de Europese  landen in de NAVO-inspanningen. Dat kan ik mij bij voorbeeld uit Amerikaans perspectief goed voorstellen. Dan kijk je naar de percentages van het eigen nationaal product die voor defensie worden ingezet.

Minister Rosenthal en de Commandant Zeestrijdkrachten,
Vice-Admiraal Borsboom in de onderzeeboot Hr. Ms. Dolfijn

Dan krijg je de discussie: 'de Europeanen rijden gratis mee', de free riders

Ja dat krijg je dan, en dan ga je vervolgens kijken naar wat te doen en dan ben ik zelf zeer gesteld op het punt dat door de Secretaris-Generaal van de NAVO Rasmussen aan de orde is gesteld, namelijk het idee van Smart Defence. Daarbij gaat het niet alleen om bezuinigen maar zeker ook om grotere doeltreffendheid. De samenwerking die in toenemende mate op gang is gekomen tussen de krijgsmachten van verschillende landen is inderdaad een wenkend perspectief. Het doet mij ook zeer veel deugd dat ik hier in Den Helder nog eens even van doen heb gekregen - voor mij pure winst om even tot mij te laten doordringen -  met de vergaande samenwerking die er nu is tussen de Nederlandse en Belgische marine. Dat zie ik tot en met het vlagvertoon, waar ik een Belgische vlag op een schip zie hangen omdat het een Belgisch marineschip is dat hier is aangemeerd. Als ik dan ook hoor dat wij vanuit Nederland, juist vanuit de marine, een streepje voor hebben met de kwaliteit die wij internationaal inzetten - dat geldt eigenlijk voor de de hele Nederlandse krijgsmacht. En als ik dan ook hoor over de voorsprong die wij op een aantal punten als het gaat om het opleiden van marinepersoneel, dan is er in die samenwerking ook veel winst te boeken.



(Defensie weblog, 11 september 2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten