zondag 30 juni 2013

Maandag einde missie Kunduz

Op maandag 1 juli komt de Politietrainingsmissie in de Afghaanse provincie Kunduz met een kleine ceremonie officieel ten einde. De laatste Afghaanse leerlingen krijgen dan hun certificaat en er wordt direct begonnen met het inpakken van het materieel. De missie begon in juni 2011 en er zijn 545 man voor uitgezonden.

De afgelopen week arriveerden ongeveer 100 militairen in Afghanistan die de afbouw van de missie gaan regelen. Zij gaan de spullen inpakken en vervoeren naar Mazar-e-Sharif, vanwaar het materieel naar Nederland wordt teruggevlogen.

De terugtrekking van de Nederlandse politietrainingsmissie uit Kunduz zal naar het zich laat aanzien al op 1 oktober zijn afgerond. Dat is dan een maand sneller dan gepland.

Sinds de missie begon hebben circa 850 Afghaanse agenten en onderofficieren in het noordelijke Kunduz een basis- of aanvullende opleiding gevolgd. De opleiding wordt na 1 juli voortgezet door Afghaanse trainers.

Met het vertrek uit Kunduz komt nog geen einde aan de Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan. Vier F-16's met 120 man personeel blijven tot eind 2014 gestationeerd in Mazar-e-Sharif. Ook bij de EUPOL-missie en op diverse hoofdkwartieren blijven Nederlanders actief.

De terugtocht uit Kunduz stond oorspronkelijk gepland voor medio volgend jaar. Maar de Duitsers - die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de Nederlanders - vertrekken eerder dan verwacht uit de noordelijke provincie. Daarop besloot het kabinet de missie voortijdig te beëindigen.

De NAVO zet de missie na 2014 voort. Die richt zich op het opleiden van Afghaanse veiligheidskrachten, ondersteuning en advies. De missie gaat naar verluidt minimaal 12.000 manschappen tellen.

Begin deze maand kwam naar buiten dat Nederland, als het besluit om mee te gaan doen aan de nieuwe missie, weer onder Duits commando actief wil zijn in Afghanistan. De Duitsers willen 600 tot 800 man leveren.

(Geredigeerd Facebookbericht ministerie van Defensie, 30 juni 2013)

zaterdag 29 juni 2013

Toespraak minister Hennis-Plasschaert op Veteranendag 2013

Majesteit, excellenties, veteranen, aangetreden militairen, dames en heren, jongens en meisjes,

Vandaag, op deze bijzondere dag,eert Nederland zijn veteranen. Nederlandse Veteranendag,
ingesteld in 2005 als persoonlijke wens van Prins Bernhard vanwege zijn bijzondere, warme band met onze veteranen.

En juist vandaag is het 29 juni, de geboortedag van Prins Bernhard.

Dat maakt deze Veteranendag extra bijzonder, evenals de aanwezigheid van onze Koning, die zo
dadelijk het defilé zal afnemen.

Ons land telt 130.000 veteranen.Het zijn mannen en vrouwen die veel hebben meegemaakt, veel
hebben gepresteerd en grote verantwoordelijkheid hebben gedragen.

Niet zelden in situaties van spanning en gevaar. Je moet het maar kunnen!

En juist daarom spreken wij vandaag, op de Nederlandse Veteranendag, ons respect uit
Maatschappelijke erkenning en waardering voor onze militairen en hun inzet, het is voor mij een
belangrijk speerpunt.

Thank you for serving’. In Amerika veel gehoord. Op straat, in winkels, restaurants en waar dan ook. In Nederland is die openlijke waardering lange tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend geweest. Maar we boeken vooruitgang. En ik ben ervan overtuigd dat een dag als vandaag hierbij een belangrijke rol speelt.

Ook ons parlement zet zich hier enorm voor in.Onze volksvertegenwoordigers hebben bijvoorbeeld
hard geknokt voor de totstandkoming van de Veteranenwet. De bijzondere zorgplicht voor veteranen
is nu dan eindelijk wettelijk verankerd.En op dit moment wordt er hard gewerkt aan de verdere
uitwerking van deze wet.

Ik noem bijvoorbeeld:

· een ombudsman speciaal voor veteranen
· De oprichting van één veteranenloket
· De ereschuld waarvan inmiddels het merendeel is uitbetaald

Ook de uitgezonden militairen in werkelijke dienst, komen nu in aanmerking voor de veteranenstatus. En voor het eerst zal ik zo meteen -samen met mevrouw Eijsink, Tweede Kamerlid voor de PvdA, de veteranenspeld uitreiken aan actief dienende militairen. Een mooi moment van zichtbare erkenning én waardering!

Majesteit, geachte aanwezigen,

De aangetreden militairen rechts van ons zijn onlangs teruggekeerd van missies in Burundi, Bosnië, Israël en de Palestijnse gebieden, Kosovo, Afghanistan en Zuid-Soedan.

Graag wil ik vier van hen aan u voorstellen.

Allereerst marinier Smit van de Koninklijke Marine. Marinier Smit,gisteren was u nog op oefening in de heuvels van Engeland, vandaag alweer hier in Den Haag in verband met onder meer uw uitzending naar Afghanistan. Actief dienend bent u zeker! In Kabul werkte u als chauffeur en beveiliger. U bracht specialisten veilig ter plekke zodat ze cruciale apparatuur konden repareren. Of - in uw eigen woorden - u zorgde ervoor dat ‘de jongens en meiden van de missie goed hun werk konden doen’.Cruciale inzet achter de schermen dus. Marinier Smit, Dank daarvoor!

Majoor Both van de Koninklijke Landmacht, u bent uitgezonden geweest naar Zuid-Sudan.
Een land waar de afgelopen dertig jaar alleen maar is gevochten, een land dat vanaf de grond moest worden opgebouwd. Als officier civiel-militaire samenwerking heeft u bijgedragen aan de eerste voorzichtige stappen op weg naar duurzame vrede. Majoor Both, dank aan u! Dank voor uw inzet.

Sergeant Rijnsent van de Koninklijke Luchtmacht, ik heb u vorig jaar mogen ontmoeten tijdens mijn bezoek aan de troepen in Noord-Afghanistan. U heeft als militair verpleegkundige vanuit Masar-e-Sharif de medische evacuaties gecoördineerd.Een cruciale taak want de juiste zorg voor onze
militairen is van groot belang! Ook aan u: Dank voor uw inzet!

En als laatste, adjudant Van der Wal van de Koninklijke Marechaussee Adjudant Van der Wal, als digitaal rechercheur in Afghanistan spoorde u de makers van bermbommen op. In uw eigen woorden: ‘Al kan ik maar één militair- of burgerslachtoffer voorkomen, dan heeft het al zin gehad.’U hebt mét uw team successen geboekt en daadwerkelijk het verschil kunnen maken. Adjudant van der Wal, zeer veel dank!

Dames en heren,

Onze veteranen kunnen hun werk vooral doen dankzij de voortdurende steun van hun thuisfront.Zonder thuisfront, geen inzet! Daarom vraag ik u om met mij nog één keer heel hard te klappen. Een applaus voor de familie, vrienden en collega’s van al onze veteranen!

Zo dadelijk zal ik overgaan tot het uitreiken van de herinneringsmedailles vredesoperaties voor de genoemde missies. Een onderscheiding van de regering ter herinnering aan uw bijzondere inzet namens Nederland in het buitenland. Ik reik deze onderscheiding uit, samen met onze premier, de Commandant der Strijdkrachten en de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht.

Daarna zal ik,zoals gezegd,samen met mevrouw Eijsink, de veteranenspeld uitreiken aan vier veteranen in actieve dienst. Deze vier staan symbool voor de dertigduizend militairen die zich voortaan ook veteraan mogen noemen.

Dames en heren,

Voor u staat een trotse minister. En ik ben de militairen dankbaar voor hun inzet.

(ministerie van Defensie, 29 juni 2013)

Toespraak premier Rutte op Veteranendag

Majesteit, veteranen, dames en heren,

Dit jaar is het precies 150 jaar geleden dat Bronbeek zijn deuren opende als militair tehuis – een historisch feit dat we kunnen beschouwen als een vroege vorm van veteranenbeleid. Voor de invalide oud-militairen die er gingen wonen, betekende de verhuizing naar Bronbeek ongetwijfeld een vooruitgang. Maar naar moderne maatstaven gemeten, leidden zij een uitermate karig bestaan. Beleg op brood was er lange tijd alleen op zondag. Geslapen werd er in die beginperiode op strozakken. En wie zich als nieuwe bewoner bij Bronbeek meldde, leverde aan de poort zijn militaire pensioen in en verruilde dat voor een zeer bescheiden zakgeld, dat niet in guldens maar in dubbeltjes en centen werd uitbetaald.

Zo werden – met de allerbeste bedoelingen – oud-militairen lange tijd op afstand gezet van de samenleving. Een fenomeen waarmee ook veteranen die niet op Bronbeek woonden te maken kregen. Een oud-soldaat en Indië-veteraan formuleerde dat aan het begin van de 20e eeuw als volgt: ‘Er is hier geen werk voor ons. (…) Men wéét niet waarvoor wij geschikt zijn en eigenlijk weet ik dat zelf ook niet.’ Luitenant-kolonel Graafland, aan wie deze hartenkreet was gericht, herkende dit beeld. Zijn waarneming was dat de Nederlandse samenleving niet op veteranen zat te wachten en dat het leger zijn mensen ook bitter weinig vaardigheden meegaf die bruikbaar waren in de burgermaatschappij.

Het oordeel over de juistheid van deze waarneming laat ik graag aan de deskundige militair historici. Maar voor mij staat wel vast dat dat luitenant-kolonel Graafland eenzelfde opmerking in onze tijd niet snel meer zou maken. Nederlandse militairen behoren zonder twijfel tot de best opgeleide en meest professionele ter wereld. Ik heb daar zelf in het afgelopen jaar weer de nodige bewijzen van mogen zien. In Afghanistan sprak ik met de Duitse commandant van ISAF-Noord, generaal Volmer, die mij vertelde mij dat hij op sleutelposities bij voorkeur Nederlandse militairen benoemt. Ik sprak er met de jonge luitenant Wouter Beeks van de genie, die als 24-jarige niet aarzelde om zelfstandig de bouwplannen voor een grote redeployment-faciliteit vergaand aan te passen na de overstroming van een nabij gelegen rivier. En voor de kust van Somalië hoorde ik hoe vanzelfsprekend het is dat de voltallige bemanning van het Nederlandse fregat De Ruyter betrokken is bij de aanhouding van piraten. Ook de koks en ook de technici weten wat er nodig is om deze mensen in te rekenen en op te sluiten volgens de internationale standaarden.

Voor mij is dat wat de Nederlandse militair in onze tijd kenmerkt: een hoge professionele standaard, een grote mate van zelfstandigheid en een ‘can do’ mentaliteit gericht op samenwerking en resultaat. En dat onder hoge druk, in stressvolle omstandigheden en in een onbekende, vaak vijandige omgeving. Het zijn eigenschappen die ook buiten het militaire bedrijf van grote waarde zijn. En voor veel oud-militairen is hun tijd in het leger dan ook een vormende periode geweest en een opstap naar een maatschappelijke carrière. Ik las laatst een uitspraak van een 38-jarige veteraan, nu politieagente, die over haar tijd bij de Marine kortweg zei: ‘Het is een extra opvoeding’ - een mooi compliment aan onze krijgsmacht.

Helaas lag dat voor veel oudere veteranen in hun tijd nog anders. De militairen die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog werden uitgezonden naar het toenmalige Nederlands-Indië, Korea en Nieuw-Guinea waren lang niet altijd goed opgeleid en voorbereid. De compleet vreemde taal en cultuur, het tropische klimaat, het gevaar en de ontberingen – het kwam voor velen als een complete verrassing en een grote schok. En bij terugkeer, in de kring van familie, vrienden en collega’s, was er nauwelijks aandacht voor alle verhalen. De harde werkelijkheid is dat veel veteranen in het verleden hun verdriet en moeilijke herinneringen in stilte hebben moeten dragen en verwerken.

Maar gelukkig is ook dat veranderd. Veteranen worden in onze huidige samenleving herkend en erkend. Uw talenten en ervaring worden gezien, Uw verhalen worden gehoord. En uw persoonlijke pijn wordt gedeeld. Veteranendag is hierin het jaarlijkse hoogtepunt, als dag van ontmoeting. Tussen maten van vroeger. Tussen oude en jonge veteranen. En tussen veteranen en samenleving. Een dag ook van vriendschap, dankbaarheid en betrokkenheid. Veteranendag is feitelijk pas negen edities jong, maar nu al niet meer weg te denken uit ons collectieve bewustzijn. Dat zegt eigenlijk alles over het grote verschil tussen de maatschappelijke rol van veteranen nu en ten tijde van de opening van Bronbeek als militair tehuis in 1863.

Maar één ding is in al die tijd niet veranderd, en dat is de warme, persoonlijke band tussen de Nederlandse veteranen en het Huis van Oranje. Majesteit, uw betovergrootvader Willem III, stond persoonlijk aan de wieg van de stichting van Bronbeek. Uw grootvader, Prins Bernhard, was, is en blijft de veteraan der veteranen. En met uw aanwezigheid hier in de Ridderzaal geeft u de duidelijke boodschap af dat u als Koning de traditie van verbondenheid met onze veteranen wilt voortzetten. Ik weet zeker dat ik namens al die veteranen mag zeggen: zeer veel dank daarvoor.

Dames en heren,

De soldaat die ruim een eeuw geleden zijn hart uitstortte bij luitenant-kolonel Graafland zou zijn ogen en oren niet geloven als hij er vandaag bij kon zijn. Zoveel enthousiasme en betrokkenheid, zoveel publieke aandacht en waardering - daarvan kon deze man alleen maar dromen. Zijn werkelijkheid was er een van afstand en gebrek aan erkenning. De veteranen van nu staan midden in de samenleving en horen daar ook thuis. Hun inzet voor vrede en veiligheid en hun bijdrage aan onze samenleving verdienen onze dank en ons respect. Het is goed en belangrijk dat we daar één keer per jaar, op Veteranendag, speciaal bij stilstaan.

Ik wens u, alle veteranen in Den Haag en daarbuiten en iedereen in Nederland een fantastisch mooie Veteranendag toe. En als u straks ook naar het Malieveld gaat: tot ziens.

Dank u wel.

(Rijksoverheid, 29 juni 2013)

woensdag 26 juni 2013

'ScanEagle' nu ook in gebruik bij de Landmacht

Het onbemande toestel ScanEagle is vanaf vandaag ook in Nederland operationeel inzetbaar voor Defensie. Na een testperiode heeft de Defensie Materieelorganisatie het vliegtuigje kunnen overdragen aan de Koninklijke Landmacht. Het toestel maakte vandaag de eerste officiële vluchten bij Vliegveld Deelen.

De ScanEagle is een zogenoemd tactisch UAS (Unmanned Aerial System). Het onbemande vliegtuig vervangt de Sperwer die tot 2011 dienst deed. Het systeem is een belangrijke aanvulling op de mogelijkheden om informatie te verzamelen.

ScanEagle en katapult. foto: Defensie


Morderner
De nu operationeel inzetbare ScanEagle is moderner dan de versie die wordt ingezet voor de antipiraterijmissie voor de kust van Somalië. De nieuwe exemplaren verzenden informatie digitaal in plaats van analoog. In totaal worden 6 nieuwe ScanEagles aangeschaft.

Flexibiliteit
Onbemande vliegtuigen zijn sinds 1998 in gebruik binnen de krijgsmacht. Ze zijn in staat om videobeelden door te zenden naar militaire eenheden, die hierdoor sneller en beter kunnen reageren op veranderende situaties. Dit geeft ze vooral in een vijandige omgeving meer flexibiliteit en een voorsprong op de tegenstander.

Civiele autoriteiten
Behalve de inzet in militaire operaties zijn onbemande vliegtuigen ook een waardevolle aanvulling voor de civiele autoriteiten. Zo werden in het verleden regelmatig vliegtuigjes van het systeem Raven ingezet om toezicht te houden of om bij te dragen in strafrechtelijke onderzoeken zoals de opsporing van hennepplantages.

Onbewapend
De Nederlandse krijgsmacht heeft uitsluitend de beschikking over onbewapende onbemande vliegtuigen. In militaire operaties zijn ze succesvol ingezet in Afghanistan en bij de NAVO-antipiraterijmissie Ocean Shield.

(ministerie van Defensie, 26 juni 2013)

(Nota bene: de NOS meldt dat de ScanEagle voorlopig niet daadwerkelijk kan worden ingezet. Omdat het toestel een hoogte van ruim 4 kilometer kan bereiken kan het een gevaar vormen voor de burgerluchtvaart. Vreemd dat dit probleem niet is 'gedeconflicteerd' vóór de officiële presentatie aan de pers! HdV)

Peter ter Velde ‏@Peettv
Scan Eagle kan voorlopig nog niet in Nederland worden ingezet. Toestel vliegt daarvoor te hoog; luchtruim te druk.

dinsdag 25 juni 2013

Hoofdlijnen toekomstnota naar Kamer

Om inzicht te geven in de voortgang van de Nota over de toekomst van de Krijgsmacht, heeft minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over de hoofdlijnen van deze nota. Die vormt het kader voor de concrete maatregelen die zij vóór de begrotingsbehandeling in de nota presenteert.

In de brief aan de Kamer staat dat de krijgsmacht, gelet op de aanhoudend onzekere veiligheidssituatie in de wereld, onverminderd van groot belang blijft. Ook wordt gemeld dat Nederland in de toekomst een krijgsmacht nodig heeft, die inzetbaar is op alle geweldsniveaus en voor alle strategische functies.

De minister schrijft dat twee uitgangspunten ten grondslag liggen aan de Nota over de toekomst van de Krijgsmacht. Ten eerste moet de Nederlandse krijgsmacht, ook in de toekomst, zo goed mogelijk omgaan met diffuse dreigingen en risico's. Ten tweede moet de krijgsmacht niet alleen nu, maar ook op langere termijn betaalbaar zijn. Beide uitgangspunten worden met elkaar verenigd door zowel in operationeel als in financieel opzicht te streven naar duurzaamheid.

Vervanging F-16
De vervanging van de F-16 vraagt volgens Hennis om een zorgvuldige afweging. Het nieuwe jachtvliegtuig, dat weer zo’n veertig jaar dienst moet doen, is namelijk tevens van invloed op het politieke handelingsvermogen van toekomstige regeringen. De vervanging van de F-16 gaat in elk geval niet ten koste van andere capaciteiten van de krijgsmacht. Besloten is de vervanging volledig uit te voeren. Dit gebeurt binnen het, reeds door de vorige minister van Defensie, gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro (uit te geven in een tijdsbestek van meer dan tien jaar) en het exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Van verdringing binnen het defensiebudget, of een verhoging van het totale budget, is geen sprake.

Geen eenvoudige boodschap
Hoewel Defensie bij bezuinigingen in dit Regeerakkoord is ontzien, wordt zij wel geraakt. Denk aan het Lenteakkoord, de BTW-verhoging, rijksbrede taakstellingen en interne herschikkingen. Het vergt ingrepen die oplopen tot 333 miljoen euro per jaar in 2018. De Nota over de toekomst van de krijgsmacht gaat in op de benodigde maatregelen om deze problemen aan te pakken.

Minister Hennis zegt verder dat “het geen eenvoudige boodschap is.” Zij beseft dat er opnieuw een beroep wordt gedaan op het geduld en de loyaliteit van de defensiemedewerkers, militair en burger. “De inzet is een krijgsmacht die in zowel operationeel als financieel opzicht duurzaam is. Robuust, relevant en betaalbaar. Dit is ons aller belang."

Kamerbrief: Hoofdlijnen

(ministerie van Defensie, 25 juni 2013)

Email Commandant Zeestrijdkrachten over nieuwste Kamerbrief Defensie

Aan: Extern geplaatsten van CZSK
Van: C-ZSK Vice-admiraal Matthieu Borsboom

Geachte extern geplaatsten van het Commando Zeestrijdkrachten,

Vandaag krijgt u wederom een moeilijke boodschap te horen over de financiële status van onze krijgsmacht. Een boodschap die ongetwijfeld aanleiding geeft tot onzekerheid. In deze mail wil ik kort toelichten waar het om gaat.

Zoals u weet wordt gewerkt aan de ‘Nota over de toekomst van de Krijgsmacht’. Uit diverse strategische monitoren blijkt dat de veiligheidssituatie in de wereld zich nog steeds kenmerkt door onzekerheid. Gelet op deze aanhoudende onzekerheid blijft de krijgsmacht onverminderd van groot belang voor Nederland.

De krijgsmacht van de toekomst bouwt voort op bestaande basis- en nichecapaciteiten. Basiscapaciteiten zijn capaciteiten waar de krijgsmacht niet zonder kan of die nodig zijn voor specifieke, wettelijke taken. Gevechtseenheden, zoals fregatten, jachtvliegtuigen en infanterie vormen de harde kern van die basiscapaciteiten. Nichecapaciteiten zijn schaarse capaciteiten waarover een beperkt aantal landen in de EU en de NAVO beschikt.

In de Nota wordt zorgvuldig bepaald wat we nodig hebben én wat we kunnen betalen. Daarbij moeten we zorgen voor een operationeel en financieel duurzame krijgsmacht. Leidend daarbij is dat de behoefte van Defensie in overeenstemming wordt gebracht met wat zij zich kan veroorloven. De Minister van Defensie is vastbesloten om de financiële huishouding structureel op orde te brengen.

Vandaag om 16.00 uur gaat een brief naar de Tweede Kamer, waarin wordt gesproken over de hoofdlijnen, die het kader vormen voor de concrete maatregelen die dit najaar in de Nota worden gepresenteerd. Het kabinet kiest in de opzet van de Nota voor een krachtige en internationaal inpasbare krijgsmacht, inzetbaar op alle geweldsniveaus, en voor alle strategische functies. Alleen met een optimale mix van militaire capaciteiten kun je immers onvoorspelbare risico's en bedreigingen het hoofd bieden.

In de Nota staat grofweg de agenda voor de inrichting van de krijgsmachtdelen. Voor het Commando Zeestrijdkrachten is daarbij de Marinestudie uit 2005 nog steeds actueel en de richting waarin CZSK zich ontwikkelt, blijft op hoofdlijnen dan ook ongewijzigd. Belangrijke elementen hiervan zijn de integratie van vloot en mariniers en het dicht(er) bij land opereren.

De vervanging van de F-16 vraagt om een zorgvuldige afweging. Het nieuwe jachtvliegtuig, dat weer zo’n veertig jaar dienst moet doen, is namelijk tevens van invloed op het politieke handelingsvermogen van toekomstige regeringen. De vervanging van de F-16 zal in ieder geval niet ten koste gaan van andere capaciteiten van de krijgsmacht. Besloten is om de vervanging volledig uit te voeren binnen het, reeds door de vorige minister van Defensie, gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro (uit te geven in een tijdsbestek van meer dan tien jaar) en het exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Van verdringing binnen het defensiebudget, of een verhoging van het totale budget, is aldus geen sprake. Met andere woorden: de aanschaf van de nieuwe toestellen, evenals de exploitatie daarvan, passen binnen de daartoe beschikbare middelen op de huidige defensiebegroting.

Daarnaast geldt dat hoewel Defensie bij de bezuinigingen in dit Regeerakkoord is ontzien, deze wel wordt geraakt. Denk aan het Lenteakkoord, de Btw-verhoging, rijksbrede taakstellingen en interne herschikkingen. Er zijn daarom ingrepen nodig die oplopen tot een structurele besparing van 333 miljoen euro per jaar vanaf 2018.

In de nog te verschijnen ‘Nota over de Toekomst van de krijgsmacht’ zal de minister nader ingaan op de maatregelen die nodig zijn om deze ingrepen te verwezenlijken. Duidelijk is dat de gevolgen hiervan bij alle defensieonderdelen merkbaar zullen zijn.

De concrete maatregelen die nodig zijn om de ingrepen te verwezenlijken, worden pas voor de Begrotingsbehandeling Defensie bekend gesteld. Dit gebeurt naar verwachting in het najaar.

Ik besef me terdege dat ik wederom een beroep moet doen op uw loyaliteit. Het is een moeilijke boodschap, helemaal na de Marinedagen en de Saamhorigheidsdag waarbij ik wederom heb gezien dat het personeel van de Koninklijke Marine een groot gevoel van binding en betrokkenheid kent. Ik ga ervan uit dat deze saamhorigheid ons ook de komende periode op een vaste koers houdt.

Vice-admiraal Matthieu Borsboom
Commandant Zeestrijdkrachten

Kamerbrief: voortgang nota over de toekomst van de krijgsmacht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
(ongedateerd, geen referentienr.)

Inleiding

Het regeerakkoord 'Bruggen slaan' van oktober 2012 maakt gewag van een nota over de toekomst van de krijgsmacht. Mede namens de betrokken ministers hebben wij reeds, en bij herhaling, gemeld dat de nota in ieder geval voorafgaand aan de behandeling van de defensiebegroting 2014 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. De Tweede Kamer heeft aangegeven er prijs op te stellen om op de hoogte te worden gehouden van de voortgang van de nota. In aanloop naar de begroting voor 2014, en nu de Internationale Veiligheidsstrategie (IVS) is verschenen, hechten wij eraan om de kaders van de nota, op hoofdlijnen, alvast nader te duiden.

Vertrekpunt

Het vertrekpunt van de nota over de toekomst van de krijgsmacht is de veiligheidsanalyse die berust op de uitkomsten van de interdepartementale Strategische Monitor. Deze monitor is, zoals bekend, het vervolg op het project Verkenningen uit 2010 en ligt tevens ten grondslag aan de Internationale Veiligheidsstrategie (IVS) van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Strategie Nationale Veiligheid (SNV) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het spreekt vanzelf dat de nota goed aansluit bij genoemde documenten.

De strategische omgeving

De wereld is in beweging door verschuivende geopolitieke en economische machtsverhoudingen. Sterker nog, de belangrijkste constante in de internationale verhoudingen laat zich samenvatten onder de noemer ‘onzekerheid’. En die onzekerheid gaat gepaard met afnemende stabiliteit, plots opdoemende crises en nieuwe bronnen van internationale spanning. Tegelijkertijd staat, mede vanwege de economische en financiële crisis, de cohesie van internationale veiligheidsinstituties onder druk.

Tegen de achtergrond van die verschuivende mondiale machtsverhoudingen richten de Verenigde Staten zich meer dan voorheen op Azië. Europa, en daarmee Nederland, zal zijn belangen in toenemende mate zelfstandig moeten behartigen. Dichtbij en ver weg. Een actieve inzet voor wereldwijde stabiliteit en internationale solidariteit kan overigens als een welbegrepen eigenbelang worden beschouwd. Onze vrijheid, veiligheid en welvaart beginnen en eindigen immers niet bij de eigen landsgrenzen of de buitengrenzen van de Europese Unie.

De proliferatie van hoogwaardige civiele en militaire technologie naar niet-westerse staten en niet-statelijke actoren is en blijft een bron van grote zorg. Het betreft onder meer mobiele luchtafweer, maritieme systemen, cybercapaciteiten en ballistische wapens. Verder hebben de ervaringen in het verleden ons geleerd dat het geweldsniveau in conflicten moeilijk te voorspellen is. Of het nu gaat om preventie, afschrikking, interventie, stabilisatie of (weder)opbouw, de praktijk wijst keer op keer uit dat uitgezonden eenheden robuust moeten zijn en over voldoende escalatiedominantie moeten beschikken om de politieke en militaire doelstellingen te kunnen realiseren.

Duidelijk is dat Nederland niet in staat is om op eigen kracht zijn veiligheid te garanderen. Ons veiligheidsbeleid krijgt dan ook in belangrijke mate gestalte in bilateraal verband evenals in internationale organisaties zoals de NAVO, de EU en de VN. De verdeling van lasten en risico's tussen de lidstaten, evenals de betrouwbaarheid van lidstaten, is uiteraard essentieel voor de geloofwaardigheid en slagvaardigheid van deze organisaties. De behoeften van de NAVO en de EU zijn daarom een belangrijke toetssteen voor de inrichting van de krijgsmacht.

Feit is dat Nederland, als open samenleving, sterk afhankelijk is van de wereld om zich heen. Dit vraagt om een alerte houding. Enerzijds om kansen te grijpen als deze zich voordoen. Anderzijds om te kunnen handelen als risico's, nationaal en internationaal, zich ontpoppen tot bedreigingen voor onze vrijheid, veiligheid en welvaart.

Militaire inzet

Voor militaire inzet bestaat geen standaardrecept. Het is de diversiteit aan belangen, strategische functies, typen missies, specifieke operationele omstandigheden en risico’s die vanuit militair perspectief bepalen welke combinatie van capaciteiten nodig is. Dit geldt net zo goed voor interventies en stabilisatieoperaties als voor preventieve en post conflict activiteiten in vredesoperaties. De operationele en politieke risico's zijn immers groot en de maatschappelijke eisen ten aanzien van de bescherming van de bevolking en het voorkomen van slachtoffers en ongewenste nevenschade hoog. De beoogde effecten moeten zo precies mogelijk worden bereikt.

De huidige samenstelling van de krijgsmacht weerspiegelt dit besef. En ook in de toekomst heeft Nederland zo’n krijgsmacht nodig, inzetbaar op alle geweldsniveaus en voor alle strategische functies. Hierbij heeft de, met succes uitgewerkte, 3D-benadering (Defence, Diplomacy and Development) onze volle aandacht.

Voorts is het van belang om op te merken dat de krijgsmacht doorlopend, met bijna een derde van de militaire capaciteit, wordt ingezet ter ondersteuning en aanvulling van de Nederlandse civiele autoriteiten, en dus voor onze nationale veiligheid.

Uitgangspunten nota

Er liggen twee uitgangspunten ten grondslag aan de nota over de toekomst van de krijgsmacht. Ten eerste moet de Nederlandse krijgsmacht, ook in de toekomst, zo goed mogelijk kunnen omgaan met diffuse dreigingen en risico's. De combinatie van basis- en nichecapaciteiten waarover zij thans beschikt, vormt een solide basis om op voort te bouwen. Basiscapaciteiten zijn capaciteiten waar de krijgsmacht niet zonder kan en/of die nodig zijn voor specifieke, wettelijke taken. Gevechtseenheden - zoals fregatten, jachtvliegtuigen en infanterie - vormen de harde kern van die basiscapaciteiten. Nichecapaciteiten zijn schaarse capaciteiten waarover een beperkt aantal landen beschikt. Ten tweede moet de krijgsmacht betaalbaar zijn, nu en op de langere termijn. Beide uitgangspunten worden met elkaar verenigd door zowel in operationeel als in financieel opzicht te streven naar duurzaamheid.

Bovenstaande leidt grofweg tot de volgende agenda voor de inrichting van de krijgsmachtdelen. Voor het Commando Zeestrijdkrachten is de Marinestudie uit 2005 nog steeds actueel en de richting waarin CZSK zich ontwikkelt blijft op hoofdlijnen dan ook ongewijzigd. Belangrijke elementen hiervan zijn de integratie van vloot en Mariniers en het dicht(er)bij land opereren. Voor het Commando Landstrijdkrachten geldt dat de ontwikkeling tot een modulair opgebouwde organisatie de leidraad blijft. Eenheden worden per missie op maat samengesteld en beschikken over command and control capaciteiten om genetwerkt te kunnen optreden in zowel internationale als nationale verbanden. Net als de andere commando's is ook het Commando Luchtstrijdkrachten een onmisbaar onderdeel van de krijgsmacht. De luchttransportcapaciteiten zijn in toenemende mate internationaal ingebed en de helikopters worden terecht bestempeld als de werkpaarden voor de gehele krijgsmacht. Ook de F-16 heeft zijn waarde voor de krijgsmacht in interventie- en stabilisatieoperaties ondubbelzinnig bewezen. Defensie zal nog zo’n tien jaar met de F-16 blijven vliegen. Het toestel is echter wel aan vervanging toe omdat het zowel technisch als operationeel verouderd raakt. Er is dan ook sprake van een toename van technische mankementen en we worden op indringende wijze geconfronteerd met de opmars van moderne en mobiele luchtafweer. Een afnemende inzetbaarheid is hiervan het gevolg. Bij de taakuitvoering van het Commando Koninklijke Marechaussee is het van belang dat technologische ontwikkelingen verder worden benut.

In de nota over de toekomst van de krijgsmacht zal vanzelfsprekend duidelijkheid worden gecreëerd over de inzetbaarheid van de krijgsmachtdelen vanaf 2014, zowel nationaal als internationaal.

Financiële huishouding

Om ook op langere termijn over een betaalbare en militair relevante krijgsmacht te kunnen beschikken, is het van het grootste belang de financiële huishouding van Defensie structureel op orde te brengen. Dit dwingt tot een heroverweging van basis- en nichecapaciteiten. Een werkelijk duurzame inrichting veronderstelt voorts inzicht in alle relevante uitgaven. Defensie werkt daar hard aan en zal deze inspanningen ook de komende jaren onverminderd voortzetten. Naast algemene uitgavenposten - zoals pensioenen, wachtgelden en vastgoed - moeten ook de levensduurkosten van de verschillende wapensystemen duidelijk zijn. Voor de nota over de toekomst van de krijgsmacht is een sjabloon opgesteld, waarbij per wapensysteem zowel de investerings- als de exploitatiekosten worden beschreven. De financiële onderbouwing van de nota, door middel van sjablonen, zal geen eenmalige exercitie zijn. Het inzicht in de totale uitgaven (investeringen en exploitatie) per wapensysteem, gedurende de hele levenscyclus, zal de komende jaren verder worden opgebouwd.

De financiële huishouding structureel op orde brengen, vergt ook een oplossing van problematiek die zich in het heden aandient. Conform het regeerakkoord is het beschikbare defensiebudget hierbij het uitgangspunt. Bij het opstellen van de nota kampt Defensie met een financiële problematiek oplopend naar € 333 miljoen in 2018 (structureel). Dit betreft ook de verwerking van de taakstelling van het huidige regeerakkoord van € 48 miljoen (op apparaatsuitgaven). Daarnaast hebben zich in de afgelopen maanden enkele risico’s gematerialiseerd waarvoor structurele maatregelen noodzakelijk worden geacht. Het betreft overige - en interne defensieproblematiek, bestaande uit (onder meer) achterstallig onderhoud, vastgoed en energiekosten evenals tekorten in de materiële exploitatie van de wapensystemen. De problematiek van € 333 miljoen in 2018 wordt opgelost binnen de defensiebegroting, waarvan de actuele stand van de voorjaarsnota hieronder is weergegeven.

In de nota over de toekomst van de krijgsmacht zullen wij (onder meer) de maatregelen schetsen om de geschetste financiële problematiek aan te pakken. De gevolgen daarvan zullen voor alle defensieonderdelen merkbaar zijn. Ook de vervanging van de F-16 vraagt om een zorgvuldige afweging. Het nieuwe jachtvliegtuig, dat weer zo’n veertig jaar dienst moet doen, is namelijk tevens van invloed op het politieke handelingsvermogen van toekomstige regeringen. De vervanging van de F-16 zal in ieder geval niet ten koste gaan van andere capaciteiten van de krijgsmacht. Besloten is om de vervanging volledig uit te voeren binnen het, reeds door de vorige minister van Defensie, gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro (uit te geven in een tijdsbestek van meer dan tien jaar) en het exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Van verdringing binnen het defensiebudget, of een verhoging van het totale budget, is aldus geen sprake. De aanschaf van nieuwe toestellen evenals de exploitatie daarvan moet, met andere woorden, passen binnen de daartoe beschikbare middelen op de huidige defensiebegroting.

Deze benadering, waarbij de behoefte van Defensie in overeenstemming wordt gebracht met wat zij zich kan veroorloven, onderstreept wederom dat Defensie vastbesloten is de financiële huishouding structureel op orde te brengen.


Tot slot

Zoals bekend werkt Defensie momenteel aan de voltooiing van de maatregelen uit de beleidsbrief van 2011. Die maatregelen behelzen aanzienlijke ombuigingen en de reductie van een groot aantal functies. Dit heeft een forse impact op het defensiepersoneel en de organisatie als geheel. Zij verdienen dan ook duidelijkheid om verder te kunnen bouwen aan een krijgsmacht die in zowel operationeel als financieel opzicht duurzaam is.

Met het oog op de ervaringen van de afgelopen twee decennia, in het licht van de internationale ontwikkelingen en gegeven de financiële werkelijkheid, acht dit kabinet het van belang om in te zetten op een realistische oriëntatie.

De kaders in deze brief zijn de richtsnoeren voor de nota over de toekomst van de krijgsmacht evenals de concrete maatregelen die daarin worden gepresenteerd. De Algemene Rekenkamer zal aan uw Kamer rapporteren over de validatie van de nota en de financiële onderbouwing daarvan. Wij herhalen onze toezegging om de nota in ieder geval voorafgaand aan de behandeling van de defensiebegroting 2014 aan de Tweede Kamer toe te sturen.




DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert                       DE MINISTER VAN FINANCIËN        
                                                                J.R.V.A. Dijsselbloem                                                  

maandag 24 juni 2013

Sail Den Helder en Marinedagen trekken 330.000 bezoekers

Met een drukbezochte laatste dag van Sail Den Helder/Marinedagen is het 4 dagen durende maritieme festijn in de Marinestad tot een prachtig einde gekomen. Zo’n 160.000 mensen wisten vandaag onder, soms een voorzichtig zonnetje, de havens van Den Helder te vinden. In totaal trok het gecombineerde maritieme evenement meer dan 330.000 liefhebbers.

Woelige baren
NH90 helikopter +
LCF fregat (foto Marine)
De organisatie spreekt van ‘een overweldigende belangstelling, gezien de overvloedige regenval van de afgelopen dagen.’  Vanaf donderdag konden belangstellenden genieten van indrukwekkende oude zeilschepen, moderne marineschepen en tal van demonstraties. Hoewel verschillend van karakter, was de achterliggende gedachte van Sail Den Helder en de Marinedagen gelijk: mensen tonen hoe het leven op zee was en is en wat het leven en werken op de woelige baren zo mooi maakt.

Onbetwist hoogtepunt van Sail Den Helder/Marinedagen vormde het bezoek van Koning Willem-Alexander op donderdag. De vorst nam op de rede van Den Helder de vlootschouw af en landde even later ‘amfibisch’ in de marinehaven. Hier werd hij enthousiast begroet door ongeveer 30.000 marinemensen en oudgedienden die hier, met de koning, Saamhorigheidsdag vierden. Een daverend optreden van DJ Quintino op het achterdek van Zr. Ms. Zeeland vormde het sluitstuk van deze grootste marinereünie ooit.

Overvloedige regen
De vrijdag viel vervolgens volledig in het water en ook gisteren daalde de regen overvloedig neer op de dappere doorzetters die hoe dan ook naar de havens van de Marinestad waren gekomen. Ondanks het weer genoten zij van de (historische) vaartuigen en de demonstraties op het land, op het water en daarboven. Helikopters van het type NH90 en Chinook maakten indruk, net als de razendsnelle bootjes, de zogenoemde FRISC’s. De amfibische landing, met rookpotten en gecamoufleerde aanstormende mariniers, vond een enkeling soms zelfs erg dichtbij komen.

Geweldige sfeer
Buiten de marinehaven vergaapten mensen zich aan nog meer oude zeilschepen en smulden zij, net als de bezoekende bemanningen, van optredens en van de geweldige sfeer die in de stad hing. Het spektakel kwam tot een passend einde met een Sail Out, waarbij de eerste tall ships weer het ruime sop kozen. Ondanks het mindere weer kijkt de organisatie van Sail Den Helder en de Marinedagen terug op een zeer geslaagd en indrukwekkend festijn.

(ministerie van Defensie, 24 juni 2013)

vrijdag 21 juni 2013

Veilige wereld, veilig Nederland - nieuwe veiligheidsstrategie

Persbericht ministerraad
21 juni 2013

‘De dreigingen van vandaag trekken zich weinig aan van grenzen of dijken. Interne en externe veiligheid zijn niet meer van elkaar te scheiden. Wat in de wereld om ons heen gebeurt, raakt direct aan onze eigen veiligheid en onze welvaart.’ Dit staat in de internationale veiligheidsstrategie, getiteld Veilige Wereld, Veilig Nederland, die minister Timmermans van Buitenlandse Zaken aan de Kamer heeft gezonden, mede namens de ministers van Defensie, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid & Justitie, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het is de eerste overkoepelende internationale veiligheidsstrategie in Nederland. Het kabinet heeft de strategie geformuleerd met het oog op de grote en snelle veranderingen in de mondiale verhoudingen, zowel in economisch als in politiek opzicht. Bovendien vindt het kabinet het noodzakelijk de belangen en prioriteiten op veiligheidsgebied goed vast te stellen, juist in tijden van bezuinigingen.

Het kabinet onderscheidt drie strategische belangen in het internationale veiligheidsbeleid: verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, een goed functionerende internationale rechtsorde en economische veiligheid. Bruggen slaan is ook als het om onze internationale veiligheid gaat het devies van het kabinet. ‘Veiligheid is niet vanzelfsprekend,’ aldus minister Timmermans. ‘Het vergt een continue investering en een actieve internationale inzet om een veilige wereld en daarmee een veilig Nederland zeker te stellen. We moeten daar hard aan werken. Samen met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.’

De financiële krapte dwingt volgens het kabinet tot een slimmere inzet van beperkte middelen. Met het oog op onze veiligheid en onze welvaart kiest het kabinet voor de volgende accenten in het buitenlands- en veiligheidsbeleid: meer Europese verantwoordelijkheid, meer focus op instabiele regio’s in de buurt van Europa, preventie, ontwapening en wapenbeheersing, gebundelde inzet van diplomatie, krijgsmacht, handel en ontwikkelingssamenwerking, en samenwerking met de private sector.

RVD, 21.06.2013

Volledig rapport: http://t.co/Z4jxgXEXiR

woensdag 19 juni 2013

Onderzeeboot oefent torpedoschieten op collega’s

Het doel met opzet missen. Als je met torpedo’s op je eigen schepen schiet, is dat toegestaan. Onderzeeboot Zr. Ms. Dolfijn van de Koninklijke Marine richtte dit weekend in de Baltische Zee bij Zweden haar pijlen op het fregat Zr. Ms. Evertsen en torpedowerkschip Zr. Ms. Mercuur. Dit gebeurde tijdens een zogenoemde torpedo firing exercise met echte torpedo’s, maar zonder explosieve lading.

Zwaarste kaliber
De onderzeebootbemanning schoot tijdens de internationale oefening BALTOPS met 3 Mark 48-torpedo’s. Deze draadgeleide torpedo is het zwaarste kaliber wapen dat Defensie heeft. De torpedo kan worden bijgestuurd met de draadgeleiding. Dat was ook nu nodig omdat de doelschepen er alles aan deden de oefening zo moeilijk mogelijk te maken.


Oefentorpedo Mark 48 wordt geladen. Foto: Defensie

De Dolfijn opende als eerste de aanval op de Evertsen. Omdat het om een oefening ging, werd met opzet ver onder het doel gemikt. Verder ging alles precies zoals onder echte gevechtsomstandigheden. In de commandocentrale van de Dolfijn werd het doelwit in het vizier gebracht met sonarapparatuur en de periscoop.

Opwaartse druk
Een flinke drukgolf in de onderzeeboot maakte duidelijk dat de torpedo was gelanceerd. Torpedo’s worden in het echt niet tegen, maar onder het doel tot ontploffing gebracht. De opwaartse druk zorgt er dan voor dat een schip doormidden breekt.

Lanceerbuis
Terwijl de commandant, luitenant-ter-zee der eerste klasse Pim Hol, het commando tot vuren gaf, vulden militairen in de wapenkamer, een dek lager, de lanceerbuizen met 2 nieuwe torpedo’s voor een gelijktijdig schot op de Evertsen en de Mercuur.

Brandstof op
Omdat de torpedo’s niet ontploften, stopten ze pas toen de brandstof op was. Vervolgens kwam de 6 meter lange torpedo met zijn rode neus aan het oppervlakte drijven. Eenmaal aan boord genomen van de Mercuur werden de afvuurgegevens uit de torpedo gelezen. Terug in Den Helder worden ze bij het Marinebedrijf gereedgemaakt voor een volgende lancering.

Opnameapparatuur
Bij oefentorpedo’s is de explosieve lading namelijk vervangen door opnameapparatuur. Hiermee wordt bepaald of de aanval succesvol was. Ook is het belangrijk lesmateriaal. Op basis van deze data worden in Nederland bij het Maritime Warfare Centre bestaande tactieken tegen het licht gehouden en eventueel verbeterd. Ook wordt de informatie gedeeld met partnerlanden die dezelfde torpedo gebruiken, zoals Canada en de Verenigde Staten.

(ministerie van Defensie, 19 juni 2013)
(Op de website van Defensie treft u een video bij de bericht aan, HdV)

dinsdag 18 juni 2013

Marine onderschept ruim duizend kilo cocaïne

Een drugsbestrijdingsoperatie van de Koninklijke Marine in het Caribisch Gebied resulteerde afgelopen week in een drugsvangst van ruim 1.000 kg cocaïne. De harddrugs werden aangetroffen aan boord van een verdachte go-fast. De inbeslaggenomen drugs en drie opvarenden zijn overgedragen aan de Amerikaanse kustwacht.

Zr.Ms. Holland (foto: Marine)

Patrouillevliegtuigen van de Amerikaanse kustwacht en de Amerikaanse ‘Customs and Border Protection’ detecteerden woensdagnacht een verdachte go-fast op de Caribische Zee. Hierop kreeg het marineschip Zr.Ms. Holland opdracht om het vaartuig te onderscheppen en onderzoeken. Gealarmeerd door de patrouillevliegtuigen probeerde de go-fast er met hoge snelheid vandoor te gaan, terwijl de bemanning balen drugs overboord zette in een poging het belastende materiaal te vernietigen. Na een korte achtervolging wist de Holland het verdachte vaartuig tot stoppen te dwingen en werd de driekoppige bemanning aangehouden.

Na de aanhouding zocht de bemanning van het marineschip ’s nachts met zoeklichten en nachtzichtapparatuur naar de balen drugs. Ook de volgende dag werd nog gezocht. In totaal werden 20 balen met een gewicht van 688 kg uit het water gehaald. Een drugstest wees uit dat het om cocaïne ging. De totale lading van de go-fast bedroeg vermoedelijk meer dan 1.000 kg. De bemanning en de drugs zijn overgedragen aan de Amerikaanse kustwacht. De drugsboot is door de marine tot zinken gebracht, omdat deze een gevaar vormde voor de scheepvaart.

Baal cocaïne wordt uit het water gevist. Foto: Marine

Zr.Ms. Holland is één van de vier nieuwe patrouilleschepen, de zogenoemde ‘Oceangoing Patrol Vessels’ (OPV’s) van de Koninklijke Marine. Sinds de inzet van de patrouilleschepen in het Caribisch Gebied begin 2013 is dit de vierde succesvolle actie op het gebied van drugsbestrijding.

(ministerie van Defensie, 18 juni 2013)

maandag 17 juni 2013

Russisch spionageschip bekijkt Nederlandse marineschepen

Boeiende foto tegengekomen. Genomen vanaf het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Evertsen. Locatie: ten noorden van Noorwegen. Datum: onbekend.

De Evertsen is bezig spullen over te brengen naar de onderzeeboot Zr.Ms. Dolfijn. Op de achtergrond een Russisch spionageschip, zo te zien van de 'Vishnaya'-klasse. Waarschijnlijk gaat het om de SSV-169 Tavriya.

Dit ELINT/SIGINT schip hoeft helemaal niet zo dichtbij de Nederlandse schepen te zijn om zijn werk te kunnen doen; het is een stukje vlagvertoon, net zoals de Nederlandse aanwezigheid in dit gebied dat is. (HdV)


Zr.Ms. Evertsen, Zr.Ms. Dolfijn en Russisch schip. Foto: Marine

Marinedagen en Sail Den Helder klaar voor de start

Van 20 tot en met 23 juni vinden in Den Helder de Marinedagen plaats, samen met Sail Den Helder. Authentieke tall ships en moderne marineschepen liggen gezamenlijk aan de kade. Zij vertegenwoordigen de historie van de marine, maar ook de hedendaagse innovatieve vloot. Het publiek kan zich opmaken voor een weekend vol internationale schepen, maritieme demonstraties en muziek.

Marine: 525 jaar innovatief
Het thema van de Marinedagen is ‘525 jaar innovatief’, geheel in lijn met het jubileumjaar. Het jaar 2013 staat voor de marine namelijk in het teken van 525 jaar georganiseerde Zeemacht in Nederland. De marine besteedt in 2013 aandacht aan al haar taken, met een accent op 525 jaar innovatie. De marine is door de eeuwen heen een aanjager gebleken van innovaties. Dit geldt nadrukkelijk op het gebied van scheepsbouw, en de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën voor beeldopbouw en communicatie. Maar ook op het gebied van militaire strategieontwikkeling en  samenwerking is de marine vernieuwend geweest en nog altijd vernieuwend bezig.  Gedurende het hele jaar staat de marine samen met haar partners stil bij dit jubileum. Het hoogtepunt van dit 525-jaar zijn de Marinedagen en Sail Den Helder.

Marinedagen / Sail 2013
Met een uitgebreid programma verwelkomen de deelnemende schepen en eenheden tijdens de Marinedagen/Sail op  21, 22 en 23 juni in Den Helder duizenden bezoekers. De deelnemers staan verspreid binnen een viertal clusters op de marinehaven:  Nationale Taken, Internationale Missies, Kennis & Innovatie en Maritieme Instandhouding & Ondersteuning. Demonstraties te land, ter zee en in de lucht laten  de duizenden bezoekers van de Marinedagen zien hoe de marine, samen met haar partners, op innovatieve wijze opereert. Ver weg en dicht bij huis. Het veilig tot ontploffing brengen van een zeemijn, een amfibische landing van het Korps Mariniers en antipiraterijdemonstraties zijn slechts een kleine greep uit de te bewonderen demonstraties. Aan alle leeftijdsgroepen is gedacht, dus ook kinderen en jongeren hoeven zich tijdens de Marinedagen niet te vervelen.

Saamhorigheidsdag met de Koning
De aftrap van de Marinedagen 2013 wordt op bijzondere wijze genomen. Donderdag 20 juni opent de marine namelijk overdag haar deuren voor al het huidige en voormalige marinepersoneel. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de marine  al het personeel, oud en nieuw, tegelijkertijd uitnodigt voor een reünie.   Al ca. 30.000 marinemannen en –vrouwen hebben zich aangemeld voor deze bijzondere dag, waarin het personeel centraal staat.

De speciale gast op deze dag is Zijne Majesteit de Koning Willem Alexander, die zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine heeft vervuld. Op spectaculaire wijze wordt de Koning ‘s middags ontvangen, waarna ook hij zijn oude dienstmaten weer zal ontmoeten.

Scholendag
Woensdag 19 juni staat in het teken van scholieren. Zoals gebruikelijk zullen verschillende scholen de marine bezoeken, om daar kennis te maken met de technische kant van de organisatie. Op het Marinebedrijf, het technische hart van het krijgsmachtdeel, kunnen zij het grote scheepsdok bezoeken en zelf aan de slag met uitdagingen op het gebied van techniek en innovatie.

Programma
Het Marinedagen/Sail Den Helder-terrein is op vrijdag en zaterdag van 10:00 tot 23:00 uur open en op zondag van 10:00 tot 18:00 uur. De donderdag is slechts een klein deel van de Nieuwe Haven geopend voor publiek, deze besloten dag is bedoeld voor huidig en voormalig marinepersoneel.

Zie ook: http://www.defensie.nl/marinedagen

(ministerie van Defensie, 17 juni 2013)

zaterdag 15 juni 2013

'De Nederlandse bomen worden alweer gekapt'

Hoe is het nu in Uruzgan? De ervaren oorlogsverslaggever Joeri Boom die de provincie vele malen bezocht in de 'Nederlandse tijd' werkt tegenwoordig als correspondent van NRC Handelsblad in India. Hij keerde terug naar Uruzgan om de balans op te maken. Hij bezocht de provinciehoofdstad Tarin Kowt en Chora (waar in 2007 fel om gevochten is).

Het resulterende artikel in de NRC van zaterdag 15 juni is boeiend en weinig optimistisch. De Taliban lijken in de startblokken te staan om de macht weer over te nemen; van een aantal Nederlandse opbouwprojecten is weinig meer over en de NGO's van het 'Dutch Consortium for Uruzgan' zijn grotendeels voortijdig vertrokken omdat de subsidiekraan dicht ging (doen ze zelf niet aan fondswerving, vraag ik me dan af...).

Grootste probleem lijkt de concurrentie tussen de verschillende stammen waaraan Nederland destijds veel aandacht heeft besteed. Maar de Amerikanen en Australiërs die het werk overnamen hebben dat kennelijk op een laag pitje gezet.

„Je kunt in Uruzgan nog zulke mooie projecten opzetten, maar als niemand voorkomt dat de stammen elkaar in de haren vliegen, is het gedaan met de veiligheid en komt de machine knarsend tot stilstand”, zegt dokter Gul. „Zouden de Nederlanders dat vergeten zijn aan de Amerikanen te vertellen?”

Het artikel van Joeri Boom is voor abonnees online te lezen. Niet-abonnees kunnen voor 1,50 een dagtoegang kopen: www.nrc.nl.

HdV

Belgische bijdrage aan Nederlandse inzet anti-piraterij

Deelname van Defensie aan de EU-operatie EUNAFVOR ATALANTA

De ministerraad gaat akkoord met het voorstel van minister van Landsverdediging Pieter De Crem om van 6 augustus tot 6 december 2013 twaalf militairen in te zetten bij de EU-operatie EUNAFVOR ATALANTA tegen de piraterij in de Hoorn van Afrika.

Tijdens de periode zal een militair deelnemen aan de staf in Northwood (UK). Zes militairen worden ingescheept bij de staf aan boord*. Een vaartuig met vier bemanningsleden en een  verbindingselement zal deelnemen aan de strijd tegen piraterij.

De bemanning wordt ingescheept onder het statuut operationele inzet - beschermingsinzet (Kb 03 – coëfficiënt 3) en de bemanning van het vaartuig bekomt het statuut operationele inzet - actieve gewapende  inzet (Kb 03 – coëfficiënt 5).

(Ministerie van Defensie België, 14 juni 2013)

*aan boord van Zr.Ms. Johan de Witt

vrijdag 14 juni 2013

Kamerbrief over 'Gezamenlijke Verklaring' over humanitaire impact kernwapens

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum 14 juni 2013
Betreft Gezamenlijke verklaring over humanitaire impact van kernwapens

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van uw Kamer, informeer ik u hierbij over de redenen waarom Nederland de zogenaamde ‘Gezamenlijke verklaring over de humanitaire impact van kernwapens’ (in de vraagstelling van de Kamer aangeduid als ‘de verklaring over nucleaire ontwapening’) niet mede heeft ondertekend. Deze verklaring werd tijdens de tweede sessie van het Voorbereidingscomité van de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) in Genève door Zuid- Afrika namens een groep landen gepresenteerd.

Het Nederlandse kernwapenbeleid is gericht op bevordering van ontwapening en non-proliferatie met als uiteindelijk doel een wereld zonder kernwapens. Dit beleid is behalve op overwegingen van veiligheid en stabiliteit mede gebaseerd op het besef dat de gevolgen van een nucleaire explosie voor mens, natuur en milieu desastreus zouden zijn. Het kabinet is van mening dat er meer aandacht nodig is voor dit humanitaire aspect. Mede daarom was Nederland vertegenwoordigd bij de in maart 2013 in Oslo gehouden ‘Conference on the Humanitarian Impact of Nuclear Weapons’ en zal Nederland ook deelnemen aan de vervolgconferentie in Mexico in februari 2014.

Het kabinet kan grote delen van de ‘Gezamenlijke verklaring’ onderschrijven inclusief de constatering dat de enige wijze om te garanderen dat nucleaire wapens niet nogmaals zullen worden gebruikt ligt in hun volledige uitbanning. De inzet van Nederland in de verschillende internationale fora en organisaties is daarop gericht. Deze inzet vindt niet alleen plaats in het kader van de VN en het Non-Proliferatie Verdrag, maar ook binnen de NAVO.

Mede door de inzet van Nederland, zijn verschillende openingen op ontwapening en non-proliferatiegebied opgenomen in de ‘Deterrence and Defence Posture Review’ (DDPR) van de NAVO. Zo is expliciet opgenomen dat de NAVO ernaar streeft de voorwaarden te creëren voor een wereld zonder kernwapens in overeenstemming met de doelstellingen van het Non-Proliferatie Verdrag. Daarnaast roepen de NAVO-bondgenoten de VS en Rusland op om stappen te zetten op het gebied van transparantie en de verdere reductie van hun nucleaire arsenalen.

Het aantal kernwapens binnen de NAVO is sinds het einde van de Koude Oorlog aanzienlijk afgenomen en de inzet van de regering blijft gericht op verdere reducties. Dat laat onverlet dat de NAVO-doctrine nog mede gebaseerd is op nucleaire afschrikking.

De NAVO stelt in de DDPR dat de omstandigheden waaronder gebruik van nucleaire wapens zou kunnen worden overwogen ‘extremely remote’ zijn. Deze formulering sluit echter het gebruik van kernwapens niet onder alle  omstandigheden uit. Een geloofwaardige nucleaire afschrikking is uiteindelijk ook gebaseerd op de erkenning dat inzet a priori niet geheel kan worden uitgesloten, ook al is alles er op gericht dit te vermijden. Deze erkenning is volgens het kabinet in tegenspraak met de tekst van de ‘Gezamenlijke verklaring’ die dit categorisch uitsluit (“It is in the interest of the very survival of humanity that nuclear weapons are never used again, under any circumstances’).

Zoals hierboven gesteld is het kabinet het eens met veel elementen uit de tekst van de ‘Joint Declaration’ en vormen de desastreuze humanitaire gevolgen van een kernexplosie een essentieel onderdeel van het Nederlands streven naar een wereld zonder kernwapens. Anderzijds is het kabinet van mening dat de tekst niet geheel verenigbaar is met de NAVO-doctrine. Alles afwegende heeft het kabinet dan ook uiteindelijk besloten de ‘Gezamenlijke verklaring’ niet mede te ondertekenen. Bij deze moeilijke beslissing heeft een belangrijke rol gespeeld dat onder de overgrote meerderheid van de NAVO-bondgenoten, én onder de Europese leden van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI), geen steun bestond voor het mede-ondertekenen van de ‘Gezamenlijke verklaring’. Van de 28 NAVO-lidstaten hebben 24 landen de verklaring niet ondertekend, van de tien NPDI-landen hebben er acht dat niet gedaan.

Herhaald zij, dat het Nederlandse kernwapenbeleid gericht is op bevordering van ontwapening en non-proliferatie met als uiteindelijk doel een wereld zonder kernwapens. Een beleidsbrief hierover gaat uw Kamer binnenkort toe.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Frans Timmermans

(ministerie van Buitenlandse Zaken, 14 juni 2013)

donderdag 13 juni 2013

Vierhonderd spotters te gast voor Luchtmachtdagen

Vandaag waren vierhonderd spotters te gast op het publieksterrein van de Luchtmachtdagen. De Koninklijke Luchtmacht heeft deze dag in samenwerking met de Spotting Group Volkel (SGVolkel) georganiseerd. De dag voorafgaand aan de Luchtmachtdagen arriveren traditioneel veel deelnemers en worden demonstraties beoefend door de demonstratieteams voor zij tijdens de Luchtmachtdagen op vrijdag 14 en zaterdag 15 juni acte de présence geven.

Oranje F-16 van het Demoteam. Foto: Luchtmacht

De SGVolkel heeft de spotters een kleine bijdrage gevraagd om aanwezig te mogen zijn op het publieksterrein van de vliegbasis Volkel. Deze bijdragen werden vanochtend om 11.00 uur aangeboden aan F-16 demovlieger kapitein Stefan Hutten. Het F-16 demoteam steunt dit seizoen, net als vorig jaar, het Nederlandse Rode Kruis. De gift van de spotters wordt bij de totaalopbrengst gevoegd die in de periode voor kerst in het Glazen Huis in Leeuwarden aan het goede doel wordt geschonken tijdens Serious Request 2013.

Morgen vangen de Luchtmachtdagen aan op vliegbasis Volkel. Het publieksterrein is op vrijdag 14 en zaterdag 15 juni vanaf 8.00 uur geopend voor het publiek. De vliegshow begint op beide dagen om 9.00 uur en eindigt omstreeks 17.00 uur. De toegang is gratis.

Voor meer informatie over de Luchtmachtdagen, zie www.luchtmacht.nl/luchtmachtdagen. Actuele informatie kan tevens worden verkregen via de gratis Luchtmachtdagen-app voor iPhone en Android en via Twitter @Luchtmachtdagen. Op Twitter wordt #LMD13 gebruikt als referentie naar de Luchtmachtdagen.

(Koninklijke Luchtmacht, 13 juni 2013)

woensdag 12 juni 2013

Eerste Tweetup met minister Hennis-Plasschaert

Minister JeanineHennis heeft dinsdag een aantal van haar Defensievolgers tijdens een eerste Tweetup irl (in real life) ontmoet. Ongeveer 50 Defensietwitteraars konden nu eens in meer dan 140 tekens met de minister communiceren. De Twitteraars twitterden er actief op los onder #tudef.

Het animo onder de Twitteraars was groot. Ze waren afkomstig uit de hele organisatie en konden eindelijk nu ook eens irl kennis maken met de minister.

Hennis met 34.261 volgers wordt regelmatig overspoeld met vragen op Twitter, maar zegt geen moment spijt te hebben van haar activiteiten op dit sociale medium. Ze gaat dan ook door met Twitteren. “Toch kan ik niet altijd reageren, omdat ik als minister politieke verantwoordelijkheid heb. Hoe graag ik ook mijn volgers direct wil antwoorden, kan ik dit niet altijd omdat ik met veel vertrouwelijke zaken te maken heb,” aldus Hennis.

Storifyverslag http://sfy.co/gM0W.

(ministerie van Defensie, 12 juni 2013

Veteranen gratis naar concert André Rieu

Nederlandse veteranen kunnen op Nationale Veteranendag, 29 juni, gratis naar het concert van André Rieu op het Vrijthof in Maastricht. De veteranen kunnen zich vandaag vanaf 14.00 uur aanmelden op de site van het Veteraneninstituut, www.veteraneninstituut.nl.

Waardering uitdrukken
Alle Nederlandse veteranen zijn welkom, nog in dienst of niet. Rieu drukt met het aanbieden van de stoelen tijdens het concert zijn waardering uit voor de veteranen en hun wereldwijde inzet voor vrede en veiligheid.

Snel inschrijven
Inschrijven kan als volgt. Scroll op de homepage naar beneden en klik op ‘aanmelden concert André Rieu’. Voor veteranen zijn in totaal 3500 kaarten beschikbaar. Iedere veteraan mag een introducé meenemen. De verwachting is dat er veel belangstelling is voor de gratis kaarten. Aangeraden wordt om zo snel mogelijk in te schrijven.

Gratis NS-vervoersbewijs
Op de website kan het aantal personen worden aangegeven, eventueel gebruik van een gratis NS-vervoersbewijs en eventueel gebruik van het gereduceerd overnachtingstarief bij een van de ondersteunende hotels; Amrath Hotels, Crowneplaza Maastricht, NH-Hoteles en Golden Tulip hotels. Wel moeten de veteranen zelf de hotelovernachting boeken.

Magistrale ontvangst
De veteranen worden geacht mee te lopen tijdens de zogenoemde magistrale ontvangst voor aanvang van het concert. Het concert duurt van 21.00 uur tot 00.00 uur.

Dit speciale aanbod wordt ondersteund door André Rieu Productions, de Koninklijke Landmacht, het Veteraneninstituut, de Stichting Nederlandse Veteranendag, de Nederlandse Spoorwegen en de genoemde hotels.

(ministerie van Defensie, 12 juni 2013)

dinsdag 11 juni 2013

Luchtmachtdagen op Volkel in teken 100-jarig jubileum

De Koninklijke Luchtmacht houdt komende vrijdag en zaterdag de Luchtmachtdagen op Vliegbasis Volkel. De publieksdagen staan dit keer in het teken van het 100-jarig jubileum van de Nederlandse militaire luchtvaart.

Enorme vlucht
De ontwikkeling van het luchtwapen heeft de afgelopen eeuw een enorme vlucht genomen. Van een houten vliegtuig tot de huidige organisatie met goed opgeleid personeel en geavanceerd materieel. Deze evolutie komt tijdens de Luchtmachtdagen tot uitdrukking in de vliegshow, de statische vliegtuigopstelling en een futureplein over de toekomst van de militaire luchtvaart. Op het futureplein staat onder meer een MQ-9 onbemand vliegtuig.

Red Arrows. Foto: Defensie


Vliegshow
Vliegend verleden en heden wisselen elkaar af. De historie herleeft met de propellervliegtuigen van de Luchtmacht Historische Vlucht en toestellen als de Gloster Meteor, de Spitfire en de Curtiss P-40 Kittyhawk. Maar er zijn ook diverse internationale demoteams: Patrouille de France, Red Arrows, Patrouille de Suisse en Frecce Tricolori. De air power demonstratie van de luchtmacht simuleert het vliegende materieel de ondersteuning van een grondoperatie in een missiegebied.

Namens de Koninklijke Luchtmacht geven het Apache- en F-16-demoteam acte de présence. Het enige Apache-demoteam ter wereld toont hoe de gevechtshelikopter van levensbelang is voor de ondersteuning van grondtroepen.

Static show
De vliegtuigen die wat omvang betreft opvallen op de static, zijn de AWACS en Boeing C-17 Globemaster III. Laatstgenoemd transportvliegtuig is dit jaar met volledig Nederlandse bemanning aanwezig. De historie is ook hier te bewonderen dankzij de aanwezigheid van de Pipercup, Beaver, Harvard, B25 Mitchell en Lockheed F-104G Starfighter.

Schoolverlaters
Er is veel aandacht voor schoolverlaters, want ondanks de bezuinigingen blijft er vraag naar nieuw personeel. In Hangaar 3 worden jongeren geïnformeerd over werken bij de Koninklijke Luchtmacht. Bijvoorbeeld over de instroomopleiding Veiligheid en Vakmanschap (VeVa), waar leerlingen door middel van praktijkstages in aanraking komen met Defensie.

Livestream
De vliegshow is live te volgen via www.luchtmacht.nl/luchtmachtdagen.

(ministerie van Defensie, 11 juni 2013)

donderdag 6 juni 2013

Blog minister Hennis: 'Het waarom'

Regelmatig krijg ik via twitter of e-mail vragen van Defensiemedewerkers. Uiteraard probeer ik daar zoveel mogelijk op te reageren. Dit lukt echter niet altijd. Bijvoorbeeld omdat het verkeer met de Tweede Kamer dit niet (meteen) toelaat. De 'nota op de toekomst van de krijgsmacht' is zo'n onderwerp. Dat neemt niet weg dat ik de vragen wel op prijs stel. Het houdt me scherp. Zo heb ik onlangs een lange e-mail van iemand ontvangen die ik hier kapitein X zal noemen. Dit met het oog op de privacy van betrokkene.

In zijn mail, die hij ook naar Generaal Middendorp stuurde, zette kapitein X uiteen hoezeer hij onze blogs op de 'defensie intranet homepage' met interesse volgde. Vervolgens stelde hij onze standpunten weliswaar te waarderen maar niet te begrijpen waarom wij, in deze moeilijke tijden, de militair lijken te willen overtuigen van de noodzaak van zijn bestaan. De inhoud van onze betogen en blogs zou veel beter op de samenleving en de Kamerleden kunnen worden gericht. Het is immers niet de militair die twijfelt aan nut en noodzaak van zijn werk. Vertel ons daarom a.u.b. niet wat wij - militairen - allang weten, zo zei kapitein X. Ik ben het van harte met hem eens. En zeker als het instrument 'blog' wordt beschouwd als een puur interne aangelegenheid. Uiteraard hoeft de militair niet te worden overtuigd van de waarde van Defensie.

Zo'n blog heeft echter ook, en wellicht vooral, een externe functie. Niet voor niets worden de blogs ook gedeeld op bijvoorbeeld twitter en defensie.nl. De blog is 'een' instrument om te communiceren over de waarde van Defensie. Bereiken we daarmee alles en iedereen? Nee, zeker niet. Toespraken, debatten in de Tweede Kamer, interviews, gesprekken, (wervings)campagnes. Geen mogelijkheid wordt onbenut gelaten. Dat geldt voor de CDS. Dat geldt voor mij. En dat geldt voor vele anderen.

Het verhaal van Defensie doet er toe en dat moeten we uitdragen. Niet alleen vertellen over hoe hard er gewerkt wordt en hoe onzalig de financiële situatie is maar ook vertellen, en misschien wel juist vertellen, over het 'waarom'. Feit is dat er door vele Nederlanders hard gewerkt wordt. In de zorg. Op scholen. In de bouw. In de horeca. Door winkeliers. En ga zo maar door. Feit is ook dat de huidige situatie er bij velen pijnlijk hard inhakt. De economische omstandigheden trekken momenteel diepe sporen. Bij Defensie. En elders. En ja, Defensie heeft het zwaar. Twee decennia van reorganisaties, taakstellingen, hervormingen en groeiende baanonzekerheid hebben een enorme impact op onze medewerkers en de organisatie als geheel. Dat realiseer ook ik me terdege. Feit is voorts dat vele Nederlanders onze vrijheid en veiligheid als welhaast vanzelfsprekend zijn gaan ervaren. En daar zit vaak nou net de crux. Vrijheid en veiligheid. Het is geenszins vanzelfsprekend. Dreigingen en risico's, dichtbij en ver weg, zijn reëel. Dit vraagt om een alerte houding. Van Nederland én onze bondgenoten.

Waarom doen we wat we doen? Wat heeft de leraar of de bakker aan Defensie? Waarom is Nederland, met een zeer open economie, gebaat bij een goed functionerende krijgsmacht? Dat hoef ik onze militairen en burgermedewerkers van Defensie niet uit te leggen. Sterker nog, u bent als geen ander in staat het verhaal van Defensie met passie en overtuiging uit te dragen. Die verhalen moeten worden verteld. Door ons allemaal. En die blog? Die blog is slechts 'een' instrument.

Elke dag sta ik voor de keuze: sippen of knokken om defensie toekomstvast uit de crisis te laten komen. Het 'waarom' van Defensie goed voor het voetlicht brengen, is dan van groot belang. Zoals kapitein X terecht opmerkte "velen van ons hebben meerdere uitzendingen gedraaid, zich staande gehouden op het gevechtsveld en in nationaal - en internationaal verband zichzelf en zijn eenheid nuttig kunnen maken". En zo is het. Defensie is geen luxe maar een fundamentele investering in onze vrijheid, veiligheid en welvaart.

De waarde van Defensie. Zeg het voort!

Minister van Defensie
Jeanine Hennis-Plasschaert
6 juni 2013

zaterdag 1 juni 2013

Premier Rutte: "Nieuw startpunt voor Afghanistan"

"Afghanistan staat op een nieuw startpunt om zelf de toekomst vorm te geven". Dat zei minister-president Rutte tijdens een bezoek aan de geïntegreerde politietrainingsmissie in Noord-Afghanistan.

Rutte liet zich in Kunduz onder andere bijpraten over de voorbereidingen op de terugtrekking vanaf juli. Verder sprak hij onder andere met advocaten en NGO’s die werken aan de opbouw van de justitiële keten. Op het politietrainingscentrum ontmoette de minister-president daarnaast Afghaanse politietrainers en agenten.

Meer dan 700 opleidingen
Rutte gaf aan trots te zijn op de inzet en resultaten van de Nederlandse militairen, diplomaten en politieagenten. “Onze mensen hebben geweldig werk gedaan in Kunduz. We hebben meer dan 700 opleidingen aan politieagenten gegeven. We zijn nu zover dat de Afghaanse politie de opleiding zelf kan verzorgen en met eigen teams de kwaliteit kan waarborgen. Daarnaast zijn in Kunduz nu meer dan vijftig opgeleide rechters, diverse officieren van justitie, advocaten en een rechtenfaculteit met driehonderd studenten.”

De minister-president noemde de resultaten een basis voor een rechtstaat. “Afghanistan is niet te vergelijken met westerse landen. Het streven is om een vergelijkbaar niveau als de omringende landen te bereiken. Voor Afghanistan is dit een nieuw startpunt, nog niet de eindstreep.” Rutte wees ook op de ontwikkeling van wegen en scholen in Afghanistan. “In Kunduz waren er in 2002 nog 20 scholen. Dat zijn er nu 440.”

“Niet met de rug naar Afghanistan”
Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten luitenant-generaal Wehren en ambassadeur Peters begeleidden minister-president Rutte tijdens zijn reis. Naast Kunduz bezochten zij ook Mazar-e-Sharif om onder andere te spreken met het personeel van de Air Task Force, die met vier F-16's ondersteuning leveren aan de politietrainingsmissie en coalitiegenoten. Ook namen zij een kijkje bij de zogeheten innamestraat, de plek waar al het materieel wordt verzameld voor transport naar Nederland.

In Mazar benadrukte Rutte het belang om de resultaten vast te houden. "We herinneren ons allemaal nog dat dit land broedplaats was van internationaal terrorisme. Heel veel landgenoten hebben hier dus gestreden voor onze vrijheid en veiligheid. Hun inspanningen van de afgelopen 10 jaar hebben bijgedragen aan een veiliger en stabieler Afghanistan. De volgende stap is aan de Afghanen zelf.”

Wel draagt Nederland met de F-16’s, hulp bij de ontwikkeling van de rechtstaat en financiële bijdragen aan het Afghaans bestuur ook komend jaar bij aan de ontwikkeling van Afghanistan. “Nederland trekt zich deels terug, maar gaat niet met de rug naar Afghanistan staan.”

(ministerie van Defensie, 1-6-2013)

Minister reageert op recente artikelen over bezuinigingen

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 29 mei 2013
Betreft Antwoorden op vragen over bezuinigingen Defensie

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Knops (CDA) over het opinieartikel ‘Lesje in staatsrecht helpt tegen afbraak van essentiële taken’. Deze vragen werden ingezonden op 15 mei 2013 met kenmerk 2013Z09436.

DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert

Antwoorden op vragen van het lid Knops over het opinieartikel ‘Lesje in staatsrecht helpt tegen afbraak van essentiële taken’. Deze vragen werden ingezonden op 15 mei 2013 met kenmerk 2013Z09436.

1.
Heeft u kennis genomen van het opinieartikel ‘Lesje in staatsrecht helpt tegen afbraak van essentiële taken’ van defensiedeskundige De Wijk? 1) 3)
Ja.

2.
Klopt hetgeen in het artikel gesteld wordt, dat er onder dit kabinet door allerlei extra maatregelen ongeveer 400 miljoen euro aan taakstellingen voor Defensie is bijgekomen? Zo nee, om welk bedrag gaat het dan?

3.
Is er sprake van extra bezuinigingen, bovenop de bezuinigingen die reeds voorzien waren in het regeerakkoord? Zo ja, vindt u dit, zoals u eerder in een interview in de Telegraaf stelde, een ‘drama’ 2)?

Nee, tot dusver is er geen sprake van extra bezuinigingen.

Zoals bekend heeft het vorige kabinet structureel € 635 miljoen op Defensie bezuinigd. Die bezuiniging evenals de ombuigingen in verband met interne problematiek en intensiveringen zijn verwerkt in de beleidsbrief van april 2011 (totaal circa € 1 miljard).

Het Lente-akkoord van april 2012 leverde voor Defensie een structurele bezuiniging op van € 84 miljoen die in de begroting voor 2013 is verwerkt. De BTW-verhoging in dat akkoord had voor Defensie een structureel effect van tussen de € 60 en € 80 miljoen.

Het huidige regeerakkoord bevat voor Defensie een taakstelling van structureel € 49 miljoen. U bent daarover reeds geïnformeerd met de brief van 30 november 2012 (Aanhangsel van de handelingen 2012-2013, nr. 715). Het betreft een structurele bezuiniging van € 48 miljoen op apparaatsuitgaven en van € 1 miljoen op het topsectorenbeleid.

Met mijn collega’s van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking maak ik afspraken over het budget voor internationale veiligheid van € 250 miljoen. Daarover zal het kabinet u binnenkort informeren.

Zoals bekend zal Defensie binnen de eigen begroting de gevolgen moeten verwerken van onder meer de WUL-compensatie voor 2014, de in december 2011 overeengekomen 1 procent loonsverhoging en het niet uitkeren van de prijsbijstelling voor 2013. Ik heb herhaaldelijk verklaard veel belang te hechten aan de operationele én financiële duurzaamheid van Defensie. Dat is mijn leidraad voor de komende jaren.

4.
Deelt u de opvatting van de heer De Wijk dat er met zo’n enorm bedrag aan extra bezuinigingen, bovenop het miljard euro aan ombuigingen van het kabinet Rutte 1, van de krijgsmacht ‘vrijwel niets meer overblijft’?

5.
Bent u zich bewust van de toenemende onrust en onzekerheid onder het defensiepersoneel over de toekomst, mede door de (berichtgeving over) extra bezuinigingen die als een Zwaard van Damocles boven de defensieorganisatie hangen?

Ik ben mij bewust van de uitdaging waar Defensie voor staat en de wissel die de reorganisatie trekt op het personeel. Ook de IGK heeft daar in zijn jaarverslag op gewezen. In 2013 zal ongeveer 85 procent van de nieuwe organisaties operationeel worden. Daarmee wordt voor een groot deel van het personeel duidelijkheid gecreëerd.

6.
Hoe beoordeelt u in dat licht de indrukwekkende open brief van Kapitein-luitenant-ter-zee Sander van Luik, aan u gericht, getiteld ‘Geachte minister, niemand weet meer waar Defensie voor staat’3? Bent u bereid op deze brief te reageren? Zo nee, waarom niet?

De bijdrage van KLTZ Van Luik waardeer ik zeer. Ik heb hem hierover uitgebreid gesproken.

7.
Waarom neemt u nog een half jaar de tijd voor uw visie op de toekomst van de krijgsmacht, terwijl het defensiepersoneel al die tijd in onzekerheid gelaten wordt en de Kamer buitenspel gezet? Hoe beoordeelt u de aangehouden motie Knops c.s. (33 400 X, nr. 44) om uiterlijk vóór de presentatie van de begroting 2014 (Prinsjesdag) te komen met ten minste een toekomstvisie op hoofdlijnen om zodoende duidelijkheid te kunnen geven aan het personeel?

Het opstellen van de nota over de toekomst van de krijgsmacht kost tijd in verband met de vereiste zorgvuldigheid. Diverse keren, onder andere bij de begrotingsbehandeling in december 2012, heb ik met de Kamer van gedachten gewisseld over dit proces. De nota zal u zo spoedig mogelijk worden toegestuurd, doch uiterlijk voor de begrotingsbehandeling van Defensie later dit jaar. In dat licht bezie ik ook de aangehouden motie.

8.
Bent u bereid de Kamer in elk geval zo spoedig mogelijk te informeren over de omvang van de bezuinigingen van het kabinet op Defensie en een totaaloverzicht te geven van de taakstellingen die Defensie te verwerken heeft?

Een overzicht van de meest recente budgettaire mutaties in de defensiebegroting 2013 heeft de Kamer met de voorjaarsnota 2013 ontvangen. Pagina 3 van 4

1) http://www.trouw.nl/tr/nl/6844/Rob-de-Wijk/article/detail/3439069/2013/05/10/Lesje-in-staatsrecht-helpt-tegen-afbraak-van-essentiele-taken.dhtml
2) ‘Meer bezuinigen drama’, Telegraaf, 12 december 2012
3) NRC Handelsblad, 11 mei 2013