Een gedachtewisseling over amfibische operaties en capaciteiten; Europese commandanten kwamen hiervoor gisteren bijeen op de marinekazerne in Amsterdam. Als samenwerkingsverband spraken ze over uitbreiding, een grote oefening in 2015 en het toekomstige Nederlandse ondersteuningsschip Karel Doorman.
De Europese partners, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, vormen sinds 2000 het European Amphibious Initiative (EAI). Dit initiatief biedt de mogelijkheid om als Europese landen verregaand samen te werken en op te treden bij amfibische operaties. Dat kan zijn bij het aan land en weer aan boord gaan bij conflictgebieden of bij ondersteuning en evacuaties.
Karel Doorman
Nederland presenteerde tijdens de zogenoemde Force Commanders Conference het in aanbouw zijnde ondersteuningsschip Karel Doorman. Naast de logistieke taken kan dit Joint Logistic Support Ship ook beperkt amfibisch worden ingezet en daarmee benut voor oefeningen van de EAI, die elkaars capaciteiten gebruiken.
Grote oefening
De grootste amfibische oefening is Emerald Move, die bij de Europese partners 5-jaarlijks op het programma staat. In 2010 waren hiervoor 3.000 militairen actief voor de kust van Senegal.
De Nederlandse commandeur Peter Lenselink, destijds al commandant van de amfibische taakgroep, vindt het belangrijk de succesvolle samenwerking van 2010 een vervolg te geven. “De commandanten komen bijeen om de ‘lessons learned’ te bespreken en procedures en tactieken in Europees verband aan te scherpen, zodat de landen gereed zijn voor Emerald Move 2015.”
Nieuwe deelnemers
Duitsland staat inmiddels op de drempel om toe te treden tot de EAI, en Denemarken, Finland en Turkije presenteren vandaag hun capaciteiten met de wens lid te worden.
(ministerie van Defensie, 31 januari 2013)
donderdag 31 januari 2013
Industrie verdiept zich in onderhoud landmacht
Vertegenwoordigers van 5 Nederlandse defensie-industrieën brachten gisteren een bezoek aan de landmacht in Oirschot. Het vijftal kreeg bij 13 Herstelcompagnie een beter beeld van de manier waarop het krijgsmachtdeel onderhoud pleegt.
De bedrijven maken deel uit van het zogenoemde Land Maintenance Initiative (LMI) dat de samenwerking tussen hen en de landmacht wil verdiepen. Het doel is het materieel tegen zo laag mogelijke exploitatiekosten zo effectief mogelijk in te zetten.
Kijkje
De partners moeten elkaar daarom goed kennen. Al eerder nam Defensie een kijkje bij deelnemende bedrijven: Dutch Defence Vehicle Systems, Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland, Scania Nederland, Thales Nederland en Van Halteren Metaal.
Eisen
Ondanks veel overeenkomsten met de industrie stelt onderhoud onder operationele omstandigheden andere eisen aan monteurs, opleiding, organisatie en uitrusting. De overeenkomsten liggen vooral in de uitvoering van het onderhoud op de kazerne. Inmiddels zijn meer mogelijkheden voor verdieping van de samenwerking geïdentificeerd.
(ministerie van Defensie, 30 januari 2013)
De bedrijven maken deel uit van het zogenoemde Land Maintenance Initiative (LMI) dat de samenwerking tussen hen en de landmacht wil verdiepen. Het doel is het materieel tegen zo laag mogelijke exploitatiekosten zo effectief mogelijk in te zetten.
Kijkje
De partners moeten elkaar daarom goed kennen. Al eerder nam Defensie een kijkje bij deelnemende bedrijven: Dutch Defence Vehicle Systems, Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland, Scania Nederland, Thales Nederland en Van Halteren Metaal.
Industrie bezoekt 13 Herstelcompagnie. Foto: Landmacht |
Eisen
Ondanks veel overeenkomsten met de industrie stelt onderhoud onder operationele omstandigheden andere eisen aan monteurs, opleiding, organisatie en uitrusting. De overeenkomsten liggen vooral in de uitvoering van het onderhoud op de kazerne. Inmiddels zijn meer mogelijkheden voor verdieping van de samenwerking geïdentificeerd.
(ministerie van Defensie, 30 januari 2013)
woensdag 30 januari 2013
Staatssecretaris van Financiën loopt vooruit op Kamerbesluit inzake WUL
(...)
De inkomenseffecten van de Wet ULB liggen voor grofweg 79% van de huishoudens tussen -1.5% en +1,5. Circa 11% van de huishoudens gaat er meer dan 1,5% op achteruit, en circa 10% gaat er meer dan 1,5% op vooruit. De groep die erop achteruit gaat betreft vooral hogere inkomens.
(...)
Voor de (negatieve) consequenties van de Wet ULB voor militairen geldt dat op dit punt recent (op 23 januari 2013) een uitgebreid debat heeft plaatsgevonden met de vaste Kamercommissie voor Defensie, de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën. In dat debat heeft de minister van Defensie in samenspraak met de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat voor militairen eerst een pakketvergelijking wordt gemaakt, alvorens wordt bekeken op welke manier tot een structurele oplossing wordt gekomen. De pakketvergelijking wordt voor de zomer verwacht.
(uit Kamerbrief ministerie van Financiën, 29 januari 2013)
NB: Staatssecretaris Weekers van Financiën loopt met deze brief vooruit op de stemmingen over vier moties in de Tweede Kamer met betrekking tot de effecten op militairen van de Wet Uniformering Loonbegrip. Die stemmingen vinden op dinsdag 6 februari plaats.
De inkomenseffecten van de Wet ULB liggen voor grofweg 79% van de huishoudens tussen -1.5% en +1,5. Circa 11% van de huishoudens gaat er meer dan 1,5% op achteruit, en circa 10% gaat er meer dan 1,5% op vooruit. De groep die erop achteruit gaat betreft vooral hogere inkomens.
(...)
Voor de (negatieve) consequenties van de Wet ULB voor militairen geldt dat op dit punt recent (op 23 januari 2013) een uitgebreid debat heeft plaatsgevonden met de vaste Kamercommissie voor Defensie, de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën. In dat debat heeft de minister van Defensie in samenspraak met de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat voor militairen eerst een pakketvergelijking wordt gemaakt, alvorens wordt bekeken op welke manier tot een structurele oplossing wordt gekomen. De pakketvergelijking wordt voor de zomer verwacht.
(uit Kamerbrief ministerie van Financiën, 29 januari 2013)
NB: Staatssecretaris Weekers van Financiën loopt met deze brief vooruit op de stemmingen over vier moties in de Tweede Kamer met betrekking tot de effecten op militairen van de Wet Uniformering Loonbegrip. Die stemmingen vinden op dinsdag 6 februari plaats.
Minister blijft bij pakketvergelijking
Er moet een structurele compensatie komen voor de negatieve inkomenseffecten voor militairen door de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL). Die wens legde een grote meerderheid van de Tweede Kamer neer tijdens het debat over de WUL op dinsdag 29 januari. Ook mag die structurele oplossing niet ten koste gaan van de arbeidsvoorwaarden: geen ‘sigaar uit eigen doos’.
De Kamer diende vijf moties in over dit onderwerp, waarvan er 4 door minister Hennis-Plasschaert (Defensie) werden ontraden. De minister vindt het niet haalbaar om bij het indienen van de Voorjaarsnota met een oplossing te komen. Bovendien blijft ze vasthouden aan een ‘pakketvergelijking’ (een vergelijking tussen de positie van militairen en andere ambtenaren) waaruit volgens haar een oplossing van de WUL-problematiek kan volgen.
Een weinig concrete motie van VVD en PvdA om de door de WUL ontstane negatieve inkomenseffecten ‘zo veel mogelijk’ te compenseren, kon wel op goedkeuring van de minister rekenen.
Er wordt volgende week dinsdag gestemd over de moties.
(VBM, 29 januari 2013)
De Kamer diende vijf moties in over dit onderwerp, waarvan er 4 door minister Hennis-Plasschaert (Defensie) werden ontraden. De minister vindt het niet haalbaar om bij het indienen van de Voorjaarsnota met een oplossing te komen. Bovendien blijft ze vasthouden aan een ‘pakketvergelijking’ (een vergelijking tussen de positie van militairen en andere ambtenaren) waaruit volgens haar een oplossing van de WUL-problematiek kan volgen.
Een weinig concrete motie van VVD en PvdA om de door de WUL ontstane negatieve inkomenseffecten ‘zo veel mogelijk’ te compenseren, kon wel op goedkeuring van de minister rekenen.
Er wordt volgende week dinsdag gestemd over de moties.
(VBM, 29 januari 2013)
dinsdag 29 januari 2013
GOV|MHB: VAO WUL "brengt niet de gewenste duidelijkheid"
Vandaag heeft de Tweede Kamer in het Voorgezet Algemeen Overleg (VAO) gesproken met de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Financiën over compensatie van de negatieve effecten van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) voor militairen.
Door de verschillende oppositie- en regeringspartijen werden in totaal vijf moties ingediend m.b.t. de compensatie. Het indienen van de moties werd door alle partijen gesteund.
De Minister van Defensie gaf in haar reactie op de moties echter aan vier van de vijf moties af te raden.
Dit betrof alle moties waarin het kabinet werd opgeroepen de militairen volledig te compenseren, zonder dat dit ten laste mocht komen van Defensie. Ook de motie waarin werd opgeroepen af te zien van de 'pakketvergelijking', aangezien dit niets van doen heeft met de WUL, werd afgeraden.
De enige motie die de minister niet afraadde was de motie van de PvdA en VVD, waarin het kabinet wordt opgeroepen om de militairen, zoveel als mogelijk, te compenseren. Over de pakketvergelijking wordt in deze motie niet gesproken.
Dinsdag 5 februari a.s. zal er over de moties worden gestemd.
Naast haar reactie op de ingediende moties gaf de minister van Defensie wederom aan dat zij van mening is dat de pakketvergelijking cruciaal is om te komen tot een structurele oplossing. En dat een pakket-vergelijking meer inhoudt dan een vergelijking van de arbeidsvoorwaarden (!) alleen.
Na de stemming over de moties, aanstaande dinsdag, zal moeten blijken of er voldoende duidelijkheid is over de compensatie van de negatieve effecten van de invoering van de WUL voor militairen om het Georganiseerd Overleg weer op te starten.
Vooralsnog is de GOV|MHB van mening dat het met de huidige opstelling van de minister van Defensie nog lang kan duren eer er weer gesproken kan worden aan de overlegtafel.
(GOV|MHB, 29 januari 2013)
Door de verschillende oppositie- en regeringspartijen werden in totaal vijf moties ingediend m.b.t. de compensatie. Het indienen van de moties werd door alle partijen gesteund.
De Minister van Defensie gaf in haar reactie op de moties echter aan vier van de vijf moties af te raden.
Dit betrof alle moties waarin het kabinet werd opgeroepen de militairen volledig te compenseren, zonder dat dit ten laste mocht komen van Defensie. Ook de motie waarin werd opgeroepen af te zien van de 'pakketvergelijking', aangezien dit niets van doen heeft met de WUL, werd afgeraden.
De enige motie die de minister niet afraadde was de motie van de PvdA en VVD, waarin het kabinet wordt opgeroepen om de militairen, zoveel als mogelijk, te compenseren. Over de pakketvergelijking wordt in deze motie niet gesproken.
Dinsdag 5 februari a.s. zal er over de moties worden gestemd.
Naast haar reactie op de ingediende moties gaf de minister van Defensie wederom aan dat zij van mening is dat de pakketvergelijking cruciaal is om te komen tot een structurele oplossing. En dat een pakket-vergelijking meer inhoudt dan een vergelijking van de arbeidsvoorwaarden (!) alleen.
Na de stemming over de moties, aanstaande dinsdag, zal moeten blijken of er voldoende duidelijkheid is over de compensatie van de negatieve effecten van de invoering van de WUL voor militairen om het Georganiseerd Overleg weer op te starten.
Vooralsnog is de GOV|MHB van mening dat het met de huidige opstelling van de minister van Defensie nog lang kan duren eer er weer gesproken kan worden aan de overlegtafel.
(GOV|MHB, 29 januari 2013)
Prinses Máxima bezoekt marine in Den Helder
Prinses Máxima heeft vandaag bekeken hoe militairen Hr. Ms. Johan de Witt gereed maken voor uitzending in de wateren rond Somalië. Het amfibisch transportschip gaat daar medio dit jaar heen voor deelname aan de antipiraterijmissie van de Europese Unie.
In een gesprek met het personeel kwam de inzet van de zeemacht bij het opleiden en trainen van lokaal kustwachtpersoneel aan de orde. Hiermee wordt voor de kust van Afrika samengewerkt.
Het bezoek van prinses Máxima aan Den Helder beperkte zich niet tot Hr. Ms. Johan de Witt. Vergezeld door Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Matthieu Borsboom deed ze ook enkele operationele eenheden aan, kreeg een rondleiding aan boord van het luchtverdedigings- en commandofregat Hr. Ms. Evertsen en sprak met militairen over werken en wonen bij de marine en de gevolgen voor het privéleven.
Een korte tocht met een landingsvaartuig van het Korps Mariniers door de marinehaven behoorde eveneens tot het programma.
De Koninklijke Marine is het oudste onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht en bestaat dit jaar 525 jaar. Er werken ongeveer 10.500 mensen.
(ministerie van Defensie, 29 januari 2013)
In een gesprek met het personeel kwam de inzet van de zeemacht bij het opleiden en trainen van lokaal kustwachtpersoneel aan de orde. Hiermee wordt voor de kust van Afrika samengewerkt.
Prinses Máxima en Vice-admiraal Borsboom. Foto: Defensie |
Het bezoek van prinses Máxima aan Den Helder beperkte zich niet tot Hr. Ms. Johan de Witt. Vergezeld door Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Matthieu Borsboom deed ze ook enkele operationele eenheden aan, kreeg een rondleiding aan boord van het luchtverdedigings- en commandofregat Hr. Ms. Evertsen en sprak met militairen over werken en wonen bij de marine en de gevolgen voor het privéleven.
Een korte tocht met een landingsvaartuig van het Korps Mariniers door de marinehaven behoorde eveneens tot het programma.
De Koninklijke Marine is het oudste onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht en bestaat dit jaar 525 jaar. Er werken ongeveer 10.500 mensen.
(ministerie van Defensie, 29 januari 2013)
26 marineschepen krijgen nieuw predicaat: Zr. Ms.
Ronald Boutkan
Den Helder – De troonswisseling brengt voor de marine weinig extra werk met zich mee. Alhoewel veel schepen officieel van naam wijzigen, omdat het predicaat Hr. Ms. moet veranderen in Zr. Ms., is dat in de praktijk slechts een kleine aanpassing.
Alle schepen die officieel in dienst zijn gesteld en daarmee zijn toegevoegd aan de Nederlandse oorlogsvloot, hebben het predicaat Hr. Ms., wat staat voor Harer Majesteits. “Dat verandert op 30 april officieel in Zijner Majesteits”, meldt defensiewoordvoerster Karen Gelijns. “Het gaat om zes fregatten, een bevoorradingsschip, twee amfibische transportschepen, vier onderzeeboten,tien zes mijnenjagers en twee van de vier patrouillevaartuigen.”*
Omdat de toevoeging alleen staat vermeld op het doek dat op de valreep van een schip hangt, valt het dus wel mee met het extra werk dat de marine heeft aan de troonswisseling. “Het predicaat staat niet op de naamborden en ook niet op briefpapier en dergelijke”, aldus Gelijns. “En overal hangen al portretten van Willem-Alexander en Maxima, dus daar zijn we ook snel klaar mee.”
(Den Helder Actueel, 29 januari 2013)
* Plus de Hydrografische opnemingsvaartuigen Hr. Ms. Luymes en Hr. Ms. Snellius, het ondersteuningsvaartuig Hr. Ms. Pelikaan, het torpedowerkschip Hr. Ms. Mercuur en het zeilend opleidingsschip Hr. Ms. Urania.
Den Helder – De troonswisseling brengt voor de marine weinig extra werk met zich mee. Alhoewel veel schepen officieel van naam wijzigen, omdat het predicaat Hr. Ms. moet veranderen in Zr. Ms., is dat in de praktijk slechts een kleine aanpassing.
Alle schepen die officieel in dienst zijn gesteld en daarmee zijn toegevoegd aan de Nederlandse oorlogsvloot, hebben het predicaat Hr. Ms., wat staat voor Harer Majesteits. “Dat verandert op 30 april officieel in Zijner Majesteits”, meldt defensiewoordvoerster Karen Gelijns. “Het gaat om zes fregatten, een bevoorradingsschip, twee amfibische transportschepen, vier onderzeeboten,
Omdat de toevoeging alleen staat vermeld op het doek dat op de valreep van een schip hangt, valt het dus wel mee met het extra werk dat de marine heeft aan de troonswisseling. “Het predicaat staat niet op de naamborden en ook niet op briefpapier en dergelijke”, aldus Gelijns. “En overal hangen al portretten van Willem-Alexander en Maxima, dus daar zijn we ook snel klaar mee.”
(Den Helder Actueel, 29 januari 2013)
* Plus de Hydrografische opnemingsvaartuigen Hr. Ms. Luymes en Hr. Ms. Snellius, het ondersteuningsvaartuig Hr. Ms. Pelikaan, het torpedowerkschip Hr. Ms. Mercuur en het zeilend opleidingsschip Hr. Ms. Urania.
Aftreden Koningin Beatrix: reactie KVMO
De Koninklijke Vereniging van Marineofficieren heeft grote waardering voor de inzet die Koningin Beatrix de afgelopen 33 jaar voor Nederland heeft gehad. Ze vervulde in soms roerige politieke en maatschappelijke tijden de rol van stabiele en verbindende factor. Nederland neemt afscheid van een geliefde en alom gerespecteerde Koningin.
De KVMO wenst onze aankomende Koning Willem-Alexander en aankomende Koningin Máxima alle succes en wijsheid toe bij het uitoefenen van het koningschap.
(KVMO, 29 januari 2013)
De KVMO wenst onze aankomende Koning Willem-Alexander en aankomende Koningin Máxima alle succes en wijsheid toe bij het uitoefenen van het koningschap.
(KVMO, 29 januari 2013)
Generaal Morsink stelt functie ter beschikking
Generaal-majoor Henk Morsink Roel Wijnants Fotografie |
Generaal Morsink (1956) is van huis uit cavalerist. Hij kreeg in 2006 landelijke bekendheid toen hij commandant was van de 'Deployment Task Force' (DTF) in Afghanistan. Deze eenheid bereidde de komst voor van de Nederlandse ISAF-troepen in Uruzgan.
(Defensie weblog, 29 januari 2013)
Kroonprins Willem-Alexander: ‘mijn band met de krijgsmacht is een warme'
"Ik denk dat op wat Rambo’s na, de meeste militairen die de verschrikkingen van een oorlog kennen in principe pacifist zijn. Daarom vind ik de rede van generaal Van Uhm afgelopen jaar op het ideeëncongres TEDx zo goed. Hij toonde een wapen als zijn instrument om de vrede te handhaven. Je wilt het niet gebruiken, maar als je het doet, doe je het kort en heftig voor behoud van de rechtsstaat en vrede. Daar is de krijgsmacht voor en daar draagt Nederland een belangrijke steen aan bij, waar ook ter wereld. Ik blijf het zelf ongelooflijk vinden dat zoveel soldaten zich in de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet om ons te bevrijden en de rechtstaat te herstellen."
"Het is dan ook aan leden van het Koninklijk Huis en zeker de Koning om een brug te vormen tussen burgermaatschappij en Defensie. Ik hoop dat mijn dochter dat voor haar generatie ook zal doen."
'Als de prins iets na aan het hart ligt, dan is het wel zijn relatie met de krijgsmacht, die nu zo door bezuinigingen wordt geplaagd. ‘Ik zou het omschrijven als een heel warme band,’ zegt hij.'
(Uit een uitgebreid interview door Elsevier met Kroonprins Willem-Alexander, december 2012. Voor de volledige tekst, klik hier)
"Het is dan ook aan leden van het Koninklijk Huis en zeker de Koning om een brug te vormen tussen burgermaatschappij en Defensie. Ik hoop dat mijn dochter dat voor haar generatie ook zal doen."
'Als de prins iets na aan het hart ligt, dan is het wel zijn relatie met de krijgsmacht, die nu zo door bezuinigingen wordt geplaagd. ‘Ik zou het omschrijven als een heel warme band,’ zegt hij.'
(Uit een uitgebreid interview door Elsevier met Kroonprins Willem-Alexander, december 2012. Voor de volledige tekst, klik hier)
maandag 28 januari 2013
Van spionage verdachte ambtenaar voor de rechter
Raymond P. uit Den Haag zou zeven jaar lang vertrouwelijke informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben verkocht aan een spionnenechtpaar. In ruil voor die informatie zou hij geld hebben gekregen. Morgen staat hij voor de rechter.
Bingo
Hij dacht dat hij voor het ministerie van Buitenlandse Zaken op dienstreis ging naar Bangkok, maar de 61-jarige Raymond P., medewerker van het ministerie, werd op 24 maart 2012 aangehouden op Schiphol. En het was direct bingo: in zijn bagage werd een brillenkoker gevonden met vijf usb-sticks.
Daarop geheime informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Waarschijnlijk spionagemateriaal, dat hij wilde overhandigen aan een Russisch spionnenechtpaar.
Levenslang
Morgen staat hij voor de rechtbank in Den Haag. Op verdenking van het verstrekken van staatsgeheimen aan een buitenlandse mogendheid, ambtelijke omkoping, witwassen en het bezit van een vuurwapen. De maximale gevangenisstraf daarvoor is levenslang.
KGB
Justitie kwam hem op het spoor na de aanhouding van een Russisch echtpaar in het Duitse Marburg, dat daar al tientallen jaren was ingeburgerd onder de namen Andreas Anschlag en Heidrun Freud. Ze werkten al jarenlang voor de Russische geheime dienst KGB. In hun administratie kwam agent BR voor, en na enig onderzoek leidde het spoor naar Raymond P, visumspecialist op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Libië
Op de computer van het Russische spionnenechtpaar zijn 80 vertrouwelijke documenten gevonden, die afkomstig zijn van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Raymond P. verstrekte informatie over onder meer de werking van de geheime dienst van de NAVO, informatie over de NAVO-operatie in Libië en het veiligheidsplan van een Nederlandse ambassade in het buitenland.
Coderen
Daarnaast gaf hij details over de seksuele geaardheid van ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens justitie kreeg hij les van het Russische echtpaar in het coderen van geheime boodschappen.
Vanavond geven het hoofd van de AIVD Rob Bertholee, persofficier van justitie van het OM in Den Haag Wouter Bos en expert geheime diensten Erich Schmidt Eenboom commentaar op de strafzaak.
(Nieuwsuur, 28 januari 2013)
Uitzending: Ned. 2, 22.00 uur
Bingo
Hij dacht dat hij voor het ministerie van Buitenlandse Zaken op dienstreis ging naar Bangkok, maar de 61-jarige Raymond P., medewerker van het ministerie, werd op 24 maart 2012 aangehouden op Schiphol. En het was direct bingo: in zijn bagage werd een brillenkoker gevonden met vijf usb-sticks.
Daarop geheime informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Waarschijnlijk spionagemateriaal, dat hij wilde overhandigen aan een Russisch spionnenechtpaar.
Levenslang
Morgen staat hij voor de rechtbank in Den Haag. Op verdenking van het verstrekken van staatsgeheimen aan een buitenlandse mogendheid, ambtelijke omkoping, witwassen en het bezit van een vuurwapen. De maximale gevangenisstraf daarvoor is levenslang.
KGB
Justitie kwam hem op het spoor na de aanhouding van een Russisch echtpaar in het Duitse Marburg, dat daar al tientallen jaren was ingeburgerd onder de namen Andreas Anschlag en Heidrun Freud. Ze werkten al jarenlang voor de Russische geheime dienst KGB. In hun administratie kwam agent BR voor, en na enig onderzoek leidde het spoor naar Raymond P, visumspecialist op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Libië
Op de computer van het Russische spionnenechtpaar zijn 80 vertrouwelijke documenten gevonden, die afkomstig zijn van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Raymond P. verstrekte informatie over onder meer de werking van de geheime dienst van de NAVO, informatie over de NAVO-operatie in Libië en het veiligheidsplan van een Nederlandse ambassade in het buitenland.
Coderen
Daarnaast gaf hij details over de seksuele geaardheid van ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens justitie kreeg hij les van het Russische echtpaar in het coderen van geheime boodschappen.
Vanavond geven het hoofd van de AIVD Rob Bertholee, persofficier van justitie van het OM in Den Haag Wouter Bos en expert geheime diensten Erich Schmidt Eenboom commentaar op de strafzaak.
(Nieuwsuur, 28 januari 2013)
Uitzending: Ned. 2, 22.00 uur
Punthoofd van puntwolk
De afgelopen week was voor veel Nederlanders spannend. Het januari loonstrookje zou duidelijkheid geven over de gevolgen van de wijzigingen van de belastingschijven, WUL*, pensioenpremie en SZVK-premie (militairen) op het nettoloon.
Bij de burgermedewerkers op ons kantoor waren er voornamelijk blije gezichten. Iedereen was er namelijk op vooruit gegaan, op één medewerker na. Het wrange is dat dit de persoon in de laagste schaal betrof. Voor de militairen is het doemscenario uitgekomen. Alle militairen zijn er netto aanzienlijk op achteruit gegaan. De reden zal u intussen ongetwijfeld bekend zijn: de WUL.
Over de WUL is inmiddels veel gezegd en geschreven. De WUL is bedoeld om het salarisstrookje te vereenvoudigen. Het raakt dus eenieder die in loondienst voor een werkgever werkt. Echter, eenieder die niet (meer) in loondienst werkt wordt wel getroffen door de bijbehorende compensatiemaatregel: de verhoging van de eerste – en tweede belastingschijf. De afgelopen maand werd steeds duidelijker dat niet alleen de militairen hard geraakt worden door deze wet, maar ook alle (pre) gepensioneerden en ZZP’ers. Een weldenkend persoon zou dan aannemen dat dit een fout in het wetgevingstraject is geweest en dat dit snel zou worden hersteld.
Tijdens het Algemeen Overleg van woensdag 23 januari jl. is mij duidelijk geworden dat dit niet zo werkt. Tijdens dit overleg werd door de leden van de vaste kamercommissie voor Defensie (VKD) aan de staatssecretaris van Financiën gevraagd of hij het in hun ogen aangedane onrecht van de militair zou repareren. De staatssecretaris begon zijn betoog met een nadere toelichting op het proces. Hij gaf aan dat in het wetgevingstraject samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een ‘puntwolk’ was gemaakt. Dit was nieuw voor mij. Ik had nog nooit van een puntwolk gehoord, ondanks mijn meteorologische opleiding.
Met een ‘puntwolk’ wordt een set van discrete waarden in een bepaalde ruimte bedoeld . Deze wordt gebruikt om meerdimensionale steekproeven te kunnen doen. De staatssecretaris gaf aan dat de betreffende steekproef had uitgewezen dat 1,5% van de populatie er meer dan 1,5% in salaris erop achteruit zou gaan. Volgens hem kon dit zelfs in sommige gevallen wel oplopen tot 10% om hiermee aan te geven dat het bij de militairen toch nog wel meevalt.
Een lachende staatssecretaris gaf in zijn nadere toelichting aan dat iedereen had zitten snurken. De Eerste- en Tweede Kamer én de Raad van State hadden in de memorie van toelichting op bladzijde 24, zijnde één regel, kunnen lezen dat de militairen niet onder de Zorgverzekeringswet vallen en hadden daaruit moeten concluderen dat de militairen door de WUL onevenredig hard geraakt zouden gaan worden. Omdat niemand, Defensie inclusief, aan de bel heeft getrokken is het een voldongen feit geworden. De staatssecretaris voegde hier vervolgens nog aan toe dat als dit wel was gebeurd, er nog niets was veranderd, omdat het voor militairen niet mogelijk is een ‘status aparte’ binnen het belastingstelsel te krijgen.
Blijft over de ‘puntwolk’. Ik krijg steeds meer het gevoel dat het hier geen puntwolk betreft, maar de ‘Altocumulus Castellanus’. De Castellanus is een wolk die vaak, op een nog mooie dag, de voorbode is van onweer. Het betreft een stapelwolk, waarvan de top lijkt op de kantelen van een kasteel. De ene kanteel kan hier worden voorgesteld als ‘Weekers puntwolk’, waarin de werkende beroepsbevolking, uitgezonderd de militairen zit. In de andere kantelen zitten alle overigen die ruim buiten de bandbreedte van 1,5% vallen. Er zijn dus meerdere puntwolken!
Tijdens het debat gaf een kamerlid het al aan, “de WUL is prul” , en hiermee is het laatste nog niet gezegd en geschreven over de WUL. De vaste kamercommissie voor Defensie heeft een voortgezet algemeen overleg (VAO) aangevraagd, waarbij ook de minister van Financiën aanwezig zal zijn. Wat het VAO van dinsdag 29januari as. gaat opleveren is nog even afwachten. Echter, een ding is zeker: veel Nederlanders zullen inmiddels wel al een punthoofd hebben gekregen als gevolg van ‘Weekers puntwolk ‘.
KLTZ Marc de Natris
waarnemend voorzitter KVMO
(KVMO, 28 januari 2013)
*[Wet Uniformering Loonbegrip]
Bij de burgermedewerkers op ons kantoor waren er voornamelijk blije gezichten. Iedereen was er namelijk op vooruit gegaan, op één medewerker na. Het wrange is dat dit de persoon in de laagste schaal betrof. Voor de militairen is het doemscenario uitgekomen. Alle militairen zijn er netto aanzienlijk op achteruit gegaan. De reden zal u intussen ongetwijfeld bekend zijn: de WUL.
Over de WUL is inmiddels veel gezegd en geschreven. De WUL is bedoeld om het salarisstrookje te vereenvoudigen. Het raakt dus eenieder die in loondienst voor een werkgever werkt. Echter, eenieder die niet (meer) in loondienst werkt wordt wel getroffen door de bijbehorende compensatiemaatregel: de verhoging van de eerste – en tweede belastingschijf. De afgelopen maand werd steeds duidelijker dat niet alleen de militairen hard geraakt worden door deze wet, maar ook alle (pre) gepensioneerden en ZZP’ers. Een weldenkend persoon zou dan aannemen dat dit een fout in het wetgevingstraject is geweest en dat dit snel zou worden hersteld.
Tijdens het Algemeen Overleg van woensdag 23 januari jl. is mij duidelijk geworden dat dit niet zo werkt. Tijdens dit overleg werd door de leden van de vaste kamercommissie voor Defensie (VKD) aan de staatssecretaris van Financiën gevraagd of hij het in hun ogen aangedane onrecht van de militair zou repareren. De staatssecretaris begon zijn betoog met een nadere toelichting op het proces. Hij gaf aan dat in het wetgevingstraject samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een ‘puntwolk’ was gemaakt. Dit was nieuw voor mij. Ik had nog nooit van een puntwolk gehoord, ondanks mijn meteorologische opleiding.
Met een ‘puntwolk’ wordt een set van discrete waarden in een bepaalde ruimte bedoeld . Deze wordt gebruikt om meerdimensionale steekproeven te kunnen doen. De staatssecretaris gaf aan dat de betreffende steekproef had uitgewezen dat 1,5% van de populatie er meer dan 1,5% in salaris erop achteruit zou gaan. Volgens hem kon dit zelfs in sommige gevallen wel oplopen tot 10% om hiermee aan te geven dat het bij de militairen toch nog wel meevalt.
Een lachende staatssecretaris gaf in zijn nadere toelichting aan dat iedereen had zitten snurken. De Eerste- en Tweede Kamer én de Raad van State hadden in de memorie van toelichting op bladzijde 24, zijnde één regel, kunnen lezen dat de militairen niet onder de Zorgverzekeringswet vallen en hadden daaruit moeten concluderen dat de militairen door de WUL onevenredig hard geraakt zouden gaan worden. Omdat niemand, Defensie inclusief, aan de bel heeft getrokken is het een voldongen feit geworden. De staatssecretaris voegde hier vervolgens nog aan toe dat als dit wel was gebeurd, er nog niets was veranderd, omdat het voor militairen niet mogelijk is een ‘status aparte’ binnen het belastingstelsel te krijgen.
Blijft over de ‘puntwolk’. Ik krijg steeds meer het gevoel dat het hier geen puntwolk betreft, maar de ‘Altocumulus Castellanus’. De Castellanus is een wolk die vaak, op een nog mooie dag, de voorbode is van onweer. Het betreft een stapelwolk, waarvan de top lijkt op de kantelen van een kasteel. De ene kanteel kan hier worden voorgesteld als ‘Weekers puntwolk’, waarin de werkende beroepsbevolking, uitgezonderd de militairen zit. In de andere kantelen zitten alle overigen die ruim buiten de bandbreedte van 1,5% vallen. Er zijn dus meerdere puntwolken!
Tijdens het debat gaf een kamerlid het al aan, “de WUL is prul” , en hiermee is het laatste nog niet gezegd en geschreven over de WUL. De vaste kamercommissie voor Defensie heeft een voortgezet algemeen overleg (VAO) aangevraagd, waarbij ook de minister van Financiën aanwezig zal zijn. Wat het VAO van dinsdag 29januari as. gaat opleveren is nog even afwachten. Echter, een ding is zeker: veel Nederlanders zullen inmiddels wel al een punthoofd hebben gekregen als gevolg van ‘Weekers puntwolk ‘.
KLTZ Marc de Natris
waarnemend voorzitter KVMO
(KVMO, 28 januari 2013)
*[Wet Uniformering Loonbegrip]
zondag 27 januari 2013
VPRO: interview met kolonel Buis (Patriots Turkije)
Nederlandse Patriots bij Adana. Foto: ministerie van Defensie |
VPRO-verslaggever Rik Delhaas sprak daar met de kolonel en wilde van hem vooral weten of er enige vrees bestond voor een vijandige houding van de plaatselijke bevolking. En of, zoals boze tongen beweren, de plaatsing van de Patriots geen voorbode is van een aanval op Syrië. De antwoorden: nee en nee.
Het interview maakte deel uit van een langer item van VPRO Bureau Buitenland over de komst van de Patriots naar Turkije. Daarin kwamen o.a. ook aan de orde het lastigvallen van enkele Duitse militairen door demonstranten in de havenstad Iskenderun; een interview met een zakenman in Gaziantep (waar Amerikaanse Patriot-batterijen worden opgesteld) die ook belangen heeft in Syrië, en met een uit dat land gevluchte tandarts.
(Defensie weblog, 27 januari 2013)
Labels:
Active Fence,
Adana,
Bureau Buitenland,
DGLC,
Incirlik,
NAVO,
Patriot,
Syrië,
Turkije,
VPRO
zaterdag 26 januari 2013
Nederlandse Patriots in Turkije operationeel
Patriot lanceerinrichting bij Adana. Foto: Defensie |
De Nederlanders opereren vanaf zowel het civiele vliegveld van Adana als van de bij deze stad liggende luchtmachtbasis Incirlik, waar tevens het commandocentrum staat. De militairen gebruiken PAC-2 en de meer geavanceerde PAC-3. Beide typen vormen een geducht afweermiddel tegen ballistische raketten zoals de Scud.
Laden wapensystemen
De konvooien arriveerden woensdag vanuit havenstad Iskenderun in Incirlik. Een dag later ging de betonschaar in de verzegeling van de met raketten gevulde containers. Daarna was het een kwestie van controleren, uitladen, en de zogenoemde cannisters met hun waardevolle lading zorgvuldig op de juiste lanceerinrichtingen takelen.
Commandocentrum
Foto:Defensie, DGLC |
Miljoenenstad beschermen
De Patriots beschermen nu de miljoenenstad Adana, op 120 kilometer van de grens met Syrië. De inzet is van defensieve aard en biedt geen ondersteuning aan bijvoorbeeld een no-fly zone. Ook Duitsland en de Verenigde Staten leveren elk 2 Patriotsystemen, de Duitsers rond Kahramanmaraş, de Amerikanen in Gaziantep. Naar verwachting zijn zij begin februari operationeel gereed.
(ministerie van Defensie, 26 januari 2013)
Minister Hennis over het belang van de krijgsmacht
(...)
Onze militaire historie toont aan hoe nauw het succes van Nederland met onze krijgsmacht verweven is. Tot op de dag van vandaag het geval en dat geldt ook voor de toekomst! Als de geschiedenis ons één ding leert, is het dat je altijd alert moet zijn - én blijven! Dat je altijd in staat moet zijn - én willen zijn - om je belangen te beschermen en te bevorderen. Ook militair! De krijgsmacht doet dat, elke dag, en gelukkig maar!
(...)
[passage uit toespraak van minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert bij de start van de bouw van het Nationaal Militair Museum, 25 januari 2013)
Onze militaire historie toont aan hoe nauw het succes van Nederland met onze krijgsmacht verweven is. Tot op de dag van vandaag het geval en dat geldt ook voor de toekomst! Als de geschiedenis ons één ding leert, is het dat je altijd alert moet zijn - én blijven! Dat je altijd in staat moet zijn - én willen zijn - om je belangen te beschermen en te bevorderen. Ook militair! De krijgsmacht doet dat, elke dag, en gelukkig maar!
(...)
[passage uit toespraak van minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert bij de start van de bouw van het Nationaal Militair Museum, 25 januari 2013)
vrijdag 25 januari 2013
Omroep Max: interview met Commandeur Ben Bekkering
Commandeur Ben Bekkering over piraterij en het leven op zee.
Commandeur Ben Bekkering heeft een jaar lang het commando gevoerd over de Standing NATO Maritime Group 1. Op 24 januari droeg hij het NAVO-commando over aan de Duitse commandeur Georg von Maltzan. Bekkering heeft in het afgelopen jaar onder andere deelgenomen aan operaties om terroristische activiteiten te verstoren op de Middellandse Zee met de NAVO-vloot. Ook gaf hij een half jaar lang leiding aan de anti-piraterij missie voor de kust van Somalië Margreet Reijntjes praat met Commandeur Bekkering over piraterij, het leven op zee en over de gevolgen daarvan voor het thuisfront.
(Omroep Max, 24 januari 2013)
Commandeur Ben Bekkering |
(Omroep Max, 24 januari 2013)
Kritische woorden CDS bij oprichting Vuursteuncommando
Alle mortieren en kanonnen* bij elkaar in een eenheid, onder één commandant. Met de oprichting van het VuursteunCommando is dit sinds vandaag realiteit. De nieuwe eenheid, geplaatst op de Legerplaats bij Oldebroek in ’t Harde, is verantwoordelijk voor krijgsmachtbrede vuursteun.
Met 3 vuursteunbatterijen, elk 6 pantserhouwitsers en 6 120mm mortieren sterk, is de eenheid ‘slanker’ dan haar voorgangers. “Dat tast onze slagkracht en voortzettingsvermogen aan”, sprak Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp. Toch heeft het commando genoeg vuurkracht om Defensiebreed vuursteun te bieden.
Onder één dak
In het VuursteunCommando (VustCo) zijn vuursteunbatterijen, training, ondersteuning van opleidingen en het bestieren van het Artillerie Schietkamp onder 1 dak gebracht. De nieuwe eenheid bestaat uit de parate onderdelen van de voormalige korpsen Veldartillerie en Rijdende Artillerie en onder meer de mortiereenheden van 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers.
Vuursteunmiddelen
Met deze samenvoeging worden de effecten van houwitsers en mortieren, luchtsteun van vliegtuigen en gevechtshelikopters en schepen onderling afgestemd. Volgens de kersverse commandant VustCo, kolonel Teun Baartman, “de manier om deze, en andere capaciteiten, zoals manoeuvre en andere gevechtsteun nog beter op elkaar te laten aansluiten.”
Internationale inbedding
Ook internationaal vormt intensere samenwerking een van de hoogste prioriteiten van de nieuwe eenheid. Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp: “Nog dit jaar zullen hierin de eerste concrete stappen gezet worden met Duitsland en België.”
Reorganisatie
Het personeelbestand is met de nieuwe eenheid gekrompen van 800 man naar 425. De ceremonie vandaag had dan ook een ingetogen karakter. Middendorp: “Veel mensen verkeren nog in onzekerheid over hun baan. Een zure appel waar we dit jaar doorheen moeten bijten. Het is daarom belangrijk dat de reorganisatie snel weer vlot getrokken wordt.”
Toespraak CDS bij oprichting van het Vuursteun Commando
(ministerie van Defensie, 25 januari 2013)
*De Nederlandse artillerie (landmacht) had al geruime tijd geen kanonnen (vlakbaangeschut) meer, alleen houwitsers (krombaangeschut). De marine heeft nog wel kanonnen op schepen, die heten in het marinejargon kanons, HdV)
Met 3 vuursteunbatterijen, elk 6 pantserhouwitsers en 6 120mm mortieren sterk, is de eenheid ‘slanker’ dan haar voorgangers. “Dat tast onze slagkracht en voortzettingsvermogen aan”, sprak Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp. Toch heeft het commando genoeg vuurkracht om Defensiebreed vuursteun te bieden.
Paarden en Pantserhouwitzer2000NL. Foto: Defensie |
In het VuursteunCommando (VustCo) zijn vuursteunbatterijen, training, ondersteuning van opleidingen en het bestieren van het Artillerie Schietkamp onder 1 dak gebracht. De nieuwe eenheid bestaat uit de parate onderdelen van de voormalige korpsen Veldartillerie en Rijdende Artillerie en onder meer de mortiereenheden van 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers.
Vuursteunmiddelen
Met deze samenvoeging worden de effecten van houwitsers en mortieren, luchtsteun van vliegtuigen en gevechtshelikopters en schepen onderling afgestemd. Volgens de kersverse commandant VustCo, kolonel Teun Baartman, “de manier om deze, en andere capaciteiten, zoals manoeuvre en andere gevechtsteun nog beter op elkaar te laten aansluiten.”
Internationale inbedding
Ook internationaal vormt intensere samenwerking een van de hoogste prioriteiten van de nieuwe eenheid. Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp: “Nog dit jaar zullen hierin de eerste concrete stappen gezet worden met Duitsland en België.”
Reorganisatie
Het personeelbestand is met de nieuwe eenheid gekrompen van 800 man naar 425. De ceremonie vandaag had dan ook een ingetogen karakter. Middendorp: “Veel mensen verkeren nog in onzekerheid over hun baan. Een zure appel waar we dit jaar doorheen moeten bijten. Het is daarom belangrijk dat de reorganisatie snel weer vlot getrokken wordt.”
Toespraak CDS bij oprichting van het Vuursteun Commando
(ministerie van Defensie, 25 januari 2013)
*De Nederlandse artillerie (landmacht) had al geruime tijd geen kanonnen (vlakbaangeschut) meer, alleen houwitsers (krombaangeschut). De marine heeft nog wel kanonnen op schepen, die heten in het marinejargon kanons, HdV)
donderdag 24 januari 2013
Ex-CDS spreekt bij Dodenherdenking op de Dam
Schrijfster en journalist Pauline Broekema en generaal b.d. Peter van Uhm spreken dit jaar tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei.
(...)
Na de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Kerk spreekt generaal b.d. Peter van Uhm bij het Nationaal Monument op de Dam. Van Uhm was als hoogste militair verantwoordelijk voor de inzet van Nederlandse militairen bij vredesoperaties over de hele wereld en verloor daarbij zijn eigen zoon. “Ik vind het bijzonder dat ik op 4 mei op de Dam mag spreken. Vanwege mijn zoon Dennis, maar ook vanwege mijn vader die tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht bij de slag om Nijmegen en daarbij kameraden verloor,” aldus Van Uhm. Hij benadrukt de speciale relatie tussen 4 mei en 5 mei: “Vieren is een deel van het geheel. Daaraan voorafgaand herdenken is noodzakelijk, het geeft ons tijd om na te denken.”
(...)
(Nationaal Comité 4 en 5 mei, 24 januari 2013)
Oud-generaal Van Uhm spreekt op 4 mei op de Dam
De vroegere commandant der strijdkrachten Peter van Uhm houdt op 4 mei een toespraak tijdens de nationale dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Dat heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei donderdag aangekondigd.
Van Uhm was als hoogste militair verantwoordelijk voor de inzet van Nederlandse militairen bij vredesoperaties. Een dag nadat hij in april 2008 het bevel over de strijdkrachten had overgenomen, sneuvelde zijn zoon Dennis in Afghanistan.
''Ik vind het bijzonder dat ik op 4 mei op de Dam mag spreken. Vanwege mijn zoon Dennis, maar ook vanwege mijn vader die tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht bij de slag om Nijmegen en daarbij kameraden verloor'', reageerde de generaal buiten dienst.
(...)
(ANP/Nu.nl, 24 januari 2013)
(...)
Na de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Kerk spreekt generaal b.d. Peter van Uhm bij het Nationaal Monument op de Dam. Van Uhm was als hoogste militair verantwoordelijk voor de inzet van Nederlandse militairen bij vredesoperaties over de hele wereld en verloor daarbij zijn eigen zoon. “Ik vind het bijzonder dat ik op 4 mei op de Dam mag spreken. Vanwege mijn zoon Dennis, maar ook vanwege mijn vader die tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht bij de slag om Nijmegen en daarbij kameraden verloor,” aldus Van Uhm. Hij benadrukt de speciale relatie tussen 4 mei en 5 mei: “Vieren is een deel van het geheel. Daaraan voorafgaand herdenken is noodzakelijk, het geeft ons tijd om na te denken.”
(...)
(Nationaal Comité 4 en 5 mei, 24 januari 2013)
Oud-generaal Van Uhm spreekt op 4 mei op de Dam
De vroegere commandant der strijdkrachten Peter van Uhm houdt op 4 mei een toespraak tijdens de nationale dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Dat heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei donderdag aangekondigd.
Van Uhm was als hoogste militair verantwoordelijk voor de inzet van Nederlandse militairen bij vredesoperaties. Een dag nadat hij in april 2008 het bevel over de strijdkrachten had overgenomen, sneuvelde zijn zoon Dennis in Afghanistan.
''Ik vind het bijzonder dat ik op 4 mei op de Dam mag spreken. Vanwege mijn zoon Dennis, maar ook vanwege mijn vader die tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht bij de slag om Nijmegen en daarbij kameraden verloor'', reageerde de generaal buiten dienst.
(...)
(ANP/Nu.nl, 24 januari 2013)
'Rookgordijnen en een (h)eerlijke minister'
Tijdens het Algemeen Overleg op 23 januari maken veel militairen in de Tweede Kamer duidelijk dat de onrechtvaardige gevolgen van de WUL hen echt raken. Voor velen is het de eerste keer dat ze in het huis van de democratie, dat zij met hun leven mogen verdedigen, een debat bijwonen. Dat levert verrassende observaties op. En laat hen achter met veel vragen.
Wat zijn we trots op onze militairen en wat doen ze goed werk. Ze verdedigen onze democratie, terwijl wij hen wel beperken in hun grondrechten, want ze mogen niet staken. Dat is niet niks. Dat verdient respect. Artikel 97 van de Grondwet kwam dan ook regelmatig ter tafel. Het ging over de WUL. Althans daar leek het op. De WUL is de Wet Uniformering Loonbegrip. Een normaal mens zou dat inderdaad afkorten tot WUL. Maar niet in de Kamerstukken. Daar staat deze wet ook aangeduid als de Wet ULB. Maar omdat wij gewend zijn aan beginnende rookgordijnen konden we dat nog wel volgen.
Wie we?
Nou, een 60-tal leden van de VBM, onze vakbond, die de moeite hadden genomen om het Algemeen Overleg van de Vaste Kamercommissie voor Defensie van de Tweede Kamer over de WUL bij te wonen. Daarvan velen in uniform. Dat maakte toch wel indruk en de meeste sprekers uit de Kamer maakten in hun eerste termijn de opmerking dat het onderwerp toch wel leefde bij de militairen. Dus veel respect en zo.
Voor de meesten was dit de eerste confrontatie met een Kamerdebat en de uitvoering van onze democratie. Zij begrepen dus ook wel de vragen over de toezeggingen in eerdere debatten over het budgetneutrale invoeren van deze wet en het nemen van maatregelen om in te grijpen als bepaalde groepen meer dan gemiddeld zouden worden getroffen. In het Haagse jargon, sorry vaktaal, heet dit fine-tuning. Gelukkig dat wij het Nato–Engels kennen.
Maar dan de antwoorden: één rookgordijn
Laten we eerlijk zijn, als we de vijand willen verrassen is een rookgordijn een prima middel. Dus als dat ook nog kan worden aangevuld met sigaren uit de eigen doos! Nog beter. Maar hadden we niet de bedoeling om de vijand te misleiden en niet onze eigen mensen? Of zie ik dat verkeerd?
Er werd erkend dat actief dienende militairen door deze wet extra worden getroffen. Om volgens mij nog steeds geldige redenen zijn militairen onder alle omstandigheden aangewezen op de militaire gezondheidsorganisatie. Dat heeft voordelen en nadelen: hulp onder extreme omstandigheden, maar ook altijd verplicht naar de MGD. Het kan toch niet zo zijn dat je nu hiervoor in je portemonnee wordt getroffen. Is dat budgetneutraal?
De minister wilde hierop geen concreet antwoord geven. Zij erkende –wat al eerder in een brief aan de Kamer heeft gestaan – dat de inkomenseffecten bij militairen hard aankomen. Tot -4,7 % extra als er geen maatregelen worden genomen. Daarom heeft onze minister kortelings binnen haar begroting gezorgd dat er enkele compensatiemaatregelen komen. Daarvoor is 47,5 miljoen euro gereserveerd. De minister doet dus haar uiterste best, toch?
In de eerste drie maanden moeten we doorbijten, dan worden we slechts maximaal 2,3 % gekort.
Helaas krijgt Financiën door deze maatregel wel 60 miljoen extra binnen, maar dat is volgens staatssecretaris Weekers geen punt: de maatregel zou voor sommigen een plus en voor anderen een min betekenen; zo zit dat in de koopkrachtplaatjes, die we met andere ministeries vertalen in een puntenwolk en dan klopt het (rookgordijn). En verder is hij van mening dat hij staatsrechtelijk alleen gaat over de fiscale regelgeving en de toepassing daarvan en niet over de uitgaven. Dat is het terrein van de Minister van Financiën.
We zijn benieuwd hoe de heer Weekers zal optreden als hij namens Nederland moet spreken in het financieel overleg van de Euroministers. Dus op de vraag of Defensie dus nu per saldo een extra korting kreeg van 47,5 miljoen, wilde hij niet antwoorden.
En onze (h)eerlijke minister die ons zo respecteert. Zij deed haar uiterste best. Maar zij heeft een handicap. Zij is te (h)eerlijk. Zij laat met lichaamstaal te duidelijk zien wat haar beweegt. Dat hebben we al eerder gezien tijdens debatten toen ze als Kamerlid door fractiediscipline moest stemmen tegen haar eigen geweten in. Dat ging toen over de weigerambtenaar.
Ook in dit debat wees dienstdoend voorzitter, Han ten Broeke, haar op enig moment terecht dat het debat verbaal moet worden gevoerd en niet met lichaamstaal. Tot vervelens toe bleef zij herhalen dat er een brede studie komt over ‘een objectiveerbare vergelijking van de inkomens van militairen met andere ambtenaren’.
Die zal dan bepalend zijn voor de door haar gewenste structurele oplossing van dit probleem. Zij noemde in dit verband de extra risico’s die militairen lopen. Dat begrijpen wij. Maar over de andere ambtenaren waarmee we zullen worden vergeleken mocht ze niets zeggen. Want dat is het beeld dat overbleef: ze wilde wel maar ze mocht niet. Eerder niet vanwege de fractiediscipline en nu niet vanwege de kennelijk reeds gemaakte afspraken met Financiën. Alleen in zo’n spagaat is de vage beantwoording van onze minister te begrijpen. En daarom was het niet verwonderlijk dat er geen bevredigend antwoord kwam.
En nu?
De coalitiepartijen VVD en PVDA wensten ook na herhaalde vragen van andere, dus oppositiepartijen, niet duidelijk te maken hoe een oplossing zou moeten worden gefinancierd: komt de gedeeltelijk compensatie die onze minister nu eenmalig heeft gerealiseerd, dus voortaan neer op een extra korting op het defensiebudget? En komt het dan uit de post arbeidsvoorwaarden? Of komt het uiteindelijk van Financiën? Daar komen immers de extra WUL-inhoudingen van de militairen binnen! Van het onderling gekrakeel namen na 2 uur circa 40 militairen massaal en dus zichtbaar afscheid. Een teken aan de wand!
(VBM, 24 januari 2013)
Wat zijn we trots op onze militairen en wat doen ze goed werk. Ze verdedigen onze democratie, terwijl wij hen wel beperken in hun grondrechten, want ze mogen niet staken. Dat is niet niks. Dat verdient respect. Artikel 97 van de Grondwet kwam dan ook regelmatig ter tafel. Het ging over de WUL. Althans daar leek het op. De WUL is de Wet Uniformering Loonbegrip. Een normaal mens zou dat inderdaad afkorten tot WUL. Maar niet in de Kamerstukken. Daar staat deze wet ook aangeduid als de Wet ULB. Maar omdat wij gewend zijn aan beginnende rookgordijnen konden we dat nog wel volgen.
Wie we?
Nou, een 60-tal leden van de VBM, onze vakbond, die de moeite hadden genomen om het Algemeen Overleg van de Vaste Kamercommissie voor Defensie van de Tweede Kamer over de WUL bij te wonen. Daarvan velen in uniform. Dat maakte toch wel indruk en de meeste sprekers uit de Kamer maakten in hun eerste termijn de opmerking dat het onderwerp toch wel leefde bij de militairen. Dus veel respect en zo.
Voor de meesten was dit de eerste confrontatie met een Kamerdebat en de uitvoering van onze democratie. Zij begrepen dus ook wel de vragen over de toezeggingen in eerdere debatten over het budgetneutrale invoeren van deze wet en het nemen van maatregelen om in te grijpen als bepaalde groepen meer dan gemiddeld zouden worden getroffen. In het Haagse jargon, sorry vaktaal, heet dit fine-tuning. Gelukkig dat wij het Nato–Engels kennen.
Maar dan de antwoorden: één rookgordijn
Laten we eerlijk zijn, als we de vijand willen verrassen is een rookgordijn een prima middel. Dus als dat ook nog kan worden aangevuld met sigaren uit de eigen doos! Nog beter. Maar hadden we niet de bedoeling om de vijand te misleiden en niet onze eigen mensen? Of zie ik dat verkeerd?
Er werd erkend dat actief dienende militairen door deze wet extra worden getroffen. Om volgens mij nog steeds geldige redenen zijn militairen onder alle omstandigheden aangewezen op de militaire gezondheidsorganisatie. Dat heeft voordelen en nadelen: hulp onder extreme omstandigheden, maar ook altijd verplicht naar de MGD. Het kan toch niet zo zijn dat je nu hiervoor in je portemonnee wordt getroffen. Is dat budgetneutraal?
De minister wilde hierop geen concreet antwoord geven. Zij erkende –wat al eerder in een brief aan de Kamer heeft gestaan – dat de inkomenseffecten bij militairen hard aankomen. Tot -4,7 % extra als er geen maatregelen worden genomen. Daarom heeft onze minister kortelings binnen haar begroting gezorgd dat er enkele compensatiemaatregelen komen. Daarvoor is 47,5 miljoen euro gereserveerd. De minister doet dus haar uiterste best, toch?
In de eerste drie maanden moeten we doorbijten, dan worden we slechts maximaal 2,3 % gekort.
Helaas krijgt Financiën door deze maatregel wel 60 miljoen extra binnen, maar dat is volgens staatssecretaris Weekers geen punt: de maatregel zou voor sommigen een plus en voor anderen een min betekenen; zo zit dat in de koopkrachtplaatjes, die we met andere ministeries vertalen in een puntenwolk en dan klopt het (rookgordijn). En verder is hij van mening dat hij staatsrechtelijk alleen gaat over de fiscale regelgeving en de toepassing daarvan en niet over de uitgaven. Dat is het terrein van de Minister van Financiën.
We zijn benieuwd hoe de heer Weekers zal optreden als hij namens Nederland moet spreken in het financieel overleg van de Euroministers. Dus op de vraag of Defensie dus nu per saldo een extra korting kreeg van 47,5 miljoen, wilde hij niet antwoorden.
En onze (h)eerlijke minister die ons zo respecteert. Zij deed haar uiterste best. Maar zij heeft een handicap. Zij is te (h)eerlijk. Zij laat met lichaamstaal te duidelijk zien wat haar beweegt. Dat hebben we al eerder gezien tijdens debatten toen ze als Kamerlid door fractiediscipline moest stemmen tegen haar eigen geweten in. Dat ging toen over de weigerambtenaar.
Ook in dit debat wees dienstdoend voorzitter, Han ten Broeke, haar op enig moment terecht dat het debat verbaal moet worden gevoerd en niet met lichaamstaal. Tot vervelens toe bleef zij herhalen dat er een brede studie komt over ‘een objectiveerbare vergelijking van de inkomens van militairen met andere ambtenaren’.
Die zal dan bepalend zijn voor de door haar gewenste structurele oplossing van dit probleem. Zij noemde in dit verband de extra risico’s die militairen lopen. Dat begrijpen wij. Maar over de andere ambtenaren waarmee we zullen worden vergeleken mocht ze niets zeggen. Want dat is het beeld dat overbleef: ze wilde wel maar ze mocht niet. Eerder niet vanwege de fractiediscipline en nu niet vanwege de kennelijk reeds gemaakte afspraken met Financiën. Alleen in zo’n spagaat is de vage beantwoording van onze minister te begrijpen. En daarom was het niet verwonderlijk dat er geen bevredigend antwoord kwam.
En nu?
De coalitiepartijen VVD en PVDA wensten ook na herhaalde vragen van andere, dus oppositiepartijen, niet duidelijk te maken hoe een oplossing zou moeten worden gefinancierd: komt de gedeeltelijk compensatie die onze minister nu eenmalig heeft gerealiseerd, dus voortaan neer op een extra korting op het defensiebudget? En komt het dan uit de post arbeidsvoorwaarden? Of komt het uiteindelijk van Financiën? Daar komen immers de extra WUL-inhoudingen van de militairen binnen! Van het onderling gekrakeel namen na 2 uur circa 40 militairen massaal en dus zichtbaar afscheid. Een teken aan de wand!
(VBM, 24 januari 2013)
'Algemeen Overleg over de WUL maakt bonden niet vrolijker'
In een Algemeen Overleg op 23 januari 2013 debatteert de Vaste Kamer Commissie Defensie met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën. Kamerleden willen duidelijkheid over de effecten van de WUL*, maar de minister blijft erg vaag, wil geen toezeggingen doen en gaat maar door over een pakketvergelijking die nodig zou zijn voor een structurele oplossing.
Uit het debat valt ook op te maken dat de minister geen dan wel onvolledige informatie krijgt. De bonden kunnen zich niet voorstellen dat een goed geïnformeerde minister zo hoog blijft opgegeven van een dergelijke pakketvergelijking. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat iemand haar in het oor heeft gefluisterd dat via een pakketvergelijking geld vrijkomt voor arbeidsvoorwaarden.
In de jaren ‘80 van de vorige eeuw was er ook een pakketvergelijking. Om dezelfde redenen als nu. ‘Voor eens en altijd een eind maken aan de discussie of militairen wel of niet arbeidsvoorwaarden hebben die overeenkomen met hun bijzondere positie’. Dat roept de minister nu ook. Volgens haar heeft de “buitenwereld” een verkeerd beeld van de arbeidsvoorwaarden en die pakketvergelijking moet daarvoor soelaas bieden.
De minister weet waarschijnlijk niet dat de uitkomst van de pakketvergelijking uit de jaren ‘80 leerde dat de salarissen van militairen omhoog moesten. Maar toen kwam de aap uit de mouw: “Daar is geen geld voor”. Dat risico loopt de minister nu ook. Met als gevolg dat de verhoudingen nog verder verstoord raken.
Hoe nu verder? De problematiek is niet kleiner geworden. Of de verhoudingen nog verder onder druk komen te staan is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat de bonden gewoon blijven wachten tot de minister met een formeel voorstel komt, uiteraard op papier. En tot die tijd gaan wij verder met het voorbereiden van activiteiten.
In ieder geval wachten wij een door het CDA aangevraagd Voortgezet Algemeen Overleg over de WUL-problematiek af, een korte plenaire vergadering naar aanleiding van een AO. Tot die tijd zullen wij geen beweging maken richting Defensie.
*Wet Uniformering Loonbegrip
(VBM, 24 januari 2013)
Uit het debat valt ook op te maken dat de minister geen dan wel onvolledige informatie krijgt. De bonden kunnen zich niet voorstellen dat een goed geïnformeerde minister zo hoog blijft opgegeven van een dergelijke pakketvergelijking. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat iemand haar in het oor heeft gefluisterd dat via een pakketvergelijking geld vrijkomt voor arbeidsvoorwaarden.
In de jaren ‘80 van de vorige eeuw was er ook een pakketvergelijking. Om dezelfde redenen als nu. ‘Voor eens en altijd een eind maken aan de discussie of militairen wel of niet arbeidsvoorwaarden hebben die overeenkomen met hun bijzondere positie’. Dat roept de minister nu ook. Volgens haar heeft de “buitenwereld” een verkeerd beeld van de arbeidsvoorwaarden en die pakketvergelijking moet daarvoor soelaas bieden.
De minister weet waarschijnlijk niet dat de uitkomst van de pakketvergelijking uit de jaren ‘80 leerde dat de salarissen van militairen omhoog moesten. Maar toen kwam de aap uit de mouw: “Daar is geen geld voor”. Dat risico loopt de minister nu ook. Met als gevolg dat de verhoudingen nog verder verstoord raken.
Hoe nu verder? De problematiek is niet kleiner geworden. Of de verhoudingen nog verder onder druk komen te staan is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat de bonden gewoon blijven wachten tot de minister met een formeel voorstel komt, uiteraard op papier. En tot die tijd gaan wij verder met het voorbereiden van activiteiten.
In ieder geval wachten wij een door het CDA aangevraagd Voortgezet Algemeen Overleg over de WUL-problematiek af, een korte plenaire vergadering naar aanleiding van een AO. Tot die tijd zullen wij geen beweging maken richting Defensie.
*Wet Uniformering Loonbegrip
(VBM, 24 januari 2013)
NATO press briefing on the deployment of Patriot Missiles to Turkey
Press briefing on the deployment of Patriot Missiles to Turkey
by NATO Spokesperson Oana Lungescu and Brigadier General Gary Deakin, Director of SHAPE Strategic Operations Center
Good afternoon. Thank you very much for coming.
As you know, Patriot batteries from Germany, the Netherlands and the United States are now only days away from becoming operational in Turkey so we thought it would be timely to have a technical briefing today to explain the sequence of events that will eventually see NATO take control of these defensive batteries to help protect Turkey’s population and territory.
Let me just remind you briefly that in response to Turkey’s request, NATO Defence Ministers decided on the 4th of December last year to augment Turkey’s air defence capabilities in order to defend the population and territory of Turkey and to contribute to the de-escalation of the crisis along the Alliance’s border.
The deployment of the Patriots will be defensive only, but it sends a very strong signal of Allied solidarity.
I am very happy to introduce to you our briefer from SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers Europe), Brigadier Gary Deakin, who is the Director of the Strategic Operations Centre at SHAPE who will take us through this NATO effort and will explain how the batteries will be brought under NATO Command and control in the coming weeks.
The Brigadier will speak on the record, and if you have any specific technical questions on the systems, the Brigadier will explain any arrangements we have. We have got some staff officers on hand who will be able to help with answers on background after this briefing is over.
Brigadier…
Brigadier General Gary Deakin (Director of SHAPE Strategic Operations Centre): Thank you very much, Oana. Good afternoon, everybody. If I can just begin with a little bit more detail on myself. I'm obviously a British Army officer and I'm employed down in Allied Command Operations, coordinating operations at the strategic level. So when the strategic direction came from the NAC to SACEUR to deploy assets to augment Turkey air defence then the task came to my organization to make the plan.
I've got a number of experts who are with me. There are three officers in the front row here who are absolute technical experts on the detail of the systems, and so afterwards there's an opportunity... where there's a really difficult question that I can't answer, then they're ready to help out.
And my aim will be to really tell you the story as we see it right now, where we've come from and where we are at the moment, and then where we see this augmentation of Turkey's air defence going to.
And currently, it's all going according to plan which is really excellent news from our perspective.
Firstly, some context. The deployment is part of a plan that we already have. We have a standing defence plan for the air policing of NATO. And so this is not anything spectacularly new for us. The augmentation of Turkey's already robust air defence was an extra. It was within a framework of business that we already do.
We've also done this before, and indeed, The deployed to support Turkey's air defence in 1991 and 2003. So it's not... it's not new and in that way we've been able to carry out this mission quickly to provide support to the Ally as requested.
Now, we've... when the strategic direction was given to us at the beginning of December, after the Foreign Ministers meeting, SACEUR immediately set about generating the forces required and we were very fortunate to have Germany, Netherlands and the U.S. offer Patriot batteries to deploy as soon as possible to Turkey to provide this extra support. And we also stood up the NATO communications agencies to provide the CIS, the Communications Information System support to the Patriots so they could plug into the NATO Command and Control network.
So the mobilization commenced almost as soon as we got the direction. And you will have observed that the U.S. were the first to deploy assets into theatre by air, into Incirlik, which we know is the air point of disembarkation. And their initial package arrived at the beginning of January.
And then The Netherlands and Germany sailed their assets from ports in Northern Europe some two weeks ago now and as you'll be probably tracking today, they've arrived now in Iskenderun in Turkey; are unloading and unloaded and are moving out to their positions.
We expect to have an initial operating capability this weekend. That's what we're aiming at. And so it'll be confirmed at the weekend, but we're aiming for initial operating capability this weekend.
What do I mean by initial operating capability? This is where we'll have the ability... NATO will have the ability to defend some aspects of the population of what we're going to actually cover in the big picture. The first units will arrive on station. They will plug into the NATO Command and Control network and they will be then ready to defend the population. So that's what we're calling initial operating capability.
The full capability we expect to deliver... we're aiming to deliver, at the end of the month. That's our aim and that's when we'll have all the patriots in and complete. All the sustainment mechanisms in and the whole organization plugged into the NATO CIS coordinated with Turkey's air defence to provide the support... the NATO support to Turkey as requested.
And currently all that is on track.
And so The Netherlands are going to deploy to Adana. The Germans are going to deploy to Kahramanmaras—apologies for the mispronunciation—and the U.S. are going to deploy to Gaziantep. And those locations were decided in close coordination with our Turkish Allies based on the size of the population, how we could get the equipment to get the best effect. A number of factors were considered to get the best deployment options with the resources available from the nations that made the offers in this case.
So it was a very detailed process in close collaboration with our Allies to get the right lay-down of the forces that are deploying.
We estimate that once it's in place at those locations that we will provide protection against missiles for up to 3.5 million people, is our current assessment. So 3.5 million Turkish people under the protection of this missile defence capability in support of Turkey's air defence.
And I'd also emphasize again, I mentioned a couple of minutes ago about the CIS aspects. Lots of nations involved in that. There'll be NATO detatchments each location, providing the communication support, so a lot of nations involved, not just those from the contributing nations, and they'll provide that support to enable the command and control of the Patriots.
So that's where we are right now. We're just heading towards our initial operating capability, aiming to have the whole thing set up by the end of the month.
Now let me just, briefly I think, explain the capabilities of the system so you can then come back with some questions.
So a Patriot battery has got four main elements. It's a multi-function radar, which performs search identification and tracks potential targets. It's an air engagement control station and this is the only manned piece of equipment in the battery. And its responsibility is to make sure all the other systems are working and that the identification and engagement of targets is correct and in line with the procedures.
And the Patriot operators sit in this station and they're able to terminate an engagement, and control the engagement as required.
The battery then has a number of launches and this can be between four and six, depending on the mission and depending on which nation has made the contribution.
And then each missile, each launcher has a number of missiles, and again, depending on the nation, but up to 16, with a variety of different types of missiles. In this case we'll focus on destroying targets which are missiles. That is the way that this has been put together in this mission's case.
So those batteries, two in each location, as I've just described, are all connected together, so all six are together, and they're then connected directly to Air Command Ramstein in Germany. That's the operational commander, General Breedlove. And they're plugged into a Command and Control Centre there. And that Command and Control Centre is also... has situational awareness of what is happening in the region in terms of missile firings or early warning. So we're able to identify when there's some sort of missile fired that alerts the Patriot batteries, and then they can then observe the arcs that they've got in their azimuth and react accordingly if a missile is a threat to the population in that particular area that they're deployed to.
I think another point I just wish to really stress, which is really important, is the Command and Control goes to Ramstein, but there's a piece of detailed coordination into what we call the Combined Air and Operations Centre, which is in Eskisehir in Turkey. And it's there at the coordination is carried out with all the air that's going on. So to make sure that there's no risk of any accident, so that it's all very carefully controlled and coordinated.
So the air space is managed correctly. And again, this is, as I said at the beginning, this is normal business for us. There's nothing new here. We're used to this and there are procedures that are in place and it'll be correctly controlled and coordinated to make sure that there is no risk of any sort of accident.
Okay, I think that sort of covers the key points in terms of the lay down. I think hopefully I've described the... when it comes to it that the whole thing is set up and ready and we'll be ready, working very, very closely to our Turkish Allies in terms of augmenting their air defence to provide that defence to 3.5 million people. And should there be an alert on the early warning system, that will go to the Patriots and the Patriots from the nations will be ready to intercept and defend as required. And we're expecting the initial capability this weekend, that's what we're aiming at, and then we're aiming for the full capability by the end of the month.
And our current plans, and from my perspective sitting in operations, Admiral Stavridis's Operation Centre down in SHAPE, we're sort of initially planning that this will probably last for a year at least, and that's our commitment. That's what nations have said that they're prepared to commit to. Of course, there'll be decisions that may reduce that or extend it, but from our planning perspective we're planning to sustain this mission as required to augment Turkey's air defence.
If I can just clarify one really important point and that is, we're very closely integrated with the Turkish Allies in terms of the chain of command at all levels. So we have a very close relationship through each level of command, from the battery... and what I mean by that, the Patriot battery is located in an area where the Turkish military commander is going to provide him with some local support, et cetera, all the way then through to the coordination centre in the CAOC and then there are Turkish liaison officers who have gone to Air Ramstein and Air Ramstein has put liaison officers into the Turkish chain of command.
And in my own organization down in Mons, I also have liaison officers who have come from the Turkish General Staff to make sure that we've absolutely got the integration correct through all the different levels.
I think I've hopefully said enough, painted a little bit of a picture of what it looks like, where we are, and where we're going. I now stand ready to answer any questions and as I said, I've got a team to help.
Oana Lungescu (NATO Spokesperson): And as usual, please don't forget to introduce yourselves and we'll start with German Television. Just wait for the microphone Kai.
Q: I just have the question whether the whole area is now covered by the Patriots? Are there enough Patriots to cover the long borderline between Syria and Turkey? And would there... would there be the possibility to impact a No-Fly Zone if wanted with the Patriots that are at this border at the moment?
Brigadier General Gary Deakin: Okay, well, firstly the whole... Turkey's border is 900 kilometres long, so the coverage is not... will not cover the border. We're aiming at what we can with the capabilities provided, so we've got as much coverage of the population with the capabilities that nations have offered, and our assessment is that 3.5 million people in the south-western corner, southern part of Turkey over those cities and those areas that I've explained.
We don't have the capabilities to provide it extensively in the area you just described.
The capability is not being deployed at all to have anything to do with a No-Fly Zone. It's completely defensive. And it couldn't be transitioned to do so at this time. The capability is not set for that. It's not designed. The orders are not in line with that and that's what we've set out to do. It's a purely defensive mission in order to deter and hopefully deescalate and provide protection to those 3.5 million people and support our NATO Ally.
Oana Lungescu: Dutch News Agency. Over there.
Q: Sorry, it wasn't me.
Q: Hi, Robert Blumen of the Dutch Press Agency. I've got a question about initial capacity. Will there be a difference between the Dutch, German and American Patriots so that the Dutch will start, or will it be in general the initial capacity on Saturday/Sunday? You get the question?
Brigadier General Gary Deakin: Yes, yes, I understand, yes. They're very similar in terms of capacity. So the initial capability is arriving, setting up, plugging into the system, having the CIS working, being part of the whole process. That is very similar to each of the nations.
There are minor differences in terms of capabilities and going through sort of start-up procedures. But that's very, very technical and perhaps you could... you know, if you want to come back off line with the experts to clarify. But broadly it's much the same.
Q: (Inaudible...).
Brigadier General Gary Deakin: Oh no, no, no. Sorry, just to be absolutely clear. No, we currently see... I think The Netherlands will be the first to provide initial operation capability this weekend. And this is all to do with plugging in the communications technology, the site preparation, getting the sites prepared and our Turkish Allies have done a fantastic job in preparing the ground. You can imagine, you need level ground, you need shelters, you need things to put things in, and it just so happens in The Netherlands case all those things are aligning quite well. In the others it's still a little way to go to get those things completed.
Oana Lungescu: Reuters.
Q: Yes, Brigadier could you just confirm what you mean by initial operating capability? That means that the Patriot batteries, some of them, would be in place and ready to fire if necessary by this weekend, is that correct?
Brigadier General Gary Deakin: Yes. Yes, that is our aim, to have initial capability, which means we can defend with that system in place and we're aiming for this weekend. /2
by NATO Spokesperson Oana Lungescu and Brigadier General Gary Deakin, Director of SHAPE Strategic Operations Center
Good afternoon. Thank you very much for coming.
As you know, Patriot batteries from Germany, the Netherlands and the United States are now only days away from becoming operational in Turkey so we thought it would be timely to have a technical briefing today to explain the sequence of events that will eventually see NATO take control of these defensive batteries to help protect Turkey’s population and territory.
Let me just remind you briefly that in response to Turkey’s request, NATO Defence Ministers decided on the 4th of December last year to augment Turkey’s air defence capabilities in order to defend the population and territory of Turkey and to contribute to the de-escalation of the crisis along the Alliance’s border.
The deployment of the Patriots will be defensive only, but it sends a very strong signal of Allied solidarity.
I am very happy to introduce to you our briefer from SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers Europe), Brigadier Gary Deakin, who is the Director of the Strategic Operations Centre at SHAPE who will take us through this NATO effort and will explain how the batteries will be brought under NATO Command and control in the coming weeks.
The Brigadier will speak on the record, and if you have any specific technical questions on the systems, the Brigadier will explain any arrangements we have. We have got some staff officers on hand who will be able to help with answers on background after this briefing is over.
Brigadier…
Brigadier General Gary Deakin (Director of SHAPE Strategic Operations Centre): Thank you very much, Oana. Good afternoon, everybody. If I can just begin with a little bit more detail on myself. I'm obviously a British Army officer and I'm employed down in Allied Command Operations, coordinating operations at the strategic level. So when the strategic direction came from the NAC to SACEUR to deploy assets to augment Turkey air defence then the task came to my organization to make the plan.
I've got a number of experts who are with me. There are three officers in the front row here who are absolute technical experts on the detail of the systems, and so afterwards there's an opportunity... where there's a really difficult question that I can't answer, then they're ready to help out.
And my aim will be to really tell you the story as we see it right now, where we've come from and where we are at the moment, and then where we see this augmentation of Turkey's air defence going to.
And currently, it's all going according to plan which is really excellent news from our perspective.
Firstly, some context. The deployment is part of a plan that we already have. We have a standing defence plan for the air policing of NATO. And so this is not anything spectacularly new for us. The augmentation of Turkey's already robust air defence was an extra. It was within a framework of business that we already do.
We've also done this before, and indeed, The deployed to support Turkey's air defence in 1991 and 2003. So it's not... it's not new and in that way we've been able to carry out this mission quickly to provide support to the Ally as requested.
Now, we've... when the strategic direction was given to us at the beginning of December, after the Foreign Ministers meeting, SACEUR immediately set about generating the forces required and we were very fortunate to have Germany, Netherlands and the U.S. offer Patriot batteries to deploy as soon as possible to Turkey to provide this extra support. And we also stood up the NATO communications agencies to provide the CIS, the Communications Information System support to the Patriots so they could plug into the NATO Command and Control network.
So the mobilization commenced almost as soon as we got the direction. And you will have observed that the U.S. were the first to deploy assets into theatre by air, into Incirlik, which we know is the air point of disembarkation. And their initial package arrived at the beginning of January.
And then The Netherlands and Germany sailed their assets from ports in Northern Europe some two weeks ago now and as you'll be probably tracking today, they've arrived now in Iskenderun in Turkey; are unloading and unloaded and are moving out to their positions.
We expect to have an initial operating capability this weekend. That's what we're aiming at. And so it'll be confirmed at the weekend, but we're aiming for initial operating capability this weekend.
What do I mean by initial operating capability? This is where we'll have the ability... NATO will have the ability to defend some aspects of the population of what we're going to actually cover in the big picture. The first units will arrive on station. They will plug into the NATO Command and Control network and they will be then ready to defend the population. So that's what we're calling initial operating capability.
The full capability we expect to deliver... we're aiming to deliver, at the end of the month. That's our aim and that's when we'll have all the patriots in and complete. All the sustainment mechanisms in and the whole organization plugged into the NATO CIS coordinated with Turkey's air defence to provide the support... the NATO support to Turkey as requested.
And currently all that is on track.
And so The Netherlands are going to deploy to Adana. The Germans are going to deploy to Kahramanmaras—apologies for the mispronunciation—and the U.S. are going to deploy to Gaziantep. And those locations were decided in close coordination with our Turkish Allies based on the size of the population, how we could get the equipment to get the best effect. A number of factors were considered to get the best deployment options with the resources available from the nations that made the offers in this case.
So it was a very detailed process in close collaboration with our Allies to get the right lay-down of the forces that are deploying.
We estimate that once it's in place at those locations that we will provide protection against missiles for up to 3.5 million people, is our current assessment. So 3.5 million Turkish people under the protection of this missile defence capability in support of Turkey's air defence.
And I'd also emphasize again, I mentioned a couple of minutes ago about the CIS aspects. Lots of nations involved in that. There'll be NATO detatchments each location, providing the communication support, so a lot of nations involved, not just those from the contributing nations, and they'll provide that support to enable the command and control of the Patriots.
So that's where we are right now. We're just heading towards our initial operating capability, aiming to have the whole thing set up by the end of the month.
Now let me just, briefly I think, explain the capabilities of the system so you can then come back with some questions.
So a Patriot battery has got four main elements. It's a multi-function radar, which performs search identification and tracks potential targets. It's an air engagement control station and this is the only manned piece of equipment in the battery. And its responsibility is to make sure all the other systems are working and that the identification and engagement of targets is correct and in line with the procedures.
And the Patriot operators sit in this station and they're able to terminate an engagement, and control the engagement as required.
The battery then has a number of launches and this can be between four and six, depending on the mission and depending on which nation has made the contribution.
And then each missile, each launcher has a number of missiles, and again, depending on the nation, but up to 16, with a variety of different types of missiles. In this case we'll focus on destroying targets which are missiles. That is the way that this has been put together in this mission's case.
So those batteries, two in each location, as I've just described, are all connected together, so all six are together, and they're then connected directly to Air Command Ramstein in Germany. That's the operational commander, General Breedlove. And they're plugged into a Command and Control Centre there. And that Command and Control Centre is also... has situational awareness of what is happening in the region in terms of missile firings or early warning. So we're able to identify when there's some sort of missile fired that alerts the Patriot batteries, and then they can then observe the arcs that they've got in their azimuth and react accordingly if a missile is a threat to the population in that particular area that they're deployed to.
I think another point I just wish to really stress, which is really important, is the Command and Control goes to Ramstein, but there's a piece of detailed coordination into what we call the Combined Air and Operations Centre, which is in Eskisehir in Turkey. And it's there at the coordination is carried out with all the air that's going on. So to make sure that there's no risk of any accident, so that it's all very carefully controlled and coordinated.
So the air space is managed correctly. And again, this is, as I said at the beginning, this is normal business for us. There's nothing new here. We're used to this and there are procedures that are in place and it'll be correctly controlled and coordinated to make sure that there is no risk of any sort of accident.
Okay, I think that sort of covers the key points in terms of the lay down. I think hopefully I've described the... when it comes to it that the whole thing is set up and ready and we'll be ready, working very, very closely to our Turkish Allies in terms of augmenting their air defence to provide that defence to 3.5 million people. And should there be an alert on the early warning system, that will go to the Patriots and the Patriots from the nations will be ready to intercept and defend as required. And we're expecting the initial capability this weekend, that's what we're aiming at, and then we're aiming for the full capability by the end of the month.
And our current plans, and from my perspective sitting in operations, Admiral Stavridis's Operation Centre down in SHAPE, we're sort of initially planning that this will probably last for a year at least, and that's our commitment. That's what nations have said that they're prepared to commit to. Of course, there'll be decisions that may reduce that or extend it, but from our planning perspective we're planning to sustain this mission as required to augment Turkey's air defence.
If I can just clarify one really important point and that is, we're very closely integrated with the Turkish Allies in terms of the chain of command at all levels. So we have a very close relationship through each level of command, from the battery... and what I mean by that, the Patriot battery is located in an area where the Turkish military commander is going to provide him with some local support, et cetera, all the way then through to the coordination centre in the CAOC and then there are Turkish liaison officers who have gone to Air Ramstein and Air Ramstein has put liaison officers into the Turkish chain of command.
And in my own organization down in Mons, I also have liaison officers who have come from the Turkish General Staff to make sure that we've absolutely got the integration correct through all the different levels.
I think I've hopefully said enough, painted a little bit of a picture of what it looks like, where we are, and where we're going. I now stand ready to answer any questions and as I said, I've got a team to help.
Oana Lungescu (NATO Spokesperson): And as usual, please don't forget to introduce yourselves and we'll start with German Television. Just wait for the microphone Kai.
Q: I just have the question whether the whole area is now covered by the Patriots? Are there enough Patriots to cover the long borderline between Syria and Turkey? And would there... would there be the possibility to impact a No-Fly Zone if wanted with the Patriots that are at this border at the moment?
Brigadier General Gary Deakin: Okay, well, firstly the whole... Turkey's border is 900 kilometres long, so the coverage is not... will not cover the border. We're aiming at what we can with the capabilities provided, so we've got as much coverage of the population with the capabilities that nations have offered, and our assessment is that 3.5 million people in the south-western corner, southern part of Turkey over those cities and those areas that I've explained.
We don't have the capabilities to provide it extensively in the area you just described.
The capability is not being deployed at all to have anything to do with a No-Fly Zone. It's completely defensive. And it couldn't be transitioned to do so at this time. The capability is not set for that. It's not designed. The orders are not in line with that and that's what we've set out to do. It's a purely defensive mission in order to deter and hopefully deescalate and provide protection to those 3.5 million people and support our NATO Ally.
Oana Lungescu: Dutch News Agency. Over there.
Q: Sorry, it wasn't me.
Q: Hi, Robert Blumen of the Dutch Press Agency. I've got a question about initial capacity. Will there be a difference between the Dutch, German and American Patriots so that the Dutch will start, or will it be in general the initial capacity on Saturday/Sunday? You get the question?
Brigadier General Gary Deakin: Yes, yes, I understand, yes. They're very similar in terms of capacity. So the initial capability is arriving, setting up, plugging into the system, having the CIS working, being part of the whole process. That is very similar to each of the nations.
There are minor differences in terms of capabilities and going through sort of start-up procedures. But that's very, very technical and perhaps you could... you know, if you want to come back off line with the experts to clarify. But broadly it's much the same.
Q: (Inaudible...).
Brigadier General Gary Deakin: Oh no, no, no. Sorry, just to be absolutely clear. No, we currently see... I think The Netherlands will be the first to provide initial operation capability this weekend. And this is all to do with plugging in the communications technology, the site preparation, getting the sites prepared and our Turkish Allies have done a fantastic job in preparing the ground. You can imagine, you need level ground, you need shelters, you need things to put things in, and it just so happens in The Netherlands case all those things are aligning quite well. In the others it's still a little way to go to get those things completed.
Oana Lungescu: Reuters.
Q: Yes, Brigadier could you just confirm what you mean by initial operating capability? That means that the Patriot batteries, some of them, would be in place and ready to fire if necessary by this weekend, is that correct?
Brigadier General Gary Deakin: Yes. Yes, that is our aim, to have initial capability, which means we can defend with that system in place and we're aiming for this weekend. /2
Algemeen Overleg inzake de WUL geen reden om vrolijk van te worden
In een Algemeen Overleg heeft de Vaste Kamercommissie voor Defensie van de Tweede Kamer gedebatteerd over de gevolgen van de Wet Uniformering Loonbegrip, WUL, met de minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, en de staatssecretaris van Financiën, Frans Weekers.
De minister bleef erg vaag, wilde geen toezeggingen doen en bleef maar doorgaan over een pakketvergelijking die nodig zou zijn voor een structurele oplossing.
Die structurele oplossing wil zíj wel, maar wíj kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het benodigde geld, via een pakketvergelijking, door de militair zelf moet worden opgehoest. Hoe de bewindsvrouw wil voorkomen dat het geen ‘sigaar uit eigen doos' wordt is ons volstrekt onduidelijk.
Uit het debat viel ook op te maken dat de minister niet dan wel onvolledig is c.q. wordt geïnformeerd. Immers als dat wel was gebeurd, dan had zij, naar onze opvatting, wellicht wat minder hoog opgegeven van een dergelijke pakketvergelijking.
Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat iemand haar heeft ingefluisterd dat door een pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden geld kan worden vrijgespeeld voor reparatie van de WUL-effecten.
Echter in de jaren ‘80 van de vorige eeuw is ook zo'n pakketvergelijking toegepast. De redenen daarvoor waren identiek als die de minister nu aanvoerde. Voor eens en voor altijd: dat de ‘buitenwereld' een verkeerd beeld heeft van de arbeidsvoorwaarden van Defensiepersoneel kan de minister wat ons betreft op het bordje leggen van enkele van haar medewerkers.
Waarschijnlijk weet de Defensieminister ook niet dat de uitkomst van de pakketvergelijking uit de jaren ‘80 leerde dat het loon van militairen naar boven moest worden bijgesteld. Maar toen kwam de aap uit de mouw: ‘daar was geen geld voor'. In dat licht bezien loopt de minister nu hetzelfde risico met als gevolg dat de verhoudingen nog verder verstoord raken.
Hoe nu verder? De problematiek is niet minder geworden. Of de verhoudingen nog verder onder druk komen te staan is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat de bonden gewoon blijven afwachten tot de minister met een formeel voorstel komt. En tot die tijd gaan wij verder met het voorbereiden van activiteiten etc.
In het debat kwam ook de inkomensachteruitgang van o.a. ‘wachtgelders' en gepensioneerden aan de orde. Een aantal fracties gaf aan daar een apart Kamerdebat aan te willen wijden. Naar onze opvatting terecht want ook voor die mensen zijn de gevolgen van allerlei ingrepen in het inkomensplaatje onbehoorlijk. Dat punt is door ons ook aan de orde gesteld in het overleg binnen onze centrale waar binnenkort besproken wordt welke mogelijkheden wij in dat verband denken te hebben
In ieder geval wachten wij een door het CDA aangevraagd plenair Kamerdebat af.
(ACOM, 24 januari 2013)
De minister bleef erg vaag, wilde geen toezeggingen doen en bleef maar doorgaan over een pakketvergelijking die nodig zou zijn voor een structurele oplossing.
Die structurele oplossing wil zíj wel, maar wíj kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het benodigde geld, via een pakketvergelijking, door de militair zelf moet worden opgehoest. Hoe de bewindsvrouw wil voorkomen dat het geen ‘sigaar uit eigen doos' wordt is ons volstrekt onduidelijk.
Uit het debat viel ook op te maken dat de minister niet dan wel onvolledig is c.q. wordt geïnformeerd. Immers als dat wel was gebeurd, dan had zij, naar onze opvatting, wellicht wat minder hoog opgegeven van een dergelijke pakketvergelijking.
Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat iemand haar heeft ingefluisterd dat door een pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden geld kan worden vrijgespeeld voor reparatie van de WUL-effecten.
Echter in de jaren ‘80 van de vorige eeuw is ook zo'n pakketvergelijking toegepast. De redenen daarvoor waren identiek als die de minister nu aanvoerde. Voor eens en voor altijd: dat de ‘buitenwereld' een verkeerd beeld heeft van de arbeidsvoorwaarden van Defensiepersoneel kan de minister wat ons betreft op het bordje leggen van enkele van haar medewerkers.
Waarschijnlijk weet de Defensieminister ook niet dat de uitkomst van de pakketvergelijking uit de jaren ‘80 leerde dat het loon van militairen naar boven moest worden bijgesteld. Maar toen kwam de aap uit de mouw: ‘daar was geen geld voor'. In dat licht bezien loopt de minister nu hetzelfde risico met als gevolg dat de verhoudingen nog verder verstoord raken.
Hoe nu verder? De problematiek is niet minder geworden. Of de verhoudingen nog verder onder druk komen te staan is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat de bonden gewoon blijven afwachten tot de minister met een formeel voorstel komt. En tot die tijd gaan wij verder met het voorbereiden van activiteiten etc.
In het debat kwam ook de inkomensachteruitgang van o.a. ‘wachtgelders' en gepensioneerden aan de orde. Een aantal fracties gaf aan daar een apart Kamerdebat aan te willen wijden. Naar onze opvatting terecht want ook voor die mensen zijn de gevolgen van allerlei ingrepen in het inkomensplaatje onbehoorlijk. Dat punt is door ons ook aan de orde gesteld in het overleg binnen onze centrale waar binnenkort besproken wordt welke mogelijkheden wij in dat verband denken te hebben
In ieder geval wachten wij een door het CDA aangevraagd plenair Kamerdebat af.
(ACOM, 24 januari 2013)
woensdag 23 januari 2013
'Algemeen Overleg inzake de WUL brengt geen soelaas'
Vandaag heeft de Vaste Kamer Commissie Defensie (VCD) van de Tweede Kamer in een Algemeen Overleg (AO) gedebatteerd met de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Financiën over de effecten van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) bij militairen.
Naar aanleiding van de berichtgeving in de ochtendkranten van vandaag, werd door het bestuur van de GOV|MHB met enig positivisme naar het debat uitgekeken. De minister van Defensie had, volgens de media, immers aangegeven “Het kan niet zo zijn dat militairen harder worden geraakt dan anderen. Linksom of rechtsom, we vinden een oplossing om de ongewenste loonderving vanaf 2014 op te lossen”.
Al snel bleek in het debat dat de minister in het geheel echter geen duidelijkheid wilde geven over enige vorm van structurele compensatie van de WUL-effecten voor 2014 en verder . De minister bleef, op de vele vragen van de leden van de VCD, maar hameren op de noodzaak van een pakketvergelijking.
Over het feit dat ook de gedeeltelijke compensatie voor 2013 door de bonden niet als voldoende wordt ervaren, werd geheel niet gedebatteerd. Hierover werd uitsluitend gevraagd door de VCD om te bezien of de compensatie per 01 april, niet met terugwerkende kracht vanaf 01 januari kan worden doorgevoerd.
Net als de leden van de VCD, snapt ook het bestuur van de GOV|MHB niet wat een pakketvergelijking van doen heeft met het compenseren van de effecten van de WUL.
De eindconclusie kan helaas geen andere zijn dan dat de leden van de VCD duidelijk hun steun hebben getoond voor de militairen en de defensieorganisatie, maar dat het Algemeen Overleg inzake de WUL uiteindelijk geen soelaas heeft gebracht.
Hoe nu verder?
Nu er nog steeds geen duidelijkheid is over een volledige structurele oplossing voor de effecten van de WUL voor militairen, is er voor de GOV|MHB niets veranderd. Het is nog steeds wachten op een nieuw voorstel van de minister van Defensie, alvorens er weer gesproken kan worden.
Ook de andere bonden hebben zich op soort gelijke wijze uitgelaten, als uitkomst van dit debat.
Tot die tijd blijft de huidige situatie helaas gehandhaafd en ziet het er naar uit dat het defensiepersoneel en defensie vooralsnog de verliezers zijn.
(GOV|MHB, 23 januari 2013)
Naar aanleiding van de berichtgeving in de ochtendkranten van vandaag, werd door het bestuur van de GOV|MHB met enig positivisme naar het debat uitgekeken. De minister van Defensie had, volgens de media, immers aangegeven “Het kan niet zo zijn dat militairen harder worden geraakt dan anderen. Linksom of rechtsom, we vinden een oplossing om de ongewenste loonderving vanaf 2014 op te lossen”.
Al snel bleek in het debat dat de minister in het geheel echter geen duidelijkheid wilde geven over enige vorm van structurele compensatie van de WUL-effecten voor 2014 en verder . De minister bleef, op de vele vragen van de leden van de VCD, maar hameren op de noodzaak van een pakketvergelijking.
Over het feit dat ook de gedeeltelijke compensatie voor 2013 door de bonden niet als voldoende wordt ervaren, werd geheel niet gedebatteerd. Hierover werd uitsluitend gevraagd door de VCD om te bezien of de compensatie per 01 april, niet met terugwerkende kracht vanaf 01 januari kan worden doorgevoerd.
Net als de leden van de VCD, snapt ook het bestuur van de GOV|MHB niet wat een pakketvergelijking van doen heeft met het compenseren van de effecten van de WUL.
De eindconclusie kan helaas geen andere zijn dan dat de leden van de VCD duidelijk hun steun hebben getoond voor de militairen en de defensieorganisatie, maar dat het Algemeen Overleg inzake de WUL uiteindelijk geen soelaas heeft gebracht.
Hoe nu verder?
Nu er nog steeds geen duidelijkheid is over een volledige structurele oplossing voor de effecten van de WUL voor militairen, is er voor de GOV|MHB niets veranderd. Het is nog steeds wachten op een nieuw voorstel van de minister van Defensie, alvorens er weer gesproken kan worden.
Ook de andere bonden hebben zich op soort gelijke wijze uitgelaten, als uitkomst van dit debat.
Tot die tijd blijft de huidige situatie helaas gehandhaafd en ziet het er naar uit dat het defensiepersoneel en defensie vooralsnog de verliezers zijn.
(GOV|MHB, 23 januari 2013)
Patriots arriveren op basis in Turkije
Nederlandse Patriot-luchtverdedigingssystemen zijn woensdag aangekomen in het Turkse Adana. In vier konvooien reden ze vanuit de havenstad Iskenderun naar hun eindbestemming, de luchtmachtbasis Incirlik. Eergisteren landde de hoofdmacht van 270 militairen.
Turkse marechaussee en districtspolitie beveiligden de 130 kilometer lange route naar de miljoenenstad. De eerste colonne met onder meer vracht-, brandstof-, terrein- en takelwagens vertrok vanmorgen. De voertuigen waren gisteren direct na het lossen van het transportschip rijklaar gezet voor het wegtransport door Zuid-Turkije.
Risico
De Nederlandse chauffeurs kregen letterlijk ruim baan. Om het risico op vertraging te voorkomen, stonden de Turkse beveiligers op de opritten van de snelweg. Het overige verkeer kreeg een halt toegeroepen zodat de konvooien in beweging bleven. Eerste luitenant Jarno de Boer vervoerde met zijn DAF een generator voor een van de wapensystemen. “Dit was een prachtige rit. Vooral de beveiliging door de Turken vond ik bijzonder. Ze stonden en reden echt overal op de route.”
Snel
Het is de bedoeling dat de Patriots zo snel mogelijk operationeel zijn. Ze beschermen dan de stad Adana, met ongeveer 2,2 miljoen inwoners, tegen mogelijke aanvallen vanuit Syrië. Adana ligt op 120 kilometer van de grens. De inzet is van defensieve aard en biedt geen ondersteuning aan een no-fly zone. Ook de Verenigde Staten en Duitsland zetten Patriots in. De Duitsers rond Kahramanmaraş, de Amerikanen in Gaziantep. Net als Nederland brengen de beide NAVO-bondgenoten 2 Patriot-systemen in stelling.
(ministerie van Defensie, 23 januari 2013)
Turkse marechaussee en districtspolitie beveiligden de 130 kilometer lange route naar de miljoenenstad. De eerste colonne met onder meer vracht-, brandstof-, terrein- en takelwagens vertrok vanmorgen. De voertuigen waren gisteren direct na het lossen van het transportschip rijklaar gezet voor het wegtransport door Zuid-Turkije.
Risico
De Nederlandse chauffeurs kregen letterlijk ruim baan. Om het risico op vertraging te voorkomen, stonden de Turkse beveiligers op de opritten van de snelweg. Het overige verkeer kreeg een halt toegeroepen zodat de konvooien in beweging bleven. Eerste luitenant Jarno de Boer vervoerde met zijn DAF een generator voor een van de wapensystemen. “Dit was een prachtige rit. Vooral de beveiliging door de Turken vond ik bijzonder. Ze stonden en reden echt overal op de route.”
Snel
Het is de bedoeling dat de Patriots zo snel mogelijk operationeel zijn. Ze beschermen dan de stad Adana, met ongeveer 2,2 miljoen inwoners, tegen mogelijke aanvallen vanuit Syrië. Adana ligt op 120 kilometer van de grens. De inzet is van defensieve aard en biedt geen ondersteuning aan een no-fly zone. Ook de Verenigde Staten en Duitsland zetten Patriots in. De Duitsers rond Kahramanmaraş, de Amerikanen in Gaziantep. Net als Nederland brengen de beide NAVO-bondgenoten 2 Patriot-systemen in stelling.
Infographic: ministerie van Defensie |
(ministerie van Defensie, 23 januari 2013)
dinsdag 22 januari 2013
Vragenuur Tweede Kamer: de zaak 'Windhond'
Vragenuur
Vragen van het lid Eijsink aan de minister van Defensie over het bericht "Defensie probeerde ex-spion af te kopen".
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Vrijdag kopte De Telegraaf: Defensie bood vijf ton aan ex-agent als afkoopsom. Een zakenman die diende als leverancier en bron van de MIVD in Afghanistan eiste geld, kreeg een bod en wees dat af. Meer stond in de editie van zaterdag.
Als het gaat om geheime operaties van de inlichtingendienst, hebben we het over uiterst kwetsbare situaties en kwetsbare personen. In een eerder rapport over deze situatie, een rapport van de Nationale ombudsman van oktober 2011, stond op pagina 7 dat de commissie van oordeel is dat de MIVD geen eenduidige afspraken heeft gemaakt en dat die niet zijn vastgelegd, en dat de MIVD mede daardoor verwarring heeft opgeroepen, kortom onzorgvuldig heeft gehandeld. Dat is een eerste tekst uit de conclusie. Een tweede stuk daaruit luidt als volgt: "Gezien de aard van de onzorgvuldigheid en het feit dat u geen enkele mogelijkheid heeft aangegrepen om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie, is de Commissie van oordeel dat de MIVD niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de door u gepretendeerde schade." De derde tekst uit de conclusie van de commissie, van de Ombudsman, is deze: "De Commissie adviseert de klacht van klager op alle overige onderdelen ongegrond te verklaren."
Toch is er blijkbaar onlangs aan betrokkene een aanbod gedaan van €500.000. Klopt dit? Is dit aanbod gedaan aan betrokkene? Zo ja, op grond van welke overwegingen en waarvoor? En waarom nu, na de constatering van oktober 2011, en waarom niet eerder? In de brief van gisteren, waarvoor ik de minister overigens dank, staat: "Vanaf midden oktober 2012 heeft Defensie betrokkene opgevangen in verband met een door hem gepercipieerde dreiging vanuit Afghanistan. Van dreiging is uit onderzoek niets gebleken." Ik krijg graag een reactie op deze vragen.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Dank voor de vragen. Ik vrees dat ik zeer beknopt moet zijn in mijn beantwoording. Ik kan in het openbaar namelijk geen mededelingen doen over de operationele aangelegenheden van de MIVD. Ik vraag hiervoor begrip. Als er al mededelingen worden gedaan, dan is de CTIVD daarvoor het geschikte forum. Ik heb gisteren zo veel mogelijkheid openheid van zaken proberen te geven in een open brief aan de Kamer.
Daar moet ik het, vrees ik, helaas bij laten.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Deze Kamer heeft in verschillende samenstellingen jarenlang de CTIVD en de rapporten ter zake gevolgd. Ik weet dat zowel de CTIVD als de Nationale ombudsman zich alleen kan beroepen op informatie die vanuit Defensie overgedragen wordt aan de CTIVD en de Nationale ombudsman. Die informatie heeft de Kamer in die zin dat we het rapport kennen. Dan blijft natuurlijk staan -- ik zeg dit uit de grond van mijn hart -- dat er zomaar €500.000 op de plank gelegd kan worden voor iets wat blijkbaar niet waar is of wel waar is. Er spelen nogal wat situaties in de organisatie van de Defensie. Hoe is het mogelijk dat je €500.000 kunt bieden voor een situatie die blijkbaar wel of niet gegrond is? De Kamer heeft dit jaren geleden ook meegemaakt en toen bleken na jaren van onderzoek door de CTIVD en de MIVD en daarna door de Kamer zelf met aanvullende vragen, de situaties wel waar te zijn. Dit roept toch veel vragen op. Ik wil best begrip opbrengen voor de reactie van de minister, alhoewel het enigszins opmerkelijk is dat er in de brief staat dat er geheim overleg gevoerd is, want geheim is toch altijd nog geheim. Ik zou de minister toch willen vragen, met alle beperkingen die ze heeft en die ik ook voor een deel begrijp, om de Kamer eerder te informeren. Hoe is het mogelijk dat iets in de krant staat waar de Defensieorganisatie allang van wist en, naar ik aanneem, de minister ook, en de Kamer daar pas gisterenmiddag laat over geïnformeerd wordt? De Kamer heeft vaak aan de minister gevraagd om geïnformeerd te worden. Wat kan de minister hier vervolgens aan doen? Het is niet zomaar iets wat in de krant staat. Het is blijkbaar waar. De bandopnames zijn er. Dat is niet zomaar iets, ook niet voor de organisatie die Defensie en krijgsmacht heet.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Wederom dank voor de vragen. Ik informeer de Kamer zo snel mogelijk via de daartoe geschikte kanalen. Dat heb in dit geval gedaan. Dat heb ik ook gisteren gedaan met een open brief. Dat is inderdaad uitzonderlijk maar ik wilde de Kamer zo veel mogelijk openheid van zaken geven.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik begrijp dat de minister het wellicht een open brief vindt, maar het is natuurlijk geen open brief. De minister geeft aan dat er redenen waren om de persoon vanaf oktober 2012 op te vangen. Dat betekent dus dat er redenen zijn. Die blijven voor ons in ieder geval niet inzichtelijk.
De voorzitter:
Wil de minister hierop nog reageren?
Minister Hennis-Plasschaert:
Nee, ik heb al eerder gezegd dat ik helaas geen nadere mededelingen kan doen in deze zaal.
De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw komst naar de Kamer, hoewel ik heb begrepen dat u nog even blijft zitten voor een latere gedachtewisseling.
(Tweede Kamer, 22 januari 2013)
Vragen van het lid Eijsink aan de minister van Defensie over het bericht "Defensie probeerde ex-spion af te kopen".
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Vrijdag kopte De Telegraaf: Defensie bood vijf ton aan ex-agent als afkoopsom. Een zakenman die diende als leverancier en bron van de MIVD in Afghanistan eiste geld, kreeg een bod en wees dat af. Meer stond in de editie van zaterdag.
Als het gaat om geheime operaties van de inlichtingendienst, hebben we het over uiterst kwetsbare situaties en kwetsbare personen. In een eerder rapport over deze situatie, een rapport van de Nationale ombudsman van oktober 2011, stond op pagina 7 dat de commissie van oordeel is dat de MIVD geen eenduidige afspraken heeft gemaakt en dat die niet zijn vastgelegd, en dat de MIVD mede daardoor verwarring heeft opgeroepen, kortom onzorgvuldig heeft gehandeld. Dat is een eerste tekst uit de conclusie. Een tweede stuk daaruit luidt als volgt: "Gezien de aard van de onzorgvuldigheid en het feit dat u geen enkele mogelijkheid heeft aangegrepen om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie, is de Commissie van oordeel dat de MIVD niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de door u gepretendeerde schade." De derde tekst uit de conclusie van de commissie, van de Ombudsman, is deze: "De Commissie adviseert de klacht van klager op alle overige onderdelen ongegrond te verklaren."
Toch is er blijkbaar onlangs aan betrokkene een aanbod gedaan van €500.000. Klopt dit? Is dit aanbod gedaan aan betrokkene? Zo ja, op grond van welke overwegingen en waarvoor? En waarom nu, na de constatering van oktober 2011, en waarom niet eerder? In de brief van gisteren, waarvoor ik de minister overigens dank, staat: "Vanaf midden oktober 2012 heeft Defensie betrokkene opgevangen in verband met een door hem gepercipieerde dreiging vanuit Afghanistan. Van dreiging is uit onderzoek niets gebleken." Ik krijg graag een reactie op deze vragen.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Dank voor de vragen. Ik vrees dat ik zeer beknopt moet zijn in mijn beantwoording. Ik kan in het openbaar namelijk geen mededelingen doen over de operationele aangelegenheden van de MIVD. Ik vraag hiervoor begrip. Als er al mededelingen worden gedaan, dan is de CTIVD daarvoor het geschikte forum. Ik heb gisteren zo veel mogelijkheid openheid van zaken proberen te geven in een open brief aan de Kamer.
Daar moet ik het, vrees ik, helaas bij laten.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Deze Kamer heeft in verschillende samenstellingen jarenlang de CTIVD en de rapporten ter zake gevolgd. Ik weet dat zowel de CTIVD als de Nationale ombudsman zich alleen kan beroepen op informatie die vanuit Defensie overgedragen wordt aan de CTIVD en de Nationale ombudsman. Die informatie heeft de Kamer in die zin dat we het rapport kennen. Dan blijft natuurlijk staan -- ik zeg dit uit de grond van mijn hart -- dat er zomaar €500.000 op de plank gelegd kan worden voor iets wat blijkbaar niet waar is of wel waar is. Er spelen nogal wat situaties in de organisatie van de Defensie. Hoe is het mogelijk dat je €500.000 kunt bieden voor een situatie die blijkbaar wel of niet gegrond is? De Kamer heeft dit jaren geleden ook meegemaakt en toen bleken na jaren van onderzoek door de CTIVD en de MIVD en daarna door de Kamer zelf met aanvullende vragen, de situaties wel waar te zijn. Dit roept toch veel vragen op. Ik wil best begrip opbrengen voor de reactie van de minister, alhoewel het enigszins opmerkelijk is dat er in de brief staat dat er geheim overleg gevoerd is, want geheim is toch altijd nog geheim. Ik zou de minister toch willen vragen, met alle beperkingen die ze heeft en die ik ook voor een deel begrijp, om de Kamer eerder te informeren. Hoe is het mogelijk dat iets in de krant staat waar de Defensieorganisatie allang van wist en, naar ik aanneem, de minister ook, en de Kamer daar pas gisterenmiddag laat over geïnformeerd wordt? De Kamer heeft vaak aan de minister gevraagd om geïnformeerd te worden. Wat kan de minister hier vervolgens aan doen? Het is niet zomaar iets wat in de krant staat. Het is blijkbaar waar. De bandopnames zijn er. Dat is niet zomaar iets, ook niet voor de organisatie die Defensie en krijgsmacht heet.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Wederom dank voor de vragen. Ik informeer de Kamer zo snel mogelijk via de daartoe geschikte kanalen. Dat heb in dit geval gedaan. Dat heb ik ook gisteren gedaan met een open brief. Dat is inderdaad uitzonderlijk maar ik wilde de Kamer zo veel mogelijk openheid van zaken geven.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik begrijp dat de minister het wellicht een open brief vindt, maar het is natuurlijk geen open brief. De minister geeft aan dat er redenen waren om de persoon vanaf oktober 2012 op te vangen. Dat betekent dus dat er redenen zijn. Die blijven voor ons in ieder geval niet inzichtelijk.
De voorzitter:
Wil de minister hierop nog reageren?
Minister Hennis-Plasschaert:
Nee, ik heb al eerder gezegd dat ik helaas geen nadere mededelingen kan doen in deze zaal.
De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw komst naar de Kamer, hoewel ik heb begrepen dat u nog even blijft zitten voor een latere gedachtewisseling.
(Tweede Kamer, 22 januari 2013)
Bijzondere ontmoeting op ministerie
Een heel bijzondere ontmoeting. Zo omschreef minister Jeanine Hennis-Plasschaert de ontvangst op het Ministerie van Defensie van 3 vrouwen die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog onder de wapenen kwamen.
Het ging om Francien de Zeeuw, de vrouw die in 1944 aan de wieg stond van de Marine Vrouwenafdeling, Mimi Verkaiken en Francine Cools-van Straten. Zij waren de hoofdpersonen in de uitzending ‘Vrouwen ten Strijde’ van het NTR/VPRO-programma Andere Tijden. Aanleiding hiervoor was de benoeming van Hennis als eerste vrouwelijke minister van Defensie in Nederland.
Minister Hennis gaf aan dat ze had genoten van de uitzending. “Dit zijn de voorbeelden van het eerste uur.” De vrouwen zelf zaten op hun beurt boordevol verhalen en anekdotes. Over de ontmoeting met Koningin Wilhelmina in Londen, de uniformen die in de haast gemaakt werden van Engelse uniformen, tot aan de voor die tijd bijzondere bootreis en vliegreis naar Nederlands-Indië. “Uw verhalen mogen niet verloren gaan”, zei minister Hennis, “ze zijn te bijzonder om niet gehoord te worden.”
De uitzending van Andere Tijden is terug te zien op http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1303240.
(ministerie van Defensie, 22 januari 2013)
Het ging om Francien de Zeeuw, de vrouw die in 1944 aan de wieg stond van de Marine Vrouwenafdeling, Mimi Verkaiken en Francine Cools-van Straten. Zij waren de hoofdpersonen in de uitzending ‘Vrouwen ten Strijde’ van het NTR/VPRO-programma Andere Tijden. Aanleiding hiervoor was de benoeming van Hennis als eerste vrouwelijke minister van Defensie in Nederland.
Minister Hennis gaf aan dat ze had genoten van de uitzending. “Dit zijn de voorbeelden van het eerste uur.” De vrouwen zelf zaten op hun beurt boordevol verhalen en anekdotes. Over de ontmoeting met Koningin Wilhelmina in Londen, de uniformen die in de haast gemaakt werden van Engelse uniformen, tot aan de voor die tijd bijzondere bootreis en vliegreis naar Nederlands-Indië. “Uw verhalen mogen niet verloren gaan”, zei minister Hennis, “ze zijn te bijzonder om niet gehoord te worden.”
De uitzending van Andere Tijden is terug te zien op http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1303240.
(ministerie van Defensie, 22 januari 2013)
Responsibility for police training shifts to Afghans
The training of police officers in Kunduz province, Aghanistan, has entered a new phase, with the Dutch mission now focusing more on helping the Afghan government prepare to take over the training itself. The government describes this shift in a progress report on the Kunduz mission, sent to the House of Representatives today. With the international mission ending in 2014, more responsibility for internal safety and security is being handed over to the Afghan authorities, and the Dutch mission’s new role is in line with this trend.
Police instructors of the Royal Military and Border Police are no longer teaching classes themselves, but instructing and supervising their Afghan counterparts. Other Afghan staff at the Kunduz police training centre are also receiving training and guidance. An Afghan mentoring team is being trained to give on-the-job support and practical training to police in the rest of the province.
Dutch police officials in the EU police mission (EUPOL) have developed a new form of instruction in which the whole range of police and judicial tasks is practised using concrete scenarios. This form of training has been well received by the Afghans and will also be applied elsewhere in Afghanistan by EUPOL.
With Dutch support, good progress has been made in developing the justice system. Kunduz now counts 65 lawyers, including 7 women. Cooperation between the police and public prosecutors has also improved.
The Netherlands has been training the police force in Kunduz and helping to improve the justice system there since the spring of 2011. Kunduz is one of 23 provinces (there are 34 in Afghanistan) where safety and security are now the full responsibility of the Afghan authorities.
(Ministry of Defence, 22 January 2013)
Police instructors of the Royal Military and Border Police are no longer teaching classes themselves, but instructing and supervising their Afghan counterparts. Other Afghan staff at the Kunduz police training centre are also receiving training and guidance. An Afghan mentoring team is being trained to give on-the-job support and practical training to police in the rest of the province.
Dutch police officials in the EU police mission (EUPOL) have developed a new form of instruction in which the whole range of police and judicial tasks is practised using concrete scenarios. This form of training has been well received by the Afghans and will also be applied elsewhere in Afghanistan by EUPOL.
With Dutch support, good progress has been made in developing the justice system. Kunduz now counts 65 lawyers, including 7 women. Cooperation between the police and public prosecutors has also improved.
The Netherlands has been training the police force in Kunduz and helping to improve the justice system there since the spring of 2011. Kunduz is one of 23 provinces (there are 34 in Afghanistan) where safety and security are now the full responsibility of the Afghan authorities.
(Ministry of Defence, 22 January 2013)
WUL: begeleidend schrijven bij loonstrookje militair personeel
(..)
per 1 januari [is] de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) van kracht. De WUL moet de berekening van het salaris van werknemers in Nederland eenvoudiger maken. Deze wet heeft een nadelig effect op het inkomen van militairen. Daar waar burgermedewerkers te maken kunnen krijgen met een looneffect van tussen de +1,5% tot -1,5 %, zou dit voor militairen een stuk negatiever zijn. Defensie vindt dit ongewenst en heeft voor 2013 maatregelen voor het militaire personeel genomen waarmee wordt aangesloten bij de loonontwikkeling in de samenleving.
Omdat de uitvoering hiervan veel tijd kost, kan deze maatregel voor militairen pas worden ingevoerd op 1 april. Tot 1 april 2013 wordt het militaire personeel op een andere wijze gecompenseerd. Op Startpagina Personeel (intranet) staan twee tabellen waarop militairen kunnen zien wat het effect van beide compensatiemaatregelen ongeveer betekent. Dit is echter ook afhankelijk van de individuele thuissituatie.
Deze aan de WUL-gerelateerde maatregelen die Defensie heeft genomen gelden voor 2013. Voor een structurele oplossing vanaf het jaar 2014 is overleg met de vakbonden voor het defensiepersoneel nodig. Zodra hierover meer bekend is, wordt u hierover geïnformeerd.
per 1 januari [is] de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) van kracht. De WUL moet de berekening van het salaris van werknemers in Nederland eenvoudiger maken. Deze wet heeft een nadelig effect op het inkomen van militairen. Daar waar burgermedewerkers te maken kunnen krijgen met een looneffect van tussen de +1,5% tot -1,5 %, zou dit voor militairen een stuk negatiever zijn. Defensie vindt dit ongewenst en heeft voor 2013 maatregelen voor het militaire personeel genomen waarmee wordt aangesloten bij de loonontwikkeling in de samenleving.
Omdat de uitvoering hiervan veel tijd kost, kan deze maatregel voor militairen pas worden ingevoerd op 1 april. Tot 1 april 2013 wordt het militaire personeel op een andere wijze gecompenseerd. Op Startpagina Personeel (intranet) staan twee tabellen waarop militairen kunnen zien wat het effect van beide compensatiemaatregelen ongeveer betekent. Dit is echter ook afhankelijk van de individuele thuissituatie.
Deze aan de WUL-gerelateerde maatregelen die Defensie heeft genomen gelden voor 2013. Voor een structurele oplossing vanaf het jaar 2014 is overleg met de vakbonden voor het defensiepersoneel nodig. Zodra hierover meer bekend is, wordt u hierover geïnformeerd.
maandag 21 januari 2013
Antwoorden op Kamervragen over Wet Uniformering Loonbegrip (WUL)
Aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum: 21 januari 2013
Betreft: Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (ingezonden 15 januari jl. met kenmerk 33 400-X-47/2013D01035).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert
Antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (ingezonden 15 januari jl. met kenmerk 33 400-X-47/2013D01035).
1. Waarom is de Kamer tot op heden niet geïnformeerd over de WUL-problematiek?
Met mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) heb ik de Kamer geïnformeerd over de consequenties voor militairen van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (Wet ULB).
2. Wat is uw mening over de informatievoorziening hierover aan de Kamer, ook ten tijde van het wetsvoorstel ULB?
4. Op welk ambtelijk niveau waren de consequenties van de WUL voor militairen bekend ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel? Is de toenmalige minister van Defensie hierover adequaat geïnformeerd? Waarom heeft Defensie bij het wetsvoorstel van de WUL niet gereageerd naar Financiën en in de ministerraad?
5. Waarom heeft Defensie kennelijk pas op 20 september 2012 in het Georganiseerd Overleg Defensie laten weten bezig te zijn met de reparatie van de effecten van de WUL, terwijl op ambtelijk niveau de consequenties naar verluid al in januari 2012 bekend waren, dat terwijl de geldende procedure is dat Defensie het Georganiseerd Overleg onverwijld informeert over een wetsvoorstel als dat specifieke effecten met zich brengt voor militairen en/of burgermedewerkers bij Defensie?
Vanaf het begin van het wetgevingsproces was duidelijk dat de Wet ULB voor verschillende groepen belastingplichtigen inkomenseffecten zou kunnen hebben. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5 en +1,5 procent. Dit zijn ook door het parlement aanvaarde marges. De implicaties voor militairen zijn separaat inzichtelijk gemaakt en in de voorbereiding van de implementatie duidelijk geworden.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 24 mei 2011 (Handelingen EK 2010-2011, nr. 28 item 13) heeft de staatssecretaris van Financiën toegezegd bij onvoorziene en onbedoelde gevolgen van de wet voor groepen belastingplichtigen bij de finetuning van het algemene koopkrachtbeeld in de zomer en het najaar van 2012 in het Belastingplan 2013 deze gevolgen te willen betrekken. Hierbij is het goed te vermelden dat bij de berekening van inkomenseffecten van wetsvoorstellen geen onderscheid wordt gemaakt naar militairen en niet-militairen. Als het dus gaat over het algemene koopkrachtbeeld en daarbij wordt gekeken naar werknemers, dan worden deze effecten niet specifiek zichtbaar voor de groep militairen.
Toen, in september, de precieze gevolgen van de wet voor de inkomens van militairen duidelijk werden, heeft mijn ambtsvoorganger op 31 oktober 2012 hierover een brief gestuurd naar de minister van Financiën. Het antwoord hierop is intussen naar buiten gebracht, hetgeen ik betreur. Over de uitkomst van dit overleg heb ik de centrales van overheidspersoneel geïnformeerd.
Zoals gebruikelijk is er op meer momenten in het wetgevingsproces op diverse niveaus overleg geweest tussen ambtenaren van de betrokken ministeries. Voorts wordt over de inhoud van de beraadslagingen in de ministerraad geen mededeling gedaan.
3. Wat is uw reactie op de uitgelekte brief van de staatssecretaris van Financiën, d.d. 26 november 2012, waarin gesteld wordt dat Defensie geen opmerkingen gemaakt heeft ter zake van de inkomensconsequenties van de WUL, ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel, alsmede dat al op 19 januari 2012 ‘de consequenties van de Wet ULB bij ambtelijk Defensie bekend waren’?
Ik betreur het dat er uit persoonlijke correspondentie tussen bewindspersonen wordt gepubliceerd, mede omdat er door de openbaarmaking van een deel van vertrouwelijke correspondentie geen compleet beeld van de gevoerde overleggen ontstaat.
6. Op welke wijze compenseert Defensie het personeel voor de gevolgen van de WUL in 2013, respectievelijk in latere jaren? Welk bedrag is hiermee gemoeid? Hoe wordt dit gefinancierd? Gaat dit ten koste van de bedrijfsvoering van Defensie? Draagt het ministerie van Financiën bij?
7. Wat is uw reactie op de uitspraak van de woordvoerder van Defensie (ANP, 7 januari 2013) dat de oplossing voor de WUL-problematiek binnen de arbeidsvoorwaarden gezocht moet worden?
31. Kunt u nader ingaan op de bedragen van 42 á 43 mln. voor 2013 die in de pers (bij monde van een woordvoerder van het ministerie van Defensie) worden genoemd? Waar komen deze bedragen vandaan?
Op zoek naar compensatie zijn uiteenlopende mogelijkheden in beschouwing genomen. Voor 2013 worden de inkomenseffecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de Wet ULB gecompenseerd uit vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. Hiermee is € 47,5 miljoen gemoeid. Het ministerie van Financiën draagt niet bij, maar stemt in met de gekozen oplossing. Er wordt nog gezocht naar een structurele oplossing voor latere jaren (2014 e.v.).
8. Kunt u de e-mail van de Secretaris-Generaal en de Commandant der Strijdkrachten aan het personeel, waarin zij stelden dat volledige compensatie niet mogelijk is en het beperken van het negatieve effect tot -1.5% het ‘maximaal haalbare’, toelichten?
14. Klopt het dat de brief die in de eerste week van januari verstuurd is aan alle militairen het eerste moment is waarop de lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering gecommuniceerd is richting de militairen?
Nadat op vrijdag 21 december jl. duidelijk werd dat geen overeenstemming met de centrales kon worden bereikt over zowel de korte- als langetermijnoplossing om de eerder genoemde negatieve effecten van de WUL te verlichten, en waarover een akkoord met het ministerie van Financiën was bereikt, is diezelfde middag besloten het defensiepersoneel met een e-mail hiervan op de hoogte te stellen. Omdat een groot deel van het personeel rond de feestdagen verlof heeft, is tevens besloten het personeel schriftelijk te infomeren.
9. Wat zijn de mogelijkheden om de negatieve inkomenseffecten van de WUL buiten de defensiebegroting om te compenseren?
Naar aanleiding van de effecten van de Wet ULB ben ik inmiddels in overleg getreden met het ministerie van Financiën over een objectiveerbare vergelijking van de inkomens van militairen met andere ambtenaren, de zgn. pakketvergelijking. De uitkomsten van deze vergelijking zullen met open blik worden beschouwd. Dit acht ik noodzakelijk om tot een structurele oplossing (2014 e.v.) te komen. Voor alle duidelijkheid: de gevraagde mogelijkheden, dus buiten de defensiebegroting, zijn er thans niet.
10. Wat zijn de gevolgen van het opschorten van het overleg met de vakbonden voor de reorganisatie en de wijze waarop de minister het overleg wil hervatten?
De opschorting van het overleg vertraagt de vulling van organisatieonderdelen en vertraagt daarmee de reorganisaties binnen Defensie. Hierdoor duurt de onzekerheid voor het betrokken personeel voort. Bovendien kost de vertraging maandelijks extra geld. Dit bedrag komt ten laste van de defensiebegroting. Aan de bonden is gevraagd om het overleg informeel te hervatten.
11. Klopt het dat militairen 1,8%-4,8% van hun loon dreigen kwijt te raken? Zo nee, wat is de bandbreedte?
Zonder compensatie zou het negatieve inkomenseffect van de Wet ULB voor het jaar 2013 2,8 tot 4,7 procent kunnen bedragen. Met de geboden compensatie blijven de negatieve effecten voor militairen voor dit jaar binnen de bandbreedte van maximaal 1,5 procent. Let wel, omdat het hier gaat om een ingewikkelde compensatiemaatregel die niet eerder in het systeem kon worden verwerkt, zal het militair personeel in de maanden januari tot en met maart eerst op een andere wijze gedeeltelijk worden gecompenseerd. De percentages lopen dan iets meer uit elkaar van -0,3 tot -2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
12. Kunt u een overzicht geven van de koopkrachtgevolgen van zowel het gewone kabinetsbeleid, als de lastenverzwaring, als gevolg van de invoering van de WUL voor militairen in oplopende rangen, van korporaal tot kolonel, voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?
16. Heeft het ministerie zelf op enig moment de koopkrachtgevolgen voor militairen van het kabinetsbeleid en de aanvullende lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering zelf in beeld gebracht of dat in kaart laten brengen? Zo ja, wanneer?
25. Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen het ministerie van Defensie en de bonden over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
De centrales van overheidspersoneel zijn op 19 december jl. met een brief geïnformeerd over de inkomenseffecten van de Wet ULB. Een afschrift van deze brief doe ik u hierbij toekomen. Hierin zijn de inkomenseffecten voor 2013 uiteengezet. De gevolgen voor de koopkracht van ULB voor specifieke groepen militairen kan ik niet weergeven omdat deze altijd zijn gebaseerd op standaard groepen en niet op afzonderlijke situaties. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs aan de Tweede en Eerste kamer een update gestuurd van het algemene koopkrachtbeeld als gevolg van de Wet ULB (Kamerstuk 32131, nr. 25).
13. Kunt u een overzicht geven van wat de begrotingsgevolgen zouden zijn van het volledig compenseren van de lastenverzwaring als gevolg van de invoering van de WUL voor de jaren 2013-2017?
Zoals aangegeven, wordt er gezocht naar een structurele oplossing (2014 e.v.). Zodra hierover een besluit is genomen, wordt de Kamer geïnformeerd.
15. Vindt u dat er sprake is van een ‘fout’ of is er sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden?
Zoals uiteengezet bij het antwoord op vraag 4 en 5 is uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld waarbij de koopkrachteffecten binnen aanvaardbare marges blijven. Daarbij worden de gevolgen van de wet ULB voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5/+1,5 procent. Er is door het toenmalige kabinet gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijk koopkrachtbeeld. Het is echter via generieke fiscale wetgeving niet goed mogelijk om specifieke groepen belastingplichtigen te compenseren. Verder ben ik van mening dat negatieve effecten voor militairen te laat ten volle zijn onderkend en geadresseerd. Het was voor iedereen beter geweest om in een eerder stadium tot een structurele oplossing te komen. Er is in dezen overigens geen sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden.
17.
Zijn de militairen in het wetgevingstraject meegenomen in het opstellen van de ramingen van de belastingopbrengsten als gevolg van de invoering van de WUL door het ministerie van Financiën?
De wet ULB veroorzaakt door het afschaffen van de belaste vergoeding voor de inkomenafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet een voordeel voor werknemers. Om dat voordeel voor de loon- en inkomstenbelasting voor werknemers te voorkomen is een pakket aan maatregelen genomen. Binnen de mogelijkheden van de fiscaliteit is dit voordeel zo goed als mogelijk inkomensneutraal teruggenomen. Daarbij is het zo dat de algemene inkomenseffecten voor het overgrote deel van de belastingplichten binnen een door beide Kamers aanvaarde marges blijven. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5 en +1,5 procent.
Er wordt uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld voor alle belastingplichtigen, van welk beeld de Wet ULB slechts onderdeel uitmaakt. Specifieke groepen, zoals militairen worden niet apart meegenomen in de ramingen van belastingopbrengsten. Die negatieve koopkrachteffecten voor militairen ontstaan doordat zij niet het voordeel van het afschaffen van de IAB ZVW voelen maar wel de compenserende maatregelen in de wet ULB.
18. Wanneer werden de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
19. Wanneer werden de gevolgen voor de begroting van de invoering van de WUL voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
20. Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voorde begroting bekend bij de ambtelijke top van het ministerie van Defensie bekend toen de secretarissen generaal hun brief opstelden richting de informateurs?
21. Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voor de begroting bekend bij het ministerie van Defensie toen de formatieonderhandelingen plaatsvonden? Zijn ze ter sprake gebracht of meegewogen bij het vaststellen van de (hoogte van) de taakstelling in het regeerakkoord?
22. Op welk moment bent u voor het eerst geïnformeerd over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
In januari 2012 is er – en marge van een overleg over de voorbereiding van de Verkenning Loonsomheffing - gesproken tussen ambtelijk Financiën en Defensie over de effecten en de positie van de militairen. De volledige omvang van de gevolgen werd eerst in september duidelijk. In overleg met het ministerie van Financiën heeft Defensie in december jl. compensatiemaatregelen afgesproken om de inkomensachteruitgang te verkleinen en de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de WUL voor 2013 zoveel mogelijk te beperken. Een volledige reparatie blijkt binnen de gegeven financiële kaders helaas niet mogelijk, maar Defensie heeft het negatieve effect voor 2013 kunnen verlagen. Van januari tot april variërend van -0,3 tot -2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
23. Wanneer is voor het eerst gesproken met de vakbonden over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
26. Waarom zijn de gesprekken met de vakbonden over de arbeidsvoorwaarden voor militairen vastgelopen?
Defensie heeft vanaf september 2012 enige malen (informeel) met de centrales van overheidspersoneel overlegd over de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip. De precieze omvang van de gevolgen werd na de zomer 2012 duidelijk (zie antwoord vraag 18). Daarna is met de bonden gesproken over (gedeeltelijke) compensatie. Eind december is door de centrales naar voren gebracht dat zij niet konden instemmen met het voorstel van Defensie. Door de centrales van overheidspersoneel is vervolgens het overleg met Defensie, inclusief het (in)formele overleg over reorganisaties, opgeschort in afwachting van een nieuw voorstel voor de volledige en structurele compensatie van de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de Wet ULB.
24. Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen de ministeries van Financiën en Defensie over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
Neen. De briefwisseling tussen de ministers van Financiën en van Defensie valt onder de beslotenheid van de ministerraad.
27. Verwacht u mogelijke stakingen of andere acties als gevolg van het vastlopen van de gesprekken met de vakbonden?
Ik streef er naar het overleg met de bonden op korte termijn voort te zetten. Ook ik wil immers graag tot een structurele oplossing komen.
28. Zijn de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen tijdens het wetgevingstraject of in de bespreking van het belastingplan 2013?
29. Zijn de onderhandelingen met de bonden over de eventuele compensatie voor de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen?
Over de beraadslagingen in de ministerraad wordt geen mededeling gedaan.
30. Kunt u toelichten wat de stand van zaken is van de eenzijdige arbitrage aanvraag?
Ik heb in mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) uiteengezet dat Defensie een advies heeft gevraagd aan de Advies- en Arbitragecommissie over het opschorten van het overleg voor de reorganisaties. Ik ben nog in afwachting van dit advies.
32. Wat is de positie van de medezeggenschap op dit dossier?
De compensatiemaatregelen worden in 2013 gefinancierd uit de gelden die ter beschikking staan in verband met de vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. De Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie is op 17 januari jl. schriftelijk geïnformeerd. Aanstaande woensdag 23 januari vindt een overleg plaats.
(Bovenstaande antwoorden op Kamervragen kwamen maandag vrij maar stonden dinsdag nog niet in de rubriek Kamerstukken van het ministerie van Defensie of op de website van de Tweede Kamer, HdV)
Datum: 21 januari 2013
Betreft: Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (ingezonden 15 januari jl. met kenmerk 33 400-X-47/2013D01035).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert
Antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (ingezonden 15 januari jl. met kenmerk 33 400-X-47/2013D01035).
1. Waarom is de Kamer tot op heden niet geïnformeerd over de WUL-problematiek?
Met mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) heb ik de Kamer geïnformeerd over de consequenties voor militairen van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (Wet ULB).
2. Wat is uw mening over de informatievoorziening hierover aan de Kamer, ook ten tijde van het wetsvoorstel ULB?
4. Op welk ambtelijk niveau waren de consequenties van de WUL voor militairen bekend ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel? Is de toenmalige minister van Defensie hierover adequaat geïnformeerd? Waarom heeft Defensie bij het wetsvoorstel van de WUL niet gereageerd naar Financiën en in de ministerraad?
5. Waarom heeft Defensie kennelijk pas op 20 september 2012 in het Georganiseerd Overleg Defensie laten weten bezig te zijn met de reparatie van de effecten van de WUL, terwijl op ambtelijk niveau de consequenties naar verluid al in januari 2012 bekend waren, dat terwijl de geldende procedure is dat Defensie het Georganiseerd Overleg onverwijld informeert over een wetsvoorstel als dat specifieke effecten met zich brengt voor militairen en/of burgermedewerkers bij Defensie?
Vanaf het begin van het wetgevingsproces was duidelijk dat de Wet ULB voor verschillende groepen belastingplichtigen inkomenseffecten zou kunnen hebben. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5 en +1,5 procent. Dit zijn ook door het parlement aanvaarde marges. De implicaties voor militairen zijn separaat inzichtelijk gemaakt en in de voorbereiding van de implementatie duidelijk geworden.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 24 mei 2011 (Handelingen EK 2010-2011, nr. 28 item 13) heeft de staatssecretaris van Financiën toegezegd bij onvoorziene en onbedoelde gevolgen van de wet voor groepen belastingplichtigen bij de finetuning van het algemene koopkrachtbeeld in de zomer en het najaar van 2012 in het Belastingplan 2013 deze gevolgen te willen betrekken. Hierbij is het goed te vermelden dat bij de berekening van inkomenseffecten van wetsvoorstellen geen onderscheid wordt gemaakt naar militairen en niet-militairen. Als het dus gaat over het algemene koopkrachtbeeld en daarbij wordt gekeken naar werknemers, dan worden deze effecten niet specifiek zichtbaar voor de groep militairen.
Toen, in september, de precieze gevolgen van de wet voor de inkomens van militairen duidelijk werden, heeft mijn ambtsvoorganger op 31 oktober 2012 hierover een brief gestuurd naar de minister van Financiën. Het antwoord hierop is intussen naar buiten gebracht, hetgeen ik betreur. Over de uitkomst van dit overleg heb ik de centrales van overheidspersoneel geïnformeerd.
Zoals gebruikelijk is er op meer momenten in het wetgevingsproces op diverse niveaus overleg geweest tussen ambtenaren van de betrokken ministeries. Voorts wordt over de inhoud van de beraadslagingen in de ministerraad geen mededeling gedaan.
3. Wat is uw reactie op de uitgelekte brief van de staatssecretaris van Financiën, d.d. 26 november 2012, waarin gesteld wordt dat Defensie geen opmerkingen gemaakt heeft ter zake van de inkomensconsequenties van de WUL, ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel, alsmede dat al op 19 januari 2012 ‘de consequenties van de Wet ULB bij ambtelijk Defensie bekend waren’?
Ik betreur het dat er uit persoonlijke correspondentie tussen bewindspersonen wordt gepubliceerd, mede omdat er door de openbaarmaking van een deel van vertrouwelijke correspondentie geen compleet beeld van de gevoerde overleggen ontstaat.
6. Op welke wijze compenseert Defensie het personeel voor de gevolgen van de WUL in 2013, respectievelijk in latere jaren? Welk bedrag is hiermee gemoeid? Hoe wordt dit gefinancierd? Gaat dit ten koste van de bedrijfsvoering van Defensie? Draagt het ministerie van Financiën bij?
7. Wat is uw reactie op de uitspraak van de woordvoerder van Defensie (ANP, 7 januari 2013) dat de oplossing voor de WUL-problematiek binnen de arbeidsvoorwaarden gezocht moet worden?
31. Kunt u nader ingaan op de bedragen van 42 á 43 mln. voor 2013 die in de pers (bij monde van een woordvoerder van het ministerie van Defensie) worden genoemd? Waar komen deze bedragen vandaan?
Op zoek naar compensatie zijn uiteenlopende mogelijkheden in beschouwing genomen. Voor 2013 worden de inkomenseffecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de Wet ULB gecompenseerd uit vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. Hiermee is € 47,5 miljoen gemoeid. Het ministerie van Financiën draagt niet bij, maar stemt in met de gekozen oplossing. Er wordt nog gezocht naar een structurele oplossing voor latere jaren (2014 e.v.).
8. Kunt u de e-mail van de Secretaris-Generaal en de Commandant der Strijdkrachten aan het personeel, waarin zij stelden dat volledige compensatie niet mogelijk is en het beperken van het negatieve effect tot -1.5% het ‘maximaal haalbare’, toelichten?
14. Klopt het dat de brief die in de eerste week van januari verstuurd is aan alle militairen het eerste moment is waarop de lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering gecommuniceerd is richting de militairen?
Nadat op vrijdag 21 december jl. duidelijk werd dat geen overeenstemming met de centrales kon worden bereikt over zowel de korte- als langetermijnoplossing om de eerder genoemde negatieve effecten van de WUL te verlichten, en waarover een akkoord met het ministerie van Financiën was bereikt, is diezelfde middag besloten het defensiepersoneel met een e-mail hiervan op de hoogte te stellen. Omdat een groot deel van het personeel rond de feestdagen verlof heeft, is tevens besloten het personeel schriftelijk te infomeren.
9. Wat zijn de mogelijkheden om de negatieve inkomenseffecten van de WUL buiten de defensiebegroting om te compenseren?
Naar aanleiding van de effecten van de Wet ULB ben ik inmiddels in overleg getreden met het ministerie van Financiën over een objectiveerbare vergelijking van de inkomens van militairen met andere ambtenaren, de zgn. pakketvergelijking. De uitkomsten van deze vergelijking zullen met open blik worden beschouwd. Dit acht ik noodzakelijk om tot een structurele oplossing (2014 e.v.) te komen. Voor alle duidelijkheid: de gevraagde mogelijkheden, dus buiten de defensiebegroting, zijn er thans niet.
10. Wat zijn de gevolgen van het opschorten van het overleg met de vakbonden voor de reorganisatie en de wijze waarop de minister het overleg wil hervatten?
De opschorting van het overleg vertraagt de vulling van organisatieonderdelen en vertraagt daarmee de reorganisaties binnen Defensie. Hierdoor duurt de onzekerheid voor het betrokken personeel voort. Bovendien kost de vertraging maandelijks extra geld. Dit bedrag komt ten laste van de defensiebegroting. Aan de bonden is gevraagd om het overleg informeel te hervatten.
11. Klopt het dat militairen 1,8%-4,8% van hun loon dreigen kwijt te raken? Zo nee, wat is de bandbreedte?
Zonder compensatie zou het negatieve inkomenseffect van de Wet ULB voor het jaar 2013 2,8 tot 4,7 procent kunnen bedragen. Met de geboden compensatie blijven de negatieve effecten voor militairen voor dit jaar binnen de bandbreedte van maximaal 1,5 procent. Let wel, omdat het hier gaat om een ingewikkelde compensatiemaatregel die niet eerder in het systeem kon worden verwerkt, zal het militair personeel in de maanden januari tot en met maart eerst op een andere wijze gedeeltelijk worden gecompenseerd. De percentages lopen dan iets meer uit elkaar van -0,3 tot -2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
12. Kunt u een overzicht geven van de koopkrachtgevolgen van zowel het gewone kabinetsbeleid, als de lastenverzwaring, als gevolg van de invoering van de WUL voor militairen in oplopende rangen, van korporaal tot kolonel, voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?
16. Heeft het ministerie zelf op enig moment de koopkrachtgevolgen voor militairen van het kabinetsbeleid en de aanvullende lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering zelf in beeld gebracht of dat in kaart laten brengen? Zo ja, wanneer?
25. Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen het ministerie van Defensie en de bonden over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
De centrales van overheidspersoneel zijn op 19 december jl. met een brief geïnformeerd over de inkomenseffecten van de Wet ULB. Een afschrift van deze brief doe ik u hierbij toekomen. Hierin zijn de inkomenseffecten voor 2013 uiteengezet. De gevolgen voor de koopkracht van ULB voor specifieke groepen militairen kan ik niet weergeven omdat deze altijd zijn gebaseerd op standaard groepen en niet op afzonderlijke situaties. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs aan de Tweede en Eerste kamer een update gestuurd van het algemene koopkrachtbeeld als gevolg van de Wet ULB (Kamerstuk 32131, nr. 25).
13. Kunt u een overzicht geven van wat de begrotingsgevolgen zouden zijn van het volledig compenseren van de lastenverzwaring als gevolg van de invoering van de WUL voor de jaren 2013-2017?
Zoals aangegeven, wordt er gezocht naar een structurele oplossing (2014 e.v.). Zodra hierover een besluit is genomen, wordt de Kamer geïnformeerd.
15. Vindt u dat er sprake is van een ‘fout’ of is er sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden?
Zoals uiteengezet bij het antwoord op vraag 4 en 5 is uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld waarbij de koopkrachteffecten binnen aanvaardbare marges blijven. Daarbij worden de gevolgen van de wet ULB voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5/+1,5 procent. Er is door het toenmalige kabinet gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijk koopkrachtbeeld. Het is echter via generieke fiscale wetgeving niet goed mogelijk om specifieke groepen belastingplichtigen te compenseren. Verder ben ik van mening dat negatieve effecten voor militairen te laat ten volle zijn onderkend en geadresseerd. Het was voor iedereen beter geweest om in een eerder stadium tot een structurele oplossing te komen. Er is in dezen overigens geen sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden.
17.
Zijn de militairen in het wetgevingstraject meegenomen in het opstellen van de ramingen van de belastingopbrengsten als gevolg van de invoering van de WUL door het ministerie van Financiën?
De wet ULB veroorzaakt door het afschaffen van de belaste vergoeding voor de inkomenafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet een voordeel voor werknemers. Om dat voordeel voor de loon- en inkomstenbelasting voor werknemers te voorkomen is een pakket aan maatregelen genomen. Binnen de mogelijkheden van de fiscaliteit is dit voordeel zo goed als mogelijk inkomensneutraal teruggenomen. Daarbij is het zo dat de algemene inkomenseffecten voor het overgrote deel van de belastingplichten binnen een door beide Kamers aanvaarde marges blijven. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen -1,5 en +1,5 procent.
Er wordt uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld voor alle belastingplichtigen, van welk beeld de Wet ULB slechts onderdeel uitmaakt. Specifieke groepen, zoals militairen worden niet apart meegenomen in de ramingen van belastingopbrengsten. Die negatieve koopkrachteffecten voor militairen ontstaan doordat zij niet het voordeel van het afschaffen van de IAB ZVW voelen maar wel de compenserende maatregelen in de wet ULB.
18. Wanneer werden de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
19. Wanneer werden de gevolgen voor de begroting van de invoering van de WUL voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
20. Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voorde begroting bekend bij de ambtelijke top van het ministerie van Defensie bekend toen de secretarissen generaal hun brief opstelden richting de informateurs?
21. Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voor de begroting bekend bij het ministerie van Defensie toen de formatieonderhandelingen plaatsvonden? Zijn ze ter sprake gebracht of meegewogen bij het vaststellen van de (hoogte van) de taakstelling in het regeerakkoord?
22. Op welk moment bent u voor het eerst geïnformeerd over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
In januari 2012 is er – en marge van een overleg over de voorbereiding van de Verkenning Loonsomheffing - gesproken tussen ambtelijk Financiën en Defensie over de effecten en de positie van de militairen. De volledige omvang van de gevolgen werd eerst in september duidelijk. In overleg met het ministerie van Financiën heeft Defensie in december jl. compensatiemaatregelen afgesproken om de inkomensachteruitgang te verkleinen en de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de WUL voor 2013 zoveel mogelijk te beperken. Een volledige reparatie blijkt binnen de gegeven financiële kaders helaas niet mogelijk, maar Defensie heeft het negatieve effect voor 2013 kunnen verlagen. Van januari tot april variërend van -0,3 tot -2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
23. Wanneer is voor het eerst gesproken met de vakbonden over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
26. Waarom zijn de gesprekken met de vakbonden over de arbeidsvoorwaarden voor militairen vastgelopen?
Defensie heeft vanaf september 2012 enige malen (informeel) met de centrales van overheidspersoneel overlegd over de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip. De precieze omvang van de gevolgen werd na de zomer 2012 duidelijk (zie antwoord vraag 18). Daarna is met de bonden gesproken over (gedeeltelijke) compensatie. Eind december is door de centrales naar voren gebracht dat zij niet konden instemmen met het voorstel van Defensie. Door de centrales van overheidspersoneel is vervolgens het overleg met Defensie, inclusief het (in)formele overleg over reorganisaties, opgeschort in afwachting van een nieuw voorstel voor de volledige en structurele compensatie van de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de Wet ULB.
24. Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen de ministeries van Financiën en Defensie over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
Neen. De briefwisseling tussen de ministers van Financiën en van Defensie valt onder de beslotenheid van de ministerraad.
27. Verwacht u mogelijke stakingen of andere acties als gevolg van het vastlopen van de gesprekken met de vakbonden?
Ik streef er naar het overleg met de bonden op korte termijn voort te zetten. Ook ik wil immers graag tot een structurele oplossing komen.
28. Zijn de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen tijdens het wetgevingstraject of in de bespreking van het belastingplan 2013?
29. Zijn de onderhandelingen met de bonden over de eventuele compensatie voor de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen?
Over de beraadslagingen in de ministerraad wordt geen mededeling gedaan.
30. Kunt u toelichten wat de stand van zaken is van de eenzijdige arbitrage aanvraag?
Ik heb in mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) uiteengezet dat Defensie een advies heeft gevraagd aan de Advies- en Arbitragecommissie over het opschorten van het overleg voor de reorganisaties. Ik ben nog in afwachting van dit advies.
32. Wat is de positie van de medezeggenschap op dit dossier?
De compensatiemaatregelen worden in 2013 gefinancierd uit de gelden die ter beschikking staan in verband met de vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. De Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie is op 17 januari jl. schriftelijk geïnformeerd. Aanstaande woensdag 23 januari vindt een overleg plaats.
(Bovenstaande antwoorden op Kamervragen kwamen maandag vrij maar stonden dinsdag nog niet in de rubriek Kamerstukken van het ministerie van Defensie of op de website van de Tweede Kamer, HdV)
Abonneren op:
Posts (Atom)