De kiezer heeft gesproken. Nu breekt in Nederland de formatietijd aan. Een tijd waarin de winnaars van de verkiezingen met elkaar om tafel gaan en bezien tot welke coalitie ze kunnen komen. Een belangrijke tijd.
In de formatieperiode worden de afspraken gemaakt waarlangs Nederland de komende vier jaar in grote lijnen wordt bestuurd. Wel of geen hypotheekrente-aftrek verminderen, wel of niet het ontslagrecht versoepelen, meer of minder marktwerking in de zorg, dergelijke beleidskwesties komen in een formatie op tafel.
Daarnaast staat in een formatie – en zeker in deze formatie – altijd één punt centraal: de begroting. Hoeveel geld trekken we uit voor het één en hoeveel geld bezuinigen we op het ander.
De economische crisis is nog niet voorbij, het tekort op de staatsschuld is niet afdoende weggewerkt. Er zal dus ook door een nieuw kabinet bezuinigd moeten worden.
Defensie heeft het momenteel stevig voor de kiezen. De bezuiniging van 1 miljard euro is boekhoudkundig al ingeboekt, maar de echte gevolgen, die merken we nu pas. De komende tijd moeten we mensen noodgedwongen laten gaan en worden de gevolgen van de bezuinigingen ook op andere fronten duidelijk.
Voorafgaand aan de verkiezingen hebben de verschillende politieke partijen zich over Defensie uitgesproken. Sommige partijen wilden niet aan ons budget tornen of er zelfs wat bijdoen. Andere partijen willen opnieuw stevig het mes in Defensie zetten.
Wat daarbij meespeelt, is het feit dat het Centraal Plan Bureau de waarde van Defensie voor Nederland niet in harde euro’s uitdrukt. Wie bezuinigt op Defensie, hoeft het verlies aan veiligheid nergens financieel te verantwoorden. Dat is – hoe je het ook wendt of keert – een makkelijke manier van bezuinigen.
Vanuit Defensie is de afgelopen tijd op vele manieren aandacht gevraagd voor de toestand van de krijgsmacht. Door militairen zelf via Facebook en Twitter, door vakbonden en officiersverenigingen, door het bedrijfsleven, door brandweer en politie.
Zolang dat op een nette manier gaat, is dat een hele goede zaak. Immers, Defensie heeft geen leraren en ouders die protesteren tegen bezuinigingen op het onderwijs, wij hebben evenmin krachtige patiëntenverenigingen die zich boos maken over korten op de zorg. Defensie heeft geen directe achterban die luidkeels van zich laat horen.
Ik vind het tegen die achtergrond niet meer dan logisch dat u bezorgd bent en wilt laten zien dat er heel wat op het spel staat. Maar velen in de politiek nemen veiligheid zeker serieus. Daarom heb ook ik steeds weer opnieuw laten zien wat nodig is voor Defensie. En dat is investeren in de toekomst. Ik heb in vele interviews tot uiting gebracht dat nog meer bezuinigen ronduit risico’s met zich meebrengt. Wie zijn veiligheid serieus neemt, investeert in Defensie.
U kunt ervan op aan dat ik ook in de komende periode mijn uiterste best zal doen voor Defensie. De krijgsmacht is simpelweg te belangrijk voor Nederland om er achteloos mee om te springen.
Hans Hillen
Minister van Defensie
17 september 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten