Nederlandse F-16, Kandahar Airfield (foto AVDD) |
Enduring Freedom volgde op de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Omdat eerst naar Afghanistan moest worden gevlogen, waren de vluchten lang; 8 uur was geen uitzondering. Om die reden voorzagen tankvliegtuigen de toestellen in de lucht van nieuwe brandstof, soms wel 3 keer per vlucht.
Uruzgan
In 2005 kwam het accent te liggen bij de ISAF-missie (International Security Assistance Force). Het Nederlandse luchtcommando, de Air Task Force (ATF), verhuisde naar de hoofdstad Kabul, waar de F-16’s luchtsteun leverden aan de coalitiegrondtroepen. Toen de Task Force Uruzgan in 2006 een feit was, ging het detachement naar Kandahar Airfield in het zuiden van het land. Daar ondersteunden de gevechtvliegtuigen direct de Nederlandse grondtroepen. In deze periode veranderde het karakter van de inzet en moesten de toestellen vaak hun wapens gebruiken. Ook Apache-gevechtshelikopters en, afwisselend Chinook- en Cougar-transporthelikopters, maakten toen deel uit van de ATF.
Politietrainingsmissie
Sinds een jaar zijn de F-16’s actief vanaf de basis Mazar-e-Sharif in het noorden van Afghanistan. Daarvandaan ondersteunen ze de politietrainingsmissie in Kunduz met voornamelijk het uitvoeren van verkenningsmissies. Daarbij gebruiken zij het fotoverkenningsysteem RecceLite, waarmee ze onder meer geïmproviseerde explosieven opsporen. De F-16’s geven ook direct luchtsteun als grondeenheden in de problemen komen.
“Dagelijks voeren wij met onze F-16’s missies uit voor de Nederlanders van de politietrainingsmissie”, zo vertelt commandant luitenant-kolonel Denny Traas van ATF21. “Daarnaast ondersteunen wij coalitietroepen. Sinds onze verhuizing van Kandahar naar Mazar-e-Sharif vlogen ruim 1200 sorties, bij elkaar bijna 2400 uur.”
Video
(ministerie van Defensie, 2 november 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten