Wat drie maanden geleden begon als een intern oproer in Oekraïne is dit weekeinde in rap tempo uitgegroeid tot de grootste crisis in Europa sinds de val van de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog.
Door annexatie van de Krim en een dreigende inval in andere delen van Oekraïne, lapt Rusland het Handvest van de Verenigde Naties aan de laars. Secretaris-generaal Rasmussen van de NAVO brandmerkt de Russische president Poetin terecht als agressor.
De vraag is echter in hoeverre het Westen in staat is het Russische gevaar het hoofd te bieden. Poetin trok zich volstrekt niets aan van de waarschuwing van de Amerikaanse president Obama dat een inval in Oekraïne een prijs zou hebben. Een pijnlijke nederlaag voor Obama die al danig verzwakt is op het wereldtoneel, omdat hij in de Syrië-crisis niet de daad bij het woord voegde.
Eerder afgesloten akkoorden omtrent de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne blijken niets waard. Dit terwijl Poetin niet nalaat interventies van het Westen telkens te veroordelen als schendingen van het internationale recht.
Te midden van angstaanjagende Koude Oorlogstaal hamert Moskou op het recht om etnische burgers te beschermen. Onheilspellende parallellen dringen zich op met de situatie in Europa aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog toen Hitler het Duitssprekende Sudetenland in Tsjecho-Slowakije annexeerde.
Als de geschiedenis iets heeft aangetoond is het wel dat niet gebogen moet worden voor een agressor. De NAVO zal met een daadkrachtiger antwoord moeten komen op de oorlogsmachine van Poetin. Alle alarmbellen moeten nu afgaan in het NAVO-hoofdkwartier.
(Telegraaf, 3 maart 2014)
Zie ook het commentaar van de Volkskrant: Een bom onder Europa
Geen opmerkingen:
Een reactie posten