Er is voor het eerst sinds lange tijd extra geld, aandacht en steun voor Defensie. Onomstotelijk goed nieuws te noemen!
Vorige week maakte onze minister bekend dat er vanaf 2015 structureel meer geld beschikbaar komt voor onze organisatie. Hierdoor kunnen we een aantal ingrijpende en pijnlijke maatregelen uit de nota ‘In het belang van Nederland’ geheel of gedeeltelijk terugdraaien.
Dat stemt mij hoopvol. En niet alleen mij! Op mijn Facebookpagina reageerden veel volgers enthousiast. Mindert Dusselaar meldde bijvoorbeeld kort maar krachtig: “Mooi, dat mag ook wel eens na 22 jaar bezuinigen op Defensie”. Jan Rabelink schreef: “Geweldig nieuws! Nederland wordt wakker.” Sommige volgers willen eerst zien én dan pas geloven. Zo schreef Leo Hollanders: “Laten we eerst maar eens een klein jaar afwachten.”
De weg die nu nog voor ons ligt, is het debat in en met de Tweede Kamer op 6 november en de begrotingsbehandeling in de week erna. Daarna weten pas we echt of we definitief met de nieuwe plannen aan de slag kunnen gaan.
Ik wil hoe dan ook met volle kracht vooruit. Mensen buiten Defensie beseffen in toenemende mate hoe ingrijpend de bezuinigingen op Defensie zijn geweest. Ook zien steeds meer mensen de waarde van Defensie voor de samenleving. Dat is positief. Wij zijn de basisverzekering van de maatschappij, één van de weinige diensten van de overheid die je niet kunt uitbesteden.
Defensie is echter ook een verzekering waarvoor we steeds minder premie zijn gaan betalen, nu nog maar iets meer dan 1% van ons bruto nationaal product. Daarmee zakken we onder het NAVO-gemiddelde. Nog steeds volop werk aan de winkel dus, voor iedereen. Waarom heeft Nederland een krijgsmacht nodig? Dát moeten we tonen. Maar dat is geen eenvoudige opgave. Wij rijden niet met loeiende sirenes door de straten en blussen geen branden in de buurten. Ons werk ligt vaak ver weg en gebeurt veelal achter de schermen.
Daarom moeten we erover vertellen, onze inzet op andere manieren laten zien. Als Defensie, als politiek en als samenleving. Er zijn voorbeelden te over. Met onze deelname aan zeventien missies helpen we dagelijks voorkomen dat landen afglijden naar een situatie van chaos en wetteloosheid. We voorkomen daarmee veel menselijk leed. We voorkomen tevens dat dit broeiplaatsen worden voor terrorisme en georganiseerde criminaliteit. En daarmee dienen we dus onze economie. Als handelsland zijn we nu eenmaal volledig afhankelijk van het buitenland, van stabiele afzetmarkten en open handelsroutes.
Ook nationaal zijn er veel voorbeelden te noemen van onze militaire inzet. Zo helpt een speciaal team van militairen de politie deze week bij het zoeken naar een lichaam van een vermiste Rotterdammer. Heel belangrijk voor de familie die al maanden in verschrikkelijke onzekerheid verkeert. Onze militair specialisten zijn hierin op hoog niveau getraind, vanwege onze buitenlandse missies.
Natuurlijk zeg ik dan ja tegen zo’n verzoek van de politie en zet ik daarvoor militaire eenheden in. Ik hoop van harte dat we de familie snel duidelijkheid kunnen bieden.
Tot slot probeer ik via Facebook ook de waarde van Defensie te laten zien. Ik sprak er begin deze maand nog over met dertig van mijn Facebookvolgers van binnen en buiten Defensie. Wat bleek: mijn posts zijn ‘likeable’ and ‘shareable’. Wie had dat gedacht toen ik begin dit jaar voor het eerst een Facebookprofiel aanmaakte.
Kortom: er is voor het eerst sinds lange tijd extra geld, aandacht en steun voor Defensie. Wat mij betreft daarom volle kracht vooruit: Laat onze daden voor zich blijven spreken en laat zien wat Nederland daaraan heeft.
Generaal Tom Middendorp
Commandant der Strijdkrachten
(ministerie van Defensie, 30 oktober 2013)
facebook.com/Commandantderstrijdkrachten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten