Aan: Extern geplaatsten van CZSK
Van: C-ZSK Vice-admiraal Matthieu Borsboom
Geachte extern geplaatsten van het Commando Zeestrijdkrachten,
Vandaag krijgt u wederom een moeilijke boodschap te horen over de financiële status van onze krijgsmacht. Een boodschap die ongetwijfeld aanleiding geeft tot onzekerheid. In deze mail wil ik kort toelichten waar het om gaat.
Zoals u weet wordt gewerkt aan de ‘Nota over de toekomst van de Krijgsmacht’. Uit diverse strategische monitoren blijkt dat de veiligheidssituatie in de wereld zich nog steeds kenmerkt door onzekerheid. Gelet op deze aanhoudende onzekerheid blijft de krijgsmacht onverminderd van groot belang voor Nederland.
De krijgsmacht van de toekomst bouwt voort op bestaande basis- en nichecapaciteiten. Basiscapaciteiten zijn capaciteiten waar de krijgsmacht niet zonder kan of die nodig zijn voor specifieke, wettelijke taken. Gevechtseenheden, zoals fregatten, jachtvliegtuigen en infanterie vormen de harde kern van die basiscapaciteiten. Nichecapaciteiten zijn schaarse capaciteiten waarover een beperkt aantal landen in de EU en de NAVO beschikt.
In de Nota wordt zorgvuldig bepaald wat we nodig hebben én wat we kunnen betalen. Daarbij moeten we zorgen voor een operationeel en financieel duurzame krijgsmacht. Leidend daarbij is dat de behoefte van Defensie in overeenstemming wordt gebracht met wat zij zich kan veroorloven. De Minister van Defensie is vastbesloten om de financiële huishouding structureel op orde te brengen.
Vandaag om 16.00 uur gaat een brief naar de Tweede Kamer, waarin wordt gesproken over de hoofdlijnen, die het kader vormen voor de concrete maatregelen die dit najaar in de Nota worden gepresenteerd. Het kabinet kiest in de opzet van de Nota voor een krachtige en internationaal inpasbare krijgsmacht, inzetbaar op alle geweldsniveaus, en voor alle strategische functies. Alleen met een optimale mix van militaire capaciteiten kun je immers onvoorspelbare risico's en bedreigingen het hoofd bieden.
In de Nota staat grofweg de agenda voor de inrichting van de krijgsmachtdelen. Voor het Commando Zeestrijdkrachten is daarbij de Marinestudie uit 2005 nog steeds actueel en de richting waarin CZSK zich ontwikkelt, blijft op hoofdlijnen dan ook ongewijzigd. Belangrijke elementen hiervan zijn de integratie van vloot en mariniers en het dicht(er) bij land opereren.
De vervanging van de F-16 vraagt om een zorgvuldige afweging. Het nieuwe jachtvliegtuig, dat weer zo’n veertig jaar dienst moet doen, is namelijk tevens van invloed op het politieke handelingsvermogen van toekomstige regeringen. De vervanging van de F-16 zal in ieder geval niet ten koste gaan van andere capaciteiten van de krijgsmacht. Besloten is om de vervanging volledig uit te voeren binnen het, reeds door de vorige minister van Defensie, gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro (uit te geven in een tijdsbestek van meer dan tien jaar) en het exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Van verdringing binnen het defensiebudget, of een verhoging van het totale budget, is aldus geen sprake. Met andere woorden: de aanschaf van de nieuwe toestellen, evenals de exploitatie daarvan, passen binnen de daartoe beschikbare middelen op de huidige defensiebegroting.
Daarnaast geldt dat hoewel Defensie bij de bezuinigingen in dit Regeerakkoord is ontzien, deze wel wordt geraakt. Denk aan het Lenteakkoord, de Btw-verhoging, rijksbrede taakstellingen en interne herschikkingen. Er zijn daarom ingrepen nodig die oplopen tot een structurele besparing van 333 miljoen euro per jaar vanaf 2018.
In de nog te verschijnen ‘Nota over de Toekomst van de krijgsmacht’ zal de minister nader ingaan op de maatregelen die nodig zijn om deze ingrepen te verwezenlijken. Duidelijk is dat de gevolgen hiervan bij alle defensieonderdelen merkbaar zullen zijn.
De concrete maatregelen die nodig zijn om de ingrepen te verwezenlijken, worden pas voor de Begrotingsbehandeling Defensie bekend gesteld. Dit gebeurt naar verwachting in het najaar.
Ik besef me terdege dat ik wederom een beroep moet doen op uw loyaliteit. Het is een moeilijke boodschap, helemaal na de Marinedagen en de Saamhorigheidsdag waarbij ik wederom heb gezien dat het personeel van de Koninklijke Marine een groot gevoel van binding en betrokkenheid kent. Ik ga ervan uit dat deze saamhorigheid ons ook de komende periode op een vaste koers houdt.
Vice-admiraal Matthieu Borsboom
Commandant Zeestrijdkrachten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten