dinsdag 10 april 2012
Somalië: Kamerbrief aanvulling artikel 100-brief piraterijbestrijding
Datum 5 april 2012
Betreft Aanvulling artikel 100-brief piraterijbestrijding
Met de brief van 1 juni 2011 (Kamerstuk 29521, nr. 168) hebben wij u, conform artikel 100 van de Grondwet, geïnformeerd over de verlenging van de deelneming aan de Navo-operatie Ocean Shield en de EU-operatie Atalanta ter bestrijding van piraterij voor de kust van Somalië. Vanwege een aantal ontwikkelingen ontvangt u hierbij een aanvullende brief over de Nederlandse deelneming aan beide operaties.
Uitbreiding operatiegebied Atalanta en verlenging mandaat
De EU heeft op 23 maart jl. besloten de antipiraterij-operatie Atalanta te verlengen tot eind 2014 en het operatiegebied uit te breiden tot en met de kuststrook van Somalië. Op 3 april jl. is het operatieplan aangepast zodat nu voortaan ook logistieke kampen van de piraten op de Somalische kust kunnen worden aangepakt. Hiermee wordt het piraten moeilijker gemaakt hun criminele activiteiten ten uitvoer te brengen. Om het risico van onbedoelde nevenschade zo klein mogelijk te maken hanteert de EU strikte uitvoeringscriteria. Boots on the ground zijn niet aan de orde en de inzet van middelen moet proportioneel zijn.
Als de commandant van Atalanta besluit operaties met effecten op de Somalische kust uit te voeren kan hij van april tot juni dit jaar een beroep doen op Hr. Ms. Van Amstel. De inzetperiode van Hr. Ms. Van Amstel is eerder gemeld in de brief van 1 juni jl. (Kamerstuk 29521, nr. 168).
Zowel de dreiging als de risico’s veranderen nagenoeg niet bij het gewijzigde optreden. De analyse in de brief van 1 juni jl. is dan ook ongewijzigd. Optreden nabij de Somalische kustlijn kan weliswaar een tegenreactie van de piraten uitlokken, maar de risico’s zijn onderkend en worden aanvaardbaar geacht.
Het VN-Zeerechtverdrag en resoluties van de VN-Veiligheidsraad vormen de rechtsgrondslag voor antipiraterij-operaties. De laatste relevante Veiligheidsraadresolutie, die alle eerdere resoluties herbevestigt, was 2020 (2011). Resolutie 1851 (2008) autoriseert de VN-Veiligheidsraad staten die samenwerken met de Somalische Transitional Federal Government (TFG) en die de TFG bij de secretaris-generaal van de VN heeft aangemeld, alle noodzakelijke maatregelen te nemen op Somalisch grondgebied en in het Somalische luchtruim ter bestrijding van piraterij en gewapende overvallen op zee. Ook stelt resolutie 1851 dat ieder optreden van landen en regionale organisaties in overeenstemming moet zijn met het oorlogsrecht en de mensenrechten waar toepasselijk. De TFG heeft ten behoeve van de uitbreiding van het operatiegebied van de EU inmiddels de hierboven genoemde melding aan de secretaris-generaal verzonden.
Gewijzigde bijdrage aan Navo-operatie Ocean Shield
Op 19 maart jl. besloot de Noord-Atlantische Raad het mandaat van Ocean Shield te verlengen tot eind 2014. De Rules of Engagement zullen worden aangepast om effectiever optreden op zee, zoals in operatie Atalanta al geschiedde, mogelijk te maken.
Tijdens het algemeen overleg van 15 en 16 juni 2011 over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan Ocean Shield en Atalanta heeft de regering toegezegd de oppervlakteschepen te voorzien van een boordhelikopter. Omdat de Lynxboordhelikopters na het derde kwartaal van 2012 uitfaseren en de NH-90 nog niet operationeel inzetbaar is, wordt van september tot en met december 2012 de Cougar-helikopter ingezet. De Cougar kan worden ingezet vanaf een Landing Platform Dock (LPD) zoals Hr. Ms. Rotterdam, maar niet vanaf fregatten zoals Hr. Ms. Tromp. Hr. Ms. Evertsen zal daarom met een Lynx worden uitgerust in de periode van juni tot en met augustus 2012 en Hr. Ms. Rotterdam zal met twee Cougars worden uitgerust in de periode van september tot en met december 2012. De tweede Cougar is toegevoegd uit operationele overwegingen die samenhangen met de aanvullende capaciteiten van Hr. Ms. Rotterdam die hierna worden beschreven. Door de wisseling van schepen is de inzet van boordhelikopters aan boord van de Nederlandse oppervlakteschepen in Ocean Shield gegarandeerd. Omdat de inzet van Hr. Ms. Tromp vervalt, wordt de internationale staf van de Standing NATO Maritime Group (SNMG) onder leiding van de Nederlandse commandant Commandeur Bekkering aan boord van Hr. Ms. Rotterdam geplaatst.
Uit de eindevaluatie van de Nederlandse inzet in operatie Atalanta en Ocean Shield van juli 2010 tot juni 2011, die wij op 16 maart jl. aan de Kamer stuurden, blijkt dat onderzeeboten bruikbaar zijn voor de beeldopbouw bij bepaalde locaties op en voor de kust van Somalië. Onderzeeboten kunnen ongezien, gedurende langere tijd, waarnemen en zo een waardevolle bijdrage leveren aan het vergroten van de situational awareness. De regering heeft daarom ingestemd met het verzoek van de Navo om in de tweede helft van 2012 opnieuw een onderzeeboot in te zetten ten behoeve van operatie Ocean Shield.
Luchtverkenningsmiddelen zoals onbemande vliegtuigen (UAV) zijn nodig om piraterijactiviteiten tijdig te kunnen signaleren. Aldus kunnen piraten worden aangepakt of koopvaardijschepen tijdig worden gewaarschuwd voor het dreigend gevaar. Uit de eerder genoemde eindevaluatie blijkt dat de schaarse capaciteit aan luchtverkenningsmiddelen in beide operaties een aandachtspunt is. Omwille van de situational awareness van Hr. Ms. Rotterdam en de internationale vlootverbanden heeft de regering daarom besloten om de capaciteit van Hr. Ms. Rotterdam uit te breiden met een tactische UAV.
In verband met de wisseling van Hr. Ms. Rotterdam met Hr. Ms. Tromp wijzigt het aantal uit te zenden militairen. Hr. Ms. Rotterdam zal worden uitgerust met een versterkte eenheid van mariniers, soortgelijk aan de eenheid die eerder in 2011 werd ingezet op Hr. Ms. Zuiderkruis in operatie Atalanta, en met kleinere varende eenheden. Deze stellen het schip in staat een deel van de kust te blokkeren en piraten de toegang tot zee te ontzeggen. Hr. Ms. Johan de Witt heeft deze aanpak al met succes uitgevoerd tijdens haar inzet in 2010 in Atalanta (Kamerstuk 29521, nr. 160).
Financiën
De wijzigingen in de EU-operatie Atalanta hebben geen gevolgen voor de raming van de additionele uitgaven voor de Nederlandse bijdrage aan deze missie. De additionele uitgaven die gemoeid zijn met de wijzigingen ten opzichte van de Nederlandse bijdrage aan de Navo-operatie Ocean Shield worden geraamd op € 13,1 miljoen. Deze komen in 2012 (€ 11,3 miljoen) en 2013 (€ 1,8 miljoen) ten laste van de structurele voorziening voor de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) op de defensiebegroting.
Over een eventuele verlenging van de Nederlandse bijdrage op grond van de verlengde mandaten voor de twee operaties wordt u met inachtneming van de artikel 100-procedure te gelegener tijd geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken De Minister van Defensie
Dr. U. Rosenthal Drs. J.S.J. Hillen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten