KAPMARNS Hakkenberg |
Gedreven door rechtvaardigheidsgevoel en liefde voor Indonesië ging de marinier in kleine groepjes op pad. Hij bond de strijd aan met bendes en guerrillastrijders. Als detachementcommandant was hij bij veel belangrijke acties betrokken, zowel tegen opstandelingen als tegen het nieuw opgerichte Indonesische leger, de Tenara Nasionaal Indonesia (TNI). Eenmaal sloeg hem de schrik om het hart. Op 25 oktober 1948 wilde hij in een kampong in Djakarta samen met anderen een TNI-groep overrompelen. Hij rekende op zo’n 6 tegenstanders, maar het bleken er 40. Met moed en overredingskracht bracht hij de actie tot een goed einde. Hakkenberg ontving de Militaire Willems-Orde (MWO) voor onder meer 5 van dit soort acties.
Giovanni Narcis Hakkenberg |
Hij werkte onder meer aan de beruchte Birma-spoorweg in Thailand. Aan het eind van de oorlog woog hij nauwelijks 40 kilo. Hakkenberg bleef bij de marine. Na de onafhankelijkheid van Indonesië diende hij op diverse posten, voordat hij in Java bij de Mariniersbrigade in actie kwam. De Ridder MWO verliet in 1974 als kapitein het Korps Mariniers.
Hakkenberg kreeg in zijn loopbaan veel onderscheidingen. Behalve de Militaire Willems-Orde Ridder vierde klasse, ontving hij de eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau, het Oorlogsherinneringskruis (2 gespen), het Ereteken voor Orde en Vrede en het Nieuw-Guinea Herinneringskruis. Zweden onderscheidde hem met de Orde van het Zwaard.
Er zijn nu nog vijf levende Ridders MWO. De Engelsman Ken Mayhew (1917), Edward Fulmer uit de Verenigde Staten (1919) en de Nederlanders Albert Hoeben (1920), Cornelis van den Hoek (1921) en de enige actief dienende militair kapitein Marco Kroon (1970).
(ministerie van Defensie, 15 februari 2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten