de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum 12 september 2013
Betreft Reactie op ingezonden brief Trouw
Tijdens de regeling van werkzaamheden op 10 september jl. heeft het lid Segers (CU) om een reactie gevraagd op de ingezonden brief ‘Minister van Defensie, het is vijf voor 12’ van generaal-majoor b.d. H. de Jonge in Trouw van 9 september jl. Tevens heeft het lid Hachchi (D66) gevraagd in te gaan op de wijze waarop het defensiepersoneel werd en wordt betrokken bij het schrijven van de nota over de toekomst van de krijgsmacht. Hierbij voldoe ik aan deze verzoeken.
Ik heb alle begrip voor de zorgen van het personeel over mogelijke maatregelen en wat die voor ieder van hen kunnen betekenen. Ik zal daarover duidelijkheid verschaffen in de nota over de toekomst van de krijgsmacht die, zoals bekend, zal verschijnen vóór de behandeling van de defensiebegroting. Ook verwijs ik naar mijn brief van 25 juni jl. (Kamerstuk 32 7333, nr. 133).
Gisteren heb ik een onderhoud gehad met generaal-majoor b.d. De Jonge. Wij hebben vastgesteld dat van een tegenstelling tussen officieren en de minister geen sprake is. De Commandant der Strijdkrachten evenals de commandanten van de operationele commando’s zijn nauw betrokken bij het opstellen van de nota en de uitwerking daarvan. Gezamenlijk staan wij voor de koers die Defensie inslaat en gezamenlijk zullen wij werken aan het draagvlak daarvoor.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten