OPINIE HARM DE JONGE Zonder duidelijk perspectief zullen militairen het vertrouwen in de politieke leiding verder verliezen, waarschuwt Harm de Jonge
Wrang is dat we nu opnieuw gaan meemaken dat schepen en wapensystemen verkocht gaan worden en dat eenheden opgeheven zullen worden
De minister van defensie heeft een steeds groter wordend probleem. Toen ze eind 2012 aantrad had Defensie een onafgebroken periode van 22 jaar van bezuinigen achter de rug: élk jaar minder te besteden. Haar voorganger minister Hans Hillen had in het eerste kabinet-Rutte aangegeven dat "Defensie door het ijs is gezakt" en dat het klaar moest zijn met bezuinigingen op Defensie. Het personeel ziet met lede ogen aan dat elke nieuwe kaalslag, in 2011 maar liefst 1 miljard, wordt verkocht als een verbetering. Van hen wordt iedere keer verwacht zichzelf weg te cijferen en met de veel geroemde can do-mentaliteit hetzelfde werk te blijven doen met veel minder mensen. Zo langzamerhand een volkomen onwerkbare situatie.
De minister weet dus dat het defensiepersoneel, waarvoor zij telkenmale zegt zo'n bewondering te hebben, geen vertrouwen meer heeft in de (politieke) leiding van haar departement. Wanneer wij ons verder realiseren dat de opdrachten die militairen krijgen bijna altijd het optreden in buitengewone omstandigheden betreffen, waarbij - anders dan bij overige overheidsdiensten - bij militairen de opdracht boven de eigen veiligheid gaat, dan is vertrouwen in de politieke en militaire leiding van levensbelang.
De minister als politiek leider van het departement moet dan natuurlijk wel investeren in die vertrouwensband met haar personeel. Dat deed zij wel bij haar aantreden toen ze meldde dat het nu uit moest zijn met het snijden in de operationele eenheden. Wrang is dus dat we nu kennelijk opnieuw gaan meemaken dat schepen en wapensystemen verkocht gaan worden en dat eenheden opgeheven zullen worden.
Gebrek aan visie
Natuurlijk konden we dit zien aankomen. Immers, de minister meldde al in mei van dit jaar dat, boven op de 1 miljard uit 2011, nu een verdere 330 miljoen moest worden ingeleverd. En dan hoef je geen strategische tijger te zijn om te beseffen dat die reducties, binnen de reeds uitgemergelde krijgsmacht, eenvoudig kunnen worden ingekopt door operationele eenheden op te heffen en het personeel te laten afvloeien. Voor dit laatste hoeft ze niet eens haar best te doen, het personeel houdt het voor gezien en loopt vanzelf weg.
De wijze waarop invulling gegeven wordt aan de bezuinigingen getuigt niet van een visie. Het is gewoon strepen tot de boekhouder tevreden is gesteld zonder je al te veel af te vragen in hoeverre je nu nog de gewenste samenhang in je krijgsmacht overeind kan houden. Er zijn meer en andere creatieve oplossingen te bedenken, maar die zijn kennelijk niet aan de minister vanuit haar staf aangereikt. Wat blijkt nu verder uit die voorgenomen maatregelen? Niet alleen een gloednieuw peperduur marineschip, de Zr. Ms. Karel Doorman, waar grote en eerder politiek geaccordeerde behoefte aan is, wordt verkocht, maar bij de Koninklijke Landmacht worden kennelijk ook gloednieuwe pantservoertuigen CV90 in de verkoop gedaan. Ook deze zijn bijna afgeleverd, maar kunnen nu onmiddellijk in de verkoop voor een fractie van de koopwaarde.
Stip op de horizon
Het op deze wijze van de hand doen van systemen, en dus het laten verdampen van overheidsgeld, laat zien dat opeenvolgende kabinetten Defensie als een bezuinigingspost hebben beschouwd. Er is geen visie en de politiek heeft klaarblijkelijk geen idee waar het met de krijgsmacht naar toe wil. Het personeel roept al jaren om een richting. Sinds maandagavond mag dit binnen VVD-kringen geen visie meer worden genoemd, wat de minister van defensie er niet van zou moeten weerhouden om haar personeel te vertellen waar zij nu eigenlijk naar toe wil. En dat moet dan méér dan louter boekhouden zijn.
Wat het defensiepersoneel nodig heeft is een stip op de horizon, waarbij van de minister wordt verwacht om politieke moed te tonen en die stip verder weg te leggen dan alleen haar eigen regeerperiode. Daarvoor heeft ze steun nodig van andere bewindslieden en van de regeringspartijen. Zij zal ook met de Tweede Kamer in overleg moeten om draagvlak voor haar ambitie te krijgen, en dan niet alleen maar te spreken over wat wij gisteren en vandaag kunnen betalen. Daarvoor is ze nu juist politica. Ambitie, dat is wat Defensie nodig heeft en stoppen met zwalken.
Onze minister heeft geen keus: zij moet rond Prinsjesdag die ambitie laten zien, zo'n stip op de horizon. Alleen dan kan ze het griezelige lage en steeds verder afnemende vertrouwen van het personeel, dat zij zo looft, ombuigen in een sfeer van ambitie en vooruitzicht. Alleen dan gelooft het defensiepersoneel weer in de politieke leiding en is het misschien bereid om bij Defensie werkzaam te blijven.
Generaal-majoor der Cavalerie b.d. Harm de Jonge is voorzitter van Werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht van de GOV/MHB, Gezamenlijke Officieren Verenigingen/Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie
(Trouw, 9 september 2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten