Onderzoek naar kwaliteit van leven onder zwaargewonde militairen
Revalidatiearts drs. Loes de Kruijff onderzocht samen met specialisten van het Militair Revalidatie Centrum welke factoren van invloed zijn op het re-integratieproces van gewond geraakte militairen en hoe deze groep hun leven waardeert na het ongeval. “Onzekerheid over de toekomst voerde de boventoon.”
Het is het eerste Nederlandse onderzoek dat de gevolgen op lange termijn beschrijft ten aanzien van het participatieniveau en de kwaliteit van leven van gerevalideerde oorlogsslachtoffers uit Afghanistan. Aanleiding van het onderzoek was dat er voor de start van de Task Force Uruzgan missie weinig ervaring bestond met het zorgtraject en de langetermijngevolgen voor slachtoffers met blast letsel.
Van de 144 gerepatrieerde gewonden uit Afghanistan spraken er 48 openhartig met De Kruijff over de grote impact die de verwondingen op hun leven hebben en over de toekomst. Hoewel de aard van de letsels verschilt, zijn er zichtbare parallellen binnen de groep. De Kruijff, nu verbonden aan revalidatiecentrum De Hoogstraat, komt tot de conclusie dat de meeste problemen worden ervaren op het gebied van werk en mobiliteit. “Onzekerheid over de toekomst voerde de boventoon in de gesprekken. De verwondingen zorgen ervoor dat de meesten hun carrièreplanning moeten bijstellen. Soldaten die als wens hadden om naar de KMS te gaan en onderofficier te worden, zagen die in duigen vallen. Daarnaast bestond er onzekerheid over het wel of niet militair kunnen blijven. De meerderheid wil het liefst weer een parate functie vervullen. Zelfs terug naar het missiegebied. Alleen een keuring moet uitwijzen of ze ooit nog dienstgeschikt zijn.”
Gemis
In de vraaggesprekken kwam ook inkomstenderving regelmatig aan de orde. Voor nagenoeg de hele groep waren (oefen)toelages een vaste bron van inkomsten. Een hypotheek werd afgesloten op basis van die levensstandaard. Nu dat wegvalt, zien de financiën er een stuk minder rooskleurig uit. Op het gebied van mobiliteit werden de fysieke beperkingen het meest genoemd in de veranderde vrijetijdsbesteding. De Kruijff: “Het sporten, vooral hardlopen, moeten missen, is voor de militairen een klap in het gezicht. Het zijn sportieve jongens en meiden met een drive om te presteren. Het is moeilijk om dan te accepteren dat iets niet gaat. Daarbij hebben bermbommen een lange nasleep, want blast-letsel geeft nu eenmaal geen ‘nette’ breuk. Niet verwonderlijk dus dat tijdens het onderzoek zo’n tweederde nog medische zorg nodig heeft.”
Veerkracht
Hoe zwaar het lijden ook was, de revalidanten knokten zich ieder op hun eigen manier een weg terug. “Dat is wat ik zo bewonder aan deze groep militairen”, zegt De Kruijff. “De mentale veerkracht is groot. Ondanks de frustratie en het verdriet hebben de meesten hun leven weer opgepakt. Dit was mede te danken aan steun vanuit het sociale netwerk.” Dat familierelaties en partners een belangrijk aandeel lijken te hebben in de re-integratie van gewonde militairen ontdekte De Kruijff in een deelonderzoek. “Waarden en normen binnen een familie bepalen uiteindelijk hoe er wordt omgegaan met de situatie. Maar over het algemeen durf ik te concluderen dat deze relaties van grote waarde zijn voor het herstel.”
Resultaten
Met een publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde heeft De Kruijff een belangrijke erkenning op zak. Maar hoe nu verder? “Het is nog te prematuur om aan de hand van dit onderzoek het revalidatieproces aan te passen. Maar het zet de mensen wel op scherp”, oordeelt De Kruijff. “De uitkomsten waren voor de revalidatieartsen overigens niet geheel verrassend. Ze waren herkenbaar vanuit de hulpvragen die militairen tijdens hun revalidatie stelden. Dit onderzoek legitimeert de middelen die worden ingezet om te voldoen aan die hulpvraag. Verder kunnen we nu de opgedane kennis rond dit type letsel bundelen. Zodat Defensie ook in de toekomst de juiste zorg kan blijven leveren.”
(Defensiekrant, 14 september 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten