maandag 6 oktober 2014

'Roze F-16's en bomen groeten schadelijk voor krijgsmacht'

Het ministerie van Defensie reageerde in de naoorlogse periode zeer scherp op kritische dienstplichtigen uit angst dat deze het draagvlak ondermijnden. Politici wezen de strenge aanpak af. Coreline Boot kreeg als eerste toegang tot archieven van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Roze F-16's
Dienstplichtigen die plukken haar deponeerden in de brievenbus van het huis van de minister van Defensie  om het recht op lang haar af te dwingen. Op een zelf ingestelde nationale groetdag ook voor bomen salueerden. Of, iets schadelijker, F-16's roze schilderden. Promovenda Boot analyseerde kritiek op de krijgsmacht in de periode 1945-1989 en constateert dat Defensie elke vorm van kritiek hoog opnam.

Hoge straffen dienstplichtigen
Boot: 'Defensie was bang dat critici het draagvlak voor de krijgsmacht ondermijnden en vreesde de inzetbaarheid van dienstplichtigen. Het ministerie veroordeelde kritiek in felle bewoordingen en legde protesterende dienstplichtigen dikwijls hoge straffen op voor relatief onschuldige acties. Zo werden twee dienstplichtigen in 1971 drie maanden vastgezet in het Depot voor
Discipline omdat zij een kritisch artikel hadden gepubliceerd.

Koude Oorlog
Tussen 1945 en 1989, het tijdperk van de Koude Oorlog, bedroeg de publieke steun voor de krijgsmacht consequent zo'n 75 tot 80 procent. Tegelijkertijd werd het leger telkens onder vuur genomen door elkaar opvolgende groepen dienstplichtigen, dienstweigeraars, antimilitaristen, en soms zelfs beroepsmilitairen. De groepen die echt in het geweer kwamen, maakten nooit meer dan een paar procent van de bevolking uit, maar hadden desondanks grote invloed. Boot: 'Het waren deze groepen, en niet de grote instemmende meerderheid, die het thema draagvlak tijdens de Koude Oorlog op de kaart zetten.'





Overdreven reactie
Politici stoorden zich aan de in hun ogen vaak overdreven reactie van Defensie en wezen de strenge tegenmaatregelen vaak af.  Justitieminister Dries van Agt riep in 1972 defensieminister Hans de Koster en het Hoog Militair Gerechtshof tot de orde toen protesterende dienstplichtigen hoge straffen kregen voor de organisatie van een 'groetweigerdag'.

Sabotage
Boot is de eerste onderzoeker die inzage kreeg in de archieven van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst  en de archieven van de Bond voor Dienstweigeraars en de Vereniging van Dienstplichtige Militairen. De acties waren zeker niet allemaal ludiek of ongevaarlijk, merkt ze op. Vanaf het eind van de jaren '60 werden er incidenteel ook sabotageacties gepleegd.  Dienstplichtigen of antimilitaristen goten bijvoorbeeld suiker in benzinetanks van militaire voertuigen en midden jaren '80 hakte een antimilitarist  met een bijl in op een F-16.

Hollanditis
In de jaren tachtig groeide de kritiek op Defensie en werd Nederland het land van de Hollanditis; het hevige verzet tegen de plannen voor plaatsing van kruisraketten met kernkoppen dat als een virus door West-Europa trok. Ook een kleine groep beroepsmilitairen keerde zich tegen het gebruik van kernwapens. 'De storm bedaarde weer', aldus Boot, 'toen de VS en de Sovjet-Unie afspraken om middellangeafstandsraketten te vernietigen, en de raketten niet geplaatst werden.'

Afschaffing dienstplicht
Ook de afschaffing van de dienstplicht in 1996 veranderde de relatie tussen de krijgsmacht en de  samenleving. 'Vroeger was het de maatschappij die het de krijgsmacht soms moeilijk maakte en waren er nauwelijks politieke discussies over het nut van een militair apparaat. Maar na 1996 is dat omgekeerd. Politieke debatten zijn er des te meer, zoals de discussie rond de uitzending naar Uruzgan in 2006 en de aanschaf van de Joint Strike Fighter. Maar burgers gaan niet meer massaal de barricaden op om tegen de krijgsmacht te protesteren.'

Het leger onder vuur. De Koninklijke Landmacht en haar critici.

(persbericht Universiteit van Leiden, 6 oktober 2014)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten