Nederlandse bijdrage aan MINUSMA
Deze paragraaf gaat in op de ontwikkelingen die betrekking hebben op de Nederlandse militaire, politie- en civiele inzet in MINUSMA.
Conform planning hebben tot half april 2014 ongeveer 190 militairen de komst van de Nederlandse bijdrage voorbereid. De hoofdmacht wordt vanaf 14 april gefaseerd naar Mali gebracht. Eind mei zullen de Nederlandse eenheden gereed zijn voor inzet. Vanaf 1 oktober, wanneer ook de transporthelikopters volledig inzetbaar zijn, zullen er ongeveer 450 Nederlandse militairen in MINUSMA zijn (brief over transporthelikopters voor MINUSMA, kenmerk BS2014007212 van 28 maart 2014).
Bescherming Nederlands personeel
Mede gezien de veiligheidssituatie is de bescherming van het Nederlandse personeel verbeterd, vooral door de vervanging van legeringstenten door scherfwerende containers. Daarnaast heeft het kabinet eind maart besloten transporthelikopters met zelfbeschermingsmaatregelen toe te voegen aan de Nederlandse bijdragen. U bent hierover geïnformeerd in de hierboven genoemde brief over transporthelikopters voor MINUSMA.
Commandovoering
Nederland levert vanaf 1 mei de deputy chief of staff operatiìons (DCOS OPS) van MINUSMA en heeft daarmee directe invloed op de militaire operaties. De Nederlandse DCOS OPS is ook de red card holder namens de Commandant der Strijdkrachten.
Transport Nederlands materieel
Het transport van het Nederlandse materieel naar Mali loopt na initiële vertraging nu volgens schema. Het grote materieel is ingevlogen en de eerste vluchten met personeel om de hoofdmacht in te brengen zijn ook uitgevoerd. Alleen de aankomst in Nederland van een transportschip voor materieel liep vertraging op. Dit schip is uiteindelijk in de nacht van 17 op 18 maart jl. uit de Eemshaven vertrokken en op 1 april jl. aangekomen in Ivoorkust. Vanuit de haven van Abidjan is het Nederlandse materieel door een transporteur over de weg vervoerd naar Gao. Het materieel is inmiddels gereed voor inzet.
Opbouw kamp Castor
In januari is het Deployment Element gestart met de bouw van het Nederlandse kamp Castor in Gao. Deze eenheid bestaat uit genisten, ICT-technici, een eenheid ten behoeve van Force Protection en een stafelement. Vanaf de eerste week van mei was de aanwezigheid van het Deployment Element, met uitzondering van de genie en Force Protection, niet langer noodzakelijk en is het personeel naar Nederland teruggebracht. Nog niet voltooide taken zijn overgenomen door het Joint Support Detachement.
Grondverzetmaterieel wordt in Bamako lokaal gehuurd en naar Gao vervoerd. Een deel van het kamp is ingericht als tijdelijk woon- en werkverblijf om zo de rotatie van de eenheden te bespoedigen. De eerste operationele eenheden zijn hier vanaf 15 april jl. aangekomen en gelegerd. Veel werkzaamheden zijn afhankelijk van de ontwikkeling van het gehele VN-kamp in Gao, waarvoor de werkzaamheden nog moeten beginnen. Mede hierdoor zijn zaken zoals Force Protection nog niet volledig door de VN ingericht en moet Nederland hier gedeeltelijk zelf in voorzien.
Verwacht wordt dat kamp Castor eind augustus gereed is, met uitzondering van het platform voor de transporthelikopters. De werkzaamheden hiervoor zijn naar verwachting in september gereed, zodat de transporthelikopters vanaf 1 oktober 2014 kunnen worden ingezet.
Personele aspecten
Medische voorzieningen
Vanaf februari 2014 is een Nederlandse arts aanwezig in Gao. Deze wordt volledig ondersteund door de Franse Role 1 (basiszorg) om spreekuur te kunnen houden. De traumazorg op de locatie Gao wordt verzorgd door operatie Serval. Naar verwachting zal midden mei al het benodigde materieel en personeel voor een complete Nederlandse Role 1 in Gao aanwezig zijn. Voor de tweedelijns zorg wordt
gebruikgemaakt van de Franse Role 2 van operatie Serval. Het Chinese VN- hospitaal (Role 2) zal voorlopig in Gao worden ondergebracht nabij het regionale hoofdkantoor van MINUSMA. Zodra dit hospitaal gereed is, wordt een assessment uitgevoerd en wisselt Nederland in beginsel van het Franse naar het Chinese hospitaal. Tot die tijd maakt Nederland gebruik van de Franse Role 2.
De Nederlandse militairen in Bamako maken gebruik van lokale VN-faciliteiten. Voor eerstelijns zorg kunnen zij terecht bij de arts op het hoofdkwartier van MINUSMA. Voor alle overige zaken wordt gebruik gemaakt van het lokale ziekenhuis.
Ebola
Eind maart is in Guinee een ebola-epidemie uitgebroken die zich heeft uitgebreid naar meer landen in West-Afrika. In de eerste week van april zijn drie mogelijke gevallen van ebola in Mali geconstateerd. Dit aantal is later opgelopen tot tien. Inmiddels is vastgesteld dat in geen van de tien verdachte gevallen sprake was van ebola. Defensie volgt de ontwikkelingen nauwlettend. De VN heeft preventieve maatregelen afgekondigd.
Zorg en nazorg
In het gebied is de zorg voor militairen gewaarborgd door de inzet van een Sociaal Medisch Team dat ten minste bestaat uit een psycholoog, een bedrijfsmaatschappelijk werker, een geestelijk verzorger en een personeelsfunctionaris. Tijdens de eerste rotatie zal de samenstelling van het team worden geëvalueerd.
In het gebied is de zorg voor militairen gewaarborgd door de inzet van een Sociaal Medisch Team dat ten minste bestaat uit een psycholoog, een bedrijfsmaatschappelijk werker, een geestelijk verzorger en een personeelsfunctionaris. Tijdens de eerste rotatie zal de samenstelling van het team worden geëvalueerd.
De nazorg begint met een adaptatieprogramma op een locatie buiten het missiegebied. Tijdens dit programma worden groepsgewijze debriefings gehouden. Waar nodig of op verzoek wordt ook op individuele basis met medewerkers gesproken. Bij terugkomst in Nederland wordt na ongeveer twaalf weken een individueel terugkeergesprek gehouden. Na ongeveer zes maanden na terugkomst vullen de militairen een vragenlijst in die zal worden geëvalueerd.
Mochten individuele militairen niet aan de groepsgewijze adaptatie kunnen meedoen, dan volgen zij een individueel programma bij de dienst Militaire Geestelijke Gezondheidszorg. Individuele begeleidingstrajecten worden aangeboden waar dat nodig wordt geacht. Die noodzaak kan tijdens de inzet blijken maar ook achteraf, tijdens het algemene nazorgtraject.
Individuele politiefunctionarissen (KMar, Nationale Politie)
Nederland heeft in de VN-missie ongeveer dertig politiefuncties geïdentificeerd voor thema’s die Nederland van belang acht, te weten ontwikkeling van politietraining, community policing, toegang tot het recht, samenwerking politie-justitie, grensbewaking en gender.
Ongeveer een derde van de beoogde functies is nu gevuld. Het gaat onder andere om functies in de Development Pillar in Bamako en om trainersfuncties in Gao. Deze Nederlandse Individual Police Officers (IPO’s) zijn onlangs in Mali aangekomen en volgen momenteel een introductietraining. Een klein aantal is al aan het werk. De tewerkstelling van de kandidaten in de overige functies is afhankelijk van het moment van behoefte aan nieuwe kandidaten in Mali en het selectieproces van de VN in New York. De meeste kandidaten zijn inmiddels opgeleid voor de uitzending.
Civiele deskundigen
Nederland heeft MINUSMA civiele deskundigen aangeboden op de terreinen civil affairs (verzoening en dialoog), bescherming van burgers, hervorming van de veiligheidssector, gender en rechtsstaatontwikkeling. De VN heeft concrete belangstelling getoond voor de kandidaten op de drie laatstgenoemde terreinen. Over de plaatsing van kandidaten onderhoudt Nederland nauw contact met de VN.Samenwerking met de VN
De VN voorziet Nederland van logistieke steun. De afspraken hierover worden vastgelegd in een Memorandum of Understanding. Verder overleg, bijvoorbeeld over de bouw van het VN-kamp, gebeurt lokaal. De VN werkt veel met lokale aannemers. De VN is tot dusver nog niet in staat om alle toegezegde steun tijdig te leveren. Zo was het zeetransport van Nederlands materieel vertraagd, maar de VN heeft zich actief ingezet om die vertraging te beperken. Uiteindelijk bleef de vertraging beperkt tot twaalf dagen. De samenwerking met de VN is inmiddels verbeterd. De onderhandelingen over de vergoedingen zijn nog gaande.
Samenwerking met Frankrijk (Operatie Serval)
Nederland heeft grote waardering voor de logistieke steun die Frankrijk tot nu toe heeft geboden. Zo was de eerste ontplooiing van het geniedetachement en van de ontplooiingseenheid niet mogelijk geweest zonder de Franse steun op het gebied van legering, verzorging en ondersteuning. Operatie Serval verzorgt momenteel de legering voor ongeveer 130 militairen. De bedoeling is dat het geniedetachement daar gedurende de opbouw van het Nederlandse kamp gelegerd blijft. De samenwerking met Serval in Gao verloopt erg goed.
Samenwerking met andere landen binnen MINUSMA
Denemarken, Nederland en Noorwegen hebben gezamenlijk een plan uitgewerkt voor de inlichtingenketen van MINUSMA. Dat plan heeft geresulteerd in de opzet van een internationaal hoofdkwartier voor de All Sources Information Fusion Unit (ASIFU). Noorwegen heeft besloten de infrastructuur voor het kamp te bouwen, terwijl Nederland de CIS-systemen en het benodigde netwerk levert. Het hoofdkwartier is volgens planning eind mei operationeel. Momenteel is voorzien dat de volgende landen posities binnen dit hoofdkwartier zullen vullen: Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland. Andere landen hebben al interesse in deelneming getoond en gaan in de nabije toekomst mogelijk ook deel uitmaken van dit hoofdkwartier. Naast de internationale samenwerking in het ASIFU-hoofdkwartier, maken twee Deense militairen deel uit van de Nederlandse Intell Compagnie te Gao. China levert al een deel van de Force Protection voor de Nederlandse troepen.
Samenwerking met EUTM Mali
Nederland levert een onderofficier aan EUTM Mali, de militaire trainingsmissie van de EU ter versterking van het Malinese leger. Deze militair is werkzaam bij het Belgische Force Protection element. Inmiddels zijn vier Malinese bataljons succesvol door EUTM Mali getraind. De EU heeft het mandaat van de missie onlangs met twee jaar verlengd tot 18 mei 2016. Tussen MINUSMA en EUTM Mali zijn liaison-officieren uitgewisseld, zodat beide missies van elkaars activiteiten op de hoogte zijn. Ook stuurt MINUSMA waarnemers naar de eindoefening van eenheden die door EUTM Mali worden opgeleid.
UNMAS
Sinds 3 februari jl. levert Nederland een officier aan de United Nations Mine Action Service (UNMAS). UNMAS helpt MINUSMA om Mali te ontdoen van Explosive Remnants of War en om wapenopslagplaatsen te vernietigen. UNMAS verzorgt daarnaast predeployment trainingen over de gevaren van Improvised Explosive Devices voor alle MINUSMA-eenheden.
(Voor meer informatie, zie de volledige Kamerbrief)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten