Datum 21 mei 2014
Betreft Jaarverslag Inspecteur-generaal der Krijgsmacht over 2013
Koers Defensie
Het jaar 2013 was voor Defensie een moeilijk jaar. Een groot deel van de organisatie was in beweging en veel mensen werden geconfronteerd met onzekerheid over hun baan. De IGK constateert dat veel medewerkers het gevoel hadden dat de nieuwe reorganisatie van start was gegaan, terwijl de doelen van de vorige reorganisatie nog niet waren behaald. Ik herken dat de reorganisaties en hervormingen al lang een zware wissel trekken op het personeel. Ik ben de IGK erkentelijk dat hij daaraan aandacht blijft besteden.
Voor het defensiepersoneel wordt het, na twee decennia van reorganisaties, bezuinigen én intensieve inzet, hoog tijd om weer vooruit te kunnen kijken. In de nota In het belang van Nederland wordt de koers voor Defensie uitgezet. Die koers zal de komende jaren verder vorm krijgen en zal ervoor zorgen dat de Nederlandse krijgsmacht kan omgaan met diffuse dreigingen en risico’s. Dat vergt een krijgsmacht die militair relevant en financieel op orde is. Voor het defensiepersoneel biedt dit perspectief.
Loopbaanbeleid en functietoewijzing
De reorganisatieplannen hebben geleid tot een aanzienlijk kleinere krijgsmacht. De IGK constateert dat het behoud van kennis en ervaring evenals het loopbaanperspectief onder druk staan. Door het verkleinen van de ‘bovenbouw’ en het hanteren van een strikte numerus fixus is er tijdelijk weinig doorstroomruimte voor personeel. Door deze zure appel moeten we helaas heen bijten.
De IGK ontvangt positieve signalen over de verbetering van de loopbaanbegeleiding. Dit bevestigt de inspanningen die op dit gebied zijn gedaan. Er is geïnvesteerd in de kwaliteit van loopbaanbegeleiders en er wordt gestuurd op de ontwikkeling van personeel. Loopbaanbeleid blijft een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid van Defensie. Dit jaar wordt het flexibel personeelssysteem (FPS) geëvalueerd. De bevindingen van deze beleidsevaluatie zal ik u naar verwachting eind dit jaar aanbieden.
Inzetbaarheid materieel en ondersteuning taakuitvoering
De IGK concludeert dat problemen in de materiële gereedheid, de IV en ICT- ondersteuning en ook bij reservedelen belemmerend werken voor de organisatie en leiden tot onvrede bij het personeel. De IGK wijst op een aantal punten. Hier wordt aan gewerkt. In het geval van de reservedelen was reeds bekend dat er in 2013 nog beperkingen zouden bestaan. Ik heb u hierover eind oktober 2013 geïnformeerd (Kamerstuk 32 733, nr. 147).
Op dit moment wordt op het gebied van verwerving gewerkt aan de verbetering en vereenvoudiging van procedures. Zo zijn inmiddels financiële grenzen verhoogd, waardoor in de lijn sneller kan worden gehandeld.
De onvrede en zorgen over de ondersteuning van de informatievoorziening en de ICT-middelen die de IGK-signaleert, zijn mij bekend. De relatieve veroudering van de ICT-infrastructuur leidt momenteel tot een toename van de arbeidsintensiviteit. De betrouwbaarheid van de IV is rond de jaarwisseling verminderd geweest, maar is door uitbreidingsinvesteringen in het eerste kwartaal van 2014 voorlopig verholpen. Zoals ik heb vermeld in mijn brief van 13 mei jl. (Kamerstuk 2014Z08603) is een onderzoek van start gegaan naar de staat van de IV/ICT en de governance. Naar verwachting kan ik u voor het zomerreces over dit onderzoek nader informeren.
Ruimte commandanten en leidinggevenden in reguliere bedrijfsvoering en gereedstelling
De IGK stipt aan dat commandanten en leidinggevenden, in tegenstelling tot missiegebieden, in Nederland weinig regelruimte ervaren. Het ontbreekt hen aan de mogelijkheden om een integrale verantwoordelijkheid te nemen. Deze ervaringen herken ik. De IGK heeft in dit kader ook onderzoek gedaan naar regelgeving en regelvrijheid. Ik kom daar in mijn reactie op de themaonderzoeken van de IGK op terug.
Themaonderzoeken
De IGK heeft in 2013 een themaonderzoek uitgevoerd naar regelgeving en vrijheid en is nog bezig met een onderzoek naar afscheid nemen (bij Defensie). In het jaarverslag zijn de belangrijkste bevindingen weergegeven. De aanbevelingen tot verbetering en mijn reactie daarop worden hieronder weergegeven.
Regelgeving en regelvrijheid
De IGK onderzocht knelpunten die commandanten ervaren bij de toepassing van regelgeving en de mogelijkheid om regelvrijheid te vergroten. De IGK geeft hierbij praktische aanbevelingen in het kader van de P&O-regelgeving, zoals in het taalgebruik meer rekening houden met de gebruiker, het verminderen van het aantal regels en een betere vindbaarheid van deze regels.
Zoals de IGK zelf al aangeeft, is dit geen nieuw onderwerp. Binnen de overheid en ook binnen Defensie zijn initiatieven genomen om te komen tot deregulering en tot het wegnemen van blokkades bij de toepassing, regie, naleving en handhaving van regelgeving. Er bestaat geen panacee die van de ene op de andere dag binnen Defensie kan worden geïmplementeerd, maar dit onderwerp heeft zeker de aandacht.
Afscheid nemen (bij Defensie)
De IGK onderzoekt tevens hoe Defensie afscheid neemt van medewerkers die de organisatie (gedwongen) verlaten. Aangezien de IGK dit onderzoek in 2014 voortzet, betreft dit een tussenrapportage. Ik waardeer de bevestiging van de IGK dat het herplaatsingsproces gestructureerd en overzichtelijk is gefaseerd. De IGK bemerkt dat de in het herplaatsingstraject geboden faciliteiten duidelijk zijn beschreven en voldoende waarborgen bieden voor een zorgvuldige begeleiding naar buiten. Ik onderschrijf de plicht van de organisatie om optimale begeleiding te bieden aan medewerkers die de organisatie moeten verlaten. Ik blijf mij daarvoor inzetten.
Tot slot
De IGK zal in 2014 een onderzoek starten naar de effecten van het opleiden op de werkvloer. Ik kijk uit naar de uitkomsten van dit onderzoek. Ik hecht grote waarde aan de rol van de IGK en de adviezen die hij doet op basis van zijn onderzoeken, werkbezoeken en de individuele bemiddeling. Deze adviezen helpen bij het duiden van mogelijkheden tot verbetering in de organisatie en dragen zorg voor een transparant beeld van Defensie naar buiten. Hier is de defensieorganisatie bij gebaat, maar vooral ook het personeel. De medewerkers, zowel de militairen als de burgers, vormen het hart van de defensieorganisatie en zijn daarmee het belangrijkste kapitaal van Defensie.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert
(ministerie van Defensie, 21 mei 2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten