vrijdag 25 oktober 2013

Aanvulling op de nota ‘In het belang van Nederland’

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 25 oktober 2013
Betreft Aanvulling op de nota ‘In het belang van Nederland’

Inleiding
De begrotingsafspraken 2014 die op 11 oktober jongstleden zijn gepresenteerd (Kamerstuk 33 750, nr. 19), bevatten goed nieuws voor Defensie. Voor het eerst sinds lange tijd komen er extra middelen beschikbaar, in totaal € 115 miljoen structureel vanaf 2015. Ik ben daar dankbaar voor. De extra middelen bestaan uit een intensivering van € 25 miljoen voor regionale werkgelegenheid en een intensivering van € 90 miljoen voor Defensie.

In deze brief schets ik de gevolgen van de begrotingsafspraken voor Defensie, in het bijzonder voor de maatregelen die ik heb aangekondigd in de nota ‘In het belang van Nederland’ (Kamerstuk 33 763, nr. 1 van 17 september 2013, in deze brief verder aangeduid als de nota). Deze brief vormt dan ook een aanvulling op die nota. Ook ga ik in op de gevolgen voor het vastgoed. Daarmee voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie (kenmerk 2013Z19728/2013D40752 van 15 oktober 2013).

Algemeen
De begrotingsafspraken doen niet af aan de analyse en de richtinggevende keuzes zoals uiteengezet in de nota. In een onzekere wereld kiest het kabinet voor een operationeel en financieel duurzame krijgsmacht, gericht op (internationale) samenwerking. Een krijgsmacht die, zowel in nationaal als in internationaal verband, kwalitatief hoogwaardige bijdragen kan leveren in uiteenlopende situaties. Dit alles in het belang van onze vrijheid, veiligheid en welvaart.

De extra middelen uit de begrotingsafspraken beperken de financiële problematiek die Defensie moet oplossen en stellen mij in staat een aantal pijnlijke maatregelen te verzachten of terug te draaien. Hierbij is vooral gekeken naar de maatregelen die gevolgen hadden voor de operationele capaciteit én het personeel van de krijgsmacht. In overeenstemming met de nieuwe begrotingsafspraken speelt ook het behoud van werkgelegenheid, vooral in krimpregio's, een belangrijke rol. Pagina 1 van 6
(...)

Intensivering regionale werkgelegenheid
Een van de intensiveringen in de begrotingsafspraken betreft € 50 miljoen voor regionale werkgelegenheid vanaf 2015. De helft hiervan, € 25 miljoen, komt ten goede aan Defensie. Dit bedrag wordt conform de begrotingsafspraken ingezet om de Johan Willem Frisokazerne in Assen open te houden en 45 Pantserinfanteriebataljon te behouden.

Behoud Johan Willem Frisokazerne in Assen
Voor Assen worden alle maatregelen ongedaan gemaakt. 13 Infanteriebataljon, dat deel uitmaakt van 11 Luchtmobiele Brigade, hoeft niet te verhuizen naar Havelte en blijft in Assen gehuisvest, evenals de andere eenheden die in deze kazerne gelegerd zijn. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud van werkgelegenheid in Drenthe.

Behoud 45 Pantserinfanteriebataljon
Met het behoud van 45 Pantserinfanteriebataljon wordt een van de zwaarste ingrepen teruggedraaid. Dit komt de operationele capaciteit en de regionale werkgelegenheid ten goede. Het bataljon is thans gehuisvest in Ermelo, maar zal volgens het eerder aan de Kamer voorgelegde Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (fase 1, Kamerstuk 32 733, nr. 47 van 27 oktober 2011) worden verplaatst naar Havelte. Op deze manier wordt voorkomen dat in Havelte alsnog 700 beoogde arbeidsplaatsen verloren gaan. Een extra bijdrage aan de werkgelegenheid in Drenthe dus. Dit gaat niet ten koste van de werkgelegenheid in Ermelo. Hier wordt de vrijgekomen ruimte gevuld door het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) en de Koninklijke Militaire School (KMS). Dit betreft in totaal 700 tot 1.000 mensen (staf en leerlingen) meer dan in de huidige situatie. De gemeente Ermelo en Defensie zijn in goed overleg tot deze keuze gekomen, onder meer vanwege de beschikbare ruimte in Ermelo en de kosten die in Ermelo en Havelte al voor de verhuizing van de eenheden zijn gemaakt. Hiermee komt in Ermelo het zwaartepunt te liggen op opleidingen en geneeskundige eenheden, terwijl in Havelte het grootste gedeelte van 43 Gemechaniseerde Brigade wordt geconcentreerd.

Omvorming 13 Gemechaniseerde Brigade naar gemotoriseerde brigade
Het bedrag van € 25 miljoen is op zichzelf niet voldoende om (naast het openhouden van de kazerne in Assen) 45 Pantserinfanteriebataljon te behouden. Dit is wel mogelijk in combinatie met een flankerende maatregel, namelijk de omvorming van 13 Gemechaniseerde Brigade in Oirschot tot een gemotoriseerde brigade. Dit betekent dat de daar aanwezige CV90’s worden vervangen door een combinatie van bij Defensie aanwezige dan wel instromende wielvoertuigen (Bushmaster, Mercedes-Benz, Fennek en Boxer).

De helft van deze CV90’s (44) wordt afgestoten. De andere helft wordt aangehouden voor opleiding en training, als logistieke reserve en voor reservedelen. Dit levert een aanzienlijke structurele besparing op.
In de nieuwe opzet zal de operationele kern van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) bestaan uit drie unieke capaciteiten, waarmee het in alle inzetscenario’s een bijdrage kan leveren: een luchtmobiele brigade in het oosten (met twee bataljons in Schaarsbergen en één in Assen), een gemechaniseerde brigade in het noorden (met twee bataljons in Havelte) en een gemotoriseerde brigade in het zuiden (met twee bataljons in Oirschot). De luchtmobiele brigade blijft een belangrijke initial entry capaciteit van de landstrijdkrachten, al dan niet samen met het Korps Commandotroepen. Deze samenwerking, die specifiek het derde luchtmobiele bataljon betreft, zal nog nader gestalte worden gegeven. Zoals aangekondigd in de nota, zal dit derde bataljon alleen nog de basisopleiding Air Assault krijgen. Het zal echter niet worden gemotoriseerd. Deze opzet biedt het CLAS een verbetering van de operationele duurzaamheid en meer mogelijkheden voor samenwerking met België en Duitsland.

Intensivering Defensie
De intensivering voor Defensie in de begrotingsafspraken bedraagt € 50 miljoen voor 2014, oplopend tot € 90 miljoen vanaf 2015. Een deel van deze middelen dient echter om het niet volledig uitkeren van de prijscompensatie in 2014 op te vangen (zie voetnoot bij tabel in bijlage van Kamerstuk 33 750, nr. 23 van 16 oktober 2013). Ik reserveer hiervoor een bedrag van € 49 miljoen. De resterende € 41 miljoen wil ik gebruiken om maatregelen in het operationele domein te verzachten dan wel terug te draaien. Dit heeft in alle gevallen positieve effecten voor de (regionale) werkgelegenheid.

Vliegbasis Leeuwarden
Een deel van de intensivering in de begrotingsafspraken komt ten goede van het exploitatiebudget van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). Hierdoor komt de maatregel om de vliegbasis Leeuwarden vooruitlopend op de invoering van de F-35 om te vormen van Main Operating Base (MOB) naar een kleinere Deployable Operating Base (DOB) te vervallen. Het voortzettingsvermogen van de F-16 jachtvliegtuigen verbetert door het handhaven van onderhoudscapaciteit. Handhaving van de MOB-status vergemakkelijkt bovendien de beheerste transitie in verband met de invoering van twee nieuwe wapensystemen, namelijk de F-35 én de MALE UAV. Door deze maatregel terug te draaien wordt er - ook voor het betrokken personeel - rust gecreëerd. De toekomstige inrichting van de vliegbasis Leeuwarden zal in de transitieplannen voor de invoering van de F-35 en de MALE UAV worden opgenomen. Ook blijft er op deze manier werkgelegenheid behouden in een kwetsbare regio.

Verder voorkomt het terugdraaien van deze maatregel een stapeling van reorganisaties. De omvorming naar DOB zou namelijk beginnen terwijl de lopende reorganisatie, een gevolg van de beleidsbrief 2011, net is voltooid. Na de omvorming tot DOB zouden vervolgreorganisaties zich aandienen in verband met de vervanging van de F-16 door de F-35 en de invoering van de MALE UAV.

Het terugdraaien van de maatregel heeft overigens geen gevolgen voor het exploitatiebudget van de F-35. Dat blijft maximaal € 270 miljoen per jaar, zoals in de nota is gemeld. Op de verdere planning van de invoering van de F-35 zal ik ingaan in de D-brief over de Vervanging van de F-16 dat ik begin 2015 naar de Kamer zal sturen.

Joint Support Ship
Zoals gemeld in de nota is de belangrijkste reden om het Joint Support Ship (JSS) niet in dienst te nemen het goeddeels vervallen van twee van de drie pijlers onder het concept van dit schip: het vervoer van zware wapens (de gevechtstanks zijn afgestoten) en het ondersteunen van landoperaties vanuit zee met Chinook-helikopters (vraagdemping helikoptervlieguren).

Die argumentatie geldt vooral in nationaal perspectief. Sinds het verschijnen van de nota op 17 september jl. is gebleken dat er internationaal, en meer dan verwacht, belangstelling bestaat voor medegebruik van het JSS. Ik wil om die reden de mogelijkheden nader onderzoeken om het JSS samen met andere landen te gebruiken. In Navo- en EU-verband vormt dit schip immers een nichecapaciteit. In een recent overleg met de vaste commissie voor Defensie is dit ook aan de orde gekomen. Deze benadering sluit naadloos aan bij het streven naar verdieping van internationale samenwerking, een van de centrale thema’s in de nota.

Een en ander impliceert dat het JSS in dienst zal worden gesteld, in eerste instantie voor de maritieme bevoorradingsfunctie (de derde pijler) en met een gereduceerde bemanning. Voor eind 2015 zal ik duidelijkheid bieden over de mogelijkheden van gezamenlijk gebruik en de hiervoor benodigde internationale partner(s). In samenhang hiermee kan het huidige bevoorradingsschip Zr.Ms. Amsterdam na de indienststelling van het JSS alsnog uit de vaart worden genomen en gereedgemaakt voor afstoting.

Marinierscompagnie Aruba
Mede op grond van de ervaringen op Curaçao met het rouleren van compagnieën vanuit Nederland, is in de nota besloten dit systeem ook op Aruba in te voeren. Het rouleren van compagnieën vanuit Nederland betekent echter wel een aanzienlijke beslaglegging op de beschikbare capaciteit. In Nederland zelf is een compagnie bezig met de voorbereiding op een periode op Aruba, terwijl een derde compagnie net terug is van Aruba en niet direct voor andere taken inzetbaar is. De extra middelen uit het begrotingsakkoord maken het mogelijk deze maatregel terug te draaien. De bataljons in Nederland blijven zo intact, waardoor de inzetbaarheid in operaties toeneemt.

Helikoptercapaciteit
De komende jaren zal er extra worden geïnvesteerd in een simulator voor de Chinook-helikopter. De simulator zal worden gebruikt om personeel op te leiden en gekwalificeerd te houden. Deze investering heeft een direct en structureel effect op de operationele beschikbaarheid van de Chinook. Dit komt ook de getraindheid en inzetbaarheid van andere eenheden ten goede.

Gevolgen
De inzetbaarheidsdoelstellingen van de krijgsmacht, zoals opgenomen in de nota, blijven na deze heroverweging ongewijzigd van kracht. De personele capaciteit van zowel gevechtseenheden als ondersteunende eenheden wordt doelgericht versterkt. Dit is goed voor het voortzettingsvermogen en de werkgelegenheid. Een internationale nichecapaciteit, het JSS, wordt behouden. Bovendien wordt de
bedrijfsvoering van het CLSK, tijdens een veeleisende transitieperiode, eenvoudiger.

Personele gevolgen
De begrotingsafspraken van 11 oktober stellen mij in staat de huidige regeling voor de compensatie van de WUL te handhaven. Verder kan ik een aantal maatregelen uit de nota verzachten of zelfs terugdraaien. Het behoud van werkgelegenheid is in dezen een belangrijk uitgangspunt geweest.

Als gevolg van de heroverwegingen die ik in deze brief heb uiteengezet, neemt het eerder voorziene verlies aan arbeidsplaatsen met (naar schatting) 1.400 af, van ongeveer 2.400 (zie Kamerbrief 33 763, nr. 3 van 17 september 2013) naar ongeveer 1.000. De exacte personele gevolgen worden momenteel nog uitgewerkt, maar naar verwachting zal het aantal medewerkers dat extern moet worden bemiddeld aanzienlijk afnemen ten opzichte van de eerder genoemde 700 tot 900. Dit staat los van de overtolligheid als gevolg van de maatregelen uit de beleidsbrief 2011, waarop de begrotingsafspraken verder geen invloed hebben.

Gevolgen voor vastgoed
Van de vijf belangrijkste vastgoedmaatregelen in de nota (de sluiting van Assen, Rotterdam, Texel en Nieuw Milligen en het stringenter toepassen van normen), kan nu de sluiting van Assen worden teruggedraaid. De overige vier maatregelen blijven in stand.

Financiële gevolgen
Van de € 115 miljoen aan extra middelen die vanaf 2015 aan de defensiebegroting worden toegevoegd, reserveert Defensie zoals gezegd structureel € 49 miljoen om het deel van de prijscompensatie dat niet wordt uitgekeerd in 2014 op te vangen. De resterende € 66 miljoen wordt ingezet om de financiële problematiek te verminderen en maatregelen uit de nota te herzien. De financiële problematiek neemt hierdoor af, van € 348 miljoen tot € 282 miljoen. De maatregelen uit de nota die wel in stand blijven, zijn voldoende om deze resterende problematiek structureel op te lossen (zie bijlage). Er is daarmee onverminderd sprake van een financieel duurzame oplossing.

In het voorjaar van 2014 wordt volgens de begrotingsafspraken vooralsnog € 50 miljoen aan de defensiebegroting toegevoegd. Hiermee zal naar verwachting het effect van de onvolledige uitkering van de prijscompensatie kunnen worden opgevangen. Om de maatregelen in deze brief uit te voeren, zullen direct stappen moeten worden gezet die voor een deel al in 2014 budgettaire gevolgen hebben. Ik bezie momenteel in overleg met de minister van Financiën hoe dit kan worden ingepast in de defensiebegroting. De Kamer ontvangt voor de begrotingsbehandeling een nota van wijziging.

Er is, ten slotte, sprake van een korting op de subsidie in het kader van het bedrijfslevenbeleid. De korting,
op het innovatiebudget van Defensie, loopt op tot € 1 miljoen in 2015.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

J.A. Hennis-Plasschaert

(ministerie van Defensie, 25 oktober 2013)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten