De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag een gevangenisstraf van 4 jaar geëist tegen een voormalig F16-piloot*. Volgens het OM heeft de 39-jarige verdachte staatsgeheime documenten onder zich heeft gehouden, geheime informatie aan niet-gerechtigden ter beschikking gesteld en een transactie voorbereid om tegen betaling staatsgeheime documenten te verkopen aan een buitenlandse mogendheid.
Nadat verdachte in 2010 ontslag had genomen bij de Koninklijke Luchtmacht heeft hij volgens het OM in strijd met de regels een aanzienlijke hoeveelheid gevoelige informatie op digitale gegevensdragers, waaronder staatsgeheime informatie, in zijn bezit gehouden. "Uit het dossier blijkt zonder twijfel dat verdachte wist dat hij staatsgeheime informatie onder zich had, terwijl dat niet was toegestaan en ook strafbaar is," aldus de advocaat-generaal op de zitting. De informatie is ook enige tijd in het bezit geweest van kennissen en een verhuisbedrijf.
In de visie van het OM had verdachte daarnaast de intentie om op 17 maart 2011 tegen betaling van 500.000 euro staatsgeheime documenten te verkopen aan een attaché van de Russische ambassade in Nederland. De documenten zouden staatsgeheime informatie over de F16 bevatten.
De advocaat-generaal vindt een gevangenisstraf van 4 jaar passen bij de ernst van de feiten. "Verdachte heeft de zware verantwoordelijkheid die op hem rustte als F16-vlieger en naderhand bij de verplichting tot inlevering van staatsgeheime documenten, ernstig verwaarloosd en daarmee ook bewust de reële kans aanvaard dat de documenten in verkeerde handen konden komen." Bij de strafeis is daarnaast rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Die omstandigheden, en een gedeeltelijke vrijspraak bij de rechtbank die bij het gerechtshof niet meer aan de orde is, maken dat de strafeis in hoger beroep lager uitvalt dan in eerste aanleg.
De rechtbank in Den Haag veroordeelde de verdachte eerder tot 5 jaar cel, conform de eis van de officier van justitie. De verdachte stelde hoger beroep in.
Uitspraak volgt eind april 2013.
(Openbaar Ministerie, 4 april 2013)
[Zie ook uitspraak in eerste aanleg, Rechtbank 's-Gravenhage, december 2011]
*Chris Vaneker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten