zondag 6 januari 2013

Wet Uniformering Loonbegrip: reactie officieren op brief Defensie

Na een mail* op het werk-emailaccount, op vrijdag 21 december 2012, ontving elke militair op zaterdag 5 januari 2013 een brief op het huisadres. Een brief waarin Defensie tracht een toelichting te geven op de effecten van de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) per 1 januari 2013.

De informatie in de brief is echter niet juist én, net als in het mailbericht, verre van volledig.

Onjuist
De brief suggereert dat de invoering van de WUL is ingegeven door de maatregelen die het kabinet heeft moeten nemen vanwege de economische crisis.

De WUL komt echter voort uit de wens om de loonstrook voor de werknemer duidelijker te maken. Het kabinetsvoorstel hiertoe stamt al uit 2008. De WUL is dus helemaal niet bedoeld als bezuinigingsmaatregel als gevolg van de economische crisis. Dit laatste blijkt ook uit het feit dat de effecten van de WUL, in totaliteit, budgetneutraal zouden moeten zijn.

De brief stelt ook: “Deze wet heeft op iedereen effect, dus ook op het inkomen van burger- en militair personeel. Door een afwijkend loonstelsel wordt de laatste groep echter sterker geraakt”.

Dat deze wet op iedereen effect heeft was voorzien.

De suggestie wordt echter gewekt dat eenieder er door deze wet op achteruit zou gaan. Dit is niet waar. Op individueel niveau zou het effect moeten uitkomen binnen een bandbreedte van -1,5% tot + 1,5%.
Dat militairen sterker worden geraakt door een afwijkend loonstelsel is wel juist. Als gevolg van het afwijkende loonstelsel, voortkomende uit de Militaire Ambtenaren Wet, lopen de effecten voor militairen op tot -2,2% tot – 4,8%.

Onvolledig
De brief stelt: “Defensie heeft hiervoor compensatie gezocht om te zorgen dat de situatie voor militairen in 2013 zo veel als mogelijk aansluit bij die voor burgers”.

Defensie vergeet hier echter te noemen dat het ministerie van Financiën slechts heeft toegestaan dat er een compensatie is gezocht die ertoe zou leiden dat de militair, net als de burger, maximaal op -1,5% uit zou komen. Hierbij is dus een volledig ander uitgangspunt gekozen als de WUL zelf: 0% met een bandbreedte tussen -1,5% en +1,5%.

Daarnaast ‘vergeet’ Defensie ook nog een aantal andere zaken te vermelden:

- Defensie heeft in het voortraject van de totstandkoming van de WUL meerdere malen de mogelijkheid gehad om aan de bel te trekken. Defensie heeft hier echter de geboden mogelijkheden niet aangegrepen. Pas nadat het wetgevingsproces was afgerond én de Centrales van Overheidspersoneel in het Georganiseerd Overleg Defensie hadden gewaarschuwd over de gevolgen, is Defensie gaan bewegen;

- M.i.v. 1 januari 2014 loopt het koopkrachtverlies alsnog op tot gemiddeld 3,5% (met uitschieters naar 4,8%). Over een eventuele compensatie voor 2014 en verder moet, volgens Defensie, worden gesproken in het arbeidsvoorwaardenoverleg. Dit dient dan wel te gebeuren binnen de afspraken van het Regeerakkoord.
Voor 2014 geldt een budgettaire nullijn voor ambtenaren. De benodigde compensatie van het koopkrachtverlies moet dus uit de bestaande arbeidsvoorwaarden voor het burger- en militaire personeel worden betaald: een sigaar uit eigen doos. Het totaal effect blijft dus gelijk: een koopkrachtverlies van gemiddeld 3,5%.
De invoering van de WUL levert de militair dus een extra structureel koopkrachtverlies van 2,5 a 5% op, bovenop de maatregelen van het Kabinet Rutte II. Het totale koopkrachtverlies voor militairen loopt daarmee op tot 10 a 15%, tot 2017!

- Defensie moet de compensatie wel uit de eigen begroting betalen, terwijl de extra belastinginkomsten bij Financiën blijven!
De compensatie betekent dus in wezen een eenmalige extra bezuiniging van ruim € 80 miljoen. Dit bedrag komt uit de bedrijfsvoering, hetgeen in houdt dat er minder geld beschikbaar is voor varen, vliegen, oefenen, reservedelen etc.

Standpunt CMHF-sector Defensie
De CMHF-sector Defensie is van mening dat de negatieve effecten volledig en structureel dienen te worden gecompenseerd, zoals de WUL ook beoogd is. De fouten van een organisatiedeel binnen Defensie op dit dossier,  kunnen en mogen niet worden afgewenteld op het militaire personeel.

Bij Defensie geldt van oudsher; een commandant is verantwoordelijk voor al het doen en laten van zijn onderhebbenden. In dit geval geldt dat dus ook voor de minister van Defensie, mevrouw Hennis-Plasschaert. Zij, op haar niveau, zal nu pal moeten gaan staan voor haar mannen en vrouwen en zorgen voor een deugdelijke reparatie. En deugdelijk in dit verband gaat verder dan het bieden van een sigaar uit eigen doos. Dat is haar taak en haar verantwoordelijkheid. Dat dit niet leuk is,is evident. Maar commandant zijn van een organisatie kent niet alleen lusten, maar zeker ook lasten.

Volledige en structurele compensatie is ook mogelijk:
Door de invoering van de WUL resteert voor het ministerie van Financiën een batig saldo, omdat tegenover de extra belastinginkomsten over de militaire salarissen geen kosten staan. Dit batig saldo zou naar Defensie terug moeten worden gesluisd om de effecten van de WUL te compenseren. Daarmee wordt immers invulling gegeven aan het beoogde effect: (nagenoeg) neutraal.

Als laatste betreurt het de CMHF-sector Defensie dat het defensiepersoneel na de onvolledige mail van 21 december  2012, nu onjuist en wederom onvolledig wordt geïnformeerd.
In de huidige tijd, waarin onrust vanwege de reorganisaties hoogtij viert bij het defensiepersoneel, draagt de huidige informatie alleen maar bij aan een vergroting van de onrust, hetgeen de waardering voor Defensie als werkgever, alsook de werkbeleving, negatief zal beïnvloeden.

Klik hier voor eerdere informatie over de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) op de ProDef-website.

(GOV|MHB, 5 januari 2013)

* klik hier voor tekst email december.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten