Het lijkt kalm in de Indische Oceaan. In ieder geval op het gebied van piraterij. De aanwezigheid van marineschepen in de Golf van Aden en de sterke moesson in de Arabische zee lijkt de piraten er van te weerhouden de jacht op vrachtschepen en hun bemanningen te openen. Deze kalmte is misleidend.
2 dagen geleden bracht ik een bezoek aan schout-bij-nacht Yang, commandant van de Chinese taakgroep 113. Hij was terecht trots op behaalde resultaten. Sinds het eind 2008 hebben Chinese taakgroepen meer dan 4.500 schepen verdeeld over 450 konvooien veilig geëscorteerd door de door piraterij geteisterde wateren. Deze escortes, evenals die van Rusland, Japan, India en Korea, blijven gewoon doorgaan. Dat is niet zonder reden.
Gijzeling
Langs de Somalische kust liggen 7 gekaapte schepen en worden meer dan 200 mensen door piraten gegijzeld gehouden. Zo’n gijzeling duurt maanden, voor enkelen al meer dan een jaar, soms op het eigen schip, soms aan de wal, maar altijd onder erbarmelijke, soms zelfs inhumane omstandigheden.
De piraten zijn dus nog altijd actief: ze houden mensen vast, onderhandelen voor losgeld en treffen voorbereidingen voor nieuwe aanvallen. Ook vechten ze onderlinge vetes uit. En met dat alles beïnvloeden ze de lokale samenleving op negatieve wijze en remmen ze ontwikkelingen die nodig zijn om het land verder te brengen.
En dat land, Somalië, vecht hard om op eigen voeten te staan. Het huidige, door de VN ondersteunde politieke proces om te komen tot een conceptgrondwet en verkiezing van parlement en president biedt hoop. Dit proces is op zich al ingewikkeld en wordt verder bemoeilijkt door de aanwezigheid van terroristen, fundamentalisten en georganiseerde misdaad. Organisaties als de VN en de AU werken hard aan de veiligheid in het land. De nadruk ligt op het zuiden. Maar ook de noordelijke regio, met de aanwezigheid van vrijwel alle piraten, vraagt om aandacht.
Bescherming en observatie
Daarom is het noodzakelijk dat de taakgroepen van de NAVO, EU en CMF blijven patrouilleren in de wateren rond de Hoorn van Afrika. Op open zee, om de scheepvaart direct te beschermen. Maar ook dichter onder de kust. Het weer mag de piraten nu nog tegenhouden, straks gaan ze vanaf kampen, maar ook vanuit dorpen, weer naar zee. Observatie van de kust geeft vroegtijdig waarschuwing. Hierdoor zijn wij in staat om de piraten te onderscheppen nog voordat ze een gevaar kunnen gaan vormen voor de internationale scheepvaart.
Die aanwezigheid in de kustwateren heeft ook een breder effect. De piraterijbestrijding wordt zo meer dan symptoombestrijding. Door in het zicht van de wal piraten te onderscheppen, over te dragen voor vervolging elders en uiteindelijk te komen tot veroordeling en opsluiting, ontmaskeren we het soms in Somalië toch nog levende Robin Hood-imago, doorkruisen we het verdienmodel en schrikken we potentiële avonturiers af.
Het oppakken van piraten helpt ook anderen. De piraten bedreigen immers ook de lokale vissers en dhow-bemanningen. Juist zij zijn cruciaal voor de lokale en regionale ontwikkeling. Als zij minder dreiging ervaren, zullen zijn terugkeren naar zee. De handel van allerlei producten over en weer, van kamelen tot brandhout, en de toelevering van vis aan de fabrieken in Puntland geven impulsen aan de regionale economie.
Tijdens onze aanwezigheid in de kustwateren spreken wij dan ook geregeld met de lokale bevolking. We horen van hen hoe het er op de wal aan toe gaat. Wij dragen dan de boodschap van de internationale gemeenschap uit: piraterij is ons aller vijand. Zo scheppen we voorwaarden voor verbetering.
Onderzoeken en verbeteren
4 jaar geleden ben ik 3 maanden met een amfibisch transportschip in de Golf van Guinee geweest. Onze werkzaamheden bestonden uit het trainen van maritieme professionals, overwegend collega’s van marine en kustwachten. We assisteerden bij het verbeteren van de maritieme infrastructuur. We vertelden over het belang van de zee en en passant legden we contact met de lokale gemeenschap en probeerden we kleine projecten van NGO’s te helpen.
Er zijn vele parallellen te trekken met die 3 maanden in de Golf van Guinee en de mogelijkheden zoals die hier in de Hoorn van Afrika aanwezig zijn. Ik denk dat deze parallellen zeker de moeite van het onderzoeken waard zijn, ondanks de ongetwijfeld vele kuilen en hobbels in de weg.
In de tussentijd zullen de taakgroepen, ook NATO-taakgroep 508, doorgaan met het verzekeren van een veilige doorvaart op vitale handelsroutes rondom de Hoorn van Afrika. Het aantal succesvolle kapingen daalt, we moeten dat zien vast te houden. Als de piraat op zee niet meer vrij kan bewegen en op land geen steun meer heeft onder de bevolking, kunnen we met recht zeggen dat de bodem onder ze is weggeslagen. Geen symptoom, maar een voorwaarde voor verdere ontwikkeling.
(Koninklijke Marine, 20 juli 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten