Kamerbrief: Evaluatie van de uitvoering van het Verdrag inzake de Forward Operating Locations op Curacao en Aruba in de periode 1 oktober 2009-30 september 2010
Forward Operating Locations
Op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten inzake samenwerking op het gebied van drugsbestrijding vanuit de lucht (FOL-verdrag, 2000) maken Amerikaanse vliegtuigen gebruik van zogenaamde “forward operating locations” op de luchthavens van Curaçao (Hato) en van Aruba (Reina Beatrix). Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. De vluchten worden onbewapend uitgevoerd.
Na het aflopen van de eerste 10-jarige termijn is het FOL-verdrag voor een periode van vijf jaar verlengd met ingang van 2 november 2011 conform de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.
Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen op grond waarvan drugstransporten kunnen worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine.
Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Dit is eveneens het geval binnen Europees verband, waarbij het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt onderschreven en daaraan ook daadwerkelijk door het Koninkrijk uitvoering wordt gegeven.
Infrastructuur
Alle infrastructurele activiteiten vonden plaats op luchthaven Hato (Curaçao). Het ging hierbij om diverse onderhoudswerkzaamheden en het verbeteren van de (brand-)veiligheid van de faciliteiten.
Juridische kwesties
In de rapportageperiode zijn geen problemen of incidenten aan de autoriteiten in Willemstad en/of Oranjestad gemeld die te maken hebben met de interpretatie en/of implementatie van het FOL-verdrag. De contacten van het FOL-personeel met de lokale en militaire instanties zijn evenals in de voorgaande evaluatieperiodes uitstekend.
Het FOL-veiligheidspersoneel onderhoudt uitstekende contacten met de lokale en militaire instanties waar het gaat om zaken van gezamenlijk belang.
Transparantie
De VS houdt de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) conform de verdragsafspraken op de hoogte van vluchten die vanaf de FOL’s worden uitgevoerd. Dit betreft aantallen en type vluchten en operationele vluchtgegevens zoals de duur van de vlucht, het patrouillegebied en type vliegtuig.
Host Nation Riders
CZMCARIB wordt door de VS stelselmatig en vooraf over het meevliegen van zogenaamde “host nation riders” (HNR’s) geïnformeerd. Deze waarnemers moeten meevliegen op vluchten die de grenzen met derde landen overschrijden. Zij vertegenwoordigen hun regering gedurende het overvliegen van het soevereine gebied van een derde land en verschaffen expertise over het gebied waarboven wordt gevlogen. In de periode 2009-2010 werden in totaal 293 missies uitgevoerd waarbij HNR’s nodig waren. Deze missies werden allemaal uitgevoerd vanaf het vliegveld Hato. De HNR’s hadden allen de Colombiaanse nationaliteit. Het aantal missies boven Colombiaans grondgebied bedroeg 159; het aantal missies boven Colombiaanse territoriale wateren 23; daarnaast vonden er 111 vluchten plaats boven internationale wateren.
Synergie
De FOL-commandant staat in direct contact met CZMCARIB en de consul-generaal van de Verenigde Staten. Het bestaande nauwe samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marine, de lokale autoriteiten, de FOL-leiding en het consulaat van de VS is ook gedurende deze rapportageperiode voortgezet. Deze samenwerking wordt door allen als zeer constructief ervaren.
Operationele gevolgen
De operaties van de FOL’s hadden geen noemenswaardige gevolgen voor de civiele luchtvaartactiviteiten op de vliegvelden Hato en Reina Beatrix of de vliegoperaties van CZMCARIB.
Resultaten
In de periode oktober 2009 tot en met september 2010 werden 765 vluchten uitgevoerd. Vanaf het vliegveld Hato werden 732 vluchten uitgevoerd; vanaf vliegveld Reina Beatrix werden 33 vluchten uitgevoerd. Het totale aantal vlieguren vanaf de FOL’s bedraagt 3379. De vluchten hebben bijgedragen aan de onderschepping van 154.000 kilogram cocaïne, 3.000 kilogram marihuana, en 60,8 kilogram heroïne. Deze resultaten hebben geleid tot 343 arrestaties. De totale waarde van de onderscheppingen wordt geschat op $3,1 miljard (= ca. 2,4 mrd. euro, HdV).
(ministerie van Buitenlandse Zaken, 17 juli 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten