door Maaike Boersma
Hij staat er al vijf minuten zwijgend naar te kijken. Naar die ene foto aan de muur in zijn woonkamer. De foto van Dennis, zijn Dennis. Op zijn werkkamer op het ministerie had hij de afgelopen drie jaar heel bewust géén foto staan „Nee, dat trek ik niet, dan ga ik stuk”, zei hij onlangs nog in een interview. Maar hier in huis in Grave kan hij er niet omheen. Hier kijkt Dennis hem telkens aan vanaf de muur.
Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD |
Het is de reden dat heel Nederland hem kent, omdat hij, op zijn allereerste werkdag als commandant der strijdkrachten op 18 april 2008, het nieuws te horen kreeg dat zijn eigen zoon was omgekomen door een bermbom in Afghanistan. Het maakte hem van hoogste militair ineens ook vader. "Mijn zoon zou niet willen dat ik bij de pakken neer ging zitten", sprak hij een week later. En hij ging aan het werk. Omdat zijn zoon het zou willen, omdat hij het zelf wilde.
Hij bouwde voor de zekerheid extra tegenspraak in om te voorkomen dat zijn verlies gevolgen zou hebben voor zijn werk. Professioneel, dat is wat collega’s van hem zeggen. "Een hele gedreven man, een mensenmens", zo omschrijft zijn woordvoerder hem, die de afgelopen anderhalf jaar bijna elke dag bij hem was. "Hij had altijd een luisterend oor voor iedereen."
Het zijn die sociale kwaliteiten die hem zo ver brachten binnen Defensie. Nadat hij zich als bakkerszoon uit Nijmegen op zijn zeventiende ingeschreef bij de militaire academie in Breda, werd hij op zijn 26ste compagniescommandant in Libanon en later werd hij als brigadegeneraal uitgezonden naar Sarajevo. Uit zijn tijd in Libanon stamt het verfomfaaide oude stukje papier dat hij altijd in zijn bureaula heeft liggen en waar zijn drie gouden regels op staan: 'Ik ben altijd duidelijk, mijn deur staat altijd open, en ik ben altijd aanspreekbaar'. Richtlijnen die hij tot het laatste gebruikte, zegt zijn woordvoerder. Het verhaal gaat dat Van Uhm van zijn eigen geld een partij bergschoenen kocht toen soldaten klaagden over de slechte gevechtslaarzen waarmee ze naar Uruzgan moesten.
Voor hij commandant der strijdkrachten werd stond hij aan het hoofd van de landmacht. Zijn fascinatie voor het leger werd gewekt door verhalen van zijn vader, die na het harde werk in de bakkerij vaak vertelde over de oorlog. Hoe het hem als beste schutter niet lukte de Duitsers aan de overkant van deWaal te raken omdat zijn wapen te oud was. En hoe hij dus niet kon voorkomen dat de Duitsers zijn stad in namen.
"Dat verhaal bleef me bij", zei Van Uhm vorig jaar op een bijeenkomst waar hij met een mitrailleur in zijn hand vertelde waarom hij voor een wapen koos als werktuig, en niet voor een pen of penseel. "Uit respect en dankbaarheid voor de geallieerden koos ik voor het geweer. Niet om te doden of te schieten. Maar om het kwaad een halt toe te roepen. Het geweer is een instrument van vrede en stabiliteit."
Het was geen kogel maar een bermbom die zijn zoon het leven kostte. Van Uhm heeft thuis een kist met duizenden kaarten en brieven van medeleven. Die kon hij niet lezen toen hij nog werkte, zegt hij in een interview. Daar is nu tijd voor. Hij wil weer balans in zijn leven, meer tijd voor zijn gezin, ’zijn kop leegmaken’. Onderwijl kijkt hij ook uit naar een verhuizing, van Grave, terug naar de roots in Nijmegen- Oost.
(De Gelderlander, 7 juli 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten