dinsdag 15 mei 2012

VN-missie in Zuid-Soedan


Met de oprichting van de nieuwe staat Zuid-Soedan op 9 juli 2011 eindigde UNMIS (UN Mission in Sudan) en begon UNMISS (UN Mission in the Republic of South Sudan). Nederland neemt met 30 mensen, van wie 3 politieagenten,  24 militairen en 3 civiele experts, deel aan de missie die de opbouw en ontwikkeling van ’s werelds jongste land tot doel heeft.


Luitenant-kolonel Bart van den Bosch is de hoogste Nederlandse militair in de missie: “Het is een nieuwe missie met een nieuwe taak. UNMIS was gericht op het uit elkaar houden van de strijdende partijen, terwijl UNMISS met dubbel ‘s’ gericht is op het opbouwen van Zuid-Soedan tot een zelfstandig land.”

Kinderschoenen
Die opbouw en ontwikkeling gaan volgens Bart van den Bosch met vallen en opstaan. “Het land doet erg zijn best een volwaardig land te worden, maar bijvoorbeeld aan de manier waarop wordt omgegaan met provocaties, merk je dat ze net zijn voortgekomen uit een bevrijdingsguerrilla. Ook wordt aan beide zijden teruggekomen op afspraken, weggelopen van onderhandelingen en veel (dreigende) retoriek gebruikt, die soms wordt omgezet in daden.” Dit heeft ook zijn weerslag op het werk van de VN legt Van den Bosch uit. “Het is een jonge natie en alles staat er in de kinderschoenen. De opbouw van het politieapparaat gebeurt bijvoorbeeld echt vanaf nul. En in een land met een van de hoogste percentages analfabetisme, betekent dit dat de lessen die de marechaussees geven vaak erg basic zijn, met handen en voeten.”

Straf en discipline
Van den Bosch vervult de functie van legal advisor van de VN-commandant. “Ik houd me bezig met alle juridische zaken van de militaire tak van UNMISS. Denk aan vragen over geweldsaanwending, straf en disciplinaire zaken en uitleg van het mandaat. Ook heb ik  contact met het Zuid-Soedanese leger in opbouw over het opzetten van een militair rechtssysteem.”

Veilig
In totaal bestaat de missie uit maximaal 900 politiemensen, 900 civiele experts en 7000 militairen. De VN-militairen hebben onder andere tot taak  het VN-personeel te beschermen. Van de Nederlandse militairen en politiefunctionarissen werken er 10 in de hoofdstad Juba en 17 op 7 locaties verspreid op het land. “De 7 stafofficieren, onder wie ikzelf, en 3 marechaussees werken in de hoofdstad. De anderen verspreid over het land, maar niet in het gebied langs de noordgrens waar het geweld recent oplaaide. UNMISS concentreert zich puur op Zuid-Soedan zelf dus daar hebben we weinig mee te maken. Voor ons is het hier relatief veilig. De mensen zien ons echt als vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap die komen helpen. Natuurlijk zijn er plekken waar we ’s nachts niet moeten komen, maar dat heeft puur te maken met criminaliteit en armoede. Qua dreiging is het onvergelijkbaar met missies zoals in Afghanistan.”

Russisch UNMISS-contigent
Lange adem
Met de onafhankelijkheid waren een aantal  zaken nog niet opgelost, zoals de exacte bepaling van de grens, de schuldenlast en de olie-inkomsten. Van den Bosch: “Soedan vraagt een veel hogere prijs voor het transport van olie over hun land, maar zij zien het ook als hun olie. Zuid-Soedan dat het gros van de olie heeft, zou het wel via een ander land willen transporteren, maar daar is infrastructuur voor nodig en daar is geen geld voor.  Het resultaat is dat de oliekraan nu helemaal dicht is en niemand iets verdiend. Toch ben ik gematigd optimistisch. Het besef is er dat ze er uiteindelijk via onderhandelingen uit moeten komen. Er is alleen een lange adem nodig.”

(ministerie van Defensie, 15 mei 2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten