Als voorbeeld noemde Hillen het overleg met zijn Noorse en Belgische collega’s over de aanschaf, opleiding en onderhoud van de F-35, de mogelijke opvolger van het F-16-gevechtsvliegtuig. Ook pleitte Hillen voor het afstemmen van bezuinigingen met de partnerlanden en, nog belangrijker, op de wereldwijde veiligheidssituatie. Dat betekent niet dat landen hun regeerakkoorden eerst aan de NAVO-bondgenoten moeten voorleggen. “Daar pleit ik niet voor”, aldus Hillen, “Maar wel voor een duidelijker bewustzijn, dat geen enkel land zijn bonen alleen kan doppen.”
Handzaam overzicht
Landen nemen nu zelfstandig besluiten, zonder duidelijk rekening te houden met de behoeften en tekorten van de NAVO. Hillen opperde dan ook dat de NAVO een handzaam overzicht opstelt van de grootste tekorten en overschotten en dat de organisatie onderling overleg over Defensieplannen mogelijk maakt.
Onbemande vliegtuigen
Een van de meest dringende tekorten is de capaciteit om bij missies zoals rond Libiƫ, een helder beeld van de situatie op de grond te krijgen. Deze zogenoemde Air Ground Surveillance kan worden verkregen met onbemande vliegtuigen, maar geen enkel Europees land kan zich dit systeem in zijn eentje veroorloven.
Global Hawk (foto USAF) |
(ministerie van Defensie, 21 mei 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten