Riekelt Pasterkamp
Defensie bezuinigt op van alles en nog wat, inclusief de jaarlijkse open dagen. Intussen gaan de poorten wel open voor een voetbalclub en een filmpremière.
Ze zijn populair bij gezinnen met (kleine) kinderen, nieuwsgierige tieners, geïnteresseerde ouderen en andere kerosinesnuivers: de jaarlijkse open dagen van Defensie.
Liefhebbers kunnen binnenkort hun hart weer ophalen bij de Koninklijke Landmacht in Oirschot (12 en 13 mei) en in Den Helder bij de Koninklijke Marine (7 en 8 juli). ”Samen slagvaardig” is het allitererende thema van die dagen in de Noord-Hollandse marinestad.
De Koninklijke Luchtmacht houdt dit jaar de poorten gesloten. Noodgedwongen. Door de bezuinigingen bracht het ministerie van Defensie in 2010 het aantal open dagen terug van drie naar twee per jaar. Per toerbeurt moet een van de krijgsmachtdelen niet thuis geven.
Begrijpelijk. Waar tanks tot stilstand komen, schepen uit de vaart gaan en F-16’s aan de grond moeten blijven, mag er best gesneden worden op de franje. Echter: Defensie zet nu voor specifieke groepen de deuren open.
Twee voorbeelden. Op 2 april werd de voetbalclub Feyenoord op de Bernhardkazerne in Amersfoort „fysiek en mentaal uitgedaagd.” De spelers gingen na de hindernisbaan de klimtoren op en kregen als „toetje” een rondrit in een CV90-infanteriegevechtsvoertuig.
De Rotterdamse voetballers waren op uitnodiging van de landmacht een dag op bezoek. Gastheer was de commandant der landstrijdkrachten, luitenant-generaal Mart de Kruif. Volgens de website van de landmacht „zelf een groot Feyenoord-aanhanger.” Na afloop zette generaal De Kruif
op Twitter: „Veel kameraadschap, durf en leiderschap gezien. Waar blijven de andere clubs?”
Een amfibisch transportschip van de marine, de Hr. Ms. Rotterdam, was op 12 april het toneel voor een filmpremière. De hangar van het schip, waar normaal helikopters en ander materieel in staat, werd veranderd in een bioscoopzaal. Voor 250 gasten, die vanuit Den Helder met landingsvaartuigen naar het marineschip werden vervoerd, werd de Amerikaanse film ”Battleship” vertoond, waarin een marinevloot de strijd aanbindt met zogenaamde buitenaardse wezen die de wereld willen vernietigen.
Viceadmiraal Matthieu Borsboom, commandant der zeestrijdkrachten, heette „bekende Nederlanders en een select publiek” welkom aan boord. Na afloop van de vertoning was het nog lang gezellig op de oorlogsbodem.
Nieuw beleid? „Defensie staat wereldwijd voor vrede en veiligheid. Een taak die we alleen kunnen uitvoeren als we genoeg personeel hebben en genoeg draagvlak voor onze organisatie”, reageert een woordvoerder van de directie communicatie van het ministerie van Defensie desgevraagd.
„Daarom organiseren we soms, buiten onze reguliere operaties en oefeningen om, evenementen voor derden. De gasten die we bij die activiteiten ontvangen, zijn immers uitstekende ambassadeurs voor onze krijgsmacht. Jaarlijks hebben we daarvoor de open dagen bij twee krijgsmachtdelen. Daarnaast werken we mee aan kleinschaligere activiteiten, als ze tegen relatief weinig inspanningen veel positieve aandacht voor de krijgsmacht genereren, zoals de ontvangst van Feyenoord of de première van ”Battleship”.”
Uit het oogpunt van financiën gaat het hier waarschijnlijk om peanuts. Een dagje voetballers bezighouden op de stormbaan hoeft niet veel te kosten. Maar het signaal is verkeerd. Open dagen voor de goegemeente knijpen, en specifieke groepen wel uitnodigen.
Bovendien steekt het militairen. Er zijn er die vanwege de bezuinigingen geen pen, papier of paperclip meer kunnen aanvragen.
(Reformatorisch Dagblad, 19 april 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten