Het commando van de politietrainingsmissie in Kunduz is vandaag overgedragen aan kolonel Roland de Jong en Geoffrey van Leeuwen.
Tijdens een ceremonie in Kunduz droegen kolonel der mariniers Jarst de Jong en Civiel Vertegenwoordiger Simon van der Burg het stokje over. Het 3e lid van het management team, Michel Öz van EUPOL, is al in functie. De plechtigheid vond plaats ten overstaan van Afghaanse autoriteiten, medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Defensie, coalitiepartners en alle leden van de missie.
Resultaten zichtbaar
“De resultaten van ons werk in Kunduz zijn zichtbaar”, blikte kolonel De Jong terug in zijn toespraak. “Behalve in Kunduz-stad en Khanabad trainen en mentoren de Nederlanders nu ook Afghaanse agenten in de districten Aliabad en Imam Saheb. Ook zijn inmiddels de eerste vrouwelijke agenten in Kunduz voor hun basisopleiding geslaagd.”
Versterken rechtstaat
Diplomaat Van der Burg ging in op de versterkte rechtsstaat in Kunduz: “Het aantal advocaten in Kunduz is het afgelopen jaar verdubbeld en ook de eerste vrouwelijke advocaten zijn aan het werk. Daarnaast zal met de bouw van dertien nieuwe justitiekantoren de toegang tot juridische hulp in Kunduz verbeteren.” Ook de nieuwe leiding van de politietrainingsmissie blijft zich inzetten voor het versterken van de rechtstaat.
Opgeschort
Op 17 oktober liet het kabinet het parlement weten dat de Nederlandse betrokkenheid bij de eerstvolgende onderofficiersopleiding is opgeschort. Reden hiervoor was dat onderofficieren, en in mindere mate agenten die de basisopleiding volgden, tegen de afspraken in buiten Kunduz zouden zijn geplaatst. Het werk van het overgrote deel van de Nederlandse militairen gaat onder de nieuwe leiding van de missie onverminderd door. Zo zijn ze, in inmiddels 4 districten, druk met de begeleiding op straat.
(ministerie van Defensie, 30 oktober 2012)
dinsdag 30 oktober 2012
Blog commandeur Bekkering: Succesvolle aanvallen van piraten dalen
Commandeur Ben Bekkering |
Citadel en beveiligingsteams
Als commandant van 1 van de antipiraterij taakgroepen, NAVO-Ocean Shield Task Force 508 (CTF 508), beschouw ik de beoordeling van het IMB als waardering en erkenning voor het harde werk van de mannen en vrouwen aan boord van de schepen die betrokken zijn geweest bij de internationale inspanning tegen piraterij, nu en in de afgelopen jaren. Een bredere groep van betrokkenen verdient echter op zijn minst een vergelijkbare erkenning.
In de afgelopen jaren zijn de beveiligingsmaatregelen aan boord van koopvaardijschepen enorm verbeterd en uitgebreid. Zo zijn citadels ingericht. Dit zijn afgesloten ruimtes waarin bemanningen zich kunnen verschansen. En er worden vaak beveiligingsteams meegenomen. Zowel de citadel als het beveiligingsteam kunnen de kaping van schip en bemanning door piraten enorm vertragen of op afstand houden. Dat geeft patrouillerende marineschepen de nodige tijd om in te grijpen en de piraten te onderscheppen. Op de uitgestrekte oceaan wordt zo een gigantisch jachtveld afgedekt, is de combinatie van een alarm door een schip en de daaropvolgende reactie van een marineschip bepalend voor de uitkomst, maar blijven schepen zonder citadel of team kwetsbaar. De cijfers uit de laatste 5 maanden ondersteunen dit. Slechts een paar aanvallen vonden plaats, waarvan geen enkel succesvol en het lijkt er op dat de piraten hun activiteiten staken zodra ze het vermoeden hebben ontdekt te worden.
Verklaring
Allemaal goed. Maar toch is dit geen sluitende verklaring voor de daling van het aantal piraten dat zich daadwerkelijk op zee waagt. Er moeten andere redenen zijn waarom er minder piraten op zee zijn dan in voorgaande jaren. Het antwoord op deze vraag is meer dan relevant, aangezien het antwoord ook leidt tot aanwijzingen voor een mogelijk blijvende oplossing.
Berechten
Een eerste verklaring: het toenemende vermogen en wil van de internationale gemeenschap om (vermoedens van) piraterij te berechten. Na voorgeleiding en berechting worden ze jaren in het gevang opgesloten. Zo wordt een klip en klaar voorbeeld gesteld voor andere avonturiers. Het animo neemt af.
Voorlichten
Een tweede verklaring: voorlichten van de lokale bevolking in Somalië. Dit is een belangrijk speerpunt van diverse overheden in Somalië. Door middel van voorlichtingprogramma’s wordt met behulp van lokale dorpsoudsten de mythe ontkracht dat piraten er zijn om de Somalische vissers te verdedigen tegen illegale, commerciële visserij en dat piraten iedereen welvaart zullen brengen. De programma’s dekken nog niet het hele gebied af. In afgelegen en ontoegankelijke regio’s dringen de overheden niet door en behouden de piraten nog steeds bewegingsvrijheid.
Onder de kust
Het is in deze zelfde afgelegen gebieden waar we een derde verklaring vinden. Sinds enige tijd patrouilleren marineschepen dicht onder de kust. Hierdoor zien de piraten zich genoodzaakt om de piratenkampen te verlaten en zich onder de mensen en in de dorpen te verspreiden. Door toch op zoek te gaan naar mogelijkheden om de lokale bevolking te overtuigen van de nadelige gevolgen van piraterij, kan de druk op de piraten nog verder toenemen. De aanwezigheid van marines draagt bij aan het bewustzijn door middel van het benaderen en bevragen van lokale vissersvaartuigen, door ontmoetingen met dorpsoudsten uit de kust op landingsvaartuigen en het verrichten van medische bezoeken. Deze maatregelen hebben niet direct gevolgen. Het is een kwestie van een lange adem. Maar aanwezigheid onder de kust biedt ook gelegenheid om de piraten te stoppen voordat of op het moment dat ze naar zee gaan vertrekken. De meeste van de onderscheppingen van het laatste half jaar hebben dan ook allemaal onder de kust plaatsgevonden.
Dit effect is niet alleen zichtbaar in een daling van het aantal aanvallen op zee, maar ook in gedrag van piraten. Het recente incident waarbij het naderende boardingteam van Hr. Ms. Rotterdam, het vlaggenschip van CTF 508, beschoten is door vermoedelijke piraten vanaf een dhow, toont aan dat we met de inspanningen om druk uit te oefenen op de piraten, een gevoelige snaar raken.
Strijden
Patrouilleren in het midden van de uitgestrekte oceaan lijkt een aantrekkelijke optie vanwege de relatieve eenvoud, maar op deze wijze weerhouden we de piraten niet van hun vertrek naar zee, noch draagt bij aan een duurzame oplossing. Daarom moeten we op meerdere fronten strijden. Niet alleen het verminderen van de bewegingsvrijheid van handelen op open zee, maar ook in toenemende mate aan de wal.
Daarbij zijn de elementen; samenwerken met regionale partners, de ondersteuning en versterking van lokale bewustwording, het vangen van piraten voordat ze zicht krijgen op hun doelen en het verbeteren van de veiligheid op zee, van essentieel belang voor internationale, regionale en lokale belanghebbenden.
(Koninklijke Marine, 29 oktober 2012)
maandag 29 oktober 2012
Regeerakkoord: nieuw budget voor internationale veiligheid
Ook in de toekomst zal de krijgsmacht de verplichtingen in NAVO-verband gestand moeten kunnen doen en in staat zijn in internationaal verband een bijdrage te leveren aan crisisbeheersingsoperaties.
Dat staat te lezen in het vanmiddag gepresenteerde regeerakkoord dat VVD en PvdA hebben gesloten onder de titel ‘Bruggen slaan’. Hierin staat dat de minister van Defensie, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en uitgaande van het beschikbare budget, een visie ontwikkelt op de krijgsmacht van de toekomst.
Het belang van vredes- en crisisbeheersingsoperaties voor ontwikkelingslanden wordt onderstreept door vanaf 2014 een nieuw structureel budget voor internationale veiligheid in te stellen. 250 miljoen euro komt ter beschikking voor de dekking van uitgaven voor internationale veiligheid, die nu nog drukken op de begroting van Defensie.
Fonds
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie. Met het oog op het financieren van dit fonds en budget en als bijdrage aan het oplossen van de algemene financiële problematiek wordt gekort op de begrotingen van Ontwikkelingssamenwerking en Defensie, oplopend tot respectievelijk 1 miljard en 250 miljoen in 2017.
F-16
De oorspronkelijke voornemens voor de vervanging van de F-16 zijn volgens het regeerakkoord niet uitvoerbaar zonder aanpassing hiervan of herprioritering binnen het totale Defensiebudget. De minister van Financiën vraagt de Algemene Rekenkamer een onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling van de financiële perspectieven bij de aanschaf en exploitatie van de vervanger van de F-16 en de informatievoorziening daarover in de afgelopen periode.
Mede op basis van beide rapportages zal het kabinet eind 2013 een beslissing nemen over de vervanging van de F-16. Gelet op het rapport van de Algemene Rekenkamer hierover gaat het ontwikkel- en testprogramma’s conform de overeenkomsten voort.
Kwaliteit
De regering stelt verder dat de krijgsmacht in staat moet blijven in internationaal verband de veiligheid van ons land te garanderen en bij te dragen aan vrede en veiligheid in de wereld. Zij moet hiertoe beschikken over eenheden en materieel van hoge kwaliteit om de internationale stabiliteit, veiligheid en welvaart te dienen.
Crisis
Bij internationale missies naar landen in conflict moeten veiligheid, ontwikkeling en diplomatie hand in hand gaan.
Voor een bijdrage aan internationale crisisbeheersingsoperaties is een volkenrechtelijk mandaat vereist of dient sprake zijn van een humanitaire noodsituatie.
De missie in Afghanistan (Kunduz) wordt afgemaakt en conform planning afgerond in 2014.
Het regeerakkoord is te lezen op: http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.htm
(ministerie van Defensie, 29 oktober 2012)
Dat staat te lezen in het vanmiddag gepresenteerde regeerakkoord dat VVD en PvdA hebben gesloten onder de titel ‘Bruggen slaan’. Hierin staat dat de minister van Defensie, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en uitgaande van het beschikbare budget, een visie ontwikkelt op de krijgsmacht van de toekomst.
Het belang van vredes- en crisisbeheersingsoperaties voor ontwikkelingslanden wordt onderstreept door vanaf 2014 een nieuw structureel budget voor internationale veiligheid in te stellen. 250 miljoen euro komt ter beschikking voor de dekking van uitgaven voor internationale veiligheid, die nu nog drukken op de begroting van Defensie.
Fonds
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie. Met het oog op het financieren van dit fonds en budget en als bijdrage aan het oplossen van de algemene financiële problematiek wordt gekort op de begrotingen van Ontwikkelingssamenwerking en Defensie, oplopend tot respectievelijk 1 miljard en 250 miljoen in 2017.
F-16
De oorspronkelijke voornemens voor de vervanging van de F-16 zijn volgens het regeerakkoord niet uitvoerbaar zonder aanpassing hiervan of herprioritering binnen het totale Defensiebudget. De minister van Financiën vraagt de Algemene Rekenkamer een onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling van de financiële perspectieven bij de aanschaf en exploitatie van de vervanger van de F-16 en de informatievoorziening daarover in de afgelopen periode.
Mede op basis van beide rapportages zal het kabinet eind 2013 een beslissing nemen over de vervanging van de F-16. Gelet op het rapport van de Algemene Rekenkamer hierover gaat het ontwikkel- en testprogramma’s conform de overeenkomsten voort.
Kwaliteit
De regering stelt verder dat de krijgsmacht in staat moet blijven in internationaal verband de veiligheid van ons land te garanderen en bij te dragen aan vrede en veiligheid in de wereld. Zij moet hiertoe beschikken over eenheden en materieel van hoge kwaliteit om de internationale stabiliteit, veiligheid en welvaart te dienen.
Crisis
Bij internationale missies naar landen in conflict moeten veiligheid, ontwikkeling en diplomatie hand in hand gaan.
Voor een bijdrage aan internationale crisisbeheersingsoperaties is een volkenrechtelijk mandaat vereist of dient sprake zijn van een humanitaire noodsituatie.
De missie in Afghanistan (Kunduz) wordt afgemaakt en conform planning afgerond in 2014.
Het regeerakkoord is te lezen op: http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.htm
(ministerie van Defensie, 29 oktober 2012)
Defensie in het Regeerakkoord VVD-PvdA
V. Nederland in de wereld
Nederland kent van oudsher een sterke internationale oriëntatie, zowel omdat het in ons belang is als uit overtuiging. Nederlanders en Nederlandse bedrijven hebben grote belangen in het buitenland. Het buitenlands beleid is gericht op het behartigen en beschermen daarvan en bevordert de internationale rechtsorde en de mensenrechten. De allerarmsten staan centraal bij ontwikkelingssamenwerking. Onze krijgsmacht moet in staat blijven in internationaal verband de veiligheid van ons land te garanderen en bij te dragen aan vrede en veiligheid in de wereld. Zij moet hiertoe beschikken over eenheden en materieel van hoge kwaliteit. Zo dienen we internationale stabiliteit, veiligheid en welvaart. (onderstreping HdV)
- Het belang van vredes- en crisisbeheersingsoperaties voor ontwikkelingslanden wordt onderstreept door vanaf 2014 een nieuw structureel budget voor Internationale Veiligheid in te stellen van 250 miljoen, dat ter beschikking komt voor de dekking van uitgaven verbonden aan internationale veiligheid, die nu nog drukken op de begroting van Defensie. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie.
- Met het oog op het financieren van bovenstaand fonds en budget en als bijdrage aan het oplossen van de algemene financiële problematiek wordt gekort op de begrotingen van Ontwikkelingssamenwerking en Defensie, oplopend tot respectievelijk 1 miljard en 250 miljoen in 2017.
Voor een bijdrage aan internationale crisisbeheersingsoperaties is een volkenrechtelijk mandaat vereist of dient sprake zijn van een humanitaire noodsituatie. Verzoeken daartoe worden overwogen in het perspectief van onze internationale verantwoordelijkheid en nationale belangen.
• Bij internationale missies naar landen in conflict moeten veiligheid, ontwikkeling en diplomatie hand in hand gaan.
• De oorspronkelijke voornemens met betrekking tot de vervanging van de F16 zijn niet uitvoerbaar zonder aanpassing hiervan of herprioritering binnen het totale Defensiebudget. De minister van Financiën verzoekt de Algemene Rekenkamer een onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling van de financiële perspectieven ten aanzien van de aanschaf en exploitatie van de vervanger van de F16 en de informatievoorziening daarover in de afgelopen periode. De minister van Defensie ontwikkelt, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en uitgaande van het beschikbare budget, een visie op de krijgsmacht van de toekomst. Ook in de toekomst zal de krijgsmacht de verplichtingen in NAVO- verband gestand moeten kunnen doen en in staat zijn in internationaal verband een bijdrage te leveren aan crisisbeheersingsoperaties. Mede op basis van beide rapportages zal het kabinet eind 2013 een beslissing nemen over de vervanging van de F16. Gelet op het rapport van de Algemene Rekenkamer ter zake zetten we de ontwikkel- en testprogramma’s conform de MOU’s voort. (onderstreping HdV)
• De missie in Afghanistan (Kunduz) wordt afgemaakt en conform planning afgerond in 2014.
2. Beperking subsidies bedrijfslevenbeleid en topsectoren overige departementen
Ook de andere betrokken departementen dragen bij aan een ombuiging op subsidies aan het bedrijfslevenbeleid en topsectoren, te weten: VWS (3 mln.), IenM (2 mln.), OCW (2 mln.) en Defensie (1 mln.).
86. Defensie
Om de inzet van de Nederlandse krijgsmacht voor vrede en veiligheid in de wereld te kunnen blijven verzekeren, wordt vanaf 2014 jaarlijks 0,25 mld. van het budget voor Ontwikkelingssamenwerking omgezet in een budget voor Internationale Veiligheid. Dit budget komt beschikbaar voor Defensie voor aan internationale veiligheid verbonden kosten. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie. Corresponderend wordt de begroting van Defensie vanaf 2014 met 0,25 mld. verlaagd, waaronder de volledige huidige HGIS-middelen voor vredesoperaties.
87. Nieuw budget internationale Vrede en Veiligheid
Zie maatregel 86.
(Regeerakkoord VVD-PvdA, 29 oktober 2012)
Nederland kent van oudsher een sterke internationale oriëntatie, zowel omdat het in ons belang is als uit overtuiging. Nederlanders en Nederlandse bedrijven hebben grote belangen in het buitenland. Het buitenlands beleid is gericht op het behartigen en beschermen daarvan en bevordert de internationale rechtsorde en de mensenrechten. De allerarmsten staan centraal bij ontwikkelingssamenwerking. Onze krijgsmacht moet in staat blijven in internationaal verband de veiligheid van ons land te garanderen en bij te dragen aan vrede en veiligheid in de wereld. Zij moet hiertoe beschikken over eenheden en materieel van hoge kwaliteit. Zo dienen we internationale stabiliteit, veiligheid en welvaart. (onderstreping HdV)
- Het belang van vredes- en crisisbeheersingsoperaties voor ontwikkelingslanden wordt onderstreept door vanaf 2014 een nieuw structureel budget voor Internationale Veiligheid in te stellen van 250 miljoen, dat ter beschikking komt voor de dekking van uitgaven verbonden aan internationale veiligheid, die nu nog drukken op de begroting van Defensie. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie.
- Met het oog op het financieren van bovenstaand fonds en budget en als bijdrage aan het oplossen van de algemene financiële problematiek wordt gekort op de begrotingen van Ontwikkelingssamenwerking en Defensie, oplopend tot respectievelijk 1 miljard en 250 miljoen in 2017.
Voor een bijdrage aan internationale crisisbeheersingsoperaties is een volkenrechtelijk mandaat vereist of dient sprake zijn van een humanitaire noodsituatie. Verzoeken daartoe worden overwogen in het perspectief van onze internationale verantwoordelijkheid en nationale belangen.
• Bij internationale missies naar landen in conflict moeten veiligheid, ontwikkeling en diplomatie hand in hand gaan.
• De oorspronkelijke voornemens met betrekking tot de vervanging van de F16 zijn niet uitvoerbaar zonder aanpassing hiervan of herprioritering binnen het totale Defensiebudget. De minister van Financiën verzoekt de Algemene Rekenkamer een onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling van de financiële perspectieven ten aanzien van de aanschaf en exploitatie van de vervanger van de F16 en de informatievoorziening daarover in de afgelopen periode. De minister van Defensie ontwikkelt, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en uitgaande van het beschikbare budget, een visie op de krijgsmacht van de toekomst. Ook in de toekomst zal de krijgsmacht de verplichtingen in NAVO- verband gestand moeten kunnen doen en in staat zijn in internationaal verband een bijdrage te leveren aan crisisbeheersingsoperaties. Mede op basis van beide rapportages zal het kabinet eind 2013 een beslissing nemen over de vervanging van de F16. Gelet op het rapport van de Algemene Rekenkamer ter zake zetten we de ontwikkel- en testprogramma’s conform de MOU’s voort. (onderstreping HdV)
• De missie in Afghanistan (Kunduz) wordt afgemaakt en conform planning afgerond in 2014.
2. Beperking subsidies bedrijfslevenbeleid en topsectoren overige departementen
Ook de andere betrokken departementen dragen bij aan een ombuiging op subsidies aan het bedrijfslevenbeleid en topsectoren, te weten: VWS (3 mln.), IenM (2 mln.), OCW (2 mln.) en Defensie (1 mln.).
86. Defensie
Om de inzet van de Nederlandse krijgsmacht voor vrede en veiligheid in de wereld te kunnen blijven verzekeren, wordt vanaf 2014 jaarlijks 0,25 mld. van het budget voor Ontwikkelingssamenwerking omgezet in een budget voor Internationale Veiligheid. Dit budget komt beschikbaar voor Defensie voor aan internationale veiligheid verbonden kosten. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de aanwending, in overeenstemming met de minister van Defensie. Corresponderend wordt de begroting van Defensie vanaf 2014 met 0,25 mld. verlaagd, waaronder de volledige huidige HGIS-middelen voor vredesoperaties.
87. Nieuw budget internationale Vrede en Veiligheid
Zie maatregel 86.
(Regeerakkoord VVD-PvdA, 29 oktober 2012)
zaterdag 27 oktober 2012
Commentaar: de JSF is onvermijdelijk én lucratief
Minister Hans Hillen (CDA, Defensie) zal in de toekomst gelden als de bewindsman die het noodzakelijke JSF-project van de ondergang redde
Door Eric Vrijsen
De F-16 is ruim dertig jaar in bedrijf bij de Koninklijke Luchtmacht. De toestellen zijn ouder dan de gevechtspiloten.
Elsevier was onlangs in Afghanistan, waar tot diep in de nacht wordt gesleuteld om de toestellen operationeel te houden. Scheuren in de beplating worden bekleed met aluminium patches, eigenlijk zoals je thuis een fietsband plakt. In de bevestigingspunten van de vleugels aan de romp treffen de monteurs barsten aan, soms wel van een vinger dik en tien centimeter lang.
Wapenorder van de eeuw
Nederland stuurt zijn piloten naar de oorlogszone met materieel, dat door de KLM allang zou zijn afgedankt. Maar zonder F-16 gaat het niet, want militairen moeten altijd kunnen rekenen op luchtsteun.
Het Binnenhof worstelt sinds 2000 met de vervanging van de F-16. In 2002 viel het besluit om de industrie te laten profiteren van de Amerikaanse ‘wapenorder van de eeuw’, de Joint Strike Fighter (JSF). In 2008 verscheen een ‘kandidatenvergelijking’: de JSF bleek de beste keuze.
Zeker, het toestel valt telkens duurder uit dan begroot. Wat dat betreft, lijkt het wel een gemeentehuis; een tramtunnel of een mobilofoonsysteem voor de politie.
Nutteloze geldsmijterij?
De JSF is het favoriete onderwerp van de propaganda van oppositiepartijen: nutteloze geldsmijterij. Dit voorjaar dreigden de linkse Kamerfracties en de PVV de JSF definitief schrappen. CDA-minister Hans Hillen van Defensie wist de zaak te sussen met een onderzoek door de Algemene Rekenkamer. Overtuigd dat ze gelijk zouden krijgen, stemden de linkse partijen in.
Deze week concludeerde de Rekenkamer echter dat doorvliegen met de F-16 onverantwoord duur is. Bovendien kan de industrie 24 tot 38 miljard euro overhouden aan productie en onderhoud van de JSF-toestellen van bondgenoten. Maar dan moet Nederland zelf natuurlijk ook aanschaffen.
Lucratief
Critici moeten nu erkennen dat de JSF onvermijdelijk en lucratief is, maar mopperen dat hij alle andere militaire investeringen verdringt. Dat is niet waar. Tussen 2018 en 2026 slokt de JSF hooguit een derde van het investeringsbudget op. De nieuwe Kamermeerderheid van VVD en PvdA wil daarom tot aanschaf overgaan.
In mei 1975 kocht PvdA-minister Henk Vredeling van Defensie de F-16. Hevige kritiek was zijn deel. Later werd Vredeling geprezen. Zonder de F-16 was Nederland niet één keer, maar vele malen terecht gekomen in een soort Srebrenica en zouden veel militairen onnodig zijn gesneuveld.
Thans beschimpen journalisten Hillen als ‘verwelkte kamerplant’. Maar straks zal hij gelden als de bewindsman wiens politieke vernuft anno 2012 het noodzakelijke JSF-project van de ondergang redde.
(Elsevier, 27 oktober 2012)
Door Eric Vrijsen
De F-16 is ruim dertig jaar in bedrijf bij de Koninklijke Luchtmacht. De toestellen zijn ouder dan de gevechtspiloten.
Elsevier was onlangs in Afghanistan, waar tot diep in de nacht wordt gesleuteld om de toestellen operationeel te houden. Scheuren in de beplating worden bekleed met aluminium patches, eigenlijk zoals je thuis een fietsband plakt. In de bevestigingspunten van de vleugels aan de romp treffen de monteurs barsten aan, soms wel van een vinger dik en tien centimeter lang.
Wapenorder van de eeuw
Nederland stuurt zijn piloten naar de oorlogszone met materieel, dat door de KLM allang zou zijn afgedankt. Maar zonder F-16 gaat het niet, want militairen moeten altijd kunnen rekenen op luchtsteun.
F-35: Nederlands testtoestel (foto Lockheed Martin) |
Het Binnenhof worstelt sinds 2000 met de vervanging van de F-16. In 2002 viel het besluit om de industrie te laten profiteren van de Amerikaanse ‘wapenorder van de eeuw’, de Joint Strike Fighter (JSF). In 2008 verscheen een ‘kandidatenvergelijking’: de JSF bleek de beste keuze.
Zeker, het toestel valt telkens duurder uit dan begroot. Wat dat betreft, lijkt het wel een gemeentehuis; een tramtunnel of een mobilofoonsysteem voor de politie.
Nutteloze geldsmijterij?
De JSF is het favoriete onderwerp van de propaganda van oppositiepartijen: nutteloze geldsmijterij. Dit voorjaar dreigden de linkse Kamerfracties en de PVV de JSF definitief schrappen. CDA-minister Hans Hillen van Defensie wist de zaak te sussen met een onderzoek door de Algemene Rekenkamer. Overtuigd dat ze gelijk zouden krijgen, stemden de linkse partijen in.
Deze week concludeerde de Rekenkamer echter dat doorvliegen met de F-16 onverantwoord duur is. Bovendien kan de industrie 24 tot 38 miljard euro overhouden aan productie en onderhoud van de JSF-toestellen van bondgenoten. Maar dan moet Nederland zelf natuurlijk ook aanschaffen.
Lucratief
Critici moeten nu erkennen dat de JSF onvermijdelijk en lucratief is, maar mopperen dat hij alle andere militaire investeringen verdringt. Dat is niet waar. Tussen 2018 en 2026 slokt de JSF hooguit een derde van het investeringsbudget op. De nieuwe Kamermeerderheid van VVD en PvdA wil daarom tot aanschaf overgaan.
In mei 1975 kocht PvdA-minister Henk Vredeling van Defensie de F-16. Hevige kritiek was zijn deel. Later werd Vredeling geprezen. Zonder de F-16 was Nederland niet één keer, maar vele malen terecht gekomen in een soort Srebrenica en zouden veel militairen onnodig zijn gesneuveld.
Thans beschimpen journalisten Hillen als ‘verwelkte kamerplant’. Maar straks zal hij gelden als de bewindsman wiens politieke vernuft anno 2012 het noodzakelijke JSF-project van de ondergang redde.
(Elsevier, 27 oktober 2012)
woensdag 24 oktober 2012
Een bijzondere promotie aan de Universiteit Leiden
Kan een interventiemacht die een fragiele staat vrede heeft ‘opgelegd’ ook een rol spelen bij de overgang naar een stabiele staatsvorm? Drs. Allard Wagemaker MA, luitenant-kolonel der mariniers, onderzocht het aan de hand van Afghanistan, waar hij behalve voor zijn promotie-onderzoek ook beroepshalve veelvuldig was. Hij ziet het somber in, maar Afghanistan is nog niet verloren. Promotie op 25 oktober 2012.
Andere focus
'Militair-tactische overwinningen zijn niet direct om te zetten in politiek-strategische successen’, meent Wagemaker. In het geval van Afghanistan was het militair-tactische doel van de Amerikaanse inval (2001) het uitschakelen van Osama Bin Laden om daarmee een slag toe te brengen aan Al Qaida. Dit als weerwoord op de aanslagen op de Twintowers in New York op 11 september 2001. Het leggen van een fundament voor een functionerende, stabiele staat vraagt echter een heel andere focus. ‘Dat maakt militaire operaties complex’, aldus Wagemaker.
Samen eigenaar van het proces
Als een militaire invasie de wapens het zwijgen heeft opgelegd (‘negatieve vrede’), moet volgens Wagemaker de prioriteit zo snel mogelijk komen liggen bij de opbouw van een nieuwe staat met een gelaagd, democratisch bestuur. Daarbij is het van belang dat alle groepen uit de samenleving zich eigenaar van dat proces voelen. Alleen extremisten kunnen worden uitgesloten.
De inzet van hulptroepen van de interventiemacht kan dit proces ondersteunen en versterken. Burgers, bestuurders (opbouw van staat en natie), militairen (bescherming van het proces) en diplomaten (voor het bereiken van regionale stabiliteit) werken samen om stabiliteit en wederopbouw van staat en samenleving mogelijk te maken. Zo treedt de interventiemacht op als principal mediator.
Poging tot ombuigen
De Amerikaanse president Obama heeft in 2009 geprobeerd de rol van de interventiemacht om te buigen naar dit model. Maar het valt niet mee. Bin Laden mag dan in 2011 zijn gedood, daarmee is Afghanistan nog niet stabiel. En er is uit pragmatische overwegingen aanvankelijk te veel macht naar de tiranniek heersende krijgsheren gegaan. Het opbouwen van een functionerend bestuur op alle niveaus had te lang minder prioriteit. Hierbij speelde mede een rol dat bemoeienis met staatsopbouw en –inrichting al snel leidt tot het predicaat ‘neokolonialisme’. In 2014 trekt het overgrote deel van de buitenlandse troepen zich volgens plan terug. Of er dan een functionerende staat is, is zeer de vraag.
Deelname aan buzkhaski
Toch blijft Wagemaker hoop houden voor Afghanistan. Hij houdt van het land en van de mensen, van een in het bijzonder: hij is met een Afghaanse emigrante getrouwd. ‘Ik kreeg toegang tot alle personen die ik wilde spreken, ook tot de krijgsheren. Daarbij draaide het om respect en vertrouwen’. Die dwong hij mede af door mee te doen met buzkhashi. Dit is een karakteristiek Afghaans spel waarbij tientallen tot meer dan honderd ruiters (chapandas) een dood schaap zonder kop in een arena rondrijden en in een cirkel proberen te werpen. Er zijn nauwelijks spelregels: de chapandas sluiten ter plekke gelegenheidscoalities om het schaap te pakken en in de cirkel te krijgen. Naast de eer – heel belangrijk! – levert dat een mooie som op. En bekendheid. Wagemaker: ‘Twee jaar nadat ik meedeed, werd ik op straat nog herkend!’
Bijzondere promotie
De promotie van Wagemaker is bijzonder: een marinier met veel operationele ervaring in allerlei brandhaarden die ook afstudeert in krijgswetenschappen (American Military University, 1996), geschiedenis (Universiteit van Amsterdam, 2004) en politicologie (Leiden, 2006) en zich daarna aan zijn promotie-onderzoek zet. Hij werkte toen als universitair hoofddocent en onderzoeker aan de Nederlandse Defensie Academie in Den Helder en Breda. Momenteel is Wagemaker senior beleidsmedewerker op het ministerie van Defensie. Het Groot Auditorium zal op 25 oktober gevuld zijn met uniformen, ook Wagemaker zelf draagt er een.
Promotie
Afghanistan 2001-2011: Gewapende interventie en staatsvorming in een fragiele staat
Drs. Allard Wagemaker MA
Donderdag 25 oktober 2012, 15.00 uur
Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden
Faculteit: Campus Den Haag (Bestuurskunde)
Promotor: prof.dr.ir. Joris Voorhoeve
(Universiteit Leiden)
Andere focus
'Militair-tactische overwinningen zijn niet direct om te zetten in politiek-strategische successen’, meent Wagemaker. In het geval van Afghanistan was het militair-tactische doel van de Amerikaanse inval (2001) het uitschakelen van Osama Bin Laden om daarmee een slag toe te brengen aan Al Qaida. Dit als weerwoord op de aanslagen op de Twintowers in New York op 11 september 2001. Het leggen van een fundament voor een functionerende, stabiele staat vraagt echter een heel andere focus. ‘Dat maakt militaire operaties complex’, aldus Wagemaker.
Samen eigenaar van het proces
Als een militaire invasie de wapens het zwijgen heeft opgelegd (‘negatieve vrede’), moet volgens Wagemaker de prioriteit zo snel mogelijk komen liggen bij de opbouw van een nieuwe staat met een gelaagd, democratisch bestuur. Daarbij is het van belang dat alle groepen uit de samenleving zich eigenaar van dat proces voelen. Alleen extremisten kunnen worden uitgesloten.
De inzet van hulptroepen van de interventiemacht kan dit proces ondersteunen en versterken. Burgers, bestuurders (opbouw van staat en natie), militairen (bescherming van het proces) en diplomaten (voor het bereiken van regionale stabiliteit) werken samen om stabiliteit en wederopbouw van staat en samenleving mogelijk te maken. Zo treedt de interventiemacht op als principal mediator.
Poging tot ombuigen
De Amerikaanse president Obama heeft in 2009 geprobeerd de rol van de interventiemacht om te buigen naar dit model. Maar het valt niet mee. Bin Laden mag dan in 2011 zijn gedood, daarmee is Afghanistan nog niet stabiel. En er is uit pragmatische overwegingen aanvankelijk te veel macht naar de tiranniek heersende krijgsheren gegaan. Het opbouwen van een functionerend bestuur op alle niveaus had te lang minder prioriteit. Hierbij speelde mede een rol dat bemoeienis met staatsopbouw en –inrichting al snel leidt tot het predicaat ‘neokolonialisme’. In 2014 trekt het overgrote deel van de buitenlandse troepen zich volgens plan terug. Of er dan een functionerende staat is, is zeer de vraag.
Deelname aan buzkhaski
Rechts: Wagemaker |
Bijzondere promotie
De promotie van Wagemaker is bijzonder: een marinier met veel operationele ervaring in allerlei brandhaarden die ook afstudeert in krijgswetenschappen (American Military University, 1996), geschiedenis (Universiteit van Amsterdam, 2004) en politicologie (Leiden, 2006) en zich daarna aan zijn promotie-onderzoek zet. Hij werkte toen als universitair hoofddocent en onderzoeker aan de Nederlandse Defensie Academie in Den Helder en Breda. Momenteel is Wagemaker senior beleidsmedewerker op het ministerie van Defensie. Het Groot Auditorium zal op 25 oktober gevuld zijn met uniformen, ook Wagemaker zelf draagt er een.
Promotie
Afghanistan 2001-2011: Gewapende interventie en staatsvorming in een fragiele staat
Drs. Allard Wagemaker MA
Donderdag 25 oktober 2012, 15.00 uur
Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden
Faculteit: Campus Den Haag (Bestuurskunde)
Promotor: prof.dr.ir. Joris Voorhoeve
(Universiteit Leiden)
Team Hr. Ms. Rotterdam beschoten; vuur beantwoord
Een team van Hr.Ms. Rotterdam is voor de tweede keer beschoten tijdens de missie bij Somalië. Dat gebeurde dit keer zowel vanaf een vissersschip, vermoedelijk bezet door piraten, als vanaf de kust. Het vuur is uit zelfverdediging beantwoord. Onder het marinepersoneel vielen geen gewonden. 25 opvarenden van de zogenoemde dhow zijn nadat hun schip in brand was gevlogen uit het water gehaald.
Een medisch team aan boord van Hr. Ms. Rotterdam heeft zich vervolgens over de drenkelingen ontfermd. 1 drenkeling was overleden. 8 gewonden werden behandeld. Het incident had plaats tijdens een routinecontrole. “Wij weten dat piraten gebruik willen maken van grotere dhows als moederschepen. Vandaar dat wij vaker een bezoek aan ze brengen” , vertelt commandeur Ben Bekkering, commandant van het NAVO-eskader in de regio.
Snaar
“Het is één van de manieren die we hebben om de druk op de piraten op te voeren. Dat vermoedelijke piraten zo openlijk de confrontatie zoeken, heeft de Nederlandse Marine al eerder meegemaakt, maar niet heel vaak. Het geeft vooral aan dat we bij de piraten een gevoelige snaar raken.”
Actie
De commandant van de Rotterdam, kapitein-ter-zee Huub Hulsker legt uit dat de actie met nodige voorzorgsmaatregelen is uitgevoerd. “We hadden een onbemand vliegtuig in de lucht, 3 RHIB’s (snelle motorbootjes) in het water en de Rotterdam zelf nabij. Dat zorgde ervoor dat we afdoende in actie konden komen toen het vuur werd geopend vanaf de dhow.” Bij de actie is 1 RHIB licht beschadigd door kogelinslag.
Verzorging
“Opvallend was dat ook vanaf de wal het vuur werd geopend toen de boten de drenkelingen uit het water wilde halen. We richten ons nu op de verzorging van de drenkelingen, bestaand uit zowel bemanning van de dhow als vermoedelijke piraten.”
Spaans
De piraten die bij een actie twee weken geleden zijn aangehouden, zijn met bewijsmateriaal overgedragen aan een Spaans fregat en worden ook in Spanje vervolgd. 1 minderjarige is op het strand gezet.
In overleg met het hoofdkwartier in Northwood en nationale autoriteiten wordt gekeken naar vervolgstappen. Hr. Ms. Rotterdam vervolgt momenteel haar patrouille als onderdeel van Operatie Ocean Shield, NAVO’s bijdrage aan de internationale antipiraterijmissie.
(ministerie van Defensie, 24 oktober 2012)
Zie ook FRISC beschoten vanaf de Somalische kust d.d. 25 september j.l.
In brand geschoten dhow (foto: Koninklijke Marine) |
Een medisch team aan boord van Hr. Ms. Rotterdam heeft zich vervolgens over de drenkelingen ontfermd. 1 drenkeling was overleden. 8 gewonden werden behandeld. Het incident had plaats tijdens een routinecontrole. “Wij weten dat piraten gebruik willen maken van grotere dhows als moederschepen. Vandaar dat wij vaker een bezoek aan ze brengen” , vertelt commandeur Ben Bekkering, commandant van het NAVO-eskader in de regio.
Snaar
“Het is één van de manieren die we hebben om de druk op de piraten op te voeren. Dat vermoedelijke piraten zo openlijk de confrontatie zoeken, heeft de Nederlandse Marine al eerder meegemaakt, maar niet heel vaak. Het geeft vooral aan dat we bij de piraten een gevoelige snaar raken.”
Actie
De commandant van de Rotterdam, kapitein-ter-zee Huub Hulsker legt uit dat de actie met nodige voorzorgsmaatregelen is uitgevoerd. “We hadden een onbemand vliegtuig in de lucht, 3 RHIB’s (snelle motorbootjes) in het water en de Rotterdam zelf nabij. Dat zorgde ervoor dat we afdoende in actie konden komen toen het vuur werd geopend vanaf de dhow.” Bij de actie is 1 RHIB licht beschadigd door kogelinslag.
Verzorging
“Opvallend was dat ook vanaf de wal het vuur werd geopend toen de boten de drenkelingen uit het water wilde halen. We richten ons nu op de verzorging van de drenkelingen, bestaand uit zowel bemanning van de dhow als vermoedelijke piraten.”
Spaans
De piraten die bij een actie twee weken geleden zijn aangehouden, zijn met bewijsmateriaal overgedragen aan een Spaans fregat en worden ook in Spanje vervolgd. 1 minderjarige is op het strand gezet.
In overleg met het hoofdkwartier in Northwood en nationale autoriteiten wordt gekeken naar vervolgstappen. Hr. Ms. Rotterdam vervolgt momenteel haar patrouille als onderdeel van Operatie Ocean Shield, NAVO’s bijdrage aan de internationale antipiraterijmissie.
(ministerie van Defensie, 24 oktober 2012)
Zie ook FRISC beschoten vanaf de Somalische kust d.d. 25 september j.l.
Video: vertrek vierde lichting politietrainers Kunduz
Een nieuwe lichting van de Police Training Group (PTG) is dinsdag 23 oktober 2012 vanaf Vliegbasis Eindhoven vertrokken naar Kunduz. Deze vierde rotatie, onder leiding van kolonel Roland de Jong, bestaat uit marechaussees en militairen van voornamelijk de Luchtmobiele Brigade.
(ministerie van defensie, 24 oktober 2012)
Sergeant Hendrik Timmermans met militaire eer herbegraven
Op vrijdag 26 oktober worden op het Militaire Ereveld Grebbeberg in Rhenen de stoffelijke resten van Dienstplichtig Sergeant Hendrikus Cornelus Timmermans herbegraven. Sergeant Timmermans overleed op 17 mei 1940 aan verwondingen die hij vijf dagen daarvoor had opgelopen tijdens gevechten met Duitse troepen in de binnenstad van Dordrecht.
Militairen van het Regiment Huzaren van Boreel dragen Timmermans naar zijn laatste rustplaats. De ceremonie vindt plaats in aanwezigheid van zijn nabestaanden.
De 22-jarige Hendrik Timmermans woonde in Apeldoorn en werd in maart 1938 opgeroepen voor het vervullen van zijn dienstplicht. Na een diensttijd van een jaar, werd hij na verlof van vier maanden opnieuw opgeroepen vanwege de algehele mobilisatie. Sergeant Timmermans diende bij het 2e Bataljon van het 1e Regiment Wielrijders.
Op 12 mei 1940 raakte hij ernstig gewond tijdens zware gevechten met Duitse parachutisten in de nabijheid van de Julianakerk in Dordrecht. Timmermans overleed enkele dagen later aan zijn verwondingen in het Dordrechtse R.K. Ziekenhuis. Hij werd in zijn woonplaats Apeldoorn begraven. Tweeënzeventig jaar na zijn overlijden wordt hij met zijn gevallen kameraden herenigd.
De stoffelijke resten van Sergeant Timmermans zijn op verzoek van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting (OGS) door de Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) overgebracht vanuit Apeldoorn.
(ministerie van Defensie, 24 oktober 2012)
Ereveld Grebbeberg |
De 22-jarige Hendrik Timmermans woonde in Apeldoorn en werd in maart 1938 opgeroepen voor het vervullen van zijn dienstplicht. Na een diensttijd van een jaar, werd hij na verlof van vier maanden opnieuw opgeroepen vanwege de algehele mobilisatie. Sergeant Timmermans diende bij het 2e Bataljon van het 1e Regiment Wielrijders.
Op 12 mei 1940 raakte hij ernstig gewond tijdens zware gevechten met Duitse parachutisten in de nabijheid van de Julianakerk in Dordrecht. Timmermans overleed enkele dagen later aan zijn verwondingen in het Dordrechtse R.K. Ziekenhuis. Hij werd in zijn woonplaats Apeldoorn begraven. Tweeënzeventig jaar na zijn overlijden wordt hij met zijn gevallen kameraden herenigd.
De stoffelijke resten van Sergeant Timmermans zijn op verzoek van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting (OGS) door de Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) overgebracht vanuit Apeldoorn.
(ministerie van Defensie, 24 oktober 2012)
Algemene Rekenkamer: Uitstapkosten Joint Strike Fighter
Het kabinet heeft destijds voor toetreden tot het JSF-programma gekozen op basis van de toenmalige uitgangspunten voor inzet van de luchtmacht. Uit ons onderzoek blijkt dat twee van de drie opties (optie 1 en 3) de minister van Defensie dwingen tot ingrijpende beslissingen over de samenstelling en uitrusting van de Koninklijke Luchtmacht en wellicht over ook andere onderdelen van de krijgsmacht.
Zulke beslissingen hebben naar verwachting invloed op de functionaliteit van de Nederlandse defensie. De spanning tussen budget, capaciteit en ambitie plaatst de minister voor de noodzaak om de uitgangspunten van de huidige operationele inzet van de Koninklijke Luchtmacht of mogelijk van meer defensieonderdelen te heroverwegen, ook in NAVO-verband, bijvoorbeeld in de vorm van intensievere operationele samenwerking met andere landen, dan wel de budgettaire uitgangspunten te herzien.
Optie 1
Ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid levert de luchtmacht een toestel waarvan het Ministerie van Defensie de functionaliteit als veelbelovend ziet. Deze optie kent echter ook inherente risico’s op de aspecten tijd en geld.
Ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid loopt voorts vast op een gebrek aan financiële ruimte voor de vervanging van de F-16. Deze ruimte, momenteel nog € 4,05 miljard, is onvoldoende voor 85 toestellen, en eveneens voor 68 toestellen. Ook een lager aantal jachtvliegtuigen dwingt de Koninklijke Luchtmacht tot andere uitgangspunten voor de operationele inzet.
Optie 2
Terugtrekken uit de testfase (IOT&E) achten we een niet voor de hand liggende optie omdat dit voor de Staat per saldo alleen nadelen oplevert, zowel op functioneel gebied, als in tijd en geld.
Optie 3
Een keuze voor terugtrekken uit het JSF-programma en aankoop van een ander toestel ‘van de plank’ is vanwege de gevolgen op de aspecten functionaliteit, tijd en geld alleen rationeel te maken als daarbij de uitgangspunten van de huidige operationele inzet van de Koninklijke Luchtmacht heroverwogen worden.
Aanbevelingen
Wij bevelen aan om onze bevindingen en conclusies op de drie beleidsopties bij de overwegingen rond de JSF mee te nemen. Zolang de minister met de beschikbare middelen veel minder JSF’s kan kopen, zien wij de noodzaak dat de minister de ambitie van de luchtmacht heroverweegt. Dat leidt wellicht tot nieuwe inzichten in de door Nederland verlangde capaciteiten van het toestel dat de F-16 zal vervangen, in het benodigd aantal ervan en in de mogelijkheden voor internationale operationele samenwerking van de luchtmacht.
Volledig rapport Rekenkamer
(Algemene Rekenkamer, 24 oktober 2012)
Zulke beslissingen hebben naar verwachting invloed op de functionaliteit van de Nederlandse defensie. De spanning tussen budget, capaciteit en ambitie plaatst de minister voor de noodzaak om de uitgangspunten van de huidige operationele inzet van de Koninklijke Luchtmacht of mogelijk van meer defensieonderdelen te heroverwegen, ook in NAVO-verband, bijvoorbeeld in de vorm van intensievere operationele samenwerking met andere landen, dan wel de budgettaire uitgangspunten te herzien.
Optie 1
Ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid levert de luchtmacht een toestel waarvan het Ministerie van Defensie de functionaliteit als veelbelovend ziet. Deze optie kent echter ook inherente risico’s op de aspecten tijd en geld.
Ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid loopt voorts vast op een gebrek aan financiële ruimte voor de vervanging van de F-16. Deze ruimte, momenteel nog € 4,05 miljard, is onvoldoende voor 85 toestellen, en eveneens voor 68 toestellen. Ook een lager aantal jachtvliegtuigen dwingt de Koninklijke Luchtmacht tot andere uitgangspunten voor de operationele inzet.
Optie 2
Terugtrekken uit de testfase (IOT&E) achten we een niet voor de hand liggende optie omdat dit voor de Staat per saldo alleen nadelen oplevert, zowel op functioneel gebied, als in tijd en geld.
Optie 3
Een keuze voor terugtrekken uit het JSF-programma en aankoop van een ander toestel ‘van de plank’ is vanwege de gevolgen op de aspecten functionaliteit, tijd en geld alleen rationeel te maken als daarbij de uitgangspunten van de huidige operationele inzet van de Koninklijke Luchtmacht heroverwogen worden.
Aanbevelingen
Wij bevelen aan om onze bevindingen en conclusies op de drie beleidsopties bij de overwegingen rond de JSF mee te nemen. Zolang de minister met de beschikbare middelen veel minder JSF’s kan kopen, zien wij de noodzaak dat de minister de ambitie van de luchtmacht heroverweegt. Dat leidt wellicht tot nieuwe inzichten in de door Nederland verlangde capaciteiten van het toestel dat de F-16 zal vervangen, in het benodigd aantal ervan en in de mogelijkheden voor internationale operationele samenwerking van de luchtmacht.
Volledig rapport Rekenkamer
(Algemene Rekenkamer, 24 oktober 2012)
Nederlandse marinier gewond door kogel op Aruba
Op Aruba is dinsdagmiddag (lokale tijd) een Nederlandse marinier tijdens een militaire oefening gewond geraakt door een kogel. De man is met spoed naar een lokaal ziekenhuis gebracht.
Volgens een Defensiewoordvoerder is zijn toestand stabiel. De marechaussee onderzoekt hoe het incident heeft kunnen plaatsvinden.
Na het voorval op oefenterrein 'Vader Piet' vervoerde een militaire ambulance in eerste instantie de marinier. Ter hoogte van de luchthaven werd hij overgeplaatst in een gewone ambulance om overgebracht te worden naar het ziekenhuis.
Boze collega’s van de gewonde marinier probeerden te voorkomen dat lokale fotografen op dat moment foto’s van de man maakten. Politieagenten kwamen tussen beiden om escalatie te voorkomen.
(ANP/Nu.nl, 24 oktober 2012)
Volgens een Defensiewoordvoerder is zijn toestand stabiel. De marechaussee onderzoekt hoe het incident heeft kunnen plaatsvinden.
Na het voorval op oefenterrein 'Vader Piet' vervoerde een militaire ambulance in eerste instantie de marinier. Ter hoogte van de luchthaven werd hij overgeplaatst in een gewone ambulance om overgebracht te worden naar het ziekenhuis.
Boze collega’s van de gewonde marinier probeerden te voorkomen dat lokale fotografen op dat moment foto’s van de man maakten. Politieagenten kwamen tussen beiden om escalatie te voorkomen.
(ANP/Nu.nl, 24 oktober 2012)
dinsdag 23 oktober 2012
Hr. MS. Rotterdam ving bemanning gekaapt schip op
Het amfibisch transportschip Hr. Ms. Rotterdam heeft als eerste bemanningsleden van de MV Orna opgevangen die kort daarvoor waren vrijgelaten door Somalische piraten. Na bijna 2 jaar vast te hebben gezeten in de Somalische kustplaats Haradeera, mocht het bulkvrachtschip Orna met een sleepboot de haven verlaten.
Vroeg in de ochtend ontmoette het Nederlandse vlaggenschip van de NAVO-taakgroep 508 de sleepboot en vrachtschip, dat vaart onder Panamese vlag. Behalve het verlenen van de eerste medische hulp verstrekte het marinepersoneel voedsel en water en hielp bij het plaatsen van een permanente sleeptros. Militairen van de Rotterdam gingen met behulp van de helikopter en een FRISC snelle motorboot aan boord van de Orna.
Relatief goed
"De bemanning was erg opgelucht om ons te zien. Ik was aan boord van de Orna bij het aanbreken van de ochtend. Een eerste gesprek, een telefoontje naar huis, wat aandacht, het betekende allemaal veel voor de bemanningsleden. We hebben daar medische controle uitgevoerd, voorzien in voedsel en water en het bieden van een luisterend oor in het algemeen”, vertelde scheepsarts luitenant-ter-zee-1 Ilse Rijkers, na afloop. “Wij troffen de bemanning in relatief goede fysieke gezondheid. Door elkaar te helpen, hebben ze de verschrikkelijke omstandigheden kunnen doorstaan."
Na de vrijlating van de voornamelijk Syrische bemanningsleden van de Orna worden nog ruim 140 zeelieden in gijzeling gehouden op 5 gekaapte schepen voor de kust van Somalië. Behalve de assistentie aan het bevrijdde schip voer Hr. Ms. Rotterdam diverse patrouilles uit voor de oostkust van Somalië. De landingsvoertuigen van het schip opereerden daarbij meerdere dagen zelfstandig voor de kust. Op open zee werd met behulp van het Amerikaanse bevoorradingsschip USNS Laramie brandstof aan boord genomen.
(ministerie van Defensie, 23 oktober 2012)
NB: dit bericht vermeldt niet hoeveel bemanningsleden van de Orna nog aan boord waren. Volgens Somalische bronnen zijn er van de oorspronkelijke 19 man nog 6 in gijzeling bij twee elkaar beconcurrerende piratengroepen.
Vroeg in de ochtend ontmoette het Nederlandse vlaggenschip van de NAVO-taakgroep 508 de sleepboot en vrachtschip, dat vaart onder Panamese vlag. Behalve het verlenen van de eerste medische hulp verstrekte het marinepersoneel voedsel en water en hielp bij het plaatsen van een permanente sleeptros. Militairen van de Rotterdam gingen met behulp van de helikopter en een FRISC snelle motorboot aan boord van de Orna.
Relatief goed
"De bemanning was erg opgelucht om ons te zien. Ik was aan boord van de Orna bij het aanbreken van de ochtend. Een eerste gesprek, een telefoontje naar huis, wat aandacht, het betekende allemaal veel voor de bemanningsleden. We hebben daar medische controle uitgevoerd, voorzien in voedsel en water en het bieden van een luisterend oor in het algemeen”, vertelde scheepsarts luitenant-ter-zee-1 Ilse Rijkers, na afloop. “Wij troffen de bemanning in relatief goede fysieke gezondheid. Door elkaar te helpen, hebben ze de verschrikkelijke omstandigheden kunnen doorstaan."
Na de vrijlating van de voornamelijk Syrische bemanningsleden van de Orna worden nog ruim 140 zeelieden in gijzeling gehouden op 5 gekaapte schepen voor de kust van Somalië. Behalve de assistentie aan het bevrijdde schip voer Hr. Ms. Rotterdam diverse patrouilles uit voor de oostkust van Somalië. De landingsvoertuigen van het schip opereerden daarbij meerdere dagen zelfstandig voor de kust. Op open zee werd met behulp van het Amerikaanse bevoorradingsschip USNS Laramie brandstof aan boord genomen.
(ministerie van Defensie, 23 oktober 2012)
NB: dit bericht vermeldt niet hoeveel bemanningsleden van de Orna nog aan boord waren. Volgens Somalische bronnen zijn er van de oorspronkelijke 19 man nog 6 in gijzeling bij twee elkaar beconcurrerende piratengroepen.
Uitbetaling ereschuld veteranen begonnen
Defensie is deze week begonnen met de uitbetaling van de zogenoemde ereschuld aan veteranen. De bijzondere uitkering komt toe aan hen die tijdens of door toedoen van een uitzending lichamelijk of psychisch gewond zijn geraakt en die hier nog dagelijks gevolgen van ervaren.
“Mijn waardering voor deze bijzondere veteranen, kan ik niet uitdrukken in geld. Maar met deze tegemoetkoming krijgen zij, die een hoge prijs betaalden voor nationale en internationale veiligheid, wel de erkenning en de vergoeding waar ze recht op hebben”, aldus minister Hans Hillen.
De regeling geldt voor veteranen van wie is vastgesteld dat ze tijdens oorlogsomstandigheden en crisisbeheersingsoperaties door de dienst invalide zijn geworden. Voorwaarde is dat de veteranen hun invaliditeit opliepen voor 1 juli 2007. Ook moeten ze voor deze datum zijn ontslagen en dienden ze voor 1 juni van dit jaar hun eerste aanvraag voor militair invaliditeitspensioen in.
Eenmalig
De netto uitkering is eenmalig. De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van het vastgestelde invaliditeitspercentage. Het maximum bedrag dat kan worden uitgekeerd per veteraan is €125.000. Bij een invaliditeitspercentage van 40 procent ontvangt de veteraan €125.000 x 0,40 = €50.000. Verwacht wordt dat de ereschuld aan het einde van dit jaar volledig is ingelost.
Vast onderdeel
Voor invalide veteranen die niet in aanmerking komen voor deze ereschuldregeling, bijvoorbeeld omdat ze na 1 juli zijn ontslagen, geldt dat zij aanspraak kunnen maken op de nieuwe schadevergoedingsregeling die is opgenomen in het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. Hierdoor is de vergoeding van restschade bij militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vast onderdeel van hun rechtspositie.
Mijlpaal
De ereschuld is al lange tijd onderwerp van discussie. Vorig jaar november werd een bedrag van €110 miljoen beschikbaar gesteld om de ereschuld in te lossen. Dit werd gezien als een mijlpaal in het veteranenbeleid. Ook de militaire vakbonden zijn akkoord met de manier van inlossing. ‘Nu de vergoedingen worden verstrekt, komt er voor veel veteranen een eind aan het lange wachten en wordt het boek naar ieders tevredenheid gesloten. Pijn en verdriet halen we hiermee niet weg, maar hopelijk werkt deze vorm van erkenning wel verzachtend’, aldus Hillen.
(ministerie van Defensie, 23 oktober 2012)
Zie ook: Ereschuld veteranen geregeld d.d. 12 juni 2012
“Mijn waardering voor deze bijzondere veteranen, kan ik niet uitdrukken in geld. Maar met deze tegemoetkoming krijgen zij, die een hoge prijs betaalden voor nationale en internationale veiligheid, wel de erkenning en de vergoeding waar ze recht op hebben”, aldus minister Hans Hillen.
De regeling geldt voor veteranen van wie is vastgesteld dat ze tijdens oorlogsomstandigheden en crisisbeheersingsoperaties door de dienst invalide zijn geworden. Voorwaarde is dat de veteranen hun invaliditeit opliepen voor 1 juli 2007. Ook moeten ze voor deze datum zijn ontslagen en dienden ze voor 1 juni van dit jaar hun eerste aanvraag voor militair invaliditeitspensioen in.
Eenmalig
De netto uitkering is eenmalig. De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van het vastgestelde invaliditeitspercentage. Het maximum bedrag dat kan worden uitgekeerd per veteraan is €125.000. Bij een invaliditeitspercentage van 40 procent ontvangt de veteraan €125.000 x 0,40 = €50.000. Verwacht wordt dat de ereschuld aan het einde van dit jaar volledig is ingelost.
Vast onderdeel
Voor invalide veteranen die niet in aanmerking komen voor deze ereschuldregeling, bijvoorbeeld omdat ze na 1 juli zijn ontslagen, geldt dat zij aanspraak kunnen maken op de nieuwe schadevergoedingsregeling die is opgenomen in het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. Hierdoor is de vergoeding van restschade bij militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vast onderdeel van hun rechtspositie.
Mijlpaal
De ereschuld is al lange tijd onderwerp van discussie. Vorig jaar november werd een bedrag van €110 miljoen beschikbaar gesteld om de ereschuld in te lossen. Dit werd gezien als een mijlpaal in het veteranenbeleid. Ook de militaire vakbonden zijn akkoord met de manier van inlossing. ‘Nu de vergoedingen worden verstrekt, komt er voor veel veteranen een eind aan het lange wachten en wordt het boek naar ieders tevredenheid gesloten. Pijn en verdriet halen we hiermee niet weg, maar hopelijk werkt deze vorm van erkenning wel verzachtend’, aldus Hillen.
(ministerie van Defensie, 23 oktober 2012)
Zie ook: Ereschuld veteranen geregeld d.d. 12 juni 2012
maandag 22 oktober 2012
Vierde lichting politietrainers vertrekt naar Kunduz
De vierde lichting militairen van de Geïntegreerde Politie Trainingsmissie vertrekt dinsdag 23 oktober vanaf vliegbasis Eindhoven naar de provincie Kunduz in Afghanistan. De vierde rotatie bestaat naast marechaussees vooral uit militairen van de luchtmobiele brigade.
De militairen staan onder leiding van kolonel Roland de Jong. Het civiele gedeelte van de missie staat onder leiding van Mr. Geoffrey van Leeuwen van Buitenlandse zaken en Michel Oz van Veiligheid en Justitie. Gezamenlijk vormen zij de leiding van de Geïntegreerde Politie Trainingsmissie.
De Geïntegreerde Politie Trainingsmissie richt zich op de opleiding en training van Afghaanse civiele politieagenten en op het versterken van de justitiële keten. Met de verschillende opleidingen en trainingen is het doel tot medio 2014 een kwaliteitsimpuls te geven aan de politie door agenten van de Afghan Uniformed Police (AUP) in Kunduz opleidingen te bieden en te begeleiden bij de uitvoering in de praktijk.
De afgelopen maanden hebben de Nederlandse politietrainers de trainingen uitgebreid naar vier verschillende districten in de provincie Kunduz. Daarmee wordt ongeveer 75% van alle agenten bereikt. De komende periode staat vooral in het teken van het mentoren en begeleiden van de Afghaanse agenten en trainers.
(ministerie van Defensie, 22 oktober 2012)
Zie ook: Politietraining Kunduz deels opgeschort d.d. 18 oktober
De militairen staan onder leiding van kolonel Roland de Jong. Het civiele gedeelte van de missie staat onder leiding van Mr. Geoffrey van Leeuwen van Buitenlandse zaken en Michel Oz van Veiligheid en Justitie. Gezamenlijk vormen zij de leiding van de Geïntegreerde Politie Trainingsmissie.
De Geïntegreerde Politie Trainingsmissie richt zich op de opleiding en training van Afghaanse civiele politieagenten en op het versterken van de justitiële keten. Met de verschillende opleidingen en trainingen is het doel tot medio 2014 een kwaliteitsimpuls te geven aan de politie door agenten van de Afghan Uniformed Police (AUP) in Kunduz opleidingen te bieden en te begeleiden bij de uitvoering in de praktijk.
De afgelopen maanden hebben de Nederlandse politietrainers de trainingen uitgebreid naar vier verschillende districten in de provincie Kunduz. Daarmee wordt ongeveer 75% van alle agenten bereikt. De komende periode staat vooral in het teken van het mentoren en begeleiden van de Afghaanse agenten en trainers.
(ministerie van Defensie, 22 oktober 2012)
Zie ook: Politietraining Kunduz deels opgeschort d.d. 18 oktober
woensdag 17 oktober 2012
Video: oefening 'Joint Warrior'
Een vlootverband van de Netherlands Maritime Forces (NLMARFOR), bestaande uit het vlaggenschip Hr. Ms. Evertsen, Hr. Ms. De Ruyter en de Zeeland, heeft van half september 2012 tot half oktober 2012 deelgenomen aan de internationale oefening Joint Warrior.
Naast de 3 Nederlandse schepen, onder leiding van commandeur Peter Lenselink, deden er nog eens 40 Zweedse, Britse en Amerikaanse vliegtuigen en 24 schepen van andere landen mee aan de oefening.
Vlak voor het eind van de oefening blikken de deelnemers terug op de oefening en geven nut en noodzaak aan.
(ministerie van Defensie, oktober 2012)
dinsdag 16 oktober 2012
Defensie neemt kortegolf-zendstation Zeewolde over
Het kortegolfzendstation in Zeewolde is gekocht door het Ministerie van Defensie. Dit bericht Omroep Flevoland vandaag. Het zendstation is lange tijd gebruikt door Radio Nederland Wereldomroep.
Defensie gaat de kortegolfzenders in het buitengebied gebruiken voor communicatie tussen hoofdkwartieren en militaire eenheden in het veld of op schepen. Het station in Zeewolde is een back-up. De zender wordt alleen gebruikt als andere communicatiemiddelen uitvallen.
Volgens Defensie verandert er voor de omgeving niets en zijn er gesprekken geweest met de agrariërs in de omgeving. In het verleden zeiden de boeren dat de radiostraling slecht voor de gezondheid is. Op de website van Omroep Flevoland is een interview te horen met Bart van Veldhuysen van het Ministerie van Defensie
Het kortegolf-zendstation is in het verleden gebruikt voor Radio Nederland Wereldomroep. De installatie bestond uit vier zenders van 500 kilowatt met 17 richtantennes voor de verste uithoeken van de aarde en twee rondstraalantennes voor Europa. In 1987 wordt het zendstation officieel geopend door prins Claus. Vanwege verplichte Europese aanbestedingsprocedures zendt de Wereldomroep in 2007 voor het laatst uit via het zendstation in Zeewolde en gebruikt men daarna twintig verschillende zendstations verspreid over de wereld.
Momenteel zendt GrootNieuwsRadio nog wel uit vanuit Zeewolde. Dit gebeurt via de middengolfzender op 1008 kHz.
(Media Magazine, 16 oktober 2012)
Defensie gaat de kortegolfzenders in het buitengebied gebruiken voor communicatie tussen hoofdkwartieren en militaire eenheden in het veld of op schepen. Het station in Zeewolde is een back-up. De zender wordt alleen gebruikt als andere communicatiemiddelen uitvallen.
Zenderpark Zeewolde. Foto: Wereldomroep |
Volgens Defensie verandert er voor de omgeving niets en zijn er gesprekken geweest met de agrariërs in de omgeving. In het verleden zeiden de boeren dat de radiostraling slecht voor de gezondheid is. Op de website van Omroep Flevoland is een interview te horen met Bart van Veldhuysen van het Ministerie van Defensie
Het kortegolf-zendstation is in het verleden gebruikt voor Radio Nederland Wereldomroep. De installatie bestond uit vier zenders van 500 kilowatt met 17 richtantennes voor de verste uithoeken van de aarde en twee rondstraalantennes voor Europa. In 1987 wordt het zendstation officieel geopend door prins Claus. Vanwege verplichte Europese aanbestedingsprocedures zendt de Wereldomroep in 2007 voor het laatst uit via het zendstation in Zeewolde en gebruikt men daarna twintig verschillende zendstations verspreid over de wereld.
Momenteel zendt GrootNieuwsRadio nog wel uit vanuit Zeewolde. Dit gebeurt via de middengolfzender op 1008 kHz.
(Media Magazine, 16 oktober 2012)
We are British. We do not say 'no'
LCOL Kleinreesink, RNLAF |
If I were to qualify the book in one word, I'd say 'priceless'. It gives a unique insight in what it's like to work in a multinational military headquarters. And while it's light-footed (and at times outright hilarious), the underlying messages are dead serious. By the way, the incoming COMISAF referred to in the excerpt below was British General Sir David Richards, GCB, CBE, DSO, ADC. I should hasten to add that in her book, LCOL Kleinreesink has not mentioned any of the real-world characters by their full name. Likewise, encounters of the hilarious and other kinds are certainly not limited to British generals. On the contrary.
Hans de Vreij, journalist
(...)
One of the things I ponder that afternoon in Destille Garden is the new Commander’s Intent. The new British general, COMISAF, intends to spend the first two months of this command visiting all the key leaders in Afghanistan. A very commendable initiative, which might result in some logistical challenges. As a fully assimilated Italian, I therefore decide to spend my unexpected ‘afternoon off’ by inviting one of the Italian staff officers from COMISAF’s office to an espresso.
‘How many people will the new COMISAF travel with during his key leader engagement? His
aid-de-camp, some force protection people, maybe a press officer and a staff officer?’ I ask after some small talk.
‘Oh, no, he wants to travel with a large party. We are talking dozens of people.’
Apparently my face darkens, as my conversation partner asks: ‘Will that be a problem?’
‘Possibly,’ I mutter. ‘Is it true that COMISAF has his own armoured vehicle that he wants to take with him wherever he goes?’
‘Hmm,’ he says and looks around, apparently to decide whether he is willing to say more, but as Milan Palace is busy and we are surrounded by fellow Italians and Brits, he leaves it at that.
‘What are the chances that he is willing to fly without that thing?’ I ask.
‘Unlikely,’ and he gives me an intense look. I gather from this look that the new COMISAF is not only demanding when he travels, but also at the office.
‘Why do you want to know?’ he asks.
‘Because an armoured vehicle probably means that I need an additional plane.’
He nods understandingly: ‘I see your weekly remark about the shortage of planes in the reports. How many do you have? Six, seven?’
‘Try again,‘ I say.
‘Five, four…?’ he tries. I slowly shake my head and hold up two fingers. When it dawns on him what this means, he stops moving for a moment, and thinks.
‘Then how are you going to fly ITAS, the Intra Theatre Airlift System, when COMISAF is on key leader engagement?’ he asks.
Slowly I say: ‘That is exactly what I am wondering, too. I’m afraid that I’ll have to explain to COMISAF that if he wants ITAS to keep flying, he will have to travel by ground, or without his car and the entire party.’
‘I am glad you don’t ask me to deliver that message,’ he says.
The Dutch C-130 planner I carefully sound out over the telephone puts it quite plainly. No intense looks and meaningful ums, just an outspoken: ‘We offered our C-130 to NATO for ITAS, not for VIP flights. We have better use for our C-130. If this happens I’ll withdraw the Dutch offer. And I don’t think you’ll find any other country willing to make their C-130’s available for this.’ I decide to consult with my pillow on how to tell COMISAF that ITAS and key leader engagement from the air are not compatible.
The next morning, however, the colonel delivers me from this problem. For the third time in a week I stand at ease in front of a neatly cleaned desk, this time with the firm intention not to be overwhelmed again.
‘Did you tell COMISAF that he can’t fly?’
‘No, sir,’ I answer, without feeling any impulse to explain myself. If he wants to play boss-subordinate, he can get it.
‘Then why do I get to hear that?’
‘Maybe because I talked to one of COMISAF’s staff officers about his travel plans and the staff officer concluded from our little chat that it is impossible to both fly ITAS and COMISAF with this entire party,’ I say.
Flushed and emphasizing each and every word, the colonel says: ‘We are British. We do not say “no”.’
This time I am prepared. Last night I read the standard operating procedure which clearly states that the Chief Air Transport is responsible for the upkeep of ITAS and for planning the air transport capacity which has been made available to NATO. Not my department chief. I am to put the mission first and foremost, not nice COMISAF plans or national interests. Therefore I answer with the same emphasis: ‘I am NATO. It is my call. I do say “no”.’
(...)
You have read a translated excerpt from 'Officier in Afghanistan’ by Esmeralda Kleinreesink.
Interested in acquiring the foreign rights? Please contact Dutch publisher Meulenhoff via
http://www.meulenhoff.nl/nl/p4cc9c93f583e6/foreign-rights.htm
©translation and Dutch original: Esmeralda Kleinreesink, 2012
Een sluitende aanpak voor maritieme veiligheid
Blog commandeur Ben Bekkering,
11 oktober 2012
Hr. Ms. Rotterdam, het vlaggenschip van TF 508, is net vertrokken van de Seychellen. Ze is klaar voor haar 3e antipiraterijpatrouille langs de kustgebieden van Somalië in het kader van de NAVO-operatie Ocean Shield. Voor velen aan boord was het bezoek aan deze adembenemende verzameling van eilanden in het midden van de Indische Oceaan een zeer welkome gelegenheid om de benen te strekken na een intensieve maand van patrouilles. Een natuurlijk onderdeel van het marineleven.
Succes
Het amfibische vlaggenschip heeft een breed scala van zeer capabele teams en is uitgerust met de meest geavanceerde, moderne hulpmiddelen, van UAV tot snelle landingsvaartuigen. Deze teams en hulpmiddelen hebben reeds succes geboekt: het onderscheppen van piraten op zee zoals de meest recente aanhouding van 7, van piraterij verdachte personen voor de kust van Somalië, het voorkomen van vertrek naar zee en op hetzelfde moment het geruststellen van de lokale bevolking van wat de NAVO doet om de (lokale) veiligheid te verbeteren.
TF 508 zelf is onderdeel van een veel grotere internationale inspanning, bestaande uit taakgroepen van de EU en de Combined Maritime Forces en schepen en vliegtuigen van individuele inzetten van landen zoals China, Japan, Korea, India en Rusland.
Prominente rol
Tijdens het bezoek aan de Seychellen bleek eens te meer dat de internationale samenwerking ter bestrijding van piraterij veel verder reikt dan marine samenwerking alleen. De Seychellen spelen een prominente rol in de internationale antipiraterij-inspanning. Haar rol, evenals haar strategische ligging, heeft vele organisaties naar het eiland getrokken. Mede hierdoor was het mogelijk om gedurende het havenbezoek met diplomatieke-, politieke-, juridische-, inlichtingen en rechtshandhaving- en industriële vertegenwoordigers ideeën uit te wisselen en informatie te delen. Piraterij is een internationale misdaad die plaatsvindt op volle zee, maar waarbij een veelzijdige aanpak die zich uitstrekt over het strand en op de oevers, nodig is.
Samenwerking
Het recente Internationale Maritieme Bureau Rapport schrijft terecht de daling van de piraterijslagingspercentages toe aan de marinepatrouilles en de getroffen maatregelen ter bescherming van koopvaardijschepen, zoals de scheepvaart beveiliging detachementen. Het effect van de bereidheid van landen om vermoedelijke piraten te berechten mag echter niet worden onderschat.
Hr. Ms. Rotterdam |
De samenwerking tussen marines en hun officieren van justitie om acties te legitimeren. De samenwerking tussen diplomatieke posten van verschillende naties om zich te richten op een overeenkomst tot overdracht en samenwerking tussen juridische en inlichtingendiensten zodat verworven informatie juist en tijdig beschikbaar is wanneer nodig.
Effect
Al deze acties zijn noodzakelijk. Ze hebben gedurende de afgelopen jaren kunnen rijpen en, belangrijker nog, ze zijn van invloed. Er is geen betere plaats om te dit effect te zien dan in de Seychellen. Mariniers van Hr. Ms. Rotterdam hebben getraind met de Seychellen Coast Guard om de interoperabiliteit te verbeteren. Tijdens strategische besprekingen is gezocht naar manieren om de uitwisseling van informatie over de visgronden en maritieme patrouilles te optimaliseren.
We zijn getuige geweest van voorleiding van 6 vermoedelijke piraten (aangehouden door de Rotterdam op 13 augustus) voor een rechter in Port Victoria High Court. Daarnaast ondersteunden wij een NAVO-delegatie bij het sluiten van overeenkomsten met de autoriteiten op de Seychellen. Deze zullen bijdragen aan het op een effectieve wijze uitvoeren van antipiraterij-operaties.
Ook heb ik de Nederlandse minister van Defensie vergezeld tijdens een vergadering met de minister van Binnenlandse Zaken van de Seychellen om onze waardering voor de antipiraterij-inspanning uit te drukken en de inzet en samenwerking tussen beide landen te onderstrepen.
Duurzame oplossing
De piraten zijn nog steeds aanwezig maar nemen in aantal af. De volgende maand zal waarschijnlijk uitwijzen of deze daling structureel of seizoensgebonden is. Of laat het ‘piraterij business model’ haar eerste scheuren zien. Scheuren die we kunnen gebruiken om een duurzame oplossing te garanderen. Om dat te doen moeten we de druk verder opvoeren, met gebruikmaking van alle instrumenten en middelen, gezamenlijke, gecombineerde en inter-agentschap. Er is geen betere manier om dat te bereiken dan door de inzet van velen in en rond de Seychellen zoals de afgelopen week is gedaan.
Maritieme veiligheid
Misschien kunnen de opgedane ervaringen tijdens dit bezoek ook worden gebruikt voor het ontwikkelen van ideeën over hoe duurzame maritieme veiligheid te garanderen voor het tijdperk ná de piraterij. De Indische Oceaan is belangrijk voor velen, voor de wereldeconomie en de mondiale veiligheid. Het kan nuttig zijn om alle gezamenlijke, gecombineerde, samenwerking en inter-agentschap van de internationale antipiraterij-inspanning in een model voor maritieme beveiligingoperaties te voegen. Wellicht een geschikt onderwerp voor een volgende blog misschien.
(Koninklijke Marine, 11 oktober 2012)
maandag 15 oktober 2012
Column: Hoorzitting
Vorige week schreef ik dat ik een kentering proefde in het denken over het belang van de krijgsmacht voor Nederland. Ik ontving deze week weer meer signalen die dat gevoel versterken.
Zo schreef Ashfin Ellian (Elsevier) in zijn blog "Onze krijgsmachten zijn verweesd geraakt": "Een kabinet van VVD en PvdA moet niet bezuinigen op het defensiebudget. .... Doen ze dat, dan moeten ze lef hebben en de strijdkrachten opheffen. Dat is veel beter en geruststellender. Waarom? Dan zou de papieren realiteit samenvallen met de echte realiteit: Nederland heeft dan geen echte strijdkrachten meer."
Maar dat is niet de wens van het Nederlandse volk, want uit een poll op de Telegraaf-site (De stelling van de dag, 10 oktober) bleek dat 74% van de respondenten het nieuw te vormen kabinet oproept om juist te stoppen met bezuinigen op Defensie. Bijna twee derde van de deelnemers zegt zich niet meer veilig te voelen in Nederland als verder op Defensie wordt bezuinigd . Al met al vinden de respondenten dat de VVD de rug recht moet houden tegenover de PvdA en de komende regeerperiode niet mag korten op het budget van de krijgsmacht: „Het is tenslotte zo dat ook verzekeringen veel kosten. Tot je ze nodig hebt.”
Afgelopen vrijdag werd de Nobelprijs voor de Vrede aan de Europese Unie toegekend. Ik werd (aangenaam) verrast toen Diederik Samsom (PvdA) daarop twitterde: “Nobelprijs EU is mooi eerbetoon, maar vooral een opdracht aan deze generatie politici: weet wat er op het spel staat. #veiligheid #welvaart”. Hoewel er even werd gesuggereerd dat het een fake-twitteraccount betrof, kwam het bericht écht uit zijn iPhone! Hoopgevend voor de mensen die het beste met Nederland en de krijgsmacht vóór hebben - en een opsteker voor de VVD-onderhandelaars, dunkt me!
Verontrustend is wel weer dat 55% van de respondenten op de ‘Stelling van de Dag’ aangaf niet te weten dat de krijgsmacht een belangrijke taak heeft de hulpdiensten en nationale en lokale overheden te ondersteunen (één van de drie hoofdtaken zelfs). In 2011 gebeurde dat 2.226 keer! Ook bij de oefening van het CIMIC-bataljon in hartje Rotterdam afgelopen weekeinde bleek dat té veel mensen geen idee hebben over de samenwerking van Defensie met burgerorganisaties, de civiel-militaire samenwerking.
Deze observaties onderstrepen het belang dat minister Hillen al sinds zijn aantreden hecht aan het creëren van een breed draagvlak voor de krijgsmacht onder de Nederlandse bevolking. Ook de officierenverenigingen spannen zich in om het draagvlak voor een voor haar taken berekende krijgsmacht te vergroten. Een enorme uitdaging, nadat de krijgsmacht door achtereenvolgende maatregelen in de vorige eeuw letterlijk uit het straatbeeld werd geweerd; onder meer door niet meer te défileren bij bijzondere evenementen als beëdigingen of commando-overdrachten. Of, zoals iemand cynisch twitterde: “Met dank aan 10 jaar slechte defensie strategische communicatie!”.
De Vaste Kamercommissie voor Defensie VCD houdt op 29 oktober een hoorzitting over de bezuinigingen bij Defensie. Een prima initiatief van CDA-kamerlid Raymond Knops, breed gesteund. Naast de beroepsvereniging GOV|MHB, professionals bij Defensie, zijn voor deze hoorzitting uitgenodigd:
- de Adviesraad Internationale Vraagstukken AIV, vanwege hun advies “Krijgsmacht in de knel”;
- het Haags Centrum voor Strategische Studies HCSS vanwege het rapport “De waarde van Defensie”;
- de oud-SG NAVO Jaap de Hoop Scheffer (“er moet € 1 miljard bij de Defensiebegroting”) en
- Elsevier- en Buitenhof-columnist Syp Wynia.
De GOV|MHB krijgt de gelegenheid de petitie ‘Handen af van defensie’ te duiden. Dat de commandanten van de marine, de landmacht, de luchtmacht, de marechaussee én de Hoofddirecteur personeel van Defensie deze petitie tegen verdere bezuinigingen hebben ondertekend, is een krachtig signaal. Dat geeft de petitie een bijzondere status. Want hieruit blijkt dat zij verdere bezuinigingen écht niet meer zien zitten. Een signaal naar hun mensen, maar zeker ook een signaal naar de Nederlandse politiek dat zal doorklinken tijdens de hoorzitting.
Reageren?
(Voorzitter KVMO, KLTZA Rob Hunnego, 15 oktober 2012)
Zo schreef Ashfin Ellian (Elsevier) in zijn blog "Onze krijgsmachten zijn verweesd geraakt": "Een kabinet van VVD en PvdA moet niet bezuinigen op het defensiebudget. .... Doen ze dat, dan moeten ze lef hebben en de strijdkrachten opheffen. Dat is veel beter en geruststellender. Waarom? Dan zou de papieren realiteit samenvallen met de echte realiteit: Nederland heeft dan geen echte strijdkrachten meer."
Maar dat is niet de wens van het Nederlandse volk, want uit een poll op de Telegraaf-site (De stelling van de dag, 10 oktober) bleek dat 74% van de respondenten het nieuw te vormen kabinet oproept om juist te stoppen met bezuinigen op Defensie. Bijna twee derde van de deelnemers zegt zich niet meer veilig te voelen in Nederland als verder op Defensie wordt bezuinigd . Al met al vinden de respondenten dat de VVD de rug recht moet houden tegenover de PvdA en de komende regeerperiode niet mag korten op het budget van de krijgsmacht: „Het is tenslotte zo dat ook verzekeringen veel kosten. Tot je ze nodig hebt.”
Afgelopen vrijdag werd de Nobelprijs voor de Vrede aan de Europese Unie toegekend. Ik werd (aangenaam) verrast toen Diederik Samsom (PvdA) daarop twitterde: “Nobelprijs EU is mooi eerbetoon, maar vooral een opdracht aan deze generatie politici: weet wat er op het spel staat. #veiligheid #welvaart”. Hoewel er even werd gesuggereerd dat het een fake-twitteraccount betrof, kwam het bericht écht uit zijn iPhone! Hoopgevend voor de mensen die het beste met Nederland en de krijgsmacht vóór hebben - en een opsteker voor de VVD-onderhandelaars, dunkt me!
Verontrustend is wel weer dat 55% van de respondenten op de ‘Stelling van de Dag’ aangaf niet te weten dat de krijgsmacht een belangrijke taak heeft de hulpdiensten en nationale en lokale overheden te ondersteunen (één van de drie hoofdtaken zelfs). In 2011 gebeurde dat 2.226 keer! Ook bij de oefening van het CIMIC-bataljon in hartje Rotterdam afgelopen weekeinde bleek dat té veel mensen geen idee hebben over de samenwerking van Defensie met burgerorganisaties, de civiel-militaire samenwerking.
Deze observaties onderstrepen het belang dat minister Hillen al sinds zijn aantreden hecht aan het creëren van een breed draagvlak voor de krijgsmacht onder de Nederlandse bevolking. Ook de officierenverenigingen spannen zich in om het draagvlak voor een voor haar taken berekende krijgsmacht te vergroten. Een enorme uitdaging, nadat de krijgsmacht door achtereenvolgende maatregelen in de vorige eeuw letterlijk uit het straatbeeld werd geweerd; onder meer door niet meer te défileren bij bijzondere evenementen als beëdigingen of commando-overdrachten. Of, zoals iemand cynisch twitterde: “Met dank aan 10 jaar slechte defensie strategische communicatie!”.
De Vaste Kamercommissie voor Defensie VCD houdt op 29 oktober een hoorzitting over de bezuinigingen bij Defensie. Een prima initiatief van CDA-kamerlid Raymond Knops, breed gesteund. Naast de beroepsvereniging GOV|MHB, professionals bij Defensie, zijn voor deze hoorzitting uitgenodigd:
- de Adviesraad Internationale Vraagstukken AIV, vanwege hun advies “Krijgsmacht in de knel”;
- het Haags Centrum voor Strategische Studies HCSS vanwege het rapport “De waarde van Defensie”;
- de oud-SG NAVO Jaap de Hoop Scheffer (“er moet € 1 miljard bij de Defensiebegroting”) en
- Elsevier- en Buitenhof-columnist Syp Wynia.
De GOV|MHB krijgt de gelegenheid de petitie ‘Handen af van defensie’ te duiden. Dat de commandanten van de marine, de landmacht, de luchtmacht, de marechaussee én de Hoofddirecteur personeel van Defensie deze petitie tegen verdere bezuinigingen hebben ondertekend, is een krachtig signaal. Dat geeft de petitie een bijzondere status. Want hieruit blijkt dat zij verdere bezuinigingen écht niet meer zien zitten. Een signaal naar hun mensen, maar zeker ook een signaal naar de Nederlandse politiek dat zal doorklinken tijdens de hoorzitting.
Reageren?
(Voorzitter KVMO, KLTZA Rob Hunnego, 15 oktober 2012)
zondag 14 oktober 2012
vrijdag 12 oktober 2012
Somalische kapers veroordeeld tot 4,5 jaar cel
De rechtbank Rotterdam heeft negen Somalische mannen veroordeeld tot 4,5 gevangenisstraf wegens zeeroof. Ze gingen bewapend de zee op om schepen te kapen. De mannen werden ook verdacht van poging tot moord op Nederlandse mariniers, maar daarvan zijn ze vrijgesproken.
Gewapend treffen
De verdachten zijn in de wateren bij Somalië aangetroffen op de Feddah, een Iranese vissersboot. Deze boot bleek later bij een eerdere gelegenheid te zijn gekaapt. Nederlandse mariniers benaderden de Feddah om poolshoogte te nemen. De mariniers waren afkomstig van de Hr. Ms. Tromp die ter plekke was in het kader van een internationale antipiraterij-missie. Vervolgens is het tot een gewapend treffen gekomen. Daarbij is over en weer geschoten. Aan boord van de Feddah zijn twee Somaliërs gedood en zes gewond geraakt.
Rechtsmacht
In het vonnis is op de eerste plaats aandacht besteed aan de vraag of er voor Nederland wel rechtsmacht bestaat om de poging tot moord te vervolgen. In reactie op verweren op dit punt heeft de rechtbank geconcludeerd dat Nederland die rechtsmacht heeft. Ook alle andere verweren die gericht waren op het vervolgingsrecht van de officier van justitie zijn verworpen.
Defensiebelangen
Bij het beantwoorden van de vraag of de feiten bewezen konden worden heeft de rechtbank geconstateerd dat het opsporingonderzoek niet altijd de vrije loop heeft kunnen hebben. In het opsporingsonderzoek is namelijk noodgedwongen veel aandacht geweest voor defensiebelangen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat dit uiteindelijk van invloed is op de vraag of de feiten bewezen konden worden.
Vrijspraak
De vrijspraak voor de poging tot moord wordt in het vonnis uitgebreid gemotiveerd. Kort gezegd kan niet worden vastgesteld wie heeft geschoten. De officier van justitie betoogde dat dit niet uitmaakt, omdat het gegeven dat de verdachten bij de zeeroof samenwerkten maakt dat zij ook samenwerkten bij de poging tot moord. Dit betoog wordt in het vonnis niet gevolgd. Dit zou volgens de rechtbank leiden tot een te algemene en te collectieve invulling van het medeplegen, welke onvoldoende recht doet aan de individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid van een verdachte die in het Nederlandse strafrecht nog steeds het uitgangspunt vormt.
Strafmotivering
In de motivering van de straf is het volgende overwogen:
- Het aantal gevallen van zeeroof en daarmee veroorzaakte kapingen van schepen in de wateren bij Somalië is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. De zeerovers treden steeds professioneler, gewelddadiger en overmoediger op.
- Piraterij vormt een ernstige bedreiging voor het internationaal erkende recht op vrije doorgang door internationale wateren. Het vrije vervoer van vracht komt daar ernstig in gevaar.
- Ongunstige omstandigheden in Somalië - zowel in algemene zin als de persoonlijke situatie van de verdachte betreffende - spelen in de straftoemeting een rol. Zij kunnen echter geen rechtvaardiging vormen voor het plegen van strafbare feiten.
- Detentie in Nederland vormt voor de verdachten een zware belasting aangezien zij in detentie een zeer geïsoleerd bestaan leiden.
- Niet geheel voorbijgezien wordt aan het gegeven dat er een gerede kans bestaat dat de verdachten niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat zij niet over een geldige verblijfstitel voor Nederland beschikken.
(Rechtspraak.nl, 12 oktober 2012)
Video van het treffen tussen kapers en mariniers
Gewapend treffen
De verdachten zijn in de wateren bij Somalië aangetroffen op de Feddah, een Iranese vissersboot. Deze boot bleek later bij een eerdere gelegenheid te zijn gekaapt. Nederlandse mariniers benaderden de Feddah om poolshoogte te nemen. De mariniers waren afkomstig van de Hr. Ms. Tromp die ter plekke was in het kader van een internationale antipiraterij-missie. Vervolgens is het tot een gewapend treffen gekomen. Daarbij is over en weer geschoten. Aan boord van de Feddah zijn twee Somaliërs gedood en zes gewond geraakt.
Rechtsmacht
In het vonnis is op de eerste plaats aandacht besteed aan de vraag of er voor Nederland wel rechtsmacht bestaat om de poging tot moord te vervolgen. In reactie op verweren op dit punt heeft de rechtbank geconcludeerd dat Nederland die rechtsmacht heeft. Ook alle andere verweren die gericht waren op het vervolgingsrecht van de officier van justitie zijn verworpen.
Defensiebelangen
Bij het beantwoorden van de vraag of de feiten bewezen konden worden heeft de rechtbank geconstateerd dat het opsporingonderzoek niet altijd de vrije loop heeft kunnen hebben. In het opsporingsonderzoek is namelijk noodgedwongen veel aandacht geweest voor defensiebelangen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat dit uiteindelijk van invloed is op de vraag of de feiten bewezen konden worden.
Vrijspraak
De vrijspraak voor de poging tot moord wordt in het vonnis uitgebreid gemotiveerd. Kort gezegd kan niet worden vastgesteld wie heeft geschoten. De officier van justitie betoogde dat dit niet uitmaakt, omdat het gegeven dat de verdachten bij de zeeroof samenwerkten maakt dat zij ook samenwerkten bij de poging tot moord. Dit betoog wordt in het vonnis niet gevolgd. Dit zou volgens de rechtbank leiden tot een te algemene en te collectieve invulling van het medeplegen, welke onvoldoende recht doet aan de individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid van een verdachte die in het Nederlandse strafrecht nog steeds het uitgangspunt vormt.
Strafmotivering
In de motivering van de straf is het volgende overwogen:
- Het aantal gevallen van zeeroof en daarmee veroorzaakte kapingen van schepen in de wateren bij Somalië is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. De zeerovers treden steeds professioneler, gewelddadiger en overmoediger op.
- Piraterij vormt een ernstige bedreiging voor het internationaal erkende recht op vrije doorgang door internationale wateren. Het vrije vervoer van vracht komt daar ernstig in gevaar.
- Ongunstige omstandigheden in Somalië - zowel in algemene zin als de persoonlijke situatie van de verdachte betreffende - spelen in de straftoemeting een rol. Zij kunnen echter geen rechtvaardiging vormen voor het plegen van strafbare feiten.
- Detentie in Nederland vormt voor de verdachten een zware belasting aangezien zij in detentie een zeer geïsoleerd bestaan leiden.
- Niet geheel voorbijgezien wordt aan het gegeven dat er een gerede kans bestaat dat de verdachten niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat zij niet over een geldige verblijfstitel voor Nederland beschikken.
(Rechtspraak.nl, 12 oktober 2012)
Video van het treffen tussen kapers en mariniers
Duitsland neemt bescherming voedseltransporten Somalië over van Nederland
Het Nederlandse Autonomous Vessel Protection Detachment (AVPD) is vandaag in Djibouti begonnen met de overdracht van hun taak aan Duitse militairen. Ter bescherming tegen piraterij voer het team mariniers de afgelopen 3 maanden mee met humanitaire voedseltransporten van het VN-Wereldvoedselprogramma naar de Somalische havens.
Nederland was het eerste land dat op deze manier een voedseltransportschip van de Verenigde Naties beschermde. In totaal hebben 3 AVPD’s elk 3 maanden meegevaren. De commandant van antipiraterijoperatie Atalanta van de EU, de Britse schout-bij-nacht Duncan Potts: "Ik wil het team en Nederland bedanken voor de zeer belangrijke bijdrage die is geleverd aan Atalanta." Oorspronkelijk zou Defensie deze bijdrage leveren voor de duur van 2 keer 3 maanden, maar vanwege de schaarste van dergelijke teams vroeg de EU om deze periode met 3 maanden te verlengen.
Caroline Scan
Het eerste team, bestaande uit mariniers, een arts en een verpleegkundige, ging op 21 januari van dit jaar aan boord van het voedselschip. Door de hongersnood in Somalië verdriedubbelde het aantal transporten naar het noodlijdende land. Door de inzet van de militairen aan boord van een schip is escortering door een marineschip niet nodig, wat het een stuk efficiënter maakt.
Afname
Het AVPD valt onder de EU-missie Atalanta die, net als Ocean Shield van de NAVO, is gericht op bescherming van de koopvaardij en piraterijbestrijding. Op dit moment voert Nederland het commando over de NAVO-operatie.
De inspanningen voor de kust van Somalië werpen hun vruchten af. Het aantal succesvolle kapingen is sterk afgenomen en het aantal gekaapte schepen daalt. Gisteren nog maakte Hr. Ms. Rotterdam een einde aan de activiteiten van een vermoedelijke piratengroep uit Somalië en op dit moment escorteren 3 Nederlandse beveiligingsteams aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen voor een veilige doortocht door risicogebied.
(ministerie van Defensie, 12 oktober 2012)
Nederland was het eerste land dat op deze manier een voedseltransportschip van de Verenigde Naties beschermde. In totaal hebben 3 AVPD’s elk 3 maanden meegevaren. De commandant van antipiraterijoperatie Atalanta van de EU, de Britse schout-bij-nacht Duncan Potts: "Ik wil het team en Nederland bedanken voor de zeer belangrijke bijdrage die is geleverd aan Atalanta." Oorspronkelijk zou Defensie deze bijdrage leveren voor de duur van 2 keer 3 maanden, maar vanwege de schaarste van dergelijke teams vroeg de EU om deze periode met 3 maanden te verlengen.
Caroline Scan
Het eerste team, bestaande uit mariniers, een arts en een verpleegkundige, ging op 21 januari van dit jaar aan boord van het voedselschip. Door de hongersnood in Somalië verdriedubbelde het aantal transporten naar het noodlijdende land. Door de inzet van de militairen aan boord van een schip is escortering door een marineschip niet nodig, wat het een stuk efficiënter maakt.
Afname
Het AVPD valt onder de EU-missie Atalanta die, net als Ocean Shield van de NAVO, is gericht op bescherming van de koopvaardij en piraterijbestrijding. Op dit moment voert Nederland het commando over de NAVO-operatie.
De inspanningen voor de kust van Somalië werpen hun vruchten af. Het aantal succesvolle kapingen is sterk afgenomen en het aantal gekaapte schepen daalt. Gisteren nog maakte Hr. Ms. Rotterdam een einde aan de activiteiten van een vermoedelijke piratengroep uit Somalië en op dit moment escorteren 3 Nederlandse beveiligingsteams aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen voor een veilige doortocht door risicogebied.
(ministerie van Defensie, 12 oktober 2012)
Rampenbestrijders oefenen voor betere CBRN/E-samenwerking
Rampenbestrijders uit alle kolommen van de publieke veiligheid (Brandweer, Defensie, GHOR, Politie etc.) komen van 15-18 oktober samen in Ossendrecht om met elkaar af te stemmen over de bestrijding van rampen met chemische, biologische, radiologische, nucleaire en explosieve stoffen (CBRN/E). Het is voor het eerst dat op deze schaal en met zoveel verschillende disciplines samen wordt geoefend.
Tijdens de Meerdaagse laten de diverse spelers elkaar zien wat zij kennen en kunnen op dit gebied met demonstraties, workshops en lezingen. Door uitwisseling van kennis en ervaring en de afstemming van processen en procedures, wordt de samenwerking hechter en effectiever.
De Meerdaagse is een initiatief van de Joint CBRN School, een nieuwe speler in het veld, die opleidingen verzorgt voor alle rampenbestrijders. De School valt onder Defensie en heeft vertegenwoordigers van Politie, Brandweer, GHOR, RIVM, NFI en TNO.
De School is opgericht vanwege het (ICMS) tussen Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Defensie. In dit convenant wordt de ondersteuning beschreven die Defensie levert aan de civiele autoriteiten. Hierin is de coördinatie over het CBRN/E-gebied bij Defensie belegd. Naast opleidingen, garandeert Defensie vanaf eind 2012 ook Advies & Assistentie Teams en een Detectie-, Identificatie & Monitoring Team die binnen 2 uur ter plekke kunnen adviseren.
(ministerie van Defensie, 12 oktober 2012)
Tijdens de Meerdaagse laten de diverse spelers elkaar zien wat zij kennen en kunnen op dit gebied met demonstraties, workshops en lezingen. Door uitwisseling van kennis en ervaring en de afstemming van processen en procedures, wordt de samenwerking hechter en effectiever.
De Meerdaagse is een initiatief van de Joint CBRN School, een nieuwe speler in het veld, die opleidingen verzorgt voor alle rampenbestrijders. De School valt onder Defensie en heeft vertegenwoordigers van Politie, Brandweer, GHOR, RIVM, NFI en TNO.
De School is opgericht vanwege het (ICMS) tussen Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Defensie. In dit convenant wordt de ondersteuning beschreven die Defensie levert aan de civiele autoriteiten. Hierin is de coördinatie over het CBRN/E-gebied bij Defensie belegd. Naast opleidingen, garandeert Defensie vanaf eind 2012 ook Advies & Assistentie Teams en een Detectie-, Identificatie & Monitoring Team die binnen 2 uur ter plekke kunnen adviseren.
(ministerie van Defensie, 12 oktober 2012)
donderdag 11 oktober 2012
'Nederlander weet niet wat huidige krijgsmacht allemaal doet'
De samenwerking van Defensie met burgerorganisaties, het zogeheten civiel-militaire werk, zou veel meer bekendheid moeten krijgen bij het grote publiek. 'Veel Nederlanders weten eigenlijk niet eens wat de huidige krijgsmacht allemaal doet', stelde luitenant-kolonel Jan Vonk, commandant van het 1 CIMIC Bataljon, vandaag in Rotterdam tijdens een thema-avond over het civiel-militaire werk.
Zijn bataljon oefent vanaf donderdag 3 dagen in het centrum van de stad. De 200 militairen die daarvoor in touw zijn, oefenen het herstel van het openbare leven in de stad na een overstroming van de Maas. De operatie wordt uitgevoerd door beroepsmilitairen en reservisten.
'Soms heerst nog het beeld uit de Koude Oorlog. Maar het leger is aanzienlijk veranderd en dat moet en mag de bevolking weten', aldus Vonk. Hij wees de toehoorders op de toegevoegde waarde van civiel-militaire samenwerking. Die wordt steeds meer een onderdeel van Defensie. En mensen moeten dat weten om zo ook draagvlak te houden voor het belastinggeld dat daaraan wordt uitgegeven, lichtte Vonk toe.
'De Koninklijke Landmacht vecht voor vrede en veiligheid. Het CIMIC Bataljon doet in dat gevecht mee door de civiele omgeving in het militaire besluitvormingsproces te betrekken, want uiteindelijk is een nauwe samenwerking tussen leger en civiele organisaties onmisbaar voor het succes van militaire missie.'
'En onbekend maakt onbemind', stelde veiligheidsadviseur Leonard Hogerbrugge van het ministerie van Buitenlandse Zaken. 'De samenwerking met onder meer Ontwikkelingssamenwerking, de Verenigde Naties, humanitaire organisaties en het Minsterie van Buitenlandse Zaken tijdens missies is van groot belang.' Volgens Hogerbrugge hebben civiel-militaire operaties de toekomst. 'Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie kunnen het niet alleen. De uitdaging is om andere organisaties en elkaar in de voorbereiding nog beter te leren kennen."
(ANP/Parool, 11 oktober 2012)
Website Defensie: 1 CIMIC Bataljon
Zijn bataljon oefent vanaf donderdag 3 dagen in het centrum van de stad. De 200 militairen die daarvoor in touw zijn, oefenen het herstel van het openbare leven in de stad na een overstroming van de Maas. De operatie wordt uitgevoerd door beroepsmilitairen en reservisten.
'Soms heerst nog het beeld uit de Koude Oorlog. Maar het leger is aanzienlijk veranderd en dat moet en mag de bevolking weten', aldus Vonk. Hij wees de toehoorders op de toegevoegde waarde van civiel-militaire samenwerking. Die wordt steeds meer een onderdeel van Defensie. En mensen moeten dat weten om zo ook draagvlak te houden voor het belastinggeld dat daaraan wordt uitgegeven, lichtte Vonk toe.
'De Koninklijke Landmacht vecht voor vrede en veiligheid. Het CIMIC Bataljon doet in dat gevecht mee door de civiele omgeving in het militaire besluitvormingsproces te betrekken, want uiteindelijk is een nauwe samenwerking tussen leger en civiele organisaties onmisbaar voor het succes van militaire missie.'
'En onbekend maakt onbemind', stelde veiligheidsadviseur Leonard Hogerbrugge van het ministerie van Buitenlandse Zaken. 'De samenwerking met onder meer Ontwikkelingssamenwerking, de Verenigde Naties, humanitaire organisaties en het Minsterie van Buitenlandse Zaken tijdens missies is van groot belang.' Volgens Hogerbrugge hebben civiel-militaire operaties de toekomst. 'Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie kunnen het niet alleen. De uitdaging is om andere organisaties en elkaar in de voorbereiding nog beter te leren kennen."
(ANP/Parool, 11 oktober 2012)
Website Defensie: 1 CIMIC Bataljon
Hr. Ms. Rotterdam onderschept vermoedelijke piraten bij Somalië
Hr. Ms. Rotterdam heeft vanochtend een einde gemaakt aan de activiteiten van een vermoedelijke piratengroep uit Somalië. De van piraterij verdachte mannen en hun bootje zijn aan boord van de Rotterdam genomen in afwachting van verdere besluitvorming.
De zoektocht naar de piratengroep begon gistermiddag toen het Spaanse vissersschip Izurdia melding maakte van een aanval door een zogenoemde skiff. “De tijdige en volledige melding van de Izurdia stelde ons in staat gerichte actie te ondernemen. Na goede coördinatie tussen de staven van de NAVO- en EU-taakgroepen was het uiteindelijk de Rotterdam die deze van piraterij verdachte personen wist te onderscheppen”, aldus commandeur Bekkering, commandant van NATO Task Force 508.
Schoten
“Tijdens onze zoektocht is de verdachte skiff door de bemanning op de brug gezien waarna de Cougar-helikopter en een boardingteam zijn ingezet”, laat de commandant van de Rotterdam, kapitein-ter-zee Huub Hulsker, weten. “Vanuit de helikopter is de verdachte skiff met waarschuwingsschoten tot stoppen gedwongen. Het boardingteam heeft de 7 verdachten meegenomen naar Hr. Ms. Rotterdam waar ze worden vastgehouden.”
Task Force 508
Hr. Ms. Rotterdam heeft haar patrouille voor Operatie Ocean Shield, de NAVO-bijdrage aan de internationale antipiraterijmissie in de wateren rondom de Hoorn van Afrika, inmiddels vervolgd. Aan boord van het vlaggenschip van NATO Task Force 508 bevinden zich ongeveer 350 militairen van alle krijgsmachtdelen en uit 8 verschillende NAVO-landen.
(Ministerie van Defensie, 11 oktober 2012)
Aanhouding door mariniers. Foto: Kon. Marine |
De zoektocht naar de piratengroep begon gistermiddag toen het Spaanse vissersschip Izurdia melding maakte van een aanval door een zogenoemde skiff. “De tijdige en volledige melding van de Izurdia stelde ons in staat gerichte actie te ondernemen. Na goede coördinatie tussen de staven van de NAVO- en EU-taakgroepen was het uiteindelijk de Rotterdam die deze van piraterij verdachte personen wist te onderscheppen”, aldus commandeur Bekkering, commandant van NATO Task Force 508.
Schoten
“Tijdens onze zoektocht is de verdachte skiff door de bemanning op de brug gezien waarna de Cougar-helikopter en een boardingteam zijn ingezet”, laat de commandant van de Rotterdam, kapitein-ter-zee Huub Hulsker, weten. “Vanuit de helikopter is de verdachte skiff met waarschuwingsschoten tot stoppen gedwongen. Het boardingteam heeft de 7 verdachten meegenomen naar Hr. Ms. Rotterdam waar ze worden vastgehouden.”
Task Force 508
Hr. Ms. Rotterdam heeft haar patrouille voor Operatie Ocean Shield, de NAVO-bijdrage aan de internationale antipiraterijmissie in de wateren rondom de Hoorn van Afrika, inmiddels vervolgd. Aan boord van het vlaggenschip van NATO Task Force 508 bevinden zich ongeveer 350 militairen van alle krijgsmachtdelen en uit 8 verschillende NAVO-landen.
(Ministerie van Defensie, 11 oktober 2012)
EU heeft primeur: Somalische piraten weer op volle zee
Aanhouding van de piraten. ITS San Giusto op de achtergrond. Foto: EUNAVFOR |
De verdachte skiff (met twee buitenboordmotoren, 20 vaten brandstof en een ladder) werd aangetroffen op 180 zeemijlen (ruim 300 km) ten oosten van het eiland Socotra. Zoals uit de foto van de aanhouding blijkt is de zee in het Somalisch Bassin nu zeer rustig; de zuid-west moesson is afgelopen. Dit maakt het mogelijk om ook met kleine bootjes de volle zee op te gaan. Nadat de piraten waren aangehouden is hun skiff vernietigd.
Klik hier voor het Engelstalige persbericht over de aanhouding.
(Defensie weblog, 11 oktober 2012)
Niemand weet zich goed raad met de dood
Recensie van de film Gesneuveld.
Regie: Robert Oey.
In: 6 bioscopen.
Tussen 2006 en 2010 sneuvelden 25 Nederlandse militairen in Afghanistan. „Niemand kan begrijpen wat de ander voelt”, zegt een van de geïnterviewden in Gesneuveld, Robert Oey’s documentaire over de nabestaanden van deze omgekomen militairen. Zijn film doet een poging wél te begrijpen wat de ander voelt en komt daarin heel ver. Er zijn de bekende gemeenplaatsen als het gaat over de dood, zoals „het leven gaat door”. Ook passeren netjes alle stadia van rouwverwerking de revue, van ontkenning tot acceptatie.
Maar door Oey’s gedetailleerde aanpak ontstijgt zijn film al snel zulke algemeenheden. Een aantal nabestaanden mag uitgebreid zijn of haar verhaal doen over hoe zij omgaan met hun grote verlies. Zo ontstaat een staalkaart van emoties. Op subtiele wijze brengt Oey al hun reacties onder in een slimme structuur, van de militaire ‘berichtgevers’ in burgerkleding die doodsberichten moeten overbrengen aan families naar een herdenkingsbijeenkomst; en van Nederland naar Kunduz en weer terug. De film eindigt met beelden van een feestende massa op het eindejaarsgala van de Koninklijke Militaire Academie. Een passende illustratie dat het leven inderdaad doorgaat.
In de proloog en epiloog van Gesneuveld zien we hetzelfde meisje op het strand spelen. Eerst in Nederland, later in Engeland. Het lijkt een onschuldig en zelfs hoopgevend beeld, maar halverwege de film blijkt dat zij uit schuldgevoel over de dood van haar vader haar vingers in een staafmixer stopte. Als haar moeder hulp zoekt bij Defensie wordt zij doorverwezen naar bureau Jeugdzorg, met als argument dat Defensie ook niet zo goed weet hoe om te gaan met zulke heftige zaken. Dat niemand raad weet met de dood en het onvermogen om over verdriet te praten loopt als een rode draad door Gesneuveld.
Meer nog dan de interviews, die vaak emotioneel verlopen, zijn het details die aangrijpen. Zoals een scène waarin een jongetje op de trompet van zijn overleden vader probeert te spelen. Of het moment waarop een vrouw en haar dochters de foto’s gaan bekijken van hun verminkte man en vader. Op advies van Defensie was de bij een bomaanslag omgekomen man begraven in een gesloten kist, maar dat gaf een van de dochters het gevoel dat hij er nog was. Zien is geloven, hoe gruwelijk de foto’s waarschijnlijk ook zijn – heel kies laat Oey ze niet zien.
Iedereen rouwt op zijn of haar manier. De een klapt dicht, de ander praat er open over. De een vindt troost in het geloof, de ander is kwaad over de protocollaire blunders die werden gemaakt waardoor zijn zoon omkwam door ‘eigen vuur’. Een moeder die haar oogappel verloor wil eigenlijk ook dood, hoewel ze nog een kind en man heeft.
Zo zit Gesneuveld vol indringende verhalen die laten zien hoe de dood levens verwoest, met echtscheidingen en verwijdering tussen kleinkinderen en schoonmoeders tot gevolg. Daarbij klinkt veelvuldig een klaaglijke klarinet en andere stemmige muziek. Muziek die iets te veel zijn stempel drukt op een verder sobere film.
André Waardenburg
(Dit artikel is eerder verschenen in NRC Handelsblad van 10 oktober 2012)
(NRC Handelsblad, 10 oktober 2012)
Regie: Robert Oey.
In: 6 bioscopen.
Kadetten, Koninklijke Militaire Academie. |
Tussen 2006 en 2010 sneuvelden 25 Nederlandse militairen in Afghanistan. „Niemand kan begrijpen wat de ander voelt”, zegt een van de geïnterviewden in Gesneuveld, Robert Oey’s documentaire over de nabestaanden van deze omgekomen militairen. Zijn film doet een poging wél te begrijpen wat de ander voelt en komt daarin heel ver. Er zijn de bekende gemeenplaatsen als het gaat over de dood, zoals „het leven gaat door”. Ook passeren netjes alle stadia van rouwverwerking de revue, van ontkenning tot acceptatie.
Maar door Oey’s gedetailleerde aanpak ontstijgt zijn film al snel zulke algemeenheden. Een aantal nabestaanden mag uitgebreid zijn of haar verhaal doen over hoe zij omgaan met hun grote verlies. Zo ontstaat een staalkaart van emoties. Op subtiele wijze brengt Oey al hun reacties onder in een slimme structuur, van de militaire ‘berichtgevers’ in burgerkleding die doodsberichten moeten overbrengen aan families naar een herdenkingsbijeenkomst; en van Nederland naar Kunduz en weer terug. De film eindigt met beelden van een feestende massa op het eindejaarsgala van de Koninklijke Militaire Academie. Een passende illustratie dat het leven inderdaad doorgaat.
In de proloog en epiloog van Gesneuveld zien we hetzelfde meisje op het strand spelen. Eerst in Nederland, later in Engeland. Het lijkt een onschuldig en zelfs hoopgevend beeld, maar halverwege de film blijkt dat zij uit schuldgevoel over de dood van haar vader haar vingers in een staafmixer stopte. Als haar moeder hulp zoekt bij Defensie wordt zij doorverwezen naar bureau Jeugdzorg, met als argument dat Defensie ook niet zo goed weet hoe om te gaan met zulke heftige zaken. Dat niemand raad weet met de dood en het onvermogen om over verdriet te praten loopt als een rode draad door Gesneuveld.
Meer nog dan de interviews, die vaak emotioneel verlopen, zijn het details die aangrijpen. Zoals een scène waarin een jongetje op de trompet van zijn overleden vader probeert te spelen. Of het moment waarop een vrouw en haar dochters de foto’s gaan bekijken van hun verminkte man en vader. Op advies van Defensie was de bij een bomaanslag omgekomen man begraven in een gesloten kist, maar dat gaf een van de dochters het gevoel dat hij er nog was. Zien is geloven, hoe gruwelijk de foto’s waarschijnlijk ook zijn – heel kies laat Oey ze niet zien.
Iedereen rouwt op zijn of haar manier. De een klapt dicht, de ander praat er open over. De een vindt troost in het geloof, de ander is kwaad over de protocollaire blunders die werden gemaakt waardoor zijn zoon omkwam door ‘eigen vuur’. Een moeder die haar oogappel verloor wil eigenlijk ook dood, hoewel ze nog een kind en man heeft.
Zo zit Gesneuveld vol indringende verhalen die laten zien hoe de dood levens verwoest, met echtscheidingen en verwijdering tussen kleinkinderen en schoonmoeders tot gevolg. Daarbij klinkt veelvuldig een klaaglijke klarinet en andere stemmige muziek. Muziek die iets te veel zijn stempel drukt op een verder sobere film.
André Waardenburg
(Dit artikel is eerder verschenen in NRC Handelsblad van 10 oktober 2012)
(NRC Handelsblad, 10 oktober 2012)
woensdag 10 oktober 2012
Hillen: 'Nederlanders in Kunduz komen niet alleen te staan'
Duitsland blijft ervoor zorgen dat de Nederlandse opleiders in Kunduz hun werk kunnen doen. Dat maakte minister Hans Hillen van Defensie vandaag in Brussel bekend na overleg met zijn Duitse collega Thomas de Maizière.
Hillen uitte gisteren nog zijn bezorgdheid, omdat de Duitsers een deel van hun troepen uit Kunduz willen weghalen in verband met de geleidelijke terugtrekking uit Afghanistan. Na overleg met zijn Duitse collega zijn die zorgen weggenomen.
"Ik weet nog niet wat precies de oplossing zal zijn", zei Hillen. "Dat moet nog worden uitgewerkt. Maar we komen niet alleen te staan.". Zijn Duitse ambtsgenoot zou het probleem op zijn netvlies hebben, zodat "wij ons werk kunnen afmaken''.
'Mogelijk een rol voor Nederland zelf'
Hillen sluit niet uit dat bijvoorbeeld een ander land in het gat springt dat de Duitsers achterlaten. Mogelijk is een rol voor Nederland zelf weggelegd, zo suggereerde hij dinsdag al.
Duitse militairen beschermen de Nederlandse trainers sinds het begin van hun missie vorig jaar. De trainingsmissie loopt tot medio 2014.
(RTLNieuws, 10 oktober 2012)
Hillen uitte gisteren nog zijn bezorgdheid, omdat de Duitsers een deel van hun troepen uit Kunduz willen weghalen in verband met de geleidelijke terugtrekking uit Afghanistan. Na overleg met zijn Duitse collega zijn die zorgen weggenomen.
"Ik weet nog niet wat precies de oplossing zal zijn", zei Hillen. "Dat moet nog worden uitgewerkt. Maar we komen niet alleen te staan.". Zijn Duitse ambtsgenoot zou het probleem op zijn netvlies hebben, zodat "wij ons werk kunnen afmaken''.
'Mogelijk een rol voor Nederland zelf'
Hillen sluit niet uit dat bijvoorbeeld een ander land in het gat springt dat de Duitsers achterlaten. Mogelijk is een rol voor Nederland zelf weggelegd, zo suggereerde hij dinsdag al.
Duitse militairen beschermen de Nederlandse trainers sinds het begin van hun missie vorig jaar. De trainingsmissie loopt tot medio 2014.
(RTLNieuws, 10 oktober 2012)
Hr. Ms. Tromp waagt gok met thuisreis uit de West
door Arie Booy
DEN HELDER – Het luchtverdedigingsfregat Hr. Ms. Tromp ligt nu in groot onderhoud op de marinewerf en dat werd tijd ook. Want door grote problemen met de voortstuwing keerde het schip op halve kracht terug uit de West.
Een mankement aan de dieselelektrische apparatuur aan boord was er de oorzaak van dat slechts één van de twee schroeven benut kon worden. Een opvarende meldt dat het niet eens zoveel gescheeld heeft of het LCF-fregat – één van de paradepaardjes van de vloot – had stil komen te liggen in het zeewater.
Ook van het Marinebredrijf komen berichten over een ‘zeer forse lijst met gebreken’. Woordvoerder overste Robin Middel van de Koninklijke Marine erkent dat de terugreis van het stationsschip uit het Caribische gebied problematisch was.
“De Tromp stond al ingepland voor regulier groot onderhoud na de terugkeer. Tijdens de reis bleek echter dat er een noodreparatie nodig was. Toen stonden we voor de vraag: gaan we een buitenlands dok in en zeer hoge kosten maken, of wagen we het er op en varen we op halve kracht terug? Uiteindelijk pakte dat besluit gunstig uit. De Tromp was zelfs een halve dag eerder in de thuishaven dan gepland. Dat is altijd prettig voor het thuisfront. Was het schip het dok in gegaan dan waren ze later thuis.”
(Helderse Courant, 10 oktober 2012)
DEN HELDER – Het luchtverdedigingsfregat Hr. Ms. Tromp ligt nu in groot onderhoud op de marinewerf en dat werd tijd ook. Want door grote problemen met de voortstuwing keerde het schip op halve kracht terug uit de West.
Een mankement aan de dieselelektrische apparatuur aan boord was er de oorzaak van dat slechts één van de twee schroeven benut kon worden. Een opvarende meldt dat het niet eens zoveel gescheeld heeft of het LCF-fregat – één van de paradepaardjes van de vloot – had stil komen te liggen in het zeewater.
Ook van het Marinebredrijf komen berichten over een ‘zeer forse lijst met gebreken’. Woordvoerder overste Robin Middel van de Koninklijke Marine erkent dat de terugreis van het stationsschip uit het Caribische gebied problematisch was.
“De Tromp stond al ingepland voor regulier groot onderhoud na de terugkeer. Tijdens de reis bleek echter dat er een noodreparatie nodig was. Toen stonden we voor de vraag: gaan we een buitenlands dok in en zeer hoge kosten maken, of wagen we het er op en varen we op halve kracht terug? Uiteindelijk pakte dat besluit gunstig uit. De Tromp was zelfs een halve dag eerder in de thuishaven dan gepland. Dat is altijd prettig voor het thuisfront. Was het schip het dok in gegaan dan waren ze later thuis.”
(Helderse Courant, 10 oktober 2012)
dinsdag 9 oktober 2012
Hillen bezorgd over beveiliging missie Kunduz
Minister Hans Hillen van Defensie maakt zich zorgen over de veiligheid van de Nederlandse politietrainingsmissie in het Afghaanse Kunduz. De opleiders worden op dit moment beveiligd door Duitse en Amerikaanse militairen, maar die kunnen eerder vertrekken dan afgesproken. Hillen zei dat dinsdag in Brussel, waar hij vergadert met zijn collega's uit de andere NAVO-landen.
''We zijn ongerust dat de Duitsers en Amerikanen zich vlugger kunnen terugtrekken. Het is nog niet concreet genoeg, maar we zijn ons wel aan het bezinnen hoe we daar mee om moeten gaan'', aldus de bewindsman.
Een machtswisseling na de verkiezingen in Duitsland volgend jaar zou bijvoorbeeld tot een eerdere terugtrekking van de Duitsers kunnen leiden. De Nederlandse missie, gepland tot eind 2014, heeft dan andere beveiligers nodig.
''Duitsland is onze beschermengel'', aldus Hillen. Maar ook de Duitsers beginnen zich geleidelijk terug te trekken. Als zij zich elders in Afghanistan concentreren, '' is dat te ver voor ons om vandaar uit te opereren in Kunduz'', aldus Hillen. Om het veiligheidsprobleem op te lossen, kunnen de Amerikanen het dan mogelijk overnemen of een ander land, stelt de bewindsman. ''Mogelijk komen we zelf in beeld, ik weet het niet.''
(ANP/Nu.nl, 9 oktober 2012)
Zie ook: Duitsland begint in september met aftocht uit Kunduz, d.d. 25-8-2012)
''We zijn ongerust dat de Duitsers en Amerikanen zich vlugger kunnen terugtrekken. Het is nog niet concreet genoeg, maar we zijn ons wel aan het bezinnen hoe we daar mee om moeten gaan'', aldus de bewindsman.
Een machtswisseling na de verkiezingen in Duitsland volgend jaar zou bijvoorbeeld tot een eerdere terugtrekking van de Duitsers kunnen leiden. De Nederlandse missie, gepland tot eind 2014, heeft dan andere beveiligers nodig.
''Duitsland is onze beschermengel'', aldus Hillen. Maar ook de Duitsers beginnen zich geleidelijk terug te trekken. Als zij zich elders in Afghanistan concentreren, '' is dat te ver voor ons om vandaar uit te opereren in Kunduz'', aldus Hillen. Om het veiligheidsprobleem op te lossen, kunnen de Amerikanen het dan mogelijk overnemen of een ander land, stelt de bewindsman. ''Mogelijk komen we zelf in beeld, ik weet het niet.''
(ANP/Nu.nl, 9 oktober 2012)
Zie ook: Duitsland begint in september met aftocht uit Kunduz, d.d. 25-8-2012)
‘Defensie geen kostenpost, maar juist van grote waarde’
Te vaak wordt Defensie als kostenpost gezien. Dat is het niet. De krijgsmacht heeft ontegenzeggelijk waarde die veelal in harde euro’s is uit te drukken. Bezuinigen op Defensie lost de structurele problemen van de overheidsuitgaven niet op. De Defensiebegroting is bovendien de afgelopen jaren fors gedaald tot een historisch laag niveau.
Aldus luidt een van de conclusies uit het rapport ‘De Waarde van Defensie’ die vandaag door het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) is gepresenteerd. “Meer dan we beseffen, creëert en waarborgt defensie waarde. De krijgsmacht beschermt handelsstromen op zee en bewaakt de nationale en Europese grenzen. Defensie draagt bij aan de digitale veiligheid en steunt de civiele autoriteiten. De baten zijn soms abstract, zoals vrijheid, soms concreet, zoals verminderde piraterij, en in harde euro’s uit te drukken, zoals de effecten op de werkgelegenheid in Nederland”, aldus het rapport.
Ondersteuning
Het HCSS somt daarbij een aantal belangrijke taken en missies op van Defensie. In 2011 werd de krijgsmacht bijvoorbeeld 2226 maal in Nederland ingezet bij de ondersteuning van de civiele hulpdiensten en nationale en lokale overheden. De mate van afhankelijkheid is inmiddels zo groot dat Nederland zonder de krijgsmacht niet opgewassen is tegen grote rampen of calamiteiten: alleen de krijgsmacht heeft specifieke capaciteiten als de explosievenopruimingsdienst én als enige de mogelijkheid om snel en grootschalig onder alle omstandigheden op te treden.
Werk
De Nederlandse defensie-industrie zet jaarlijks 3 miljard euro om, waarvan tweederde wordt geëxporteerd. Defensiebedrijven bieden hoogwaardige werkgelegenheid aan 15.000 mensen. Bovendien is Defensie is een van de grootste opleidingsinstituten van ons land. Via de krijgsmacht komen jaarlijks meer dan 6.000 gediplomeerde, vakkundige en ervaren specialisten terug op de arbeidsmarkt. Daarmee draagt defensie bij aan de instroom van goed opgeleid en ervaren personeel op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Kleine post
De Defensiebegroting voor 2013 bedraagt bijna 7,8 miljard euro en is daarmee een kleine post binnen de rijksuitgaven, zo berekent het HCSS. Afgezet tegen het inwonertal beschikt Nederland in 2012 over de kleinste krijgsmacht van vergelijkbare Europese landen. Zowel qua aantal militairen per 100.000 inwoners, als qua besteding per hoofd van de bevolking en qua percentage van het BNP zitten ons land ruim onder het internationaal gemiddelde. “Op grond van onze welvaart en economische toppositie presteren we militair gezien onder de maat”, luidt de conclusie.
Schaars
Bezuinigen op defensie lijkt een automatisme te zijn geworden, aldus de opstellers van het rapport. "Defensie voert een ongelijke strijd voor schaars overheidsgeld, omdat de kosten van Defensie wel heel zichtbaar zijn, maar de baten blijkbaar niet."
The Hague Centre for Strategic Studies De waarde van Defensie
Beleidsnota | 9 oktober 2012 | pdf, 71 pagina’s, 5 MB
(ministerie van Defensie, 8 oktober 2012)
Aldus luidt een van de conclusies uit het rapport ‘De Waarde van Defensie’ die vandaag door het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) is gepresenteerd. “Meer dan we beseffen, creëert en waarborgt defensie waarde. De krijgsmacht beschermt handelsstromen op zee en bewaakt de nationale en Europese grenzen. Defensie draagt bij aan de digitale veiligheid en steunt de civiele autoriteiten. De baten zijn soms abstract, zoals vrijheid, soms concreet, zoals verminderde piraterij, en in harde euro’s uit te drukken, zoals de effecten op de werkgelegenheid in Nederland”, aldus het rapport.
Ondersteuning
Het HCSS somt daarbij een aantal belangrijke taken en missies op van Defensie. In 2011 werd de krijgsmacht bijvoorbeeld 2226 maal in Nederland ingezet bij de ondersteuning van de civiele hulpdiensten en nationale en lokale overheden. De mate van afhankelijkheid is inmiddels zo groot dat Nederland zonder de krijgsmacht niet opgewassen is tegen grote rampen of calamiteiten: alleen de krijgsmacht heeft specifieke capaciteiten als de explosievenopruimingsdienst én als enige de mogelijkheid om snel en grootschalig onder alle omstandigheden op te treden.
Werk
De Nederlandse defensie-industrie zet jaarlijks 3 miljard euro om, waarvan tweederde wordt geëxporteerd. Defensiebedrijven bieden hoogwaardige werkgelegenheid aan 15.000 mensen. Bovendien is Defensie is een van de grootste opleidingsinstituten van ons land. Via de krijgsmacht komen jaarlijks meer dan 6.000 gediplomeerde, vakkundige en ervaren specialisten terug op de arbeidsmarkt. Daarmee draagt defensie bij aan de instroom van goed opgeleid en ervaren personeel op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Kleine post
De Defensiebegroting voor 2013 bedraagt bijna 7,8 miljard euro en is daarmee een kleine post binnen de rijksuitgaven, zo berekent het HCSS. Afgezet tegen het inwonertal beschikt Nederland in 2012 over de kleinste krijgsmacht van vergelijkbare Europese landen. Zowel qua aantal militairen per 100.000 inwoners, als qua besteding per hoofd van de bevolking en qua percentage van het BNP zitten ons land ruim onder het internationaal gemiddelde. “Op grond van onze welvaart en economische toppositie presteren we militair gezien onder de maat”, luidt de conclusie.
Schaars
Bezuinigen op defensie lijkt een automatisme te zijn geworden, aldus de opstellers van het rapport. "Defensie voert een ongelijke strijd voor schaars overheidsgeld, omdat de kosten van Defensie wel heel zichtbaar zijn, maar de baten blijkbaar niet."
The Hague Centre for Strategic Studies De waarde van Defensie
Beleidsnota | 9 oktober 2012 | pdf, 71 pagina’s, 5 MB
(ministerie van Defensie, 8 oktober 2012)
Prins van Oranje bezoekt Hr. Ms. Rotterdam
De Prins van Oranje heeft een 2-daags bezoek gebracht aan de Nederlandse militairen aan boord van Hr. Ms. Rotterdam voor de kust van Somalië. De kroonprins reisde met de Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp.
Aan boord van Hr. Ms. Rotterdam sprak de prins met bemanningsleden, de verschillende detachementen aan boord en de internationale staf van de NAVO. Met demonstraties liet de bemanning zien welke middelen hen ter beschikking staan en werd uitgelegd hoe de piraterij wordt aangepakt. Daarbij werd duidelijk gemaakt hoe militairen van de verschillende krijgsmachtdelen samenwerken bij deze missie.
“Ik ben zeer onder de indruk van de professionaliteit van de bemanning van Hr. Ms. Rotterdam”, zei Prins Willem-Alexander. “Deze missie is van essentieel belang voor Nederland als internationaal handelsland. Het schip en de middelen aan boord stellen de bemanning in staat hun verantwoordelijkheden optimaal uit te voeren waardoor Nederland hier een hoogwaardige bijdrage aan deze NAVO-missie kan leveren.”
Missie
Vanaf het schip leidt de Nederlandse commandeur Bekkering de NAVO antipiraterijmissie Ocean Shield voor de kust van Somalië en in de Golf van Aden. De missie richt zich op het bestrijden van piraterij en op de opbouw van regionale capaciteiten gericht op antipiraterij. Schepen, helikopters en patrouillevliegtuigen nemen deel aan deze operatie. In de afgelopen periode heeft Hr. Ms. Rotterdam 1 gekaapt schip onderschept en bevrijdt en de daarbij van piraterij verdachte personen opgepakt. De verdachten worden momenteel op de Seychellen vervolgd.
(ministerie van Defensie, 9 oktober 2012)
Aan boord van Hr. Ms. Rotterdam sprak de prins met bemanningsleden, de verschillende detachementen aan boord en de internationale staf van de NAVO. Met demonstraties liet de bemanning zien welke middelen hen ter beschikking staan en werd uitgelegd hoe de piraterij wordt aangepakt. Daarbij werd duidelijk gemaakt hoe militairen van de verschillende krijgsmachtdelen samenwerken bij deze missie.
“Ik ben zeer onder de indruk van de professionaliteit van de bemanning van Hr. Ms. Rotterdam”, zei Prins Willem-Alexander. “Deze missie is van essentieel belang voor Nederland als internationaal handelsland. Het schip en de middelen aan boord stellen de bemanning in staat hun verantwoordelijkheden optimaal uit te voeren waardoor Nederland hier een hoogwaardige bijdrage aan deze NAVO-missie kan leveren.”
Missie
Vanaf het schip leidt de Nederlandse commandeur Bekkering de NAVO antipiraterijmissie Ocean Shield voor de kust van Somalië en in de Golf van Aden. De missie richt zich op het bestrijden van piraterij en op de opbouw van regionale capaciteiten gericht op antipiraterij. Schepen, helikopters en patrouillevliegtuigen nemen deel aan deze operatie. In de afgelopen periode heeft Hr. Ms. Rotterdam 1 gekaapt schip onderschept en bevrijdt en de daarbij van piraterij verdachte personen opgepakt. De verdachten worden momenteel op de Seychellen vervolgd.
(ministerie van Defensie, 9 oktober 2012)
Bezuinigen op Defensie oliedom
Door Sophie Verschoor
De Waarde van Defensie, zo heet het rapport dat het Haags Centrum voor Strategische Studies vanmiddag heeft gepresenteerd. Van die waarde is lang niet iedereen doordrongen, blijkt. Met alle gevolgen van dien.
Rob de Wijk, directeur van het Haags Centrum voor Strategische Studies: "ls je de komende jaren blijft bezuinigen, kun je de boel net zo goed helemaal opdoeken." Audio:
http://www.bnr.nl/?service=player&type=fragment&articleId=1680784&audioId=1680770
Wat stelt ons leger eigenlijk nog voor en waarom zouden we er niet nog meer op bezuinigen? Rob de Wijk, directeur van dat Haags Centrum voor Strategische Studies: "Mensen gaan compleet voorbij aan de maatschappelijke waarde van het leger."
9/11
"Stel je nou eens voor dat je Defensie op zou doeken, wie doet dan de grensbewaking op Schiphol? Kosten: 370 miljoen euro. En denk aan onze luchtverdediging. We hebben laatst nog zo’n akkefietje gehad met een vliegtuig dat ongeoorloofd ons luchtruim binnen kwam zeilen, dan moeten er straaljagers de lucht in om te kijken of het geen aanslag is à la 9/11. Ook de explosieve opruimingsdienst is bijna wekelijks in het nieuws. Kosten: 20 miljoen. Of zandzakken vullen als de dijken doorbreken, ook dat doet Defensie. En zo kun je eindeloos doorgaan. Allemaal taken die je echt niet kunt schrappen", meent De Wijk.
Samenwerking
Voorstanders van nog meer bezuinigen zeggen dat er beter samengewerkt moet worden op Europees niveau. De Wijk: "Complete onzin. Die samenwerking is er al sinds de jaren '90. We hebben een Duits-Nederlands legerkorps en onze marine werkt samen met België. Eigenlijk wordt al op elk onderdeel samengewerkt, behalve met de F16's."
Straaljagers
Daar is volgens De Wijk nog wel iets te halen. "Bijvoorbeeld door eventuele nieuwe straaljagers samen met Noorwegen of Denemarken aan te schaffen. Maar veel geld zul je er echt niet mee besparen. De grote bedragen zijn 17 jaar geleden al gevonden. Dat is het hele punt."
7,5 miljard
Over de toekomst van het leger is De Wijk behoorlijk pessimistisch. "Want als er nog meer gesneden wordt, komt de boel volledig stil te liggen. Klinkt dramatisch misschien, maar er wordt al twintig jaar lang bezuinigd. Defensie is eigenlijk nergens meer toe in staat, behalve een schip leveren voor de piraterij-operatie voor de kust van Somalië of een veredelde compagnie in Kunduz."
"Dat is dus wat je kunt doen voor 7,5 miljard euro. Bizar toch?! Hoe duur Defensie feitelijk is, terwijl je niets kunt omdat je elke keer weer dicht bent wegens verbouwing. Als je hier de komende jaren mee door blijft gaan, kun je de boel net zo goed helemaal opdoeken.
(BNR, 8 oktober 2012)
De Waarde van Defensie, zo heet het rapport dat het Haags Centrum voor Strategische Studies vanmiddag heeft gepresenteerd. Van die waarde is lang niet iedereen doordrongen, blijkt. Met alle gevolgen van dien.
Rob de Wijk, directeur van het Haags Centrum voor Strategische Studies: "ls je de komende jaren blijft bezuinigen, kun je de boel net zo goed helemaal opdoeken." Audio:
http://www.bnr.nl/?service=player&type=fragment&articleId=1680784&audioId=1680770
Wat stelt ons leger eigenlijk nog voor en waarom zouden we er niet nog meer op bezuinigen? Rob de Wijk, directeur van dat Haags Centrum voor Strategische Studies: "Mensen gaan compleet voorbij aan de maatschappelijke waarde van het leger."
9/11
"Stel je nou eens voor dat je Defensie op zou doeken, wie doet dan de grensbewaking op Schiphol? Kosten: 370 miljoen euro. En denk aan onze luchtverdediging. We hebben laatst nog zo’n akkefietje gehad met een vliegtuig dat ongeoorloofd ons luchtruim binnen kwam zeilen, dan moeten er straaljagers de lucht in om te kijken of het geen aanslag is à la 9/11. Ook de explosieve opruimingsdienst is bijna wekelijks in het nieuws. Kosten: 20 miljoen. Of zandzakken vullen als de dijken doorbreken, ook dat doet Defensie. En zo kun je eindeloos doorgaan. Allemaal taken die je echt niet kunt schrappen", meent De Wijk.
Samenwerking
Voorstanders van nog meer bezuinigen zeggen dat er beter samengewerkt moet worden op Europees niveau. De Wijk: "Complete onzin. Die samenwerking is er al sinds de jaren '90. We hebben een Duits-Nederlands legerkorps en onze marine werkt samen met België. Eigenlijk wordt al op elk onderdeel samengewerkt, behalve met de F16's."
Straaljagers
Daar is volgens De Wijk nog wel iets te halen. "Bijvoorbeeld door eventuele nieuwe straaljagers samen met Noorwegen of Denemarken aan te schaffen. Maar veel geld zul je er echt niet mee besparen. De grote bedragen zijn 17 jaar geleden al gevonden. Dat is het hele punt."
7,5 miljard
Over de toekomst van het leger is De Wijk behoorlijk pessimistisch. "Want als er nog meer gesneden wordt, komt de boel volledig stil te liggen. Klinkt dramatisch misschien, maar er wordt al twintig jaar lang bezuinigd. Defensie is eigenlijk nergens meer toe in staat, behalve een schip leveren voor de piraterij-operatie voor de kust van Somalië of een veredelde compagnie in Kunduz."
"Dat is dus wat je kunt doen voor 7,5 miljard euro. Bizar toch?! Hoe duur Defensie feitelijk is, terwijl je niets kunt omdat je elke keer weer dicht bent wegens verbouwing. Als je hier de komende jaren mee door blijft gaan, kun je de boel net zo goed helemaal opdoeken.
(BNR, 8 oktober 2012)