zaterdag 31 maart 2012
Dutch Foreign Ministry official arrested for spying
A Dutch foreign ministry official has been arrested on suspicion of bribery and leaking confidential information, possibly including state secrets.
The 60-year-old man was detained on 24 March, the Public Prosecutor’s Office announced* on Friday. Following a court ruling, the suspect will be remanded in custody for up to a fortnight.
The man is accused of passing on secret information to a couple living Germany who are believed to be spies for Russia.**
(Radio Netherlands, 30 March 2012)
* Text of statement of the Public Prosecutor's Office (in Dutch)
** The Foreign Ministry official is suspected to have provided information to a German couple during seven years. In return, he is said to have received monthly payments. According to the Dutch daily 'De Telegraaf', the intelligence passed on by the 60-year old man included information on foreign operations by the Dutch secret services AIVD (civilian) and MIVD (military).
Given the date of arrest of the Germans (October 2011), this concerns Andreas en Heidrun Anschlag, suspected of having spied during twenty years for Russia's foreign intelligence agency SVR. The name of the Dutchman came up during the investigation into the case of the Anschlag couple. For more information on the Anschlag case, see this article by 'Der Spiegel'. (hdv)
Mart de Kruif 'ster in anderen aandacht geven'
door Arnold Mandemaker
EINDHOVEN - Luitenant-generaal Mart de Kruif staat dinsdag 3 april centraal tijdens het tweede Denk Groter Debat van Fontys. Wie is deze ‘stronteigenwijze’ carrière-militair?
gen. De Kruif, 2008 (foto: ministerie van Defensie) |
Dat zijn enkele kwalificaties die direct betrokkenen geven over luitenant-generaal Mart de Kruif. Hij staat dinsdag 3 april centraal tijdens de tweede aflevering van het ‘Denk Groter Debat’ op de Fontys Hogescholen in Eindhoven.
Hij lijkt een prima keuze. Fontys wil de studenten in contact brengen met topfiguren die stimuleren en inspireren. Juist het motiveren van anderen is een van de sterkste punten van De Kruif, zeggen zijn collega’s.
„Hij is een ster in anderen aandacht geven”, zegt echtgenote Esther. Toenmalig minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) sprak van ‘een generaal tussen zijn mannen en vrouwen en niet erboven’.
De Kruif, geboren op 1 september 1958 in Apeldoorn, kwam volop in het nieuws toen hij van oktober 2008 tot november 2009 het commando voerde over de ISAF-missie in zuidelijk Afghanistan.
Met een Amerikaanse brigadegeneraal als ‘waakhond’ aan zijn zijde gaf De Kruif een jaar leiding aan ruim 45.000 militairen uit 18 Navo-landen. Onder zijn commando kwamen 284 Navo-militairen en minstens 3000 Afghanen om het leven.
„Het went nooit”, zei De Kruif over de vele afscheidsceremonies op de basis in Kandahar, waarbij de gesneuvelden naar het vliegtuig werden begeleid.
Een moeder van een omgekomen Nederlandse militair herinnerde zich hoe De Kruif alle schuld op zich nam voor de dood van haar zoon en een tweede militair. „Dat vond ik heel dapper om tegen twee families te zeggen die net hun zoon hebben verloren”, liet de moeder later optekenen. Met de toevoeging dat ze De Kruif niets kwalijk nam.
Commandant ISAF RC-S (foto Hans de Vreij) |
Hij liet zijn tanks dwars door een (virtueel) mijnenveld rauzen, waarbij weliswaar verliezen werden geleden, maar de Amerikanen werden wel in de pan gehakt. „Nog nooit vertoond”, oordeelde een collega.
De Kruif is eenvoudig gebleven. Om een van zijn vier kinderen aan een kaartje voor de Backstreet Boys te helpen, bivakkeerde hij een hele nacht in een slaapzak voor de kassa.
In zijn tijd als tweesterren-generaal in Havelte kwam hij niet in een dienstauto met chauffeur naar de kazerne, maar gewoon in zijn eigen overjarige Mitsubishi met achterspoilertje.
Mensen die De Kruif goed kennen hebben één welgemeend advies: begin met hem niet over voetballen. De fan van Vitesse én Feyenoord heeft daar volgens kenners ‘gewoon geen verstand van’. Maar dat weerhoudt hem er niet van om uitvoerig zijn mening over het spel te geven.
‘Niet te corrigeren’, zegt Jeroen Verheul, coach van het vijfde team van voetbalvereniging CH’03 in Hoog-Keppel, waar De Kruif speelt in een shirt met de opdruk ‘Centurion Nix’. Tijdens de jaarlijkse borrel van CH’03 wordt De Kruif niet ingezet voor de wedstrijdjes hardlopen of trekker trekken, maar wél voor de kennisquiz. Verheul: „Hij weet gewoon alles en wint altijd.”
Nog één tip voor het debat: begin niet over zijn reukorgaan. Dat is en blijft een gevoelig onderwerp.
(Eindhovens Dagblad, 31 maart 2012)
Aanschafprijs JSF: the sky is the limit
‘Een piramidespel met belastinggeld’. Zo reageerde de oppositie nu bekend is geworden dat de ontwikkeling, bouw en onderhoud van het gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter opnieuw duurder uitpakt dan gepland. Dat blijkt uit een intern document van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat gisteren uitlekte. Nederland stapte tien jaar geleden in het project om bedrijven aan orders te helpen en omdat de luchtmacht een uitgesproken voorkeur had voor de JSF. Of Nederland de vervanger van de F-16 nog wel kan betalen, gaan we vragen aan militair-deskundige Christ Klep.
(Tros Nieuwsshow, 31 maart 2012)
(Tros Nieuwsshow, 31 maart 2012)
vrijdag 30 maart 2012
Ambtenaar vast op verdenking van omkoping en voorbereiden verspreiden staatsgeheimen
De rechter-commissaris in Den Haag heeft vandaag een 60-jarige Hagenaar, werkzaam als consulair medewerker bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, voor 14 dagen in bewaring gesteld. De man werd op 24 maart aangehouden.
De Hagenaar wordt verdacht van ambtelijke omkoping, omdat hij gedurende een periode van ongeveer 7 jaar vertrouwelijke informatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zou hebben verstrekt aan een echtpaar*, woonachtig in Duitsland. In ruil voor het verstrekken van informatie zou de man maandelijks een geldbedrag hebben gekregen. Onderzocht wordt of de verstrekte informatie als staatsgeheim kan worden aangeduid.
Daarnaast wordt hij verdacht van voorbereidingshandelingen om het verspreiden van staatsgeheimen mogelijk te maken. Verder wordt hij verdacht van witwassen en het bezit van een vuurwapen.
Genoemd echtpaar zit sinds 18 oktober 2011 vast in Duitsland op verdenking van het verrichten van spionageactiviteiten voor een Russische inlichtingendienst.
De zaak tegen de medewerker van het Ministerie van Buitenlandse zaken kwam aan het licht tijdens het onderzoek van de Duitse autoriteiten naar dit echtpaar. Na een rechtshulpverzoek van de Duitse autoriteiten heeft de Rijksrecherche, onder leiding van het Openbaar Ministerie in Den Haag, het onderzoek naar de Hagenaar overgenomen. De Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst heeft in het kader van het onderzoek meerdere ambtsberichten verstrekt.
De verdachte zit in beperkingen. Dat wil zeggen dat hij alleen contact met zijn advocaat mag hebben. Het Openbaar Ministerie is daarom terughoudend met het verstrekken van informatie.
(Openbaar Ministerie, 30 maart 2012)
*Het betreft hier hoogstwaarschijnlijk het echtpaar Andreas en Heidrun Anschlag dat gedurende een 20-tal jaren voor de Russische buitenlandse inlichtingendienst SVR zou hebben gespionneerd. Over hun arrestatie is uitvoerig bericht in de Duitse media, zie bijvoorbeeld dit Engelstalig bericht van Der Spiegel. Ze waren volgens berichten in de Duitse media geïnteresseerd in politieke en militaire informatie, zoals discussies over de toekomst van de NAVO. De Nederlandse verdachte zou van of via hen gedurende zeven jaar iedere maand het equivalent van zijn maandsalaris voor bewezen diensten hebben ontvangen. hdv.
Embleem SVR (Sluzjba Vnesjnej Razvedki) |
Brigadegeneraal Oppelaar nieuwe commandant Korps Mariniers
Brigadegeneraal der mariniers Richard Oppelaar heeft vandaag het commando over het Korps Mariniers overgenomen van ranggenoot Rob Verkerk. De ceremonie op de Rotterdamse Van Ghentkazerne werd bijgewoond door zo’n 400 mariniers en 400 genodigden, onder wie de Rotterdamse locoburgemeester Jeannette Baljeu en nabestaanden van de in Afghanistan omgekomen marinier Marc Harders.
gen. Richard Oppelaar (foto: Defensie) |
De 50-jarige Oppelaar voerde begin 2004 het commando over de Nederlandse troepen in Irak en een jaar later over het Tweede Mariniersbataljon in Afghanistan. Van 2010 tot heden was hij werkzaam bij de Defensiestaf, als hoofd van de afdeling Materiële Gereedheid.
(video van de commando-overdracht)
Bijna 5 jaar stond het Korps Mariniers onder leiding van generaal Verkerk (51). Een aantal momenten sprongen er wat hem betreft uit: "De interventie door mariniers op het marktplein in Goz Beida in Tsjaad in 2008, waardoor bloedvergieten onder VN-medewerkers en lokale bevolking werd voorkomen. En de ontzetting van het vrachtschip Taipan, die in 2010 door piraten bij Puntland was gekaapt." Zwarte bladzijden vormden de dood van de mariniers Marc Harders en Jeroen Houweling bij een aanslag in Uruzgan. Evenals het overlijden van 3 jonge mariniers in de afgelopen weken. Op 9 april neemt Verkerk de functie van Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten op zich. Hij wordt dan bevorderd tot generaal-majoor.
(ministerie van Defensie, 30 maart 2012)
Amerikaanse informatie over het F-35 (JSF) programma
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum 30 maart 2012
Betreft Amerikaanse informatie over het F-35 programma
Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Gisteravond heeft Defensie van het JSF Program Office (JPO) in de Verenigde Staten gedetailleerde financiële informatie ontvangen over het F-35 programma. Het betreft informatie uit het Selected Acquisition Report over 2011 (SAR) dat het Pentagon jaarlijks omstreeks deze tijd naar het Congres stuurt. Tijdens het algemeen overleg over het project Vervanging F-16 van 8 februari jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 282) heb ik toegezegd de Kamer snel te informeren wanneer zich aandachttrekkend nieuws zou voordoen over de F-35. Hoewel het Amerikaanse rekenkamerrapport geen directe betrekking heeft op de Nederlandse casus, produceert het wel zodanige berichtgeving dat ik u hierover graag onmiddellijk informeer. Een eerste indruk van de Amerikaanse informatie treft u aan in bijlage. Het is een puntsgewijze opsomming van relevante aspecten. Voor een berekening van de gevolgen voor Nederland is meer tijd nodig. De jaarrapportage van het project Vervanging F-16 zal zoals gebruikelijk een analyse van deze gevolgen bevatten. De Kamer zal de jaarrapportage omstreeks 1 juni a.s. ontvangen.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
Eerste indrukken van Amerikaanse F-35 cijfers (SAR 2011)
·Het Amerikaanse SAR-rapport is vergelijkbaar met de Nederlandse jaarrapportage over het project vervanging F-16. Het SAR-rapport beschrijft het Amerikaanse deel van het project en is niet een beschrijving van het totale project.
·Het gaat alleen om Amerikaanse cijfers over de Amerikaanse situatie. Deze wijkt op een aantal punten af van de Nederlandse situatie:
o In de VS wordt uitgegaan van een levensduur van (inmiddels) 55 jaar, Nederland rekent met 30 jaar.
o De VS schaffen drie verschillende typen van de F-35 aan, Nederland heeft belangstelling voor slechts één versie: de (goedkoopste) versie voor de luchtmacht.
o Meerkosten in de ontwikkeling komen niet voor Nederlandse rekening, wel voor rekening van de Amerikanen. De Nederlandse bijdrage aan de SDD-fase is en blijft $ 800 miljoen. Dit bedrag is al bijna geheel betaald.
o De VS investeren in infrastructuur. In Nederland zijn relatief weinig investeringen in infrastructuur nodig.
· De VS hebben het F-35 programma herijkt. Het testprogramma is aangepast en er is meer tijd ingeruimd voor softwareontwikkeling. Ook is, zoals bekend, het productieschema aangepast waardoor de komende jaren minder toestellen worden geproduceerd. Het totale aantal productietoestellen voor de VS blijft staan op 2.443.
· De Full Rate Production, die kan beginnen als de ontwikkeling is voltooid, vangt aan in 2019. Dat is twee jaar later dan eerder voorzien. Het exacte tijdschema van de operationele testfase (IOT&E) wordt later vastgesteld. Het Pentagon maakt een schatting in lopende prijzen (dus inflatie meegerekend) van de totale kosten van ontwikkeling, productie en het gebruik (exploitatie) van de F-35 tot en met het jaar 2065. Met de herijking zijn de geschatte totale Amerikaanse kosten tot en met het jaar 2065 gestegen van $ 1.385 miljard (stand een jaar geleden) naar $ 1.509 miljard (stand nu). Dit is een stijging van ongeveer 9 procent. In deze bedragen zijn inbegrepen (laatste stand):
o Ontwikkelingskosten ($ 55 miljard).
o Productiekosten van ruim 2.400 toestellen ($ 335 miljard).
o Investeringen in infrastructuur ($ 5 miljard).
o Exploitatiekosten ($ 1.114 miljard).
· De Amerikaanse productiekosten zijn gestegen voornamelijk door hogere kosten van grondstoffen en arbeid, en meer meegerekende inflatie in verband met de verplaatsing van een deel van de productie naar latere jaren. De stijging bedraagt ongeveer $ 10 miljard.
· De Amerikaanse exploitatiekosten zijn voornamelijk gestegen door hogere arbeidskosten, een langere veronderstelde levensduur (55 jaar in plaats van 52 jaar), andere inflatiecijfers, hogere aannames van brandstofkosten, en meer meegerekende inflatie door de verplaatsing van deel productie naar latere jaren. De stijging van de geschatte exploitatiekosten bedraagt ongeveer $ 109 miljard.
· Daarnaast leidt het oplossen van de concurrency problematiek tot kostenstijging van zowel de productie als de exploitatie.
· De kale stuksprijs van de F-35A is sinds vorig jaar met 0,5 procent gestegen en bedraagt nu $ 64,4 miljoen (prijspeil 2002). Naar aanleiding van de herijking van het programma zal met ingang van SAR11 worden gerekend in prijspeil 2012. De kale stuksprijs in prijspeil 2012 bedraagt $ 78,7 miljoen. Dit is de gemiddelde aanschafprijs van de F-35A over de hele looptijd van het productieprogramma, waarbij alle verwachte bestellingen van alle landen zijn meegenomen.
· Verdere uitdagingen voor het programma zijn:
o Softwareontwikkeling.
o Betaalbare oplossing van de concurrency problematiek.
o Verbetering van de kwaliteit en daarmee van de doelmatigheid van de productie.
(ministerie van Defensie, 30 maart 2012)
Dutch Defence Minister: The EU Must Take the Initiative
“Not only must we tackle the pirates at sea, when they are ready to strike, but also on land, where their criminal networks are based. In that way, we – and not the pirates – will gain the initiative”, argued Minister of Defence Hans Hillen in Brussels during a meeting with his European Union counterparts on 22 March 2012.
The EU-ministers were meeting to receive an update on Operation Atalanta, the counter-piracy mission off the coast of Somalia. The operation has been extended to the end of 2014 and the Netherlands is considering making a further contribution. A letter on the matter will be sent to the House of Representatives in the near future.
Private security
The Minister expressed his concerns to his colleagues regarding the discussion about allowing private security teams on board merchant ships. “It is my firm conviction that the armed protection of commercial shipping off the coast of Somalia is a matter for the armed forces.” For that reason, the Minister has assigned the Royal Netherlands Navy the task of protecting between 50 and 100 ships per year. “That is a large enough number to cover the protection of vulnerable ships sailing under the Dutch flag. The armed forces can certainly do it and it is one of the government’s core tasks. The navy was originally established to guarantee freedom of the seas, and it is still capable of doing so. Giving up the monopoly on the use of force and allowing privatisation of this task is a recipe for disaster.”
More tanker aircraft
The talks in Brussels centred on the progress of European Defence cooperation, so that the EU will be able to present a concrete contribution at the NATO summit, to be held in Chicago in May.
The talks also moved onto the shortage of tanker aircraft, which was recently highlighted during the conflict in Libya. The European fleet currently numbers about 40 of such aircraft, whereas the US has approximately 650 tanker aircraft at its disposal. France and the European Defence Agency took the initiative for European cooperation in this matter, which affords the prospect of a future role for European Air Transport Command at Eindhoven Air Base. The Netherlands fully wishes to participate, also in view of the fact that 2 Dutch tanker aircraft could be replaced after 2020.
Combined field hospital
Mr Hillen also signed a declaration of intent for the development of a rapidly deployable field hospital. 12 countries are participating in the project, which is under Italian leadership. The Netherlands is also prepared to play a bigger part in a forensic laboratory, to be set up in Afghanistan under French command. The laboratory will be used to gather intelligence on the use of IEDs, which will in turn be used to uncover and disrupt the networks supporting the bomb makers.
(Ministry of Defence, The Netherlands, 29 March 2012)
Kijktip: drones
Ze zijn het favoriete wapen van President Obama, onbemande vliegtuigen met Hellfire-raketten en geleide bommen. In Afghanistan, Libië en Pakistan worden ze gebruikt om terroristen en vijandelijke strijders op te sporen en te doden. Ook Nederland gaat nieuwe drones, onbemande op afstand bestuurde vliegtuigen, aanschaffen want ze zijn goedkoop en de levens van piloten worden gespaard. Maar in Amerika is steeds meer kritiek op de inzet ervan. Staan we aan de vooravond van een nieuwe wapenwedloop? De reportage die de makers van KRO Reporter International hierover maakten is op vrijdag 30 maart 2012 om 21.20 uur op Nederland 2 te zien.
(bron: KRO, Reporter International)
Zie ook het meest recente Kamerstuk over aanschaf van MALE UAV's.
(bron: KRO, Reporter International)
Zie ook het meest recente Kamerstuk over aanschaf van MALE UAV's.
donderdag 29 maart 2012
Opmaat naar 4 en 5 mei
door Marcel Decraene
‘It’s a long way to Tipperary.’ Poserend voor de vele camera’s zetten Britse en Nederlandse veteranen uit de Tweede Wereldoorlog spontaan dit bekende soldatenlied in. Het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen en Museum Bronbeek in Arnhem was deze week het schilderachtige decor voor zeer verschillende uniformen. Het is een voorproefje voor 4 en 5 mei.
Veteranen (foto Wereldomroep/Rick Kingma) |
80 taxi's
De mannen lopen alvast warm voor Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Dan zullen 160 Britse WOII-veteranen deelnemen aan de herdenkingen en festiviteiten in Nederland. De oud-militairen zullen worden vervoerd in tachtig originele Londense taxi’s, die op 3 mei vanuit Engeland in Hoek van Holland arriveren.
Dickie Hudd, voorzitter van de 'London Taxi Benevolent Association for War Disabled', legt uit: ‘Na de Tweede Wereldoorlog waren talloze oud-militairen op zoek naar werk. Velen werden taxichauffeur in Londen. Om collega’s mee te nemen op trips naar het voormalige front is onze vereniging opgericht.’
Collecteren
Reg Hay, begin jaren ’50 werkzaam bij de Royal Air Force, gaat verder: ‘Het kost onze vereniging zo’n 100.000 pond om 160 man en de taxi’s in mei naar Nederland te krijgen. Dat geld hebben de veteranen zelf op straat bij elkaar gecollecteerd. Het zijn mannen van 85, 90 jaar oud. Als ze staan te collecteren wil iedereen met ze praten over de oorlogsjaren.’
Tijdens de fotosessie en de interviews met de veteranen staan twee jongere militairen van het Regiment Van Heutsz strak in het gelid. Het regiment is de opvolger van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en de mannen dragen daarom de kenmerkende KNIL-hoed, een karabijn en een klewang (soort zwaard).
Vrijheid
‘Het is belangrijk om de herinnering aan de oorlog en deze mannen levend te houden,’ zegt Frans Ammerlaan van de Market Garden Foundation, de stichting die de festiviteiten samen met de Londense taxivereniging organiseert. ‘Ik zie tegenwoordig zoveel kinderen met hun gsm op straat lopen…Die hebben vaak geen idee hoe ze die vrijheid hebben gekregen.’
Frans Ammerlaan benadrukt dat het bij de festiviteiten niet specifiek gaat om de Slag bij Arnhem. De Britse militairen zullen deelnemen aan nationale herdenkingen. Ammerlaan regelde zelfs speciale toestemming voor de Britten om deel te mogen nemen aan de Bevrijdingsparade in Wageningen.
Britse humor
Wie wél deelnam aan Operation Market Garden is sergeant Jack Bruce (92). Deze veteraan landde op D-Day in Normandië. In 1944 werd hij tijdens de Slag om Arnhem door de Duitsers gevangengenomen bij Wageningen, nadat zijn zweefvliegtuig was gecrashed. ‘Het laatste jaar van de oorlog zaten we in een Stalag in het oosten van Duitsland. Dat was niet zo prettig,’ zegt Bruce met typisch Brits gevoel voor understatement. Hij werd uiteindelijk bevrijd door de Russen.
De nog steeds krasse Jack Bruce ziet uit naar Bevrijdingsfestiviteiten in mei. Fotograaf Rick Kingma geeft blijk van zijn bewondering voor de veteraan: ‘Sir, I thank you for what you did. You’ve got my deepest respect.’ Sergeant Bruce reageert zoals alleen Britten dat kunnen. Met een twinkeling in zijn ogen: ‘O, respect you say…can you put that down in writing?’
(Wereldomroep, 28 maart 2012)
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando opgericht
Alle grondgebonden luchtverdedigingseenheden van de krijgsmachtdelen zijn vanaf vandaag ondergebracht bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando in Vredepeel.
De oprichtingsceremonie vond plaats in het bijzijn van Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm. "Met deze nieuwe eenheid, het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando, beschikt Nederland namelijk over een moderne eenheid, waarmee we bescherming kunnen bieden tegen luchtdreiging van vliegtuigen, helikopters, Unmanned Aerial Vehicles, ballistische raketten en kruisvluchtwapens", zei hij.
Effectief
De kern van de nieuwe eenheid bestaat uit personeel van de Groep Geleide Wapens van de luchtmacht en het Commando Luchtdoelartillerie van de landmacht. "Een effectieve luchtverdediging vereist een geïntegreerde benadering. Het belangrijkste is dan ook de samenvoeging van de verschillende grondgebonden capaciteiten van de land- en luchtmacht en van de mariniers. Ik ben er zeker van dat met uw kennis, ervaring, betrokkenheid en inzet, het Defensie Grondgebonden Luchtverdediging Commando een belangrijke bijdrage levert aan de capaciteiten van de Nederlandse krijgsmacht", aldus generaal Van Uhm.
Landmacht
De nieuwe eenheid valt organisatorisch onder het commando van de landmacht. Commandant van het DGLC wordt luchtmachtkolonel Erik Abma. In het voortraject is kolonel Abma als projectleider verantwoordelijk geweest voor het proces van samenvoeging. Bezuinigingen en het zoeken naar mogelijkheden voor efficiency hebben bij de plannen voor samenvoeging een belangrijke rol gespeeld.
Hoogwaardig
De ceremonie in Vredepeel werd bijgewoond door Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Sander Schnitger en plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Mark van Uhm.
Het DGLC bestaat uit 850 mannen en vrouwen die hoogwaardige luchtverdediging leveren. Dit doen zij met de Patriot en NASAM luchtdoelraketten voor de langere afstand en Fennek-voertuigen met stingercapaciteit voor nabij verdediging
Naam
Naast de oprichting van het DGLC is ook de locatienaam veranderd. Luchtmachtbasis De Peel is omgedoopt tot Luitenant-generaal Bestkazerne. Best was als landmachtgeneraal commandant van de luchtvaartafdeling in de meidagen van 1940. "Hiermee is de nu al rijke historie van de luchtverdediging geen gesloten boek, maar is met de oprichting van deze nieuwe eenheid een nieuw hoofdstuk begonnen", zo zei generaal Van Uhm.
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
De oprichtingsceremonie vond plaats in het bijzijn van Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm. "Met deze nieuwe eenheid, het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando, beschikt Nederland namelijk over een moderne eenheid, waarmee we bescherming kunnen bieden tegen luchtdreiging van vliegtuigen, helikopters, Unmanned Aerial Vehicles, ballistische raketten en kruisvluchtwapens", zei hij.
Effectief
De kern van de nieuwe eenheid bestaat uit personeel van de Groep Geleide Wapens van de luchtmacht en het Commando Luchtdoelartillerie van de landmacht. "Een effectieve luchtverdediging vereist een geïntegreerde benadering. Het belangrijkste is dan ook de samenvoeging van de verschillende grondgebonden capaciteiten van de land- en luchtmacht en van de mariniers. Ik ben er zeker van dat met uw kennis, ervaring, betrokkenheid en inzet, het Defensie Grondgebonden Luchtverdediging Commando een belangrijke bijdrage levert aan de capaciteiten van de Nederlandse krijgsmacht", aldus generaal Van Uhm.
Landmacht
De nieuwe eenheid valt organisatorisch onder het commando van de landmacht. Commandant van het DGLC wordt luchtmachtkolonel Erik Abma. In het voortraject is kolonel Abma als projectleider verantwoordelijk geweest voor het proces van samenvoeging. Bezuinigingen en het zoeken naar mogelijkheden voor efficiency hebben bij de plannen voor samenvoeging een belangrijke rol gespeeld.
Hoogwaardig
De ceremonie in Vredepeel werd bijgewoond door Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Sander Schnitger en plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Mark van Uhm.
Het DGLC bestaat uit 850 mannen en vrouwen die hoogwaardige luchtverdediging leveren. Dit doen zij met de Patriot en NASAM luchtdoelraketten voor de langere afstand en Fennek-voertuigen met stingercapaciteit voor nabij verdediging
Naam
Naast de oprichting van het DGLC is ook de locatienaam veranderd. Luchtmachtbasis De Peel is omgedoopt tot Luitenant-generaal Bestkazerne. Best was als landmachtgeneraal commandant van de luchtvaartafdeling in de meidagen van 1940. "Hiermee is de nu al rijke historie van de luchtverdediging geen gesloten boek, maar is met de oprichting van deze nieuwe eenheid een nieuw hoofdstuk begonnen", zo zei generaal Van Uhm.
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
Feijenoord uit bij Koninklijke Landmacht
Het eerste elftal van Feijenoord zal maandag 2 april bij de Koninklijke Landmacht kennis maken met haar visie op Leiderschap en Teamvorming. De spelers zijn uitgenodigd op de Bernardkazerne in Amersfoort om hun theoretische en praktische kennis te verrijken in een door de landmacht opgezet uitdagend programma.
Het programma begint met diverse lezingen, waarbij onder andere Commandant Landstrijdkrachten Luitenant-generaal Mart de Kruif zal spreken over leiderschap en teamvorming ter voorbereiding op, en tijdens extreme situaties. De Kruif was van eind oktober 2008 tot begin november 2009 geplaatst in Kandahar, Afghanistan als Commander Regional Command South. In die functie was hij verantwoordelijk voor 45.000 manschappen van de ISAF-missie gestationeerd in zuidelijk Afghanistan.
In de middag volgen de spelers onder leiding van militairen een programma waarin praktische opdrachten worden uitgevoerd op klimtoren en hindernisbaan, waarbij het accent ligt op competitie, leiderschap en teamvorming. Daarna volgt een kennismaking met tactische simulatoren en diverse pantservoertuigen als het infanteriegevechtsvoertuig CV90 en het pantserwielvoertuig Fennek.
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
(Zie ook het bericht: 'De Kruif twaalfde man Feyenoord', oktober 2011)
gen. De Kruif, Kandahar Airfield 2009 (foto Hans de Vreij) |
In de middag volgen de spelers onder leiding van militairen een programma waarin praktische opdrachten worden uitgevoerd op klimtoren en hindernisbaan, waarbij het accent ligt op competitie, leiderschap en teamvorming. Daarna volgt een kennismaking met tactische simulatoren en diverse pantservoertuigen als het infanteriegevechtsvoertuig CV90 en het pantserwielvoertuig Fennek.
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
(Zie ook het bericht: 'De Kruif twaalfde man Feyenoord', oktober 2011)
Minister Hillen informeert Kamer over gebruik mefloquine (Lariam)
Naar aanleiding van mediaberichten over de bijwerkingen van het antimalariamiddel mefloquine (handelsnaam Lariam) informeer ik u hierbij over het gebruik hiervan door Nederlands defensiepersoneel.
Malaria is een ziekte die dodelijk kan zijn. Een goede bescherming is dan ook noodzakelijk. Hiervoor zijn verschillende middelen beschikbaar. Bij de keuze voor een beschermingsmiddel tegen malaria zijn onder meer van belang welke malariaparasiet in het gebied voorkomt en de mate van resistentie daarvan tegen bepaalde geneesmiddelen, de duur van het verblijf, de eventuele eerdere door de medewerker ervaren bijwerkingen van beschermingsmiddelen, eventuele andere medische bezwaren en de functie van de betrokken medewerker.
Mefloquine wordt bij Defensie slechts zelden voorgeschreven. Het voorschrijven van mefloquine wordt pas overwogen als middel van tweede keus als er bezwaren bestaan tegen het gebruik van andere middelen. Mefloquine kan alleen aan de orde zijn als het een verblijf van langer dan 30 dagen betreft in een gebied waar malariaparasieten voorkomen die resistent zijn tegen het middel chloroquine. Dit betreft (delen van) Centraal- en Zuid-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië. In overleg met de medewerker kan mefloquine – zoals uiteengezet, bij een verblijf van langer dan 30 dagen in de genoemde gebieden – ook worden voorgeschreven als deze het vaker heeft gebruikt en daarbij geen bijwerkingen zijn opgetreden.
Sinds begin dit jaar is mefloquine aan tien medewerkers voorgeschreven. Dit kan gebruik betreffen in verband met uitzendingen, buitenlandse oefeningen of privéreizen. Defensiepersoneel dat naar Afghanistan gaat, gebruikt geen mefloquine.
Als mefloquine wordt voorgeschreven, moet de gebruiker hiermee tenminste drie weken voor vertrek beginnen. Deze periode is meestal voldoende om te zien of bijwerkingen optreden. In voorkomend geval wordt specialistisch advies ingewonnen. Vier weken na het stoppen van het gebruik van mefloquine is het middel uit het lichaam verdwenen. Aan Defensie zijn geen bijwerkingen bekend die blijven bestaan als het gebruik van mefloquine is gestaakt.
Met de brief van 21 september 1998 (Kamerstuk 21 490, nr. 22) is de Kamer geïnformeerd over onderzoeken naar Post-Cambodja-Klachten onder deelnemers aan de VN-missie in Cambodja in 1992 en 1993. De onderzoeken waren uitgevoerd door het Academisch Ziekenhuis Nijmegen in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam. De onderzoekers hebben geen verband kunnen vinden tussen het ontstaan van deze klachten en het gebruik van mefloquine. Zij achtten het verband onwaarschijnlijk, al kon het niet geheel worden uitgesloten. Het Amerikaanse ministerie van Defensie hanteert sinds 2009 een terughoudend beleid ten aanzien van het gebruik van mefloquine, vergelijkbaar met Nederland. Berichten dat de Amerikaanse landmacht geheel zou zijn gestopt met dit middel, zijn van Amerikaanse zijde echter tegengesproken.
Op grond van de beschikbare informatie zie ik geen aanleiding het huidige beleid te wijzigen. Bescherming tegen malaria is zonder meer noodzakelijk. Mefloquine is een effectief middel dat kan worden voorgeschreven, maar dit is pas aan de orde als het gebruik van andere middelen onwenselijk is.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
Zie ook artikel: 'Soldaten slikken gevaarlijk middel’, De Pers, 28 maart 2012)
Malaria is een ziekte die dodelijk kan zijn. Een goede bescherming is dan ook noodzakelijk. Hiervoor zijn verschillende middelen beschikbaar. Bij de keuze voor een beschermingsmiddel tegen malaria zijn onder meer van belang welke malariaparasiet in het gebied voorkomt en de mate van resistentie daarvan tegen bepaalde geneesmiddelen, de duur van het verblijf, de eventuele eerdere door de medewerker ervaren bijwerkingen van beschermingsmiddelen, eventuele andere medische bezwaren en de functie van de betrokken medewerker.
Mefloquine wordt bij Defensie slechts zelden voorgeschreven. Het voorschrijven van mefloquine wordt pas overwogen als middel van tweede keus als er bezwaren bestaan tegen het gebruik van andere middelen. Mefloquine kan alleen aan de orde zijn als het een verblijf van langer dan 30 dagen betreft in een gebied waar malariaparasieten voorkomen die resistent zijn tegen het middel chloroquine. Dit betreft (delen van) Centraal- en Zuid-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië. In overleg met de medewerker kan mefloquine – zoals uiteengezet, bij een verblijf van langer dan 30 dagen in de genoemde gebieden – ook worden voorgeschreven als deze het vaker heeft gebruikt en daarbij geen bijwerkingen zijn opgetreden.
Sinds begin dit jaar is mefloquine aan tien medewerkers voorgeschreven. Dit kan gebruik betreffen in verband met uitzendingen, buitenlandse oefeningen of privéreizen. Defensiepersoneel dat naar Afghanistan gaat, gebruikt geen mefloquine.
Als mefloquine wordt voorgeschreven, moet de gebruiker hiermee tenminste drie weken voor vertrek beginnen. Deze periode is meestal voldoende om te zien of bijwerkingen optreden. In voorkomend geval wordt specialistisch advies ingewonnen. Vier weken na het stoppen van het gebruik van mefloquine is het middel uit het lichaam verdwenen. Aan Defensie zijn geen bijwerkingen bekend die blijven bestaan als het gebruik van mefloquine is gestaakt.
Met de brief van 21 september 1998 (Kamerstuk 21 490, nr. 22) is de Kamer geïnformeerd over onderzoeken naar Post-Cambodja-Klachten onder deelnemers aan de VN-missie in Cambodja in 1992 en 1993. De onderzoeken waren uitgevoerd door het Academisch Ziekenhuis Nijmegen in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam. De onderzoekers hebben geen verband kunnen vinden tussen het ontstaan van deze klachten en het gebruik van mefloquine. Zij achtten het verband onwaarschijnlijk, al kon het niet geheel worden uitgesloten. Het Amerikaanse ministerie van Defensie hanteert sinds 2009 een terughoudend beleid ten aanzien van het gebruik van mefloquine, vergelijkbaar met Nederland. Berichten dat de Amerikaanse landmacht geheel zou zijn gestopt met dit middel, zijn van Amerikaanse zijde echter tegengesproken.
Op grond van de beschikbare informatie zie ik geen aanleiding het huidige beleid te wijzigen. Bescherming tegen malaria is zonder meer noodzakelijk. Mefloquine is een effectief middel dat kan worden voorgeschreven, maar dit is pas aan de orde als het gebruik van andere middelen onwenselijk is.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
(ministerie van Defensie, 29 maart 2012)
Zie ook artikel: 'Soldaten slikken gevaarlijk middel’, De Pers, 28 maart 2012)
woensdag 28 maart 2012
Nieuwe commandant Korps Mariniers bekend
Richard Oppelaar is bevorderd tot brigadegeneraal der mariniers. Dit gebeurde in aanloop naar de ceremonie van vrijdag 30 maart, wanneer hij de functie van commandant van het Korps Mariniers overneemt van ranggenoot Rob Verkerk. In die functie is hij, net als Verkerk nu, ook de nieuwe directeur Operaties van de Koninklijke Marine.
Brigadegeneraal Oppelaar (50) nam deel aan een aantal grote missies. Tussen 1990 en 2005 was hij 5 keer op uitzending, te weten in Irak, Cambodja, Bosnië, andermaal Irak en ten slotte Afghanistan. Tussen de bedrijven door studeerde hij in de jaren ’90 Nederlands Recht aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit.
In 2007 werd Oppelaar onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden. In het najaar van 2009 volgde hij de Leergang Topmanagement Defensie aan het Instituut Clingendael. Zijn meest recente functie is die van hoofd afdeling Materiële Gereedheid van de Defensiestaf; een functie die hij vanaf medio 2010 vervult.
(ministerie van Defensie, 28 maart 2012)
Radio 1 Journaal: werken bij defensie
Vroeger was een baan bij defensie een baan voor je leven, maar die tijd lijkt misschien voorbij. Nieuws over een krimpende krijgsmacht, en miljardenbezuinigingen geven een weinig lucratief beeld van de ooit zo gewilde werkgever. Maar nieuwe jongen mensen zijn nog steeds nodig hard nodig! Defensie gooit dan ook alles in de strijd: Van erkenning van de Nederlandse Defensie Academie als universitaire opleiding, tot verleidelijke advertenties op marktplaats.
Wat gebeurt er achter de schermen nog meer om de jongeren te verleiden? En is werken bij defensie eigenlijk nog een lucratieve job?
Een gesprek daarover met directeur personeel van de marine, Han van Gelder.
(bron: Radio 1 Journaal, 28 maart 2012)
Malaria: 'soldaten slikken gevaarlijk middel’
Door: Arnold Karskens
Nederlandse militairen op missie slikken een anti-malariamiddel dat psychoses opwekt. ‘Schokkend’, vindt oppositiepartij SP.
Het middel Lariam staat opnieuw ter discussie na een recente moordpartij in Afghanistan. De Amerikaanse militair Robert Bales schoot daar zeventien burgers dood. Mogelijk waren zijn hersens aangetast door het jarenlange gebruik van malariaprofylaxe mefloquine, beter bekend als Lariam.
Het Amerikaanse leger heeft het gebruik ervan sinds 2009 drastisch teruggeschroefd. Lariam wordt echter nog altijd voorgeschreven aan Nederlandse militairen.
SP’er Jasper van Dijk: ‘Als er causaliteit bestaat tussen het middel en het doden moet er direct worden ingegrepen.’ Angelien Eijsink (PvdA): ‘Ik zal vragen aan minster Hans Hillen of er naar kan worden gekeken.’ VVD'er André Bosman sluit zich hierbij aan. ‘Het heeft onze aandacht.’
Cambodja
Bij agressief gedrag door veteranen wordt vaak gewezen op een post-traumatische stressstoornis. Maar de gevolgen van langdurig gebruik van het anti-malariamiddel verdienen onderzoek, aldus de parlementariërs.
Lariam werd in ruime mate geslikt door Nederlandse militairen tijdens hun uitzending naar Cambodja in 1992 en 1993. En juist onder deze groep valt het aantal geweldplegingen op. Ex-marinier Dennis Dijkhuizen benam in februari 2009 zijn zoon (5) en zichzelf van het leven. Zijn collega Bjørn Schaap doodde zijn eveneens 5-jarige zoon in 2005, voordat hij de hand aan zichzelf sloeg. In december 2006 vermoordde ex-marinier Gerold O. zijn ex-vriendin met messteken. Ex-marinier Paul S. liquideerde in 2003 zijn schoonouders, zwager en vriendin.
In Oplinie, het blad van de militaire vakbond AFMP, omschreef de Amerikaanse legerarts Nevin in december Lariam als een gevaarlijke ‘zombiedrug’ die ‘al jaren geleden’ verboden had moeten worden.
‘Tientallen Cambodja-gangers klaagden na terugkeer over angstneuroses en depressies’, zegt een veterane. Zelf kreeg ze last met haar auto-immuunsysteem en het uitvallen van lichaamsfuncties.
Volgens Defensie zijn er geen meldingen bekend over ernstige bijwerkingen na het staken van Lariam. ‘Defensie gaat zorgvuldig om met Lariam en schrijft het alleen voor als andere middelen niet werken.’
(bron: De Pers, 28 maart 2012)
'Defensie worstelt met zijn mensen'
door Peter Ullenbroeck
Nadat vorig jaar bekend werd dat er bij de krijgsmacht één miljard euro bezuinigd zou worden, beloofde defensieminister Hans Hillen alles in het werk te stellen om de duizenden werknemers voor wie geen plaats meer was, aan ander werk te helpen.
In de praktijk komt daar nog weinig van terecht. Zo blijkt een speciaal opgezette vacaturebank om overtollig personeel elders binnen defensie onder te brengen niet goed te werken. Het aantal vacatures is ondermaats en banen die wel op de interne site staan, blijken vaak al te zijn opgevuld.
De vakbond voor defensiepersoneel VBM/NOV is bezorgd. "Wij hebben de problemen met de vacaturebank aangekaart bij Defensie", zegt vakbondsman Henri Lansink. Het ministerie erkent de problemen. "We werken eraan", reageert woordvoerder Klaas Meijer.
Door de forse bezuinigingen bij defensie verdwijnen de komende jaren 12.000 functies. Voor 10.000 werknemers is straks geen plaats meer, 4.000 daarvan verdwijnen via natuurlijk verloop, 6.000 mensen wacht gedwongen ontslag. Uiteindelijk, is de bedoeling, telt defensie nog 52.000 werknemers.
Nadat vorig jaar bekend werd dat er bij de krijgsmacht één miljard euro bezuinigd zou worden, beloofde defensieminister Hans Hillen alles in het werk te stellen om de duizenden werknemers voor wie geen plaats meer was, aan ander werk te helpen. In de praktijk komt daar nog weinig van terecht. Zo blijkt een speciaal opgezette vacaturebank om overtollig personeel elders binnen defensie onder te brengen niet goed te werken. Het aantal vacatures is ondermaats en banen die wel op de interne site staan, blijken vaak al te zijn opgevuld.
De vakbond voor defensiepersoneel VBM/NOV is bezorgd. "Wij hebben de problemen met de vacaturebank aangekaart bij Defensie", zegt vakbondsman Henri Lansink. Het ministerie erkent de problemen. "We werken eraan", reageert woordvoerder Klaas Meijer.
Door de forse bezuinigingen bij defensie verdwijnen de komende jaren 12.000 functies. Voor 10.000 werknemers is straks geen plaats meer, 4.000 daarvan verdwijnen via natuurlijk verloop, 6.000 mensen wacht gedwongen ontslag. Uiteindelijk, is de bedoeling, telt defensie nog 52.000 werknemers.
Terwijl veel defensiepersoneel, ook bij de diverse legeronderdelen in Brabant, nog in onzekerheid verkeert of hij of zij straks bij die zesduizend ontslagen zit, neemt Defensie al wel weer op grote schaal nieuw personeel aan. Het leger is dit jaar op zoek naar drieduizend nieuwe medewerkers. Vooral aan technisch specialisten is veel behoefte. „Dat lijkt misschien vreemd”, zegt Meijer. „Maar dat is het niet. Door de bezuinigingen verdwijnen vooral kantoorbanen bij Defensie. Onze operationele capaciteit wordt zoveel mogelijk ontzien. En daar blijven nieuwe mensen nodig. Wij verwachten de komende tijd elk jaar drie tot vierduizend nieuwe mensen te kunnen plaatsen.”
Eén van de legeronderdelen waar naar nieuw bloed wordt gezocht is de NDLA in Breda waar de werving van nieuwe officieren en specialisten enige tijd op een laag pitje stond. Maar dit jaar worden er weer open dagen georganiseerd. Het werven van nieuw epersoneel gebeurt met een nieuwe campagne. De reclamespotjes met Geschikt/Ongeschikt zijn vervangen door de leus ‘Je moet het maar kunnen.’
(bron: BN/De Stem, 28 maart 2012)
Verjaardag
Oeps. Verjaardag over het hoofd gezien. Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Vlissingen, 24 maart 1607. Zie Marine blog: 'De Parel in de Med'.
dinsdag 27 maart 2012
Antwoord op Kamervragen over niet-uitgereikte onderscheidingen aan Libanon-veteranen
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Holtackers (CDA) over niet uitgereikte onderscheidingen aan Libanon-veteranen (ingezonden 21 februari 2012 met kenmerk 2012Z03250).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
Antwoorden op de vragen van het lid Holtackers (CDA) over niet uitgereikte onderscheidingen aan Libanon-veteranen (ingezonden 21 februari 2012 met kenmerk 2012Z03250)
1
Is het waar dat aan het einde van de periode van de Nederlandse militaire inzet (1979-1985) door de Libanese regering een onderscheiding toegekend is aan het gehele Nederlandse UNIFILdetachement?
2
Is het waar dat deze onderscheiding wel door Nederland, in de vorm van de detachementscommandant ter plaatse, formeel in ontvangst is genomen, maar daarna niet is uitgereikt aan de militairen die destijds in Libanon gediend hebben?
3
Ziet u mogelijkheden om deze onderscheiding alsnog uit te reiken aan de Libanon-gangers, dan wel het mogelijk te maken dat de onderscheiding erkend wordt om gedragen te mogen worden?
Midden 1984 hebben drie Nederlandse officieren de Libanese onderscheiding National Order of the Cedar ontvangen van de ambassadeur van Libanon in Nederland. Bij deze gelegenheid heeft de ambassadeur uiteengezet dat de Libanese regering hiermee haar dank en waardering uitsprak voor alle Nederlandse militairen die in Libanon hadden gediend of op dat moment nog dienden. Ik heb geen aanwijzingen dat de Libanese regering het voornemen had alle Nederlandse militairen te onderscheiden.
4
Bent u bekend met de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Verenigde Naties op 10 december 1988 voor vredesmissies na 1956? Is het waar dat de regering deze prijs, die ook de Nederlandse militairen die gediend hebben in de desbetreffende vredesmissies ten deel viel, formeel in ontvangst heeft genomen? Zo ja, waarom is het desondanks, en ondanks de motie Aasted-Madsen-Van Stiphout c.s. 1), veteranen die gediend hebben in VN-missies tussen 1956 en 1998 niet toegestaan om een medaille te dragen ter ere van deze prijs? Bent u bereid een eigen Nederlandse medaille ter ere van de Nobelprijs in te stellen, die naast de Herinneringsmedaille VN-vredesoperaties gedragen mag worden, dan wel erkenning van particulier initiatief daartoe in Nederland mogelijk te maken?
In 1988 hebben de VN-vredesmachten (United Nations Peacekeeping Forces) de Nobelprijs voor de Vrede gekregen voor de deelneming aan missies na 1956. Aan deze prijs was een geldbedrag verbonden maar geen medaille. De prijs is op 10 december 1988 in Oslo in ontvangst genomen door de toenmalige Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties.
Het Nederlands decoratiestelsel voorziet onder meer in een onderscheiding voor de deelneming aan vredesmissies. Iedere missie heeft een eigen medaille dan wel een aparte gesp met de vermelding van de naam van de missie. Met deze onderscheidingen brengt de regering haar waardering voor de uitgezonden militairen tot uitdrukking.
In zijn brief van 30 maart 2005 (Kamerstuk 29 800 X, nr. 69) heeft de minister van Defensie in reactie op de in de vraag genoemde motie-Aasted Madsen-Van Stiphout c.s. uiteengezet dat Noorwegen en Denemarken, in tegenstelling tot Nederland, geen aparte overheidsmedaille voor deelneming aan vredesmissies kennen. Wel kunnen veteranenorganisaties in deze landen een medaille toekennen waarmee wordt verwezen naar de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede. De medailles worden door de overheid erkend. De (oud-)militairen moeten de medailles overigens zelf betalen. In de genoemde brief is naar voren gebracht dat de erkenning van een particulier initiatief voor een aanvullende onderscheiding voor dezelfde verdiensten die van een lagere orde is dan een bij Koninklijke Besluit toegekende onderscheiding, aan de laatstgenoemde onderscheidingen afbreuk zou doen. Ik zie daarom geen aanleiding om naar aanleiding van de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede het decoratiestelsel uit te breiden.
5
Is het waar dat in 1983 het zogenoemde ‘Bronzen Schild’ is toegekend aan 44 Pantserinfanteriebataljon voor haar voortreffelijke wijze van opereren in Libanon, maar dat het bijbehorende insigne nooit aan desbetreffende UNIFIL-veteranen is uitgereikt? Zo ja, waarom niet? Bent u bereid alsnog tot uitreiking over te gaan?
De commandant van het Commando landstrijdkrachten kan op een aantal manieren zijn waardering voor eenheden en werknemers kenbaar maken. De toekenning van het Schild aan een eenheid, ook wel aangeduid als het Bronzen Schild, is een daarvan. De commandant kan besluiten om naast de uitreiking van het Schild, een draagspeld behorend bij het Schild te geven aan het personeel van de desbetreffende eenheid.
In het geval van het 44 Pantserinfanteriebataljon heeft de toenmalige Bevelhebber der Landstrijdkrachten er in 1983 voor gekozen alleen het bataljon deze blijk van waardering te geven. Bij de uitreiking van het Schild heeft hij uiteengezet dat de militairen van het bataljon die hadden deelgenomen aan de Unifil-missie, reeds een tastbare waardering hadden gekregen in vorm van de medaille voorzien van de gesp ‘Libanon’. De verstrekking van een draagspeld was volgens hem daarna niet aan de orde. Deze overwegingen zijn nog steeds valide.
1) Kamerstuk 29 800 X, nr. 20
(bron: ministerie van Defensie, 27 maart 2012)
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
Antwoorden op de vragen van het lid Holtackers (CDA) over niet uitgereikte onderscheidingen aan Libanon-veteranen (ingezonden 21 februari 2012 met kenmerk 2012Z03250)
1
Is het waar dat aan het einde van de periode van de Nederlandse militaire inzet (1979-1985) door de Libanese regering een onderscheiding toegekend is aan het gehele Nederlandse UNIFILdetachement?
2
Is het waar dat deze onderscheiding wel door Nederland, in de vorm van de detachementscommandant ter plaatse, formeel in ontvangst is genomen, maar daarna niet is uitgereikt aan de militairen die destijds in Libanon gediend hebben?
3
Ziet u mogelijkheden om deze onderscheiding alsnog uit te reiken aan de Libanon-gangers, dan wel het mogelijk te maken dat de onderscheiding erkend wordt om gedragen te mogen worden?
Midden 1984 hebben drie Nederlandse officieren de Libanese onderscheiding National Order of the Cedar ontvangen van de ambassadeur van Libanon in Nederland. Bij deze gelegenheid heeft de ambassadeur uiteengezet dat de Libanese regering hiermee haar dank en waardering uitsprak voor alle Nederlandse militairen die in Libanon hadden gediend of op dat moment nog dienden. Ik heb geen aanwijzingen dat de Libanese regering het voornemen had alle Nederlandse militairen te onderscheiden.
4
Bent u bekend met de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Verenigde Naties op 10 december 1988 voor vredesmissies na 1956? Is het waar dat de regering deze prijs, die ook de Nederlandse militairen die gediend hebben in de desbetreffende vredesmissies ten deel viel, formeel in ontvangst heeft genomen? Zo ja, waarom is het desondanks, en ondanks de motie Aasted-Madsen-Van Stiphout c.s. 1), veteranen die gediend hebben in VN-missies tussen 1956 en 1998 niet toegestaan om een medaille te dragen ter ere van deze prijs? Bent u bereid een eigen Nederlandse medaille ter ere van de Nobelprijs in te stellen, die naast de Herinneringsmedaille VN-vredesoperaties gedragen mag worden, dan wel erkenning van particulier initiatief daartoe in Nederland mogelijk te maken?
In 1988 hebben de VN-vredesmachten (United Nations Peacekeeping Forces) de Nobelprijs voor de Vrede gekregen voor de deelneming aan missies na 1956. Aan deze prijs was een geldbedrag verbonden maar geen medaille. De prijs is op 10 december 1988 in Oslo in ontvangst genomen door de toenmalige Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties.
Het Nederlands decoratiestelsel voorziet onder meer in een onderscheiding voor de deelneming aan vredesmissies. Iedere missie heeft een eigen medaille dan wel een aparte gesp met de vermelding van de naam van de missie. Met deze onderscheidingen brengt de regering haar waardering voor de uitgezonden militairen tot uitdrukking.
In zijn brief van 30 maart 2005 (Kamerstuk 29 800 X, nr. 69) heeft de minister van Defensie in reactie op de in de vraag genoemde motie-Aasted Madsen-Van Stiphout c.s. uiteengezet dat Noorwegen en Denemarken, in tegenstelling tot Nederland, geen aparte overheidsmedaille voor deelneming aan vredesmissies kennen. Wel kunnen veteranenorganisaties in deze landen een medaille toekennen waarmee wordt verwezen naar de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede. De medailles worden door de overheid erkend. De (oud-)militairen moeten de medailles overigens zelf betalen. In de genoemde brief is naar voren gebracht dat de erkenning van een particulier initiatief voor een aanvullende onderscheiding voor dezelfde verdiensten die van een lagere orde is dan een bij Koninklijke Besluit toegekende onderscheiding, aan de laatstgenoemde onderscheidingen afbreuk zou doen. Ik zie daarom geen aanleiding om naar aanleiding van de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede het decoratiestelsel uit te breiden.
5
Is het waar dat in 1983 het zogenoemde ‘Bronzen Schild’ is toegekend aan 44 Pantserinfanteriebataljon voor haar voortreffelijke wijze van opereren in Libanon, maar dat het bijbehorende insigne nooit aan desbetreffende UNIFIL-veteranen is uitgereikt? Zo ja, waarom niet? Bent u bereid alsnog tot uitreiking over te gaan?
De commandant van het Commando landstrijdkrachten kan op een aantal manieren zijn waardering voor eenheden en werknemers kenbaar maken. De toekenning van het Schild aan een eenheid, ook wel aangeduid als het Bronzen Schild, is een daarvan. De commandant kan besluiten om naast de uitreiking van het Schild, een draagspeld behorend bij het Schild te geven aan het personeel van de desbetreffende eenheid.
In het geval van het 44 Pantserinfanteriebataljon heeft de toenmalige Bevelhebber der Landstrijdkrachten er in 1983 voor gekozen alleen het bataljon deze blijk van waardering te geven. Bij de uitreiking van het Schild heeft hij uiteengezet dat de militairen van het bataljon die hadden deelgenomen aan de Unifil-missie, reeds een tastbare waardering hadden gekregen in vorm van de medaille voorzien van de gesp ‘Libanon’. De verstrekking van een draagspeld was volgens hem daarna niet aan de orde. Deze overwegingen zijn nog steeds valide.
1) Kamerstuk 29 800 X, nr. 20
(bron: ministerie van Defensie, 27 maart 2012)
Nieuwe commandant Defensieacademie benoemd
Brigadegeneraal Theo Vleugels wordt met ingang van 2 mei commandant van de Nederlandse Defensie Academie in Breda. Hij volgt luitenant-generaal Richard Tieskens op die onlangs is benoemd tot chef staf bij het Allied Joint Force Command van de NAVO in Brunssum.
Uruzgan 2007: kol. Vleugels (midden) met Australische collega's |
De nieuwe commandant van de Defensieacademie werd in zijn loopbaan uitgezonden naar voormalig Joegoslavië en in 2006 naar Afghanistan. Voor de wijze waarop hij leiding gaf aan de Task Force Uruzgan ontving hij van minister Henk Kamp het Ereteken voor Verdienste in goud.
(ministerie van Defensie, 27 maart 2012)
Theo Vleugels nieuwe gouverneur van Breda
door Willem Jan Joachems
De Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda heeft een nieuwe gouverneur. Het is brigade-generaal Theo Vleugels. Op 2 mei volgt hij luitenant-generaal Richard Tieskens op. Die kreeg onlangs een hoge functie bij de NAVO in Brunssum
Vleugels wordt ook commandant van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). Daar valt de officiersopleiding KMA in Breda onder, maar ook alle andere onderwijsinstellingen van defensie in Den Haag en Den Helder.
Sinds 2007 is Vleugels commandant van het trainings- en opleidingscommando. Dat is de defensietak die zorgt voor de onder meer de rijopleiding, gevechtstrainingen, sportactiviteiten en de opleiding tot onderofficier. De eenheid heeft drie scholen in Brabant: in Vught, Eindhoven en Oirschot.
Theo Vleugels is geboren in Limburg. Hij draagt het uniform van de koninklijke luchtmacht*. Vleugels ging op missie naar Libanon, voormalig Joegoslavië en in 2006 was hij commandant van de task-force Uruzgan in Afghanistan. Na zijn inzet daar kreeg hij van defensieminister Kamp het Ereteken voor Verdienste in Goud.
(Omroep Brabant, 27 maart 2012)
(Ik kan me vergissen, maar volgens mij heeft generaal Vleugels nooit een luchtmachtuniform gedragen. Hij behoort tot het Bataljon Limburgse Jagers (BLJ), hdv)
Nederlandse F-16's schieten Italiaanse ISAF-troepen te hulp
Nederlandse F-16’s zijn deze week in actie gekomen om een aanval van Afghaanse opstandelingen op een Italiaanse legerbasis in (zuid-westelijke provincie) Farah af te slaan. Hierbij zijn door de Nederlandse vliegers ook wapens ingezet.
Archieffoto Defensie: Nederlandse F-16, Kandahar Airfield |
(bron: weekoverzicht Defensie-operaties, 27 maart 2012)
zaterdag 24 maart 2012
Ontvoerde zeelui Nederlands schip vrij
Drie buitenlandse bemanningsleden van een Nederlands vrachtschip, die vorige maand in Nigeria waren ontvoerd, zijn vrijgelaten. Dat heeft de eigenaar van het schip, de Groningse rederij Seatrade, zaterdag bevestigd. Een woordvoerder van het bedrijf wil niet zeggen of er losgeld is betaald.
De ontvoerde zeelieden zijn de kapitein en een officier uit Rusland, en een matroos uit de Filipijnen. Ze zijn "relatief goed behandeld'' en maken het "naar omstandigheden redelijk'', aldus Seatrade. Het drietal heeft Nigeria verlaten en is op weg naar huis.
Breiz Klipper
De bemanningsleden werkten op het Nederlandse vrachtschip Breiz Klipper. Dat werd eind februari aangevallen bij de Nigeriaanse havenstad Port Harcourt. De Breiz Klipper zou daar een lading ingevroren vis uit Ierland afleveren.
Rebellengroep
Het is niet bekend door wie de drie zijn ontvoerd. Mogelijk hadden de daders banden met de Beweging voor de Emancipatie van de Nigerdelta, een rebellengroep uit het zuiden van Nigeria. Die ontvoert vaker buitenlanders.
(bron: De Stentor, 24 maart 2012)
Bijna vierduizend commando's bij reünie elitekorps in Roosendaal
Auteur: Robert te Veele
Met een grote reünie is zaterdag in Roosendaal het 70-jarige bestaan van het Korps Commandotroepen gevierd. Vele dienstplichtige 'Groene baretten' maar ook veteranen uit Nederlands-Indië, Korea, Libanon, Bosnië en Afghanistan marcheerden door de stad. De parate troepen waren in de stoet te zien met quads, pantserwagens, duikpakken, een boot en zelfs ski's.
Zo'n 3300 oud-commando's kleurden de stad 'groen'. De mars van de elite-eenheid is afgesloten met een defilé op de Oude Markt. Minister van Defensie Hans Hillen nam het defilé af. Ook drager van Militaire Willemsorde Marco Kroon uit Den Bosch, commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm en burgemeester Jacques Niederer van Roosendaal waren bij de parade aanwezig. Bijzondere gast was de Amerikaanse Vietnam-veteraan Bruce Crandall. Van zijn ervaringen als helikopterpiloot is een film gemaakt: We Were Soldiers.
Eén groot weerzien
De veteranen van het Korps Commandotroepen komen eens in de vijf jaar bijeen voor een reünie. Het is vooral een weerzien van oude kamaraden of soms die ene vervelende instructeur. "Ik herken mijn instructeur uit 1973. Die heb ik 38 jaar niet gezien", zegt een veteraan. De instructeur zegt 'dat ze allemaal wel eens een dreun van hem gehad hebben. Of een stukje lopen.'
Vooral tussen de maten van het eigen peleton is er nog een warme band. "Met die maten ben je samen door die sloot gegaan. Daar heb je die zware opleiding mee gedaan. Dat schept een band."
Sterke verhalen
Het is ook een dag van het uitwisselen van sterke verhalen onderling. Eén commando weet nog goed dat hij als straf door een wei moest kruipen en over prikkeldraad moest klimmen terwijl hij loeide als een koe. Een ander heeft een verhaal over een bokswedstrijd op de Albert Kuipmarkt in Amsterdam tussen profboksers en commando's.
Reüniemars
In de vroege zaterdagochtend arriveerde ook een groep van 54 oud-commando's en commando's na een lange wandelmars van 180 kilometer. Ze waren maandag in het Gelderse Schaarsbergen begonnen aan een tocht naar Roosendaal. Woensdag kwamen ze bij Lith de provincie binnen.
Onderweg werd zoveel mogelijk overnacht in kazernes en zaterdagochtend sliepen de militairen in het tentenkamp op de Rucphense Hei. Onder muzikale begeleiding marcheerden ze onder de ‘tranenpoort’ door van de Engelbrecht van Nassau Kazerne. De jongste loper is 39 jaar oud, de oudste 82.
(bron: Omroep Brabant, 24 maart 2012)
3300 man op reünie KCT
De reünie van het korps Commando Troepen in Roosendaal is zaterdag door 3300 (oud-)commando's bezocht. Hoogtepunt was het defilé over de oude Markt, dat werd afgenomen door onder andere minister Hans Hillen van Defensie, burgemeester Jacques Niederer, commandant Rob Querido van het KCT, Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm en Marco Kroon, drager van de militaire Willemsorde.
"Het is zo druk als tijdens de carnavalsoptocht", zegt Niederer enthousiast over het defilé. "Dit toont de verbondenheid tussen de stad en het korps."
Tijdens het het defilé hebben speciale eenheden zich onherkenbaar gemaakt met bivakmutsen of camouflage. 'Zien zonder gezien te worden' is het motto tijdens de operaties en ook in het openbaar mag niemand weten welke personen er achter deze eenheden zitten. Dat is voor de veiligheid van deze militairen.
Minister Hans Hillen vertelde na afloop dat het soms lastig is om te verantwoorden wat Defensie allemaal doet tijdens die speciale operaties. "Gelukkig is er van de volksvertegenwoordigers begrip voor de geheimhouding van deze acties, in belang van de missie en in belang van de personen die deze uitvoeren. Het KCT ligt onder een platte steen, je ziet er vanaf de buitenkant weinig van, er is weinig gelegenheid om naar buiten te treden. Voor mij zitten hier de helden achter de gordijnen en ik zal dit korps verdedigen waar ik kan."
(bron: Brabants Dagblad, 24 maart 2102)
Nigeria: ontvoerde bemanningsleden Nederlands schip vrijgelaten
De kapitein en twee bemanningsleden van het Nederlandse koelschip 'Breiz Klipper' zijn vrijgelaten. Dat melden het Russische persbureau Interfax en de krant Komsomolskaja Pravda. Het schip was op 28 februari aangevallen door Nigeriaanse piraten. Dat gebeurde op de rede van de Nigeriaanse havenstad Port Harcourt. Bij die aanval kwam een van de in totaal veertien bemanningsleden om het leven.
De vrijlating is tegenover Interfax bevestigd door de Russische ambassadeur in Nigeria, Aleksandr Poljakov.
Rusland heeft in de ontvoeringszaak een belangrijke rol gespeeld. Twee van de drie ontvoerde bemanningsleden zijn Russen: de kapitein en de hoofdwerktuigkundige. Het derde gekidnapte bemanningslid komt uit de Filipijnen. Details over eventueel losgeld zijn niet bekend gemaakt.
Volgens de Komsomolskaja Pravda heeft de Russische ambassadeur verklaard dat de twee Russische opvarenden (kapitein Viktor Pikus en hoofdwerktuigkundige Vjatsjeslav Melnikov) het goed maken. Zondag wordt besloten hoe en wanneer ze naar Rusland terugkeren.
De Breiz Klipper is eigendom van de Groningse rederij Seatrade en vaart onder de vlag van Curaçao. Voor meer bijzonderheden, zie o.a. dit artikel van het vakblad Schuttevaer.
Het Russischtalig nieuws over de vrijlating:
Два россиянина и филиппинец освобождены из пиратского плена - посол РФ в Нигерии
.
24 марта 2012 года 01:56
Москва. 24 марта. ИНТЕРФАКС - Двое российских моряков и один филиппинец, ранее захваченные в заложники пиратами близ Нигерии, освобождены, сообщил "Интерфаксу" посол России в Нигерии Александр Поляков
Смотрите оригинал материала на http://www.interfax.ru/news.asp?id=237489.
"Российский капитан Виктор Пикус, старший механик Вячеслав Мельников и филиппинский матрос находятся на свободе в безопасном месте. Состояние их удовлетворительное. Со слов капитана, настроение у всех приподнятое", - сказал посол.
"Завтра будет решаться вопрос, когда и как наши соотечественники будут отправлены на родину", - добавил он.
(Interfax, 24 maart 2012)
Захваченные пиратами в Нигерии россияне освобождены
Оба чувствуют себя нормально и ждут возвращения на родину
Двух российских моряков, в конце февраля захваченных в заложники пиратами у берегов Нигерии, удалось освободить.
Напомним, морские разбойники напали на голландский сухогруз-рефрижератор Breeze Clipper в гавани нигерийского города Порт-Харкорт 28 февраля. На борту судна находились российские, украинские и филиппинские моряки – 14 человек, из них шестеро россиян.
Восемь пиратов подошли к нему на двух моторных лодках и открыли пулемётную очередь. Затем поднялись на судно и, угрожая оружием, заставили команду отдать им деньги, затем захватили двух граждан России – капитана по фамилии Пикус и главного механика по фамилии Мельников – забрали с собой и скрылись на моторной лодке.
Некоторое время о захваченных россиянах не было никаких сведений, и лишь в середине марта Российский профсоюз моряков сообщал, что уполномоченный посольствами РФ, Голландии и Филиппин вести переговоры с нигерийскими пиратами посредник получил возможность поговорить с российскими моряками с теплохода Breiz Klipper.
«Российский капитан Виктор Пикус, старший механик Вячеслав Мельников и филиппинский матрос находятся на свободе в безопасном месте. Состояние их удовлетворительное. Со слов капитана, настроение у всех приподнятое», - сообщил посол России в Нигерии Александр Поляков.
«Завтра будет решаться вопрос, когда и как наши соотечественники будут отправлены на родину», - добавил он.
Подробности освобождения россиян из пиратского плена не сообщаются, отмечает Интерфакс.
(Komsomolskaja Pravda, 24 maart 2012)
De vrijlating is tegenover Interfax bevestigd door de Russische ambassadeur in Nigeria, Aleksandr Poljakov.
Rusland heeft in de ontvoeringszaak een belangrijke rol gespeeld. Twee van de drie ontvoerde bemanningsleden zijn Russen: de kapitein en de hoofdwerktuigkundige. Het derde gekidnapte bemanningslid komt uit de Filipijnen. Details over eventueel losgeld zijn niet bekend gemaakt.
Volgens de Komsomolskaja Pravda heeft de Russische ambassadeur verklaard dat de twee Russische opvarenden (kapitein Viktor Pikus en hoofdwerktuigkundige Vjatsjeslav Melnikov) het goed maken. Zondag wordt besloten hoe en wanneer ze naar Rusland terugkeren.
De Breiz Klipper is eigendom van de Groningse rederij Seatrade en vaart onder de vlag van Curaçao. Voor meer bijzonderheden, zie o.a. dit artikel van het vakblad Schuttevaer.
Het Russischtalig nieuws over de vrijlating:
Два россиянина и филиппинец освобождены из пиратского плена - посол РФ в Нигерии
.
24 марта 2012 года 01:56
Москва. 24 марта. ИНТЕРФАКС - Двое российских моряков и один филиппинец, ранее захваченные в заложники пиратами близ Нигерии, освобождены, сообщил "Интерфаксу" посол России в Нигерии Александр Поляков
Смотрите оригинал материала на http://www.interfax.ru/news.asp?id=237489.
"Российский капитан Виктор Пикус, старший механик Вячеслав Мельников и филиппинский матрос находятся на свободе в безопасном месте. Состояние их удовлетворительное. Со слов капитана, настроение у всех приподнятое", - сказал посол.
"Завтра будет решаться вопрос, когда и как наши соотечественники будут отправлены на родину", - добавил он.
(Interfax, 24 maart 2012)
Захваченные пиратами в Нигерии россияне освобождены
Оба чувствуют себя нормально и ждут возвращения на родину
Двух российских моряков, в конце февраля захваченных в заложники пиратами у берегов Нигерии, удалось освободить.
Напомним, морские разбойники напали на голландский сухогруз-рефрижератор Breeze Clipper в гавани нигерийского города Порт-Харкорт 28 февраля. На борту судна находились российские, украинские и филиппинские моряки – 14 человек, из них шестеро россиян.
Восемь пиратов подошли к нему на двух моторных лодках и открыли пулемётную очередь. Затем поднялись на судно и, угрожая оружием, заставили команду отдать им деньги, затем захватили двух граждан России – капитана по фамилии Пикус и главного механика по фамилии Мельников – забрали с собой и скрылись на моторной лодке.
Некоторое время о захваченных россиянах не было никаких сведений, и лишь в середине марта Российский профсоюз моряков сообщал, что уполномоченный посольствами РФ, Голландии и Филиппин вести переговоры с нигерийскими пиратами посредник получил возможность поговорить с российскими моряками с теплохода Breiz Klipper.
«Российский капитан Виктор Пикус, старший механик Вячеслав Мельников и филиппинский матрос находятся на свободе в безопасном месте. Состояние их удовлетворительное. Со слов капитана, настроение у всех приподнятое», - сообщил посол России в Нигерии Александр Поляков.
«Завтра будет решаться вопрос, когда и как наши соотечественники будут отправлены на родину», - добавил он.
Подробности освобождения россиян из пиратского плена не сообщаются, отмечает Интерфакс.
(Komsomolskaja Pravda, 24 maart 2012)
vrijdag 23 maart 2012
NAVO-oefening Cold Response ten einde
De grote NAVO-oefening Cold Response is gisteren beëindigd. 16.000 militairen uit 15 landen trainden de afgelopen 2 weken in Noorwegen anti-terreursituaties* onder koudweeromstandigheden. Een van de leerpunten voor de volgende oefening in 2014: stem de verschillende communicatiesystemen beter op elkaar af.
(foto: Defensie) |
Defensie nam deel met 800 militairen, waaronder een grote maritieme afvaardiging en eenheden van land- en luchtmacht. De Nederlandse eenheden vertrokken afgelopen woensdag uit het Noorse oefenterrein, na een 48 uur durende aanval. De focus lag daarbij onder meer op het afweren van luchtaanvallen, het bestrijden van onderzeeboten en het onopgemerkt aan land brengen van amfibische eenheden. Ook het inrekenen van terroristen behoorde tot het scenario.
Amfibisch
Voor Nederland stond de afgelopen weken vooral het amfibisch optreden met Groot-Brittannië centraal. Aan boord van het Britse marineschip HMS Bulwark stuurden Engelse en Nederlandse commandanten in een gezamenlijke staf de diverse eenheden aan. Hr. Ms. Rotterdam fungeerde als uitvalsbasis voor Amerikaanse, Britse en Nederlandse troepen en leverde logistieke ondersteuning. Commandant kapitein-ter-zee Huub Hulsker is tevreden: "wij hebben onder zeer diverse en extreme omstandigheden onze taken kunnen oefenen."
Reactiemacht
Cold Response geldt ook als belangrijke voorbereiding voor de Amfibische Taakgroep van de marine, die in de tweede helft van 2013 paraat staat voor de snelle reactiemacht van de NAVO, de NATO Response Force.
De schepen en eenheden keren 30 maart terug in Den Helder. Gedurende de thuisreis staan nog verschillende maritieme oefeningen op het programma.
(bron: ministerie van Defensie, 23 maart 2012)
*Deze omschrijving strookt niet helemaal met de werkelijkheid. Het oefenprogramma behelste activiteiten in het gehele geweldsspectrum, inclusief diplomatie. Onderstaand een korte omschrijving van oefening Cold Response door de organisatoren, het Noorse ministerie van Defensie.
Cold Response is a Norwegian led winter exercise. The main purpose of this year’s winter exercise is to rehearse high intensity operations in winter conditions within NATO with a UN mandate.
Participants will rehearse deploying and using military reaction forces in an area of crisis where they have to handle everything from high intensity warfare to terror threats and mass demonstrations. The soldiers have to balance the use of diplomatic and military force. Also, forces get to train in an international environment where they have to master a common language and procedures.
EU extends counter piracy mission off coast of Somalia; will include coastal territory and internal waters
On Friday 23 March 2012 the Council of the European Union confirmed its intention to extend the EU Naval Force (EU NAVFOR) counter-piracy mission, Operation ATLANATA off the Somali coast until December 2014. At the same time the Council also extended the area of operations to include Somali coastal territory and internal waters.
Today’s decision will enable Operation Atalanta Forces to work directly with the Transitional Federal Government and other Somali entities to support their fight against piracy in the coastal areas. In accordance with the relevant UN Security Council resolutions, the Somali government has notified the UN Secretary General of its acceptance of the EU’s offer for this new collaboration.
Speaking about the extension of the mandate and area of operations, Rear Admiral Duncan Potts, who is the Operational Commander of the EU Naval Force, said “The extension of the mandate until the end of 2014 confirms the EU’s commitment to fighting piracy off the Horn of Africa. Piracy has caused so much misery to the Somali people and to the crews of ships transiting the area and it is right that we continue to move forward in our efforts”.
(source: EUNAVFOR, 23 maart 2012)
Council extends EU counter-piracy operation Atalanta
The Council today prolonged the EU's counter-piracy operation Atalanta by two more years, that is until December 2014. The main tasks of the mission are the protection of vessels of the World Food Programme delivering food aid to displaced persons in Somalia and the fight against piracy off the Somali coast.
Today's decision also extended the force's area of operations to include Somali coastal territory as well as its territorial and internal waters. This is to enable Operation Atalanta to work directly with the Transitional Federal Government and other Somali entities to support their fight against piracy from the coastal area. In accordance with the relevant UN Security Council resolutions, the Somali government has notified the UN Secretary General of its acceptance of the EU's offer for this new collaboration.
EU High Representative for Foreign Affairs and Security Policy Catherine Ashton said: "Fighting piracy and its root causes is a priority of our action in the Horn of Africa. Operation Atalanta has made a significant contribution to this effort, in coordination with our international partners. Today's important decision extends Atalanta's mandate for two more years and allows it to take more robust action on the Somali coast. Despite pressure on defence budgets, EU member states thereby demonstrate their renewed commitment to this successful operation."
A budget of EUR 14.9 million is provided for the common costs of the prolonged mandate.
(source: Council of the European Union, 23 March 2012)
EU Operations Centre to support CSDP missions in the Horn of Africa
The Council today activated the EU Operations Centre in support of the Common Security and Defence Policy (CSDP) missions in the Horn of Africa. This is the first activation of the EU Operations Centre.
The Operations Centre will coordinate and increase synergies between the three CSDP actions in the Horn of Africa. The EU is currently conducting two military operations – EUNAVFOR Atalanta, which fights piracy off the Somali coast, and EUTM Somalia, which contributes to the training of Somali security forces. It has also started operational planning for a civilian mission to strengthen maritime capacities in the region (RMCB).
The Operations Centre will provide direct support to the operations commander for the planning and conduct of the RMCB mission and facilitate coordination between EUTM and Operation Atalanta and their interaction with Brussels-based structures. If requested, it will also support strategic planning for CSDP missions and operations in the Horn of Africa.
The Operations Centre will not have command responsibility, but will fully respect the existing chains of command. It will include some EU military staff, the Brussels-based support cell for the EU training mission in Somalia, the liaison team of Operation Atalanta in Brussels as well as staff seconded by member states.
The head of the EU Operations Centre will be Captain Ad van der Linde (Netherlands).The Operations Centre, which was created in 2003, will be active for an initial duration of two years. Its activities and financing will be regularly reviewed.
(bron: Raad van de Europese Unie, 23 maart 2012)
Metamorfose basis De Peel; wordt thuisbasis Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
Luchtmachtbasis De Peel bij Vredepeel ondergaat een gedaanteverwisseling. Vanaf donderdag geldt de basis als landmachtkazerne, en zijn er vierhonderd banen minder.
Door Eric Seuren
De banenreductie is het resultaat van een vorig jaar door het rijk opgelegde bezuinigingsoperatie bij Defensie, alsook van de samenvoeging van de Groep Geleide Wapens (GGW) van de luchtmacht en het landmachtonderdeel Commando Luchtdoelartillerie (CoLuA). Beide eenheden bivakkeren sinds 2007 al samen op de basis in Vredepeel.
Kolonel Erik Abma, verantwoordelijk voor de reorganisatie, noemt de bezuinigingsoperatie ‘de grootste in de historie van de grondgebonden luchtdefensie'. "En al met al kunnen we tevreden zijn dat we er zo goed uit zijn gekomen. Op 35 mensen na zijn inmiddels alle personeelsleden aan een andere baan geholpen. Zowel binnen als buiten Defensie. Dat is mede te danken aan een jobcenter dat we met medewerking van de gemeente Venray op de basis hebben ingericht”, verklaart Abma.
Met de reorganisatie achter de rug, wil Abma zich nu op de toekomst van de basis gaan richten. Op donderdag 29 maart wordt zowel de GGW als het CoLuA opgeheven en ontstaat de nieuwe landmachteenheid Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Kolonel Abma wordt de eerste commandant van die eenheid. "Met die samenvoeging wordt Vredepeel het landelijk centrum voor grondgebonden luchtverdediging.”
In dat kader zullen ook zeven mariniers op de basis gestationeerd worden om kennis en ervaring te leveren. De marine werkt namelijk aan een radarsysteem dat heel vroeg ballistische raketten kan detecteren. Deze kennis betekent een belangrijke aanvulling voor Vredepeel. De luchtmachtbasis wordt op 29 maart formeel omgevormd tot landmachtkazerne; Luitenant-Generaal Best-kazerne genaamd. Abma: "Het terrein houdt de status reservevliegveld.”
(bron: De Limburger, 23 maart 2012)
Mortiercompagnie mariniers wegbezuinigd, laatste keer in actie
Met 6 ceremoniële schoten over de Engelse Salisbury Plains is gisteren een einde gekomen aan de in 1988 opgerichte 120mm Mortiercompagnie van het Korps Mariniers. Gloeiende lopen, verpulverde doelen en trotse gezichten zorgden voor een waardig afscheid.
foto: ministerie van Defensie) |
De eenheid heeft veel betekend voor het Korps. Tijdens haar bijna kwarteeuw durende bestaan werd de compagnie bij verschillende oefeningen en missies ingezet. Het grootste wapenfeit van de eenheid is de inzet bij Mount Igman in Bosnië. Samen met de Britten en Fransen bestookten de Nederlanders vanaf deze berg in 1995 de Bosnische Serviërs die Sarajevo belegerden.
"Het is begrijpelijk dat ook het Korps een bijdrage moet leveren aan de bezuinigingen en iedere keuze is pijnlijk, maar dat juist deze eenheid moest sneuvelen is erg jammer", aldus brigadegeneraal Rob Verkerk, commandant van het Korps Mariniers, die kort daarvoor het laatste schot loste.
De Mortiercompagnie van het Korps Mariniers heeft voor het laatst met het 120 millimeter mortier gevuurd. Dit gebeurde op de Salisbury Plain in Engeland. Het afstoten van de krombaanwapens is een bezuinigingsmaatregel.
De pijn wordt verzacht doordat een groot deel van het personeel en wellicht de mortieren zelf worden ondergebracht bij de landmacht. De zogenoemde Fire Support Teams, bestaande uit mortierstellingen en observatieteams, blijven dus behouden, maar het Korps Mariniers levert wel een deel van de eigen vuursteuncapaciteit in. Als die capaciteit nodig is, levert de landmacht deze. "Ik heb vertrouwen in de toekomstige samenwerking. We hebben elkaar nodig", licht Verkerk toe. "Zonder vuursteun ben je op het moderne gevechtsveld nergens."
(bron: ministerie van Defensie, 22 maart 2012)
(Op de Defensiewebiste is ook een video over dit onderwerp te zien)
donderdag 22 maart 2012
Minister Hillen: "EU, trek initiatief naar je toe"
“We moeten de piraten niet alleen op zee aanpakken, als ze op het punt staan toe te slaan, maar ook de criminele netwerken op het land. Zo behouden wij – en niet de piraten – het initiatief.” Dat betoogde minister Hans Hillen vandaag in Brussel tijdens een ontmoeting met zijn ambtgenoten van de Europese Unie.
De EU-ministers werden bijgepraat over de antipiraterij-missie Atalanta voor de kust van Somalië. Deze operatie is tot en met 2014 verlengd en Nederland overweegt daaraan weer bij te dragen. Hierover gaat binnenkort een brief naar de Tweede Kamer.
Private beveiliging
De minister hield zijn collega´s voor zich zorgen te maken over de discussie om gewapende private beveiligingsteams aan boord van koopvaardijschepen toe te staan. “Naar mijn stellige overtuiging is gewapende bescherming van de commerciële scheepvaart voor de kust van Somalië een taak van de krijgsmacht.” De minister heeft daarom de Koninklijke Marine de opdracht gegeven zo’n 50 tot 100 schepen per jaar te kunnen beschermen. “Dat is genoeg om kwetsbare schepen die onder Nederlandse vlag varen te beschermen. De krijgsmacht kan dit opbrengen. Het is een kerntaak van de overheid. De marine is opgericht – en is er nog steeds – om de zeeën vrij te houden. Privatisering van taken die voortvloeien uit het geweldsmonopolie is een heilloze weg.”
Meer tankvliegtuigen
In Brussel werd vooral gesproken over de vooruitgang van Europese Defensiesamenwerking, zodat de EU een concrete bijdrage kan presenteren op de NAVO-top in mei in Chicago.
Ook kwam het gebrek aan tankvliegtuigen aan bod, zoals dat tijdens het Libië-conflict duidelijk werd. De Europese vloot telt zo’n 40 tankers, terwijl de Amerikaanse vloot over ongeveer 650 toestellen beschikt. Frankrijk en het Europese Defensie Agentschap namen hierin het initiatief tot EU-samenwerking, waarbij een rol in het verschiet ligt voor het European Air Transport Command bij Vliegbasis Eindhoven. Nederland wil graag deelnemen, ook met het oog op de eventuele vervanging van de 2 Nederlandse tankvliegtuigen na 2020.
Gezamenlijk veldhospitaal
Hillen tekende verder een intentieverklaring voor de ontwikkeling van een snel uitzendbaar veldhospitaal. Daaraan doen 12 landen mee onder leiding van Italië. Ook is Nederland bereid een grotere rol te spelen in een forensisch laboratorium dat onder leiding van Frankrijk wordt ingezet in Afghanistan. Hierin worden inlichtingen vergaard over het gebruik van geïmproviseerde explosieven, gericht op het achterhalen en bestrijden van het netwerk achter de bommenleggers.
(bron: ministerie van Defensie, 22 maart 2012)
Hillen reikt eerste erkende bachelordiploma's Defensie uit
Ruim 40 officieren die met succes een opleiding binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) hebben afgerond, ontvangen maandag 26 maart een erkend bachelor diploma. Minister van Defensie Hans Hillen reikt de eerste diploma's uit op het Koninklijke Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder.
Eind vorig jaar kregen de opleidingen Krijgswetenschappen, Militaire Bedrijfswetenschappen en Militaire Systemen en Technologie de status ‘wetenschappelijke bachelor’. "Dit is niet alleen belangrijke erkenning voor de kwaliteit van de opleidingen bij Defensie, maar het geeft vooral ook afgestudeerde militairen bredere mogelijkheden in hun verdere carrière", aldus minister Hillen.
Defensie is hiermee als toekomstige werkgever voor kandidaten die het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs hebben afgerond, nog aantrekkelijker. Daarnaast bevordert deze erkenning de doorstroom naar masteropleidingen die de officieren na hun bacheloropleiding kunnen volgen.
De afgelopen jaren zijn alle opleidingen van de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW) beoordeeld door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Zij beoordeelden alle opleidingen (Krijgswetenschappen, Militaire Systemen & Technologie en Militaire Bedrijfswetenschappen) positief. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap besloot op basis van het positieve oordeel van de NVAO dat aan de opleidingen een wettelijke graad mag worden verbonden. “Daarmee is het civiele bewijs geleverd voor de hoge kwaliteit van het wetenschappelijk deel van de opleiding die aspirant-officieren volgen”, vertelt de decaan van de faculteit, professor dr. Wouter van Rossum.
De FMW, met vestigingen in Den Helder en Breda, is net als het Koninklijk Instituut voor de Marine en de Koninklijke Militaire Academie, een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie. De FMW verzorgt het wetenschappelijk onderwijs op bachelorniveau aan toekomstig officieren van de krijgsmacht. Daarnaast verricht de FMW militair onderzoek dat in het belang is van Defensie.
(bron: ministerie van Defensie, 22 maart 2012)
Eind vorig jaar kregen de opleidingen Krijgswetenschappen, Militaire Bedrijfswetenschappen en Militaire Systemen en Technologie de status ‘wetenschappelijke bachelor’. "Dit is niet alleen belangrijke erkenning voor de kwaliteit van de opleidingen bij Defensie, maar het geeft vooral ook afgestudeerde militairen bredere mogelijkheden in hun verdere carrière", aldus minister Hillen.
Defensie is hiermee als toekomstige werkgever voor kandidaten die het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs hebben afgerond, nog aantrekkelijker. Daarnaast bevordert deze erkenning de doorstroom naar masteropleidingen die de officieren na hun bacheloropleiding kunnen volgen.
De afgelopen jaren zijn alle opleidingen van de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW) beoordeeld door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Zij beoordeelden alle opleidingen (Krijgswetenschappen, Militaire Systemen & Technologie en Militaire Bedrijfswetenschappen) positief. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap besloot op basis van het positieve oordeel van de NVAO dat aan de opleidingen een wettelijke graad mag worden verbonden. “Daarmee is het civiele bewijs geleverd voor de hoge kwaliteit van het wetenschappelijk deel van de opleiding die aspirant-officieren volgen”, vertelt de decaan van de faculteit, professor dr. Wouter van Rossum.
De FMW, met vestigingen in Den Helder en Breda, is net als het Koninklijk Instituut voor de Marine en de Koninklijke Militaire Academie, een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie. De FMW verzorgt het wetenschappelijk onderwijs op bachelorniveau aan toekomstig officieren van de krijgsmacht. Daarnaast verricht de FMW militair onderzoek dat in het belang is van Defensie.
(bron: ministerie van Defensie, 22 maart 2012)
woensdag 21 maart 2012
Minister Hillen: 'Niet voor elke militair met strafblad ontslag'
Minister Hans Hillen (Defensie) verwacht dat niet dat ontslag volgt voor alle 73 militairen van wie de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) onlangs ontdekte dat ze de afgelopen 8 jaar met politie of justitie in aanraking zijn geweest.
De strafbare feiten kwamen bij een periodieke controle aan het licht, toen de betrokkenen al in dienst waren bij Defensie. Hillen zei woensdag in de Tweede Kamer dat hij verwacht dat het "overgrote deel in een ander daglicht zal komen te staan, bijvoorbeeld omdat het voorval wel aan de commandant is gemeld".
De minister vindt het beeld voor Defensie behoorlijke gunstig: van de bijna 70.000 medewerkers die zijn doorgelicht, hebben nog geen 80 mogelijk een probleem. Op aandringen van de Kamer bekijkt Hillen wel of de tekst van de brief die de betrokken militairen op de mat vonden, duidelijker en klantvriendelijker kan. Maar de strekking wordt niet anders, aldus de minister.
"We constateren dat iemand volgens onze regels niet in dienst kan zijn en iemand wordt in staat gesteld daar op te reageren. We proberen het zo zorgvuldig mogelijk te doen, maar het proces moet ergens beginnen. Er is een probleem en dat wordt onderzocht."
(bron: ANP/Nu.nl, 21 maart 2012)
Zie ook een bericht van 12 maart j.l.: 'Wil Defensie veroordeelde militairen dumpen?' Antwoord op Kamervragen (12 maart)
De strafbare feiten kwamen bij een periodieke controle aan het licht, toen de betrokkenen al in dienst waren bij Defensie. Hillen zei woensdag in de Tweede Kamer dat hij verwacht dat het "overgrote deel in een ander daglicht zal komen te staan, bijvoorbeeld omdat het voorval wel aan de commandant is gemeld".
De minister vindt het beeld voor Defensie behoorlijke gunstig: van de bijna 70.000 medewerkers die zijn doorgelicht, hebben nog geen 80 mogelijk een probleem. Op aandringen van de Kamer bekijkt Hillen wel of de tekst van de brief die de betrokken militairen op de mat vonden, duidelijker en klantvriendelijker kan. Maar de strekking wordt niet anders, aldus de minister.
"We constateren dat iemand volgens onze regels niet in dienst kan zijn en iemand wordt in staat gesteld daar op te reageren. We proberen het zo zorgvuldig mogelijk te doen, maar het proces moet ergens beginnen. Er is een probleem en dat wordt onderzocht."
(bron: ANP/Nu.nl, 21 maart 2012)
Zie ook een bericht van 12 maart j.l.: 'Wil Defensie veroordeelde militairen dumpen?' Antwoord op Kamervragen (12 maart)
De Jager wil investeringsverbod clusterbommen per 1 januari 2013
Minister De Jager voert per 1 januari 2013 een verbod in tegen het direct investeren in clustermunitie door banken en beleggers. Dit schrijft de minister in een brief aan de Eerste Kamer. De maatregel bestrijdt het leed dat clustermunitie aanricht door de financiering aan banden te leggen.
Afgelopen oktober kondigde de minister al een dergelijke verbod aan in lijn met een motie van de Eerste Kamer. Met deze brief geeft de minister een nadere uitwerking van het verbod. “Clustermunitie veroorzaakt onaanvaardbaar leed, daarom vind ik het erg belangrijk dat niet direct geïnvesteerd kan worden in de productie, verkoop of distributie van deze wapens” aldus minister Jan Kees de Jager. Door het verbod kunnen banken geen leningen verstrekken aan producenten van clustermunitie. Ook mag niet geïnvesteerd worden in beleggingsproducten van producenten van clustermunitie.
Het verbod zal gaan gelden voor banken, institutionele beleggers en aanbieders van beleggingsproducten en wordt via de Wet op het financieel toezicht (Wft) geregeld. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) zal toezicht houden op de naleving van het verbod. Bij overtredingen kan de AFM boetes opleggen.
(nieuwsbericht ministerie van Financiën, 21 maart 2012)
(Tekst brief aan de voorzitter van de Eerste Kamer)
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Datum 21 maart 2012
Betreft Stand van zaken uitvoering motie Haubrich-Gooskens inzake een verbod op directe investeringen in clustermunitie
Ons kenmerk FM/2012/125 M
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de wijze waarop het kabinet voornemens is uitvoering te geven aan de door uw Kamer op 29 maart 2011 aangenomen motie van de leden Haubrich-Gooskens, Vliegenthart, Böhler, Ten Hoeve, Koffeman, Putters en Meurs (Kamerstukken I 2010/2011, 32187, letter F). De motie roept op tot het nemen van stappen om te komen tot een verbod op aantoonbare directe investeringen in de productie, verkoop en distributie van clustermunitie.
Achtergrond
Op 30 mei 2008 kwam te Dublin het Verdrag inzake Clustermunitie 1) tot stand. Hiermee wordt het gebruik, maar ook het ontwikkelen, produceren, anderszins verwerven, opslaan of direct dan wel indirect aan een ander overdragen van clustermunitie verboden. De Nederlandse Staat heeft dit Verdrag ondertekend en geratificeerd.
Na de ondertekening van het Verdrag is een brede juridische discussie op gang gekomen, ook in uw Kamer, over de vraag of de introductie van een investeringsverbod wel of geen deel uitmaakt van de verplichtingen waaraan de partijen bij het Verdrag zich hebben gecommitteerd. Van internationale consensus hierover is (nog) geen sprake, maar net als aan het Verdrag zelf ligt ook aan deze discussie de gedachte ten grondslag dat er een einde moet komen aan het onaanvaardbaar humanitair leed dat clustermunitie veroorzaakt. Vanuit deze overweging heeft het kabinet daarom besloten om het verzoek uit de motie Haubrich-Gooskens te ondersteunen en een wettelijk verbod op directe investeringen in clustermunitie door financiële instellingen te introduceren.
Uitvoering motie
Het verbod zal betrekking hebben op alle directe investeringen in de productie, verkoop of distributie van clustermunitie. Onder directe investering wordt verstaan het verstrekken van een lening of kredietlijn, het verwerven van zeggenschap en kapitaalbelang in een onderneming en het verwerven van een bepaald beleggingsproduct. Voor de definitie van clustermunitie zal worden verwezen naar het Verdrag inzake Clustermunitie 2). Het verbod zal gaan gelden voor partijen die veel handelen op de financiële markten, waaronder institutionele beleggers en aanbieders van beleggingsproducten. De reikwijdte van het verbod zal zich beperken tot nieuwe investeringen.
Het verbod wordt geregeld krachtens de Wet op het financieel toezicht (Wft). In lijn met de huidige systematiek van de Wft zal de Autoriteit Financiële Markten (AFM) primair verantwoordelijk worden voor het toezicht op de naleving van het verbod. Een overtreding van het verbod zal worden gesanctioneerd via het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Boetebesluit).
Slot
Het kabinet hecht grote waarde aan het op korte termijn formaliseren van het investeringsverbod, en streeft er daarom naar om de betreffende regelgeving 1 januari 2013 in werking te laten treden.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
J.C. de Jager
1) Trb. 2009, 45 (32187 (R1902))
2) Zie art. 2, lid 2 Verdrag inzake Clustermunitie
(Bron: ministerie van Financiën, 21 maart 2012)
Groene baretten in Roosendaalse binnenstad
Zo’n 4.000 oud-commando’s lopen zaterdag 24 maart door de straten van Roosendaal. Het Korps Commando Troepen (KCT) van de Koninklijke Landmacht bestaat 70 jaar en viert dit met een grote reünie. De mars van de commando’s wordt afgesloten met een defilé op de Oude Markt, dat wordt afgenomen door minister van Defensie Hans Hillen. Ook Ridder Militaire Willemsorde kapitein Marco Kroon, commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm en de burgemeester van Roosendaal Jacques Niederer zijn bij het defilé aanwezig.
Op 22 maart 1942 begonnen 48 Nederlanders, voornamelijk afkomstig van de Prinses Irene Brigade, aan de commando-opleiding in het Schotse Achnacarry. Vijfentwintig van hen volbrachten de opleiding en ontvingen de groene baret. Zij vormden gezamenlijk “No. 2 (Dutch) Troop”, de basis voor het huidige Korps Commandotroepen. Ruim 8.733 groene baretten zijn er sindsdien uitgereikt.
Het defilé door de stad bestaat naast oud-commando’s ook uit actief dienende commando’s. Zij dragen de diverse uniformen die worden gebruikt bij hun missies in het buitenland. Ook rijden een vijftigtal historische voertuigen van de vereniging Keep them Rolling mee. Na afloop is er een reünie op de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal.
Bijzonder is de komst van de 79 jarige Vietnamveteraan en Medal of Honordrager kolonel b.d. Bruce Crandall. Bruce Crandall, een gepensioneerde kolonel van het Air Cavalry Division, is op doorreis naar Afghanistan waar hij ISAF-eenheden zal bezoeken. Eenheden van de luchtmacht en de landmacht treden tijdens zijn vijfdaagse verblijf in Nederland op als gastheer. Zij tonen daarmee hun respect, net als de Amerikanen dat vorige jaar deden voor kapitein Marco Kroon, bij de afscheids ceremonie van generaal David Petraeus.
Minister Hans Hillen en Commandant KCT kolonel Rob Querido ontvangen ’s middags en marge van de festiviteiten een exemplaar van het jubileumboek ‘Callsign Nassau: Het moderne Korps Commandotroepen 1989 – 2012’ . Dit boek beschrijft de recente geschiedenis van het Korps.
(bron: ministerie van Defensie, 21 maart 2012)
Vierduizend commando´s zaterdag naar reunie korps in Roosendaal
Robert te Veele
Met een grote reünie wordt zaterdag in Roosendaal het 70-jarige bestaan van het Korps Commando Troepen gevierd. Zo'n vierduizend oud-commando's marcheren door het stadscentrum. De mars van de elite-eenheid wordt afgesloten met een defilé op de Oude Markt. Minister van Defensie Hans Hillen neemt het defilé af.
Ook drager van Militaire Willemsorde Marco Kroon uit Den Bosch, commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm en de burgemeester van Roosendaal zijn bij de parade aanwezig.
(bron: Omroep Brabant, 21 maart 2012)
dinsdag 20 maart 2012
Kamer wil 'invliegverbod' bij te veel Awacs-vluchten
De Tweede Kamer heeft ingestemd met een invliegverbod wanneer de 35 procent geluidsreductie bij de Awacs-basis in Geilenkirchen niet wordt gehaald. Concreet komt dat neer op maximaal 2340 vluchten.
De moties hiertoe zijn ingediend door de SP, PvdA, GroenLinks en PVV. De Navo moet in geval van dreigende vluchtoverschrijding twee weken voor het volvliegen van de 'geluidsruimte' op de hoogte worden gebracht van het vliegverbod.
Vier andere moties - over het toppen cq. kappen van bomen in het Schinveldse Bos en over de herplant van het in 2006 gekapte gebied - zijn door de Tweede Kamer verworpen.
(Bron: De Limburger, 20 maart 2012)